OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Sleutels, portieren en ruiten 25
Autodiefstalbevei-
liging
Diefstalalarmsysteem
Het bewaakt:
.portieren, achterklep, motorkap
. contact
Bij het ontgrendelen van de auto
worden beide systemen tegelijk
uitgeschakeld.
De status-led is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumenten-
paneel. Status tijdens de eerste 30
seconden na het activeren van het
alarmsysteem:
Led gaat branden: test, activeren
wordt uitgesteld.
Led knippert snel: portieren, achter-
klep of motorkap zijn niet goed
gesloten, of systeemfout.
Deactivering
Als u de auto ontgrendeld door op
de handzender op
Kte drukken,
wordt het diefstalalarmsysteem
uitgeschakeld.
Alarm
Het alarm kan worden afgezet door
het indrukken van een willekeurige
toets op de handzender of door het
inschakelen van het contact.
U kunt het diefstalalarmsysteem
weer inschakelen door op
Kte
drukken of het contact aan te zetten.
Automatische portiervergren-
deling
Wanneer geen enkel portier wordt
geopend of de contactsleutel binnen
3 minuten nadat de portieren zijn
ontgrendeld via de handzender niet
in stand 1 of stand 2 wordt gezet,
worden alle portieren weer vergren-
deld en wordt het diefstalalarmsys-
teem automatisch ingeschakeld.
Automatische portierontgren-
deling
Alle portieren ontgrendelen automa-
tisch zodra de botsingssensoren
een botsingssignaal ontvangen
terwijl het contact AAN stand 2
staat.
Wel zullen de portieren mogelijk niet
ontgrendelen als er mechanische
problemen zijn opgetreden met het
systeem voor portiervergrendeling
of met het accuvoedingsysteem.
Startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
56 Opbergruimte
EHBO-set
Berg de verbandtrommel op in het
opbergvak in de bagageruimte.
Beladingsinformatie
.Zware voorwerpen in de bagage-
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleren of de
rugleuningen naar behoren zijn
vergrendeld. Bij stapelbare
voorwerpen de zwaarste
voorwerpen onderop leggen.
. Losse voorwerpen in de bagage-
ruimte vastzetten om
verschuiven tegen te gaan.
. Bij het vervoeren van
voorwerpen in de bagageruimte
mogen de rugleuningen van de
achterbank niet schuin naar
voren geklapt zijn.
. Bagage niet boven de rugleu-
ningen laten uitsteken.
. Niets op de hoedenplank of op
het instrumentenpaneel leggen
en de sensor boven op het
instrumentenpaneel niet
afdekken.
. De bagage mag de bediening
van pedalen, handrem, schakel-
hefboom en de bewegingsvrij-
heid van de bestuurder niet belemmeren. Geen losse
voorwerpen in het interieur
leggen.
. Niet met een geopende achter-
klep rijden.
{Waarschuwing
Zorg ervoor dat eventuele lading
in uw auto altijd correct is
vastgezet.
Als dat niet het geval is, kunnen
er voorwerpen in het voertuig
rondslingeren en letsel of schade
aan de lading of de auto veroor-
zaken.
. Het nuttig draagvermogen is het
verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje
0
Voertuigidentificatienummer
(VIN) 0212ii) en het leeggewicht
van de auto. Raadpleeg het
hoofdstuk met de technische
gegevens voor details over het
leeggewicht.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
72 Instrumenten en knoppen
Lampje ultrasoonpar-
keerhulp
X
brandt geel.
Storing in het systeem
of
Storing door vervuilde of met
sneeuw of ijs bedekte sensoren
of
Storingen door externe bronnen van
ultrasoon geluid. Zodra de storings-
bron is weggenomen, werkt het
systeem weer normaal.
Oorzaak van de systeemstoring
onmiddellijk door een werkplaats
laten verhelpen.
Ultrasoonparkeerhulp
0Parkeer-
hulp (parkeerhulp achteraan) 0156
ii.
Controlelampje elektroni-
sche stabiliteitsrege-
ling (ESC)
d
brandt of knippert geel.
Brandt
Er zit een storing in het systeem. Verder rijden is mogelijk. De rijstabi-
liteit kan echter afhankelijk van de
staat van het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten
verhelpen.
Knippert
Het systeem is actief bezig.
Het motorvermogen kan worden
begrensd en de auto kan automa-
tisch iets worden afgeremd.
Lampje Elektronische
stabiliteitsregeling
(ESC) uit
g
brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Traction Control (TCS)
Uit-lampje
i
brandt geel.
Het systeem wordt gedeactiveerd.
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
C
brandt rood.
Dit controlelampje geeft aan
wanneer de koelvloeistoftempera-
tuur te hoog is.
Wanneer onder normale omstandig-
heden met de auto hebt gereden,
verlaat u de weg, stopt u de auto en
laat u de motor enkele minuten stati-
onair draaien.
Als het lampje niet dooft, moet u de
motor uitzetten en zo snel mogelijk
naar een werkplaats gaan. Wij
adviseren u contact op te nemen
met een erkende werkplaats.
Lampje bandenspan-
ningscontrolesysteem
7
brandt of knippert geel.
Brandt
Bandenspanningsverlies. Meteen
stoppen en de bandenspanning
controleren.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Instrumenten en knoppen 73
Knippert
Storing in het systeem of wiel
zonder gemonteerde druksensor
(bijv. reservewiel). Na 60–90
seconden brandt de controlelamp
continu. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Bandenspanningscontrolesysteem
0Bandenspanning0186ii.
Lampje motoroliedruk
:
brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking en dooft vlak na het
starten van de motor.
Brandt bij een draaiende motor
Voorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk
onderbroken. Dit kan aanleiding
geven tot motorschade en/of tot
het blokkeren van de aandrijf-
wielen. Als het oliedruklampje gaat branden
tijdens het rijden, gaat u naar de
kant, stopt u de motor en controleert
u het oliepeil.
1. Bedien de koppeling.
2. Versnellingsbak in neutrale stand zetten, keuzehendel in
stand N zetten.
3. Haal de auto zo spoedig mogelijk uit de verkeersstroom
zonder daarbij andere
verkeersdeelnemers te
hinderen.
4. Contact uitschakelen.
{Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder. Bij Autostop werkt de
rembekrachtigingseenheid nog
altijd.
Verwijder de sleutel niet voordat
de auto stilstaat, anders kan het
stuurslot onverwacht ingescha-
keld worden. Oliepeil controleren alvorens de
hulp van een werkplaats in te
roepen
0Motorolie
0168ii.
Te laag brandstofpeil
.
brandt of knippert geel.
Brandt
Peil in brandstoftank is te laag.
Knippert
Brandstofvoorraad opgebruikt.
Onmiddellijk bijtanken. Tank nooit
leegrijden.
Katalysator
0Katalysator 0150ii.
Auto Stop-modus
h
brandt wanneer de motor op
Autostop staat.
Stop/Start-systeem
0De motor
starten 0145
ii.
Lampje voor de startbe-
veiliging
A
knippert geel.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
80 Instrumenten en knoppen
Banden inleren
Op dit scherm kunt u nieuwe
banden en wielen met de
TPMS-sensoren koppelen.
Druk enkele seconden opSET/CLR
om het koppelen uit te voeren.
Zie Lampje bandenspanningscontro-
lesysteem
0Lampje bandenspan-
ningscontrolesysteem 072
ii.
Draagvermogen banden
Druk enkele seconden op SET/CLR
om het menu te selecteren.
Draai aan het stelwiel om één van
de instellingen te kiezen.
. capaciteit laag
. capaciteit eco
. capaciteit hoog
Boordberichten
Berichten worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa-
tion Center; in sommige gevallen
samen met een waarschuwings-
zoemer.
Druk op SET/CLR, MENUof draai
aan het stelwiel om een bericht te
bevestigen.
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr. boordinformatie
3 Koelvloeistofpeil laag bijvullen
4 Airco uit door hoge motortemp.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Instrumenten en knoppen 83
Persoonlijke instel-
lingen
U kunt de auto aan uw persoonlijke
wensen aanpassen door de instel-
lingen op het Infotainmentdisplay te
wijzigen.
Afhankelijk van het uitrustingsni-
veau, zijn sommige van de
hieronder beschreven functies
eventueel niet aanwezig.
Druk opMENUterwijl het contact
AAN staat en het infotainmentsys-
teem is geactiveerd.
De instelmenu's worden weerge-
geven. Om een ander Instelmenu te kiezen,
draait u aan de knop MENU.
Om het Instelmenu te selecteren,
drukt u op
MENU.
Om af te sluiten of terug te gaan
naar een vorig menu, drukt u op
TERUG.
Selecteer "Persoonlijke instel-
lingen".
Voertuiginstellingen
. Parkeerhulp / Botsingdetectie
Park assist (parkeerhulp):
Activeert of deactiveert ultra-
soonsensoren.
. Comfortinstellingen
Chime volume (volume geluids-
signaal): Volume van het
geluidssignaal wijzigen.
Personalisatie door de
bestuurder: Activeert of deacti-
veert persoonlijke instellingen.
Rear auto wipe in reverse
(achterruit wissen in achteruit-
versnelling): Wissen Van De
Achterruit In De Achteruitver-
snelling In- Of Uitschakelen. .
Language (taal)
Selecteer het menu Talen.
Blader door de lijst en selecteer
de gewenste taal.
. Omgeving verlichten
Exterior lighting by unlocking
(instapverlichting bij ontgrende-
ling): instapverlichting in- of
uitschakelen.
Duration upon exit of vehicle
(tijdsduur uitstapverlichting):
uitstapverlichting in- of uitscha-
kelen en verlichtingsduur
wijzigen.
. Stop door lock if door open
(portierslot uit bij geopend
portier): slot van het bestuurder-
sportier in- of uitschakelen
wanneer het portier is geopend.
Indien uitschakelen wordt
geselecteerd, komt het menu
Vertraagde portiervergrendeling
beschikbaar.
Delayed door lock (vertraagd
portierslot): het vertraagd portier-
slot in- of uitschakelen.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
94 Verlichting
Interieurverlichting
Regelbare instrumenten-
verlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de
volgende lampen regelen:
.instrumentenverlichting
. infodisplay
. verlichte schakelaars en bedie-
ningselementen
Aan het duimwiel
Ddraaien totdat
de gewenste lichtsterkte
verkregen is. Bij modellen met een lichtsensor
kan de helderheid alleen worden
versteld als de rijverlichting aan is
en de lichtsensor nachtzicht
registreert.
Binnenverlichting
De interieurverlichting vooraan
wordt bij het in- en uitstappen
vanzelf ingeschakeld en dooft met
enige vertraging.
Aanwijzing
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer-
verlichting automatisch aan.
Voorste interieurverlichting
Bedien de wipschakelaar:
1: schakelt automatisch aan en uit.
+indrukken: Aan.
*indrukken: Uit.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
146 Rijden en bedienen
De keuzehendel moet in stand P
staan.
Automatische startmotorre-
geling
Deze functie regelt de startproce-
dure van de motor. U hoeft de
sleutel niet meer in de stand 3 vast
te houden.
Het eenmaal actieve systeem zal de
motor automatisch blijven
ronddraaien tot deze start. Vanwege
de controleprocedure begint de
motor na een korte vertraging te
lopen.
Mogelijke redenen voor het niet
starten van de motor:
.koppelingspedaal niet ingetrapt
(handgeschakelde versnel-
lingsbak)
. er trad een time-out op
Afsluiting brandstoftoevoer bij
overtoeren
De brandstoftoevoer wordt automa-
tisch afgesloten bij het uitrollen,
d.w.z. wanneer u met een ingescha-
kelde versnelling onder het rijden
het gas loslaat.
Ingeschakelde accessoi-
revoeding (RAP)
Behouden stroom uit
De volgende elektronische
systemen kunnen werken tot het
bestuurdersportier is geopend of ten
laatste 10 minuten nadat het contact
werd uitgeschakeld:
.elektrisch bediende ruiten
. stekkerdozen
Het Infotainmentsysteem blijft van
stroom voorzien en zal 30 minuten
blijven werken of tot de sleutel uit
de contactschakelaar wordt
gehaald, onafhankelijk of er een
portier geopend wordt of niet.
Stop/start-systeem
Het stop-startsysteem helpt brand-
stof besparen. Wanneer de omstan-
digheden het toelaten, schakelt het
de motor uit van zodra de auto
langzaam rijdt of stilstaat, bijv. voor
een verkeerslicht of in een file. Het
start de motor automatisch zodra u
het koppelingspedaal bedient. Een
accusensor zorgt ervoor dat een
Autostop alleen wordt uitgevoerd,
als de accu voldoende opgeladen is
om opnieuw te kunnen starten.
Activering
Het stop-startsysteem is beschik-
baar van zodra de motor is gestart,
de auto is vertrokken en er aan de
hieronder opgegeven omstandig-
heden is voldaan.