Inleiding27Raadpleeg (NAVI 80) "Systeemin‐
stellingen" 3 43.
Opgeslagen volume
Als het Infotainmentsysteem wordt
uitgeschakeld, wordt het huidige vo‐
lume opgeslagen.
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer snelheidsafhankelijk vo‐
lume ( 3 41) wordt geactiveerd,
wordt het volume automatisch aan‐
gepast om weg- en windlawaai te
compenseren.
Geluidsonderdrukking
Om het geluid van de huidige bron
(afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem) te onderdrukken drukt u kort op
X of draait u de knop helemaal
linksom.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op @ of 8 of druk te‐
gelijkertijd op ! en #.
Geluidsonderdrukking opheffen
Om de geluidsonderdrukking op te
heffen (afhankelijk van het Infotain‐ mentsysteem) drukt u weer kort op
X of draait u de knop rechtsom.Eventueel (met de knoppen op de
stuurkolom): Druk weer op @ of druk
weer tegelijkertijd op ! en #.
Let op
Wanneer verkeersinformatie wordt
uitgezonden, wordt de geluidson‐
derdrukking van het systeem auto‐
matisch uitgeschakeld.
Raadpleeg voor meer informatie
"Radio Data System" 3 55.
Bediening van displayscherm
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bediening van displayscherm
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai OK.
● Handelingen bevestigen: Druk op OK .
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.CD35 BT USB - Bediening van
displayscherm
● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai aan de centrale
draaiknop.
● Handelingen bevestigen: Druk op de centrale draaiknop.
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.
NAVI 50 - Bediening van
displayscherm
Gebruik het aanraakscherm voor de
volgende menu's die in de afzonder‐
lijke hoofdstukken worden beschre‐
ven:
● è/ñ RADIO
Raadpleeg het hoofdstuk "Radio"
3 48.
● t/ü MEDIA
Raadpleeg het hoofdstuk "USB- poort" 3 66.
● yTELEFOON
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐ foon" 3 133.
28Inleiding●s KAART
Raadpleeg het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 80.
● yNAVI / ýNav
Raadpleeg het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 80.
● ðDriving eco2
Raadpleeg "Extra functies (NAVI
50)" in het hoofdstuk "Bedie‐
ningsstanden" hieronder.
● ÿ INSTELLINGEN
Raadpleeg (NAVI 50) "Geluidsin‐ stellingen" 3 39, "Volume-in‐
stellingen" 3 41 en "Systeem‐
instellingen" 3 43.
Wanneer de startpagina 7 wordt
weergegeven, kunt u deze menu's op het display verbergen door op
æ Donker te drukken (alleen de klok
en informatie over het audiosysteem
worden dan wellicht getoond). Druk
op een willekeurige plaats op het
scherm om deze menu's opnieuw te
tonen.NAVI 80 - Bediening van
displayscherm
Gebruik het aanraakscherm voor de
volgende menu's die in de afzonder‐
lijke hoofdstukken worden beschre‐
ven.
Op de startpagina drukt u op MENU
op het displayscherm om naar het
hoofdmenu te gaan. De volgende me‐
nu's en bedieningsfuncties verschij‐
nen:
● ⇑ Navigatie
Raadpleeg het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 80.
● t Multimedia
Raadpleeg het hoofdstuk "Radio"
3 48.
Raadpleeg "AUX-ingang" 3 63.
Raadpleeg het hoofdstuk "USB- poort" 3 66.
Raadpleeg "Streaming audio via
Bluetooth" 3 70.
● g Telefoon
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐
foon" 3 133.
● G Auto
Druk hierop om naar de menu's
Driving Eco 2
, Luchtkwaliteit (bijv.
buitenluchtkwaliteit), Boordcom‐
puter en Instellingen te gaan.
Raadpleeg (NAVI 80) "Bedie‐
ningsstanden" hieronder.
● @ Services
Druk hierop om de menu's Op‐
slaan, Navigatieservices, Toe‐
passingen en Instellingen te ope‐
nen.
Inleiding29Raadpleeg (NAVI 80) "Bedie‐
ningsstanden" hieronder.
● tSysteem
Raadpleeg (NAVI 80) "Systeem‐
instellingen" 3 43.
● i: Naar vorige pagina
● j: Naar volgende pagina
● <: Pop-upmenu openen
● r: Terug naar vorige menu
U kunt het displayscherm ook bedie‐
nen met de onderstaande knoppen
op het paneel van het Infotainment‐
systeem:
● ;: Startpagina
● R: Lijsten weergeven; kaart om‐
hoog
Schuiven; schaal aanpassen
● Toets in het midden: Menukeuze,
acties bevestigen
● S: Lijsten weergeven; kaart om‐
laag
Schuiven; schaal aanpassenLet op
Afhankelijk van het voertuigmodel
wordt de bediening van het aanraak‐
scherm mogelijk beperkt tijdens het
rijden.
Bedieningsstanden
Radio
Audiobron overschakelen op radio:
Druk, afhankelijk van het Infotain‐
mentsysteem, op RADIO,
RADIO/CD of AUDIO/SOURCE .NAVI 50
U kunt op ieder gewenst moment naar het menu Radio gaan door op
7 te drukken, gevolgd door è/
ñ Radio op het displayscherm.NAVI 80
Om vanuit de startpagina naar het
menu Radio te gaan, drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Radio op het displayscherm.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 48.
Audiospelers
Om de audiobron over te schakelen
naar CD, USB , AUX , Bluetooth of
iPod (indien van toepassing): Druk, afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem, op MEDIA, RADIO/CD of
AUDIO/SOURCE .
NAVI 50 : U kunt op ieder gewenst
moment naar het menu voor aange‐
sloten randapparatuur gaan ( USB,
iPod , BT (Bluetooth) of AUX) door op
7 te drukken, gevolgd door t/
ü Media op het displayscherm. Druk
in de linkerbovenhoek op S en selec‐
teer de externe bron.
Voor de AhaⓇ-toepassing (beschik‐
baar afhankelijk van de versie) kunt u
"Extra functies (NAVI 50)" hieronder raadplegen.
NAVI 80 : Om vanuit de startpagina
naar het menu voor randapparatuur
te gaan (USB, SD-kaart, AUX-ingang,
Audio-cd, Bluetooth), drukt u op
MENU , gevolgd door Multimedia en
Media op het displayscherm. Selec‐
teer de externe bron in de getoonde
lijst.
30InleidingR15 BT USB, R16 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70CD16 BT USB, CD18 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-spelerfuncties 3 60
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70CD35 BT USB
Gedetailleerde beschrijving van:
● CD-spelerfuncties 3 60
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70NAVI 50
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poort (inclusief iPod-func‐ ties) 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70NAVI 80
Gedetailleerde beschrijving van:
● AUX-ingangsfuncties 3 63
● USB-poortfuncties 3 66
● Werking van streaming audio via
Bluetooth 3 70
Navigatie, kaart
(CD35 BT USB NAVI, NAVI 50,
NAVI 80)
Gedetailleerde beschrijving van het
navigatiesysteem 3 80, Bekijk kaart
3 114.
Telefoon
Gebruik de displayopties in de onder‐ staande menu's om mobiele tele‐
foons te verbinden, telefoongesprek‐
ken te voeren, contactlijsten aan te
maken en diverse instellingen te wij‐
zigen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het handsfree-telefoon‐
systeemfuncties 3 133.R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Te‐
lefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
6 of TEL .
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op TEL en selecteer Telefoon‐
instellingen .CD35 BT USB - Telefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
6 of TEL.
Telefooninstellingenmenu openen: Druk op SETUP / TEXT en selecteer
Telefooninstellingen .NAVI 50 - Telefoon
Telefoonmenu op ieder gewenst mo‐
ment openen: Druk op 7, gevolgd
door yTelefoon op het display‐
scherm.NAVI 80 - Telefoon
Telefoonmenu openen vanuit de
startpagina: druk op MENU, gevolgd
door Telefoon op het displayscherm.
Inleiding39Ga voor meer informatie naar "Bedie‐
ning" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 143.
Geluidsinstellingen R15 BT USB - Geluidsinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunt u
de toonregeling instellen.
Druk op SETUP voor toegang tot het
instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan OK totdat de gewenste instelling
is geselecteerd uit:
● BASS (lage tonen)
● TREBLE (hoge tonen)
● FADER (balans voor/achter)
● BALANCE (balans links/rechts)
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de selecties te bevestigen.
Om het audio-instellingenmenu af te
sluiten, drukt u op /.Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer Bass of Treble .
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans.
Selecteer de gewenste waarde door
aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader.
Selecteer de gewenste waarde door aan OK te draaien en druk op de knop
om de instelling te bevestigen.
CD35 BT USB -
Geluidsinstellingen
In het audio-instellingenmenu kunt u
de toonregeling instellen.Druk op SETUP / TEXT voor toegang
tot het instellingenmenu.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan de centrale draaiknop totdat de
gewenste instelling is geselecteerd.
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Om het instellingenmenu af te sluiten, drukt u op SETUP / TEXT (of /).
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Het geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai de draaiknop om een keuze te
maken uit:
● Pop / Rock
● Klassiek
● Jazz
● Neutraal
Inleiding41NAVI 50 - Geluidsinstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.
● Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50) "Systeem‐
instellingen" 3 43.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)
Snelheidsafhankelijke volumere‐
geling - zie (NAVI 50) "Volume-
instellingen" 3 41.● Loudness (Aan/Uit)
Schakel loudness in om het ni‐ veau lage en hoge tonen te ver‐
hogen.
● BAL/FAD
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Druk op l om het sub‐
menu voor de volumeverdeling
en de geluidsinstellingen te ope‐
nen.
Aan de linkerkant van het display
past u de balans links/rechts met k /l en de balans voor/achter
met R/S aan.
Aan de rechterkant van het dis‐
play past u de toonregeling van
de Bass , Mid en Treble aan (tus‐
sen -5 en +5) met k/l .
Druk op OK om de wijzigingen te
bevestigen.
● Geluid
Afhankelijk van de versie drukt u
op l om het submenu voor de
volumeverdeling en de geluidsin‐ stellingen te openen.
Aan de linkerkant van het display
past u de balans links/rechts metk /l en de balans voor/achter
met R/S aan.
Aan de rechterkant van het dis‐
play past u de toonregeling van
de Bass , Mid en Treble aan (tus‐
sen -5 en +5) met k/l .
Druk op OK om de wijzigingen te
bevestigen.
Voor andere versies van het ge‐ luidsubmenu (waar het volume apart kan worden ingesteld voor
een lijst met audiotypen) kunt u
(NAVI 50) "Volume-instellingen"
raadplegen 3 41.
Volume-instellingen
CD35 BT USB - Volume-
instellingen
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer deze functie wordt geacti‐
veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
Inleiding43SysteeminstellingenR15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Systeeminstellingen
Druk op SETUP en ga naar het in‐
stellingenmenu door aan OK te
draaien en deze in te drukken.
Wanneer systeeminstellingen zijn
veranderd, drukt u op SETUP om het
menu af te sluiten en de veranderin‐
gen op te slaan. Na een vertraging
slaat het systeem ook automatisch op
en sluit af.Systeemtaal wijzigen
Verander de taal van het display door
naar het menu Taal te gaan. Selec‐
teer een taal uit de lijst door aan OK
te draaien en deze in te drukken.Standaard systeeminstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de
systeeminstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
aan OK te draaien en deze in te druk‐
ken. Bevestig de wijziging door na de
vraag weer op OK te drukken.CD35 BT USB -
Systeeminstellingen
Druk op SETUP / TEXT voor toegang
tot het instellingenmenu.
Wanneer systeeminstellingen zijn
veranderd, drukt u op
SETUP / TEXT om het menu af te
sluiten en de veranderingen op te
slaan. Na een vertraging slaat het
systeem ook automatisch op en sluit
af.Klok instellen
Om de tijd in te stellen, opent u het
Klok -menu. Draai aan de centrale
draaiknop om de Uren te verstellen
en druk op de knop om te bevestigen. Draai aan de knop om de Minuten te
verstellen en druk erop om te beves‐ tigen.Systeemtaal wijzigen
Verander de taal van het display door
naar het menu Taal te gaan. Draai
aan de centrale draaiknop om één
van de 9 talen uit de lijst te selecteren
en druk op de knop om te bevestigen.Standaard systeeminstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de
systeeminstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
de centrale draaiknop te draaien en in te drukken. Bevestig de wijziging door
na de vraag weer op de knop te druk‐ ken.
NAVI 50 - Systeeminstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio :
Raadpleeg (NAVI 50) "Geluidsin‐ stellingen" 3 39 en "Volume-in‐
stellingen" 3 41.
● Display : Zie hieronder.
● Bluetooth : Zie hieronder.
● Systeem : Zie hieronder.
48RadioRadioGebruik........................................ 48
Zender zoeken ............................. 50
Autostore-lijsten ........................... 53
Radio Data System (RDS) ...........55
Digital Audio Broadcasting ..........57Gebruik
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bedieningselementen
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● RADIO : Radio activeren, fre‐
quentiebereik wijzigen
● 2 3 : Zender zoeken
● OK: Frequentie wijzigen
● Zendertoetsen 1...6: Voorkeur‐ zendertoetsen● SETUP : Systeeminstellingen,
automatische zenderopslag
● TEXT : Radiotekstinformatie
weergeven
Radio activeren
Druk op RADIO om de audiobron op
radio over te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk herhaalde malen op RADIO om
tussen de beschikbare frequentiebe‐
reiken te schakelen (bijv. FM1, FM2,
AM).
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
CD35 BT USB -
Bedieningselementen
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● RADIO : Radio activeren, fre‐
quentiebereik wijzigen
● 2 3 : Frequentie wijzigen, zen‐
der zoeken