128Rijden en bedieningbij de hierboven beschreven actiera‐
diuswaarschuwingen op het DIC.
Controlelamp Y licht samen met F
ononderbroken op en er klinkt een
geluidssignaal.
Op het DIC verschijnen oproepen om het uitlaatsysteem te laten nakijken
en uiteindelijk de melding dat de mo‐
tor niet opnieuw kan worden gestart.
Let op
Deze beperkingen zijn wettelijk vast‐
gelegd.
Bij een AdBlue-actieradius van
1100 km verschijnt er een waarschu‐ wingsbericht op het DIC met de res‐
terende actieradius van de auto voor‐
dat de motor niet opnieuw kan wor‐
den gestart. Dit waarschuwingsbe‐
richt verschijnt om de 100 km.
Zo spoedig mogelijk hulp van een
werkplaats inroepen.AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor se‐
lectieve katalysatorreductie be‐
schadigd raken.
Let op
Bij het bijtanken van AdBlue bij zeer
lage temperaturen wordt dit wellicht
niet door het systeem gedetecteerd.
Parkeer de auto in dat geval op een
locatie met een hogere buitentem‐
peratuur totdat de AdBlue weer
vloeibaar wordt.
Let op
Als de motor wegens een te laag AdBlue-peil niet kan worden gestart,
adviseren wij om een hoeveelheid
van ten minste 10 liter AdBlue bij te
tanken. Tank niet te weinig (bijv.
minder dan 5 liter) bij, omdat het sys‐ teem anders het bijtanken wellicht
niet detecteert.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐
dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Rijden en bediening129Voorzichtig
Wanneer u foute brandstof hebt
getankt, mag u het contact niet
aanzetten.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
De vulpijp voor AdBlue zit achter de
tankklep, aan de linkerkant van de
auto.
De tankvulklep kan alleen worden ge‐ opend als de auto ontgrendeld is ende linker deur wordt geopend.
9 Gevaar
Auto's met Stop/Start-systeem:
De motor moet uitgeschakeld en
de contactsleutel verwijderd zijn om het risico te vermijden dat het
systeem de motor automatisch op‐ nieuw start.
Inhouden 3 201.
Tankstation9 Gevaar
Volg bij het tanken van AdBlue de
bedienings- en veiligheidsinstruc‐
ties van het tankstation.
1. Schakel de motor uit en trek de sleutel uit het contactslot.
2. Trek de tankklep open.
3. Schroef de beschermdop (2) linksom los van de vulpijp.
4. Steek het vulpistool geheel in de vulpijp en zet het open.
5. Breng de beschermdop na hetbijtanken weer aan en schroef
deze rechtsom vast.
6. Sluit de tankklep en het portier links.
AdBlue-jerrycan Let op
Tank AdBlue alleen bij vanuit de daarvoor bedoelde jerrycans om te
voorkomen dat er teveel AdBlue
wordt bijgetankt. Bovendien stro‐
men de dampen vanuit de tank dan
in de jerrycan en komen deze niet
vrij.
Let op
Controleer vóór het bijtanken van AdBlue de houdbaarheidsdatum er‐van, omdat het maar beperkt mee‐
gaat.
1. Schakel de motor uit en trek de sleutel uit het contactslot.
2. Trek de tankklep open.
130Rijden en bediening
3. Schroef de beschermdop (2)linksom los van de vulpijp.
4. Open de AdBlue-jerrycan.
5. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
6. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is.
7. Schroef de slang van de vulpijp.
8. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
9. Sluit de tankklep en het portier links.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan en -slang
volgens de lokale milieuregels af.
Storing
Als het systeem een bedrijfsstoring
detecteert, licht controlelamp Y sa‐
men met F op en klinkt er een ge‐
luidssignaal. Onmiddellijk de hulp van
een werkplaats inroepen.
Er verschijnt een bijbehorend bericht
op het DIC 3 92.Handgeschakelde
versnellingsbak
Om de achteruitversnelling in te scha‐ kelen, vanuit stilstand het koppelings‐
pedaal bedienen, de ring op de keu‐
zehendel omhoogtrekken en de ver‐
snelling tegen de weerstand in in‐
schakelen.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan koppeling in de neu‐
trale stand laten opkomen, koppeling
weer intrappen en nogmaals schake‐
len.
De koppeling niet onnodig laten slip‐
pen.
166Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Batterij inspuiting AdBlue2Accu (met elektronisch sleutel‐
systeem)3APC reserveaccu (met elektro‐
nisch sleutelsysteem)4Verwarmings- en recirculatie‐
systeem5Aanpassingen6Aanpassingen7Verwarmings- en recirculatie‐
systeem8Extra verwarming en ventilatie/
airconditioning9Aanvullend verwarmings- en
ventilatiesysteem10Elektrische buitenspiegels/extra
aanpassingen11Verwarmbare buitenspiegels12Radio/multimedia/elektrische
buitenspiegels/diagnoseaan‐
sluiting13Multimedia/trekhaakNr.Stroomkring14Interieurverlichting/ontlaadbe‐
veiliging accu15Brandstofinspuitsysteem/
bandenspanningscontrolesys‐
teem/elektronisch sleutelsys‐
teem16Alarmknipperlichten/richting‐
aanwijzers17Centrale vergrendeling18Grootlicht links/dimlicht rechts/
achterlichten/dagrijlicht links19Mistlampen voor/mistachter‐
lichten/kentekenverlichting20Alarm/claxon/verlichting/wisser21Instrumentengroep22Lichtschakelaar23Achterruitwisser/sproeierpomp
voorruit/claxon24APC algemene accu25Achteruitrijlichten26Remschakelaar27Brandstofinspuiting/startmotorNr.Stroomkring28Airbag/stuurslot29Elektrisch verstelbare passa‐
giersruit30Stuurbekrachtiging31Remlichten32APC reserveaccu (met elektro‐
nisch sleutelsysteem)33Servicedisplay34Aansteker/elektrische aanslui‐
ting35Grootlicht rechts/dimlicht links/
zijmarkeringslichten/dagrijlicht
rechts36Remlichten/ABS/startbeveili‐
ging37Interieurverlichting/airco38Starten met elektronisch sleutel‐
systeem39Achterruitwisser40Waarschuwingssignalen4112V-aansluiting bagageruimte
Service en onderhoud189Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitsindexen
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de betreffende viscositeits‐
index afhankelijk van de minimumom‐ gevingstemperatuur 3 192.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hogere omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik alleen voor de auto goedge‐
keurde long life coolant (LLC) anti-
vries. De hulp van een werkplaats in‐
roepen.
Het systeem wordt af fabriek gevuld
met koelvloeistof die een uitstekende
corrosiebescherming biedt en vorst‐bestendig is tot ca. –28 °C. Deze con‐ centratie het gehele jaar in stand hou‐
den. Extra koelvloeistofadditieven die
bedoeld zijn om extra corrosiebesten‐ digheid te bieden of om kleine lekken
te dichten kunnen functiestoringen
veroorzaken. Aansprakelijkheid voor
eventuele gevolgen van het gebruik
van extra koelvloeistofadditieven
wordt niet aanvaard.
Remvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
AdBlue Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 126.
Technische gegevens201Inhouden
MotorolieMotorR9MMotorolie inclusief filter [l] (bij benadering)6,0 - 7,4tussen MIN en MAX [l] (ongeveer)2,1 - 3,5
Brandstoftank
Brandstoftank, nominale inhoud [l]80
AdBlue-tank
AdBlue, nominale inhoud [l]22,5
208TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ......................... 17, 118
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............188, 192
Aanduidingen op banden ..........168
Aanhangerkoppeling ..................145
Aanhangerstabilisatie ................146
Aanhanger trekken ....................146
Aansteker .................................... 81
Absorptive Glass Mat-accu......... 154
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 148
Accu ................................... 154, 179
Accu, starthulp gebruiken ...........179
Achterdeuren ............................... 31
Achterklep..................................... 32
Achterlichten .............................. 159
Achterruitverwarming ................... 42
Achterste binnenverlichting ........102
Achterste zijruiten ........................41
Achteruitkijkcamera ...................141
Achteruitrijlichten ...............101, 160
Adaptief rijlicht (AFL) .................100
AdBlue .................... 90, 94, 126, 188
AdBlue-tank ................................ 201
Afmetingen auto ........................197
Afstand tot onderhoudsbeurt ........84
AGM-accu................................... 154
Airbag deactiveren ....................... 59
Airbag-deactivering ...................... 87Airbag en gordelspanners ...........87
Airbaglabel.............................. 54, 59
Airbagsysteem ............................. 54
Airconditioning ........................... 105
Airconditioning achterin .............109
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 114
Alarmknipperlichten ...................100
Algemene informatie .................. 145
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 116
Andere auto slepen ...................182
Antiblokkeersysteem .................131
Antiblokkeersysteem (ABS) .........89
Antidiefstalbouten .......................176
Anti-vries..................................... 152
Armsteun ..................................... 47
Asbakken ..................................... 81
Autogegevens ............................ 192
Autokrik....................................... 167
Automatisch blokkering brandstof ................................. 121
Automatische dimfunctie .............40
Automatische verlichting .............. 98
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto reinigen .............................. 182
Auto slepen ................................ 181
Auto stallen ................................. 148