OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Instrumenten en knoppen 71
Waarschuwingslampje
rem- en koppelings-
systeem
$
brandt rood.
Het rem- en koppelingsvloeistofpeil
is te laag
0Remvloeistof 0170ii.
{Waarschuwing
Stop. Rij niet verder. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Pedaal bedienen
#brandt of knippert geel.
Trap het koppelingspedaal in om de
motor in de stand Autostop te
starten.
Stop/Start-systeem
0Stop/start--
systeem 0146
ii.
Knippert
Trap het koppelingspedaal in om de
motor in het algemeen te starten
0
Stop/start-systeem 0146ii,0
Nieuwe auto inrijden 0144ii.
Waarschuwingslampje
antiblokkeersysteem
(ABS)
!
brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele
seconden niet dooft of als deze
tijdens de rit gaat branden, dan zit
er een storing in het ABS-systeem.
Het remsysteem blijft normaal
werken, maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem
0Antilock
Brake System (ABS) (antiblokkeer-
systeem van de remmen) 0152
ii.
Schakellampje
*
met het getal van de volgende
hogere versnelling wordt aangeduid
wanneer opschakelen wordt aanbe-
volen om brandstof te besparen.
Lampje variabele stuurbe-
krachtiging
m
brandt geel.
Storing in het elektrisch stuurbe-
krachtigingssysteem (EPS).
Hierdoor kan de auto zwaarder of
lichter gaan sturen. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Stop/Start-systeem
0Stop/start--
systeem 0146
ii.
Lampje Lane Departure
Warning (LDW)
@
brandt groen of knippert geel.
Brandt groen
Het systeem wordt ingeschakeld en
is gebruiksklaar.
Knippert geel
Het systeem herkent een
onbedoelde verandering van
rijstrook.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Instrumenten en knoppen 73
Knippert
Storing in het systeem of wiel
zonder gemonteerde druksensor
(bijv. reservewiel). Na 60–90
seconden brandt de controlelamp
continu. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Bandenspanningscontrolesysteem
0Bandenspanning0186ii.
Lampje motoroliedruk
:
brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking en dooft vlak na het
starten van de motor.
Brandt bij een draaiende motor
Voorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk
onderbroken. Dit kan aanleiding
geven tot motorschade en/of tot
het blokkeren van de aandrijf-
wielen. Als het oliedruklampje gaat branden
tijdens het rijden, gaat u naar de
kant, stopt u de motor en controleert
u het oliepeil.
1. Bedien de koppeling.
2. Versnellingsbak in neutrale stand zetten, keuzehendel in
stand N zetten.
3. Haal de auto zo spoedig mogelijk uit de verkeersstroom
zonder daarbij andere
verkeersdeelnemers te
hinderen.
4. Contact uitschakelen.
{Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder. Bij Autostop werkt de
rembekrachtigingseenheid nog
altijd.
Verwijder de sleutel niet voordat
de auto stilstaat, anders kan het
stuurslot onverwacht ingescha-
keld worden. Oliepeil controleren alvorens de
hulp van een werkplaats in te
roepen
0Motorolie
0168ii.
Te laag brandstofpeil
.
brandt of knippert geel.
Brandt
Peil in brandstoftank is te laag.
Knippert
Brandstofvoorraad opgebruikt.
Onmiddellijk bijtanken. Tank nooit
leegrijden.
Katalysator
0Katalysator 0150ii.
Auto Stop-modus
h
brandt wanneer de motor op
Autostop staat.
Stop/Start-systeem
0De motor
starten 0145
ii.
Lampje voor de startbe-
veiliging
A
knippert geel.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
74 Instrumenten en knoppen
Storing in het startbeveiligingssys-
teem. De motor kan niet worden
gestart.
Lampje Motorvermogen
verminderd
w
brandt geel.
Het motorvermogen is beperkt. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Lampje groot licht aan
3
brandt blauw.
Brandt bij ingeschakeld grootlicht en
bij lichtsignaal
0Lichtschakelaar
0 90
ii.
Mistlamp voor
#
brandt groen.
De voorste mistlampen zijn
ingeschakeld
0Mistlampen voor
0 92
ii.
Mistachterlicht
s
brandt geel. Het mistachterlicht is ingeschakeld
0Mistachterlicht
092ii.
Controlelampje voor de
achterlichten
;
brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
0
Lichtschakelaar 090ii.
Lampje cruise control
I
brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
Een bepaalde snelheid wordt
opgeslagen.
Cruisecontrol
0Cruise control
0 158
ii.
Lampje motorkap open
i
gaat branden wanneer de
motorkap open is.
Automatische motorstop/startfunctie
0Stop/start-systeem 0146ii.
Lampje portier open
U
brandt rood.
Een portier of de achterklep
staat open.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
78 Instrumenten en knoppen
Rijtijd
Deze modus geeft de totale
rijtijd aan.
De rijtijd wordt vanaf de laatste
rijtijdterugstelling steeds bijgewerkt,
ook wanneer er niet met de auto
wordt gereden.
Stop of start de rijtijd door opSET/
CLR te drukken.
Zet de rijtijd terug door enkele
seconden op SET/CLRte drukken.
Aanwijzing
De gemiddelde snelheid, de rijaf-
stand met de resterende brandstof
en het gemiddeld brandstofverbruik kunnen afwijken van de werkelijke
waarden als gevolg van de rijom-
standigheden, het rijpatroon of de
voertuigsnelheid.
Dagteller
De dagteller geeft de afgelegde
afstand vanaf een bepaalde
reset weer.
Zet terug door enkele seconden op
SET/CLR
te drukken.
Actueel brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
82 Instrumenten en knoppen
258 Parkeerhulp Uit
Waarschuwingszoemers
Er klinkt slechts één geluidssignaal
tegelijk.
Het geluidssignaal voor niet
gedragen veiligheidsgordels geniet
de prioriteit boven alle andere
geluidssignalen.
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
.Wanneer de veiligheidsgordel
niet is omgedaan.
. Wanneer bij het wegrijden een
van de portieren of de achterklep
niet goed gesloten is.
. Wanneer u met aangetrokken
handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
. Wanneer u een geprogram-
meerde snelheid overschrijdt.
. Er verschijnt een waarschu-
wingstekst of waarschuwings-
code op het Driver Information
Center. .
Wanneer de parkeerhulp een
obstakel detecteert.
. Na het inschakelen van de
achteruitversnelling en het
uittrekken van de achterdrager.
. Bij een storing in de automati-
sche vergrendeling.
Bij het parkeren van de auto
en / of het openen van het
bestuurdersportier
.Bij ingeschakelde rijverlichting.
Tijdens een Autostop
.Als het bestuurdersportier
geopend is.
Batterijspanning
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe-
richt of waarschuwingscode 174 in
het bestuurdersinformatiecentrum.
1. Schakel onmiddellijk alle elektrische verbruikers uit die
niet nodig zijn voor een veilige
rit, bijv. de stoelverwarming,
achterruitverwarming of andere
hoofdverbruikers. 2. Laad de accu op door een tijdje
te rijden of door een oplaadap-
paraat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnen
nadat de motor twee keer na elkaar
is gestart zonder een spanningsval.
Als de accu niet kan worden
opgeladen, moet u de oorzaak van
de storing in een werkplaats laten
verhelpen.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
126 Infotainmentsysteem
ondersteund door dit apparaat
" weer op het display (bijv. het
apparaat kan de draaiknop
MENUniet bedienen).
Als u het abnormale apparaat
aansluit, werkt het systeem wellicht
niet goed.
Voordat u de modus Bluetooth--
muziek gebruikt
. De modus Bluetooth-audio kan
alleen worden gebruikt als er
een Bluetooth-audioapparaat is
aangesloten.
. Als er nog geen muziek wordt
afgespeeld vanaf uw mobiel
apparaat nadat u bent overge-
schakeld naar de modus audio
streamen (Bluetooth Audio) van
het mobiele toestel zelf, moet u
proberen het afspelen van de
muziek te starten door nogmaals
op de Afspeeltoets te drukken.
. Controleer of er muziek wordt
afgespeeld vanaf het Bluetooth--
apparaat nadat u naar de modus
audio streamen bent overge-
schakeld. De functie audio streamen wordt mogelijk niet
ondersteund door sommige
mobiele telefoons.
. Als de Bluetooth-telefoon losge-
koppeld wordt terwijl de modus
Bluetooth audio actief is, zal de
muziek ook stoppen.
. Bluetooth audio streamen wordt
mogelijk niet ondersteund door
sommige mobiele telefoons.
. Als het controlelampje van
Bluetooth niet brandt, is er geen
Bluetooth-apparaat aangesloten
of is de kwaliteit van de verbin-
ding slecht.
. Deze eenheid kan tot 5
Bluetooth-apparaten koppelen.
Bluetooth koppelen
Het Bluetooth-apparaat aanmelden
Meld het te koppelen Bluetooth-ap-
paraat aan bij het infotainment-
systeem.
Stel eerst in het menu Bluetooth-in-
stellingen het te koppelen
Bluetooth-apparaat in, zodat andere
apparaten kunnen zoeken naar het
Bluetooth-apparaat. Druk op
TELEFOON om naar de
Telefoonapplicatiemodus te gaan.
Om Koppelen te selecteren drukt u
op -. De informatie "Naam:
apparaatnaam / PIN: 0000 "
verschijnt op het display waarna de
voortgang van de koppeling begint.
. Als er geen telefoonbron is
aangesloten, geeft het status-
veld "Geen apparaat gekoppeld
" weer.
. Om de PIN te veranderen, drukt
u op -en selecteert u Nieuwe
Pin in het Koppelingsmenu.
Draai en druk op MENUom de
PIN te veranderen.
Zoek vanuit het Bluetooth-apparaat
naar deze eenheid en koppel het
apparaat. 1. Zet Bluetooth aan op uw telefoon.
2. Zoek en selecteer apparaat "Apparaatnaam " in het
Bluetooth-menu.
3. Voer dit item in uw telefoon in.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
128 Infotainmentsysteem
Druk meermaals opMEDIAom de
modus Bluetooth-muziek te selec-
teren.
. Het muziekbestand in het
Bluetooth-apparaat zal automa-
tisch één keer worden
afgespeeld en "Bluetooth-mu-
ziek " verschijnt in het display.
. Als er nog geen muziek wordt
afgespeeld vanaf uw mobiel
apparaat nadat u bent overge-
schakeld naar de modus audio
streamen (Bluetooth-muziek)
van het mobiele toestel zelf,
moet u proberen het afspelen
van de muziek te starten door
nogmaals op de Afspeeltoets te
drukken.
Tijdens het afspelen drukt u op
g/
dom naar het vorige of volgende
nummer te gaan.
. Deze functie werkt alleen met
Bluetooth-apparaten die Audio
Video Remote Control Profile
(AVRCP) versie 1.0 of hoger
ondersteunen. Afhankelijk van
de opties van het Bluetooth-ap-
paraat kunnen sommige
apparaten aangeven dat Audio Video Remote Control Profile
(AVRCP) voor de eerste verbin-
ding wordt verbonden.
. Als het Bluetooth-apparaat wordt
losgekoppeld terwijl er
Bluetooth-muziek wordt
afgespeeld, zal de muziek ook
stoppen.
De afspeelfuncties van de
Bluetooth-muziek worden op
dezelfde wijze bediend als bij het
afspelen van USB-bestanden.
Het menu Bluetooth-muziek
gebruiken
Druk tijdens het afspelen op MENU
om naar het menu Bluetooth-audio
te gaan. Draai aan MENUom naar
de gewenste menuoptie te gaan en
druk op de knop MENUom de
betreffende optie te selecteren of
naar het detailmenu van de optie
te gaan.
. Blader naar "Naam apparaat" :
Selecteer een optie in de lijst
van bladernamen. Als de
Bluetooth-profielen niet overeen- komen, wordt "Actie niet door
apparaten ondersteund
"
getoond door het systeem.
Profielondersteuningsversie:
Audio Video Remote Control
Profile (AVRCP) 1.4.
. -Shuffle : Zet de shuffle-functie
aan of uit.
. Bluetooth-apparaten beheren :
Ga naar het menu Telefoonlijst.
Noodoproep
{Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden
gegarandeerd. Vertrouw daarom
niet alleen op een mobiele
telefoon bij gesprekken van
levensbelang (bijv. bij het
inroepen van medische hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de
juiste manier een geldige
simkaart in de mobiele telefoon is
aangebracht.
OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
9/10/15
Klimaatregeling 135
0:Naar de voorruit en de ruiten
van de voorportieren, waarbij een
geringe hoeveelheid lucht naar de
zijdelingse luchtroosters wordt
geleid.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de venti-
latorknop in de gewenste stand te
zetten.
Ontwasemen en ontdooien
. Draai de luchtverdeelknop naar
ONTDOOIEN
0.
. Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
. Zet de aanjagerknop op de
hoogste snelheid voor snelle
ontwaseming.
. Verwarming achterruit R
1
inschakelen.
. Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten
richten. Aanwijzing
Als de instellingen voor ontwa-
semen en ontdooien zijn geselec-
teerd, is er geen Autostop mogelijk.
Als de instellingen voor ontwa-
semen en ontdooien zijn geselec-
teerd terwijl de motor in een
Autostop is, zal de motor automa-
tisch herstarten.
Aanwijzing
Als de modusknop op Ontdooi-
modus
0staat, werkt de airco en
wordt de recirculatiemodus
vastgezet op buitenluchtmodus,
ongeacht de status van het controle-
lampje.
Stop/Start-systeem
0Stop/Start--
systeem 0146
ii.
Airconditioning
De airconditioning heeft
regelingen voor:
Airco : Koeling
W:Luchtrecirculatie
Koeling
Druk op A/Com de koeling in te
schakelen. De activering wordt
aangeduid door de LED in de toets.
Koeling werkt alleen bij een draai-
ende motor en ingeschakelde
aanjager van de klimaatregeling.
Druk nogmaals op A/Com de
koeling uit te schakelen. De aircon-
ditioning koelt en ontvochtigt