Inleiding33● Portieren vergrendelen/ont‐grendelen tijdens het rijden
● Achterruitwisser activeren bij selectie van de achteruitver‐
snelling (schakelaar aan/uit)
● Dagrijverlichting (schakelaar aan/uit)
● Alleen bestuurdersportier ontgrendelen bij openen van
portier (schakelaar aan/uit)
● Gemakkelijke toegang (schakelaar aan/uit)
● Rijstijlindicator (brandstof‐ verbruiksmeter) in de instru‐
mentengroep (schakelaar
aan/uit)
● Eco-score (schakelaar aan/ uit)
Services (NAVI 80)
Om vanuit de startpagina naar het
menu Services te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Services op het
displayscherm.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Opslaan
● Navigatieservices●Instellingen
● Toepassingen (bijv. rekenma‐ chine, lezer)Opslaan
Selecteer deze optie om naar de web‐
winkel te gaan en toepassingen voor
uw Infotainmentsysteem aan te
schaffen.
De volgende opties worden getoond: ● Selectie : Er verschijnt een lijst
met toepassingen.
● Populaire apps : De toepassingen
worden op populariteit gesor‐
teerd.
● Categorieën : De toepassingen
worden op thema weergegeven,
bijv. entertainment of kaarten.
● < (pop-upmenu):
● Zoek : Zoeken op trefwoord.
● Update : Zoek naar updates
voor toepassingen, services
en gedownloade content.● Mijn producten : Overzicht
van toepassingen, services
en gedownloade content en
de vervaldata ervan.
● Wettelijke informatie : Ver‐
schaft de wettelijke informa‐ tie met betrekking tot de win‐ kel.
Wanneer u nieuwe content hebt ge‐
selecteerd om te downloaden, drukt u op Aanschaffen om de betaalwijze te
kiezen; selecteer creditcard of debet‐
kaart. Selecteer het vakje om de ver‐
koopvoorwaarden te accepteren en
ga verder met de betaling.
Voer een geldig e-mailadres in en
druk op OK om te bevestigen.
Let op
Facturen worden verstuurd naar het ingevoerde e-mailadres, samen met
(indien nodig) de installatie-instruc‐
ties en gebruikersinformatie voor de
toepassingen, services of andere
gedownloade content.
Voer de gegevens van de betaalkaart
in. Druk op Gereed om te bevestigen.
Het downloaden wordt onmiddellijk
38InleidingRitgegevens geeft gegevens weer
van de laatste reis, waaronder "Ge‐
middeld verbruik", "Totaal verbruik",
"Gemiddelde snelheid" en "Afstand
zonder verbruik". Gegevens kunnen
gereset worden door op Û te druk‐
ken.
Eco-score geeft een totaal score van
maximaal 100 voor zuinig rijden. Ho‐
gere getallen geven zuiniger rijden
aan. Sterren worden ook gegeven voor gemiddelde milieu-/rijprestaties
(accelereren), schakelefficiëntie (ver‐ snellingsbak) en remregeling (antici‐
perend).
Eco-coaching verschaft een beoorde‐
ling van uw rijstijl en geeft advies weer
voor optimaal brandstofverbruik.Aha Ⓡ-toepassing
De app AhaⓇ stelt u in staat om fa‐
voriete internetinhoud op de smart‐
phone te organiseren (bijv. podcasts,
audioboeken, internetradio, sociale
netwerksites enz.) en favorieten on‐
middellijk op te roepen. AhaⓇ kan
ook tijdens navigatie worden gebruikt om bijv. hotels en restaurants in debuurt te suggereren en weerberichten
en de huidige GPS-positie te geven.AhaⓇ moet eerst op uw smartphone
worden gedownload. Start de app op uw smartphone en maak een gebrui‐
kersaccount aan om gebruik via het
Infotainmentsysteem te activeren.
Om AhaⓇ via het Infotainmentsys‐
teem te verbinden moet een blue‐
tooth-verbinding worden opgesteld
tussen de smartphone en het Info‐
tainmentsysteem, d.w.z. het apparaat moet aan de auto worden gekoppeld
voordat het wordt gebruikt. Raad‐
pleeg "Bluetooth-verbinding" in het
hoofdstuk "Telefoon" 3 138 voor
meer informatie.
Let op
Het delen van gegevens en locatie‐
services moeten ingeschakeld zijn
op de smartphone om de app
AhaⓇ te kunnen gebruiken. Tijdens
gebruik kan gegevensoverdracht
extra kosten met zich meebrengen
die niet in het contract met uw net‐
werkprovider zijn opgenomen.
Wanneer een bluetooth-verbinding
actief is, kan AhaⓇ via het Infotain‐
mentsysteem worden opgeroepen.
Druk op de startpagina op üMedia
op het displayscherm. Druk op S inde linkerbovenhoek om de lijst met
externe bronnen weer te geven en
selecteer dan aha.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Speler
● Lijst
● Voorkeuren
● In de buurt
Selecteer Voorkeuren om naar uw
AhaⓇ-favorieten te gaan.
Als u een nuttige plaats (NP) in de
buurt wilt vinden met AhaⓇ terwijl u
het navigatiesysteem gebruikt
3 80, drukt u op In de buurt en se‐
lecteert u een groep (bijv. hotel, res‐
taurant). Een serie NP's in de buurt
wordt weergegeven; druk op de ge‐
wenste NP. De NP kan worden inge‐
steld als een bestemming of een way‐
point door op y te drukken.
Afhankelijk van het type NP kunnen
contactgegevens en verdere informa‐
tie worden weergegeven. Wanneer
telefoonnummers voor NP's worden
gegeven, kunnen ze ook worden ge‐
kozen met het handsfree-telefoon‐
systeem door op y te drukken.
Inleiding45Let op
Navigatiekaarten voor het huidige
land moeten op het systeem geïn‐
stalleerd zijn om er zeker van te zijn
dat de lokale tijd correct is.
● Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐ gen terugzetten naar de stan‐
daard fabrieksinstellingen:
● Alle
● Telefoon
● Navigatie
● Audio-Media-Radio-
Systeem
● Navigatie (Aan/Uit)
● Systeemversie (het softwarever‐
sienummer van het Infotainment‐
systeem verschijnt)
Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, druk dan op 7 (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een vertraging slaat het systeem ook au‐
tomatisch op en sluit af.NAVI 80 - Systeeminstellingen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Systeeminstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Systeem op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Taal
● Beeldscherm
● Geluid
● Klok
● Veiligheidsaanwijzingen
● Startscherm
● Toetsenborden
● Eenheden instellen
● Status en informatie
● SD-kaart verwijderen
● Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de systeeminstellingen zijn gewijzigd.Taal
Om de taal en het stemtype van het Infotainmentsysteem te wijzigen.Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
● Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan
het lichtniveau buiten (daglicht).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● Helderheid in het donker : Helder‐
heid van het scherm aanpassen
aan het lichtniveau buiten (licht‐
niveau 's avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● In het donker omschakelen naar
nachtmodus : Automatische om‐
schakeling tussen helderheid bij daglicht/in het donker activeren.
De nachtmodus wordt geacti‐
veerd als het buiten donker is of als de koplampen worden inge‐
schakeld.
● Nachtmodus gebruiken : Nacht‐
modus activeren.
46InleidingGeluid
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Geluidsniveaus : Volume en ge‐
luiden aanpassen voor verkeers‐
informatie, handsfree-telefoon‐
systeem, beltoon, toepassings‐
waarschuwingen, systeemstem
en navigatieaanwijzingen.
● Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐
schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is uit‐ geschakeld.
● Snelheidsgevoeligheid : Snel‐
heidsafhankelijke volumeaan‐
passing instellen.
● Computerstem : Bepalen welk
type informatie door het Infotain‐
mentsysteem wordt uitgespro‐
ken.
● Stem : Wijzig de stem die door het
Infotainmentsysteem wordt ge‐ bruikt.Klok
Systeemklok en notatie van de tijd‐
weergave instellen.Aanbevolen wordt om de automati‐
sche tijdinstelling ingeschakeld te
houden.Veiligheidsaanwijzingen
Verschillende waarschuwingen van
het Infotainmentsysteem in- en uit‐
schakelen. Selecteer de desbetref‐
fende vakjes om ze in te schakelen.Startscherm
Configuratie van de startpagina wijzi‐ gen.
Maak een selectie uit de lijst met op‐ ties om een voorbeeld met de lay-out
van de afzonderlijke startpagina's te
bekijken.Toetsenborden
Wijzig eerst het alfabettype (bijv.
Grieks) en vervolgens het toetsen‐
bordtype (bijv. Qwerty).Eenheden instellen
Wijzigen van de eenheden voor bijv.
afstand, coördinaten, temperatuur en luchtdruk.Status en informatie
Weergave van systeeminformatie, zoals versie, gps-status, netwerksta‐
tus, licenties en copyright-informatie.SD-kaart verwijderen
SD-kaart veilig verwijderen.Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle informatie van het Infotainment‐ systeem verwijderen. Volg de aanwij‐
zingen op het display.
Let op
Het infotainmentsysteem zal daarna standaard in Engels opstarten. Se‐
lecteer zo nodig Taal in het menu
Systeem om de taal te wijzigen.
Multimedia-instellingen
Om vanuit de startpagina naar het in‐
stellingenmenu Multimedia te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Multimedia en Instellingen op het dis‐
playscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Geluid
● Radio
● Media
● Afbeeldingen
● Video
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de instellingen zijn gewijzigd.
54RadioCD35 BT USB - Automatische
zenderopslag
Afhankelijk van de auto worden maxi‐
maal 50 radiozenders continu bijge‐
werkt en automatisch opgeslagen
door het systeem.
Zender oproepen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Zender oproepen
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en druk dan even op de
toets 1...6 om een opgeslagen zender op te roepen.
Roep een zender op de Autostore-lijst
(AST) op door tijdens het beluisteren
van de radio via kort indrukken van
SETUP de modus AST te activeren.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen. Druk kort op
zendertoets 1...6 op een andere op‐ geslagen zender op de Autostore-lijst
op te roepen.CD35 BT USB - Zender oproepen
Selecteer het gewenste frequentiebe‐ reik en druk dan even op de
toets 1...6 om een opgeslagen zender
op te roepen.
Selecteer eventueel het FM-frequen‐
tiebereik en open de lijst met FM-ra‐
diozenders door aan de centrale
draaiknop te draaien. Draai aan de
knop om handmatig naar de naam
van de gewenste zender te zoeken en selecteer deze door de knop in te
drukken.
Handmatig zenderlijst bijwerken
Zenders kunnen ook handmatig in de Autostore-lijsten worden opgeslagen.
Let op
Alleen verkrijgbaar met
CD35 BT USB, NAVI 50, NAVI 80.
Om de lijst met zenders bij te werken
en de meest recente te verkrijgen, ac‐ tiveert u het bijwerken van het sys‐
teem handmatig. Afhankelijk van het
Infotainmentsysteem wordt het geluid
wellicht onderdrukt tijdens een hand‐
matige update.CD35 BT USB - Handmatig
zenderlijst bijwerken
Druk op SETUP / TEXT en draai aan
de centrale draaiknop voor toegang
tot Radiofuncties .
Draai de draaiknop om FM-lijst
bijwerken te selecteren en druk erop
om het bijwerken te bevestigen.
NAVI 50 - Handmatig zenderlijst
bijwerken
Druk op Opties, blader omlaag naar
Lijst bijwerken en selecteer dan Start;
Bijwerken ... verschijnt op het display
tot de update is voltooid.
Let op
Als DAB beschikbaar is, wordt aan‐
bevolen om de lijst met DAB-zen‐
ders handmatig bij te werken wan‐
neer het systeem ingeschakeld is.
NAVI 80 - Handmatig zenderlijst
bijwerken
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Multimedia en Radio op
het displayscherm.
Radio55Selecteer een van de volgende modi:● Voorkeur
● Lijst
● Frequentie
Druk op < om een pop-upmenu te
openen en selecteer Zenderlijst
bijwerken .
Radio Data System (RDS) RDS is een FM-zender die u de ge‐
wenste zender helpt vinden en sto‐
ringsvrije ontvangst ervan verzekert.
Voordelen van RDS ● De programmanaam van de ge‐ kozen zender verschijnt op het
displayscherm in plaats van de
frequentie ervan.
● Tijdens het automatisch zoeken naar een zender stemt het Info‐
tainmentsysteem uitsluitend af
op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch afop de zendfrequentie met de beste ontvangst van de gekozen
zender.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
RDS-functies
Configureren van RDS
Druk op SETUP en draai aan OK om
het menu RDS te openen. Druk op de
knop om te selecteren.
Draai aan de draaiknop om RDS
SETUP te selecteren.
In- en uitschakelen van RDS
Druk op Opties op het displayscherm.
U kunt de volgende instellingen wijzi‐
gen:
Schakel RDS-AF in/uit door op OK te
drukken. AF verschijnt op het display‐
scherm wanneer RDS actief is.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Druk op SETUP en draai aan OK om
het menu Radiotekst te openen.Draai aan de draaiknop om Radio te
selecteren en druk op de knop om
deze informatie te bekijken.
CD35 BT USB - RDS-functies
Configureren van RDS
Druk op SETUP / TEXT en draai aan
de centrale draaiknop voor toegang
tot het menu Radiofuncties . Druk op
de knop om te selecteren.
Draai de draaiknop om RDS-AF te
selecteren.
In- en uitschakelen van RDS
Schakel RDS-AF in/uit door op de
centrale draaiknop te drukken.
I-Traffic service (verkeersinformatie)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersinformatie
uitzenden.I-Traffic service in- en uitschakelen
Het in- en uitschakelen van de ver‐
keersberichten:
Druk op SETUP / TEXT en draai aan
de centrale draaiknop voor toegang
tot het menu Radiofuncties . Druk op
de knop om te selecteren.
58RadioAlgemene informatie● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in
plaats van de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐
zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige services voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐ voud aan andere dataservices uit
te zenden, inclusief reis- en ver‐ keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐der kan opvangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Er is geen sprake van fading (zwakker worden van het geluid),
hetgeen bij AM- en FM-ontvangst
regelmatig voorkomt. Het DAB-
signaal wordt met een constant
volume weergegeven.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
Als het DAB-signaal te zwak voor de ontvanger is, schakelt het sys‐
teem over op hetzelfde pro‐
gramma op een andere DAB- of
FM-zender.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
slechtert.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders.
Cd-speler59Cd-spelerAlgemene informatie....................59
Gebruik ........................................ 60Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's, mp3-cd's en ook wma-cd's afspelen.
CD16 BT, CD18 BT: De indelingen
aac en wav kunnen ook worden afge‐
speeld.
Belangrijke informatie over audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single-cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelf-opgenomen cd-r's en cd- rw's en wma-bestanden met Di‐
gital Rights Management (DRM)
van online muziekwinkels spelen wellicht niet goed of helemaal
niet.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de au‐
diotracks herkend en afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's; zie hieronder.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de audiospeler
binnen in het apparaat vies ma‐
ken en storingen veroorzaken.