Page 25 of 67

Radio25De voorheen geselecteerde zender in
dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Bedieningsorganen - radio met
cd / mp3-speler:
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● m / ON/OFF : in/uitschakelen
● FM: optie frequentiebereik FM /
zender automatisch opslaan (Au‐ tostore)
● AM: optie frequentiebereik AM
● MUTE : volume activeren / deac‐
tiveren (mute/pauze)
● AUDIO : activeringsinstellingen
audiomenu (bass, treble, ba‐
lance, fader, loudness, audiover‐
traging, equalizer)
● MENU : AF schakelen, verkeers‐
informatie, regionale modus,
snelheidsafhankelijk volume, ra‐
dio-uitschakelmodus, systeem
terugzetten
● _ / 6: modus automatisch radio‐
zender zoeken● R / S : modus handmatig radio‐
zender zoeken (frequentie, naam van zender, nummer opgeslagenzender)
● Zendertoetsen 1...6: voorgepro‐
grammeerde zendertoetsen
Radio activeren
Druk op de toets ON/OFF en vervol‐
gens op de toets AM of FM om de au‐
diobron op radio te zetten.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren Druk meerdere malen op de toets
AM of FM om het gewenste frequen‐
tiebereik te selecteren.
De volgende geselecteerde golfberei‐
ken verschijnen op het display:
● AM: toont AM1 of AM2
● FM: toont FM1, FM2 of FMA
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Radio met cd-speler:
Druk even op de de toets _ of 6 om
naar de volgende te ontvangen zen‐
der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
_ of 6 nogmaals wordt ingedrukt.
Radio met cd / mp3-speler:
Druk even op de de toets _ of 6 om
naar de volgende te ontvangen zen‐
der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Houd de toets _ of 6 ingedrukt om
naar de gewenste frequentie te zoe‐
ken. Na het loslaten van de toets zoekt het systeem automatisch naar
de volgende te ontvangen zender en
deze wordt automatisch afgespeeld.
Page 26 of 67

26RadioHandmatig zender zoeken
Radio met cd-speler:
Druk op het Infotainmentsysteem op
de toets _ of 6:
● Meerdere malen kort indrukken :
handmatige zoekfunctie naar vol‐
gende te ontvangen zender star‐
ten
● Ingedrukt houden : snelzoeken in
de gewenste richting starten
● Loslaten : het afstemmen stopt en
op het display van het Infotain‐
mentsysteem verschijnt de fre‐
quentie van de huidige zenderRadio met cd / mp3-speler:
Druk op het Infotainmentsysteem op
de toetsen R of S:
● Meerdere malen kort indrukken :
handmatige zoekfunctie naar vol‐ gende te ontvangen zender star‐
ten
● Ingedrukt houden : snelzoeken in
de gewenste richting starten
● Loslaten : het afstemmen stopt en
op het display van het Infotain‐
mentsysteem verschijnt de fre‐
quentie van de huidige zender
Autostore-lijsten
Autostore-functie
Radio met cd-speler:
Het FM-golfbereik is onderverdeeld in
secties: FM1, FM2 en FMT , het ont‐
vangstbereik FMT is voorbehouden
voor zenders die automatisch met de
functie Autostore worden opgesla‐
gen.
Deze functie wordt gebruikt voor het
instellen en oproepen van radiozen‐
ders die u eerder in het FMT frequen‐
tiebereik hebt opgeslagen.Activeer de functie Autostore door de
toets BAND op het Infotainmentsys‐
teem ingedrukt te houden totdat u het
akoestische bevestigingssignaal
hoort. De radio slaat de 6 zenders met
het krachtigste signaal in aflopende
volgorde van intensiteit op in het
FMT frequentiebereik.
Tijdens het automatisch opslaan ver‐
schijnt FM Astore knipperend op het
display.
Bij het activeren van de functie
Autostore worden de eerder in het
FMT frequentiebereik opgeslagen
zenders geannuleerd.
Let op
Afhankelijk van de signaalsterkte
worden er wellicht minder dan
6 zenders opgeslagen.
Ga als volgt te werk om een speci‐
fieke zender op te slaan: selecteer het golfbereik ( AM, FM1 , FM2 ) en de zen‐
der en druk op de gewenste toets
1...6 op het Infotainmentsysteem, to‐
dat er een geluidssignaal klinkt, ter
bevestiging dat de zender op de be‐
treffende toets is opgeslagen.
Page 27 of 67

Radio27Per golfbereik kunt u maximaal
6 zenders opslaan.
Om een zender op te roepen, selec‐
teert u het bereik en drukt u even op de gewenste zendertoets 1...6.
Radio met cd / mp3-speler:
Het FM-golfbereik is onderverdeeld in
secties: FM1, FM2 en FMA , het ont‐
vangstbereik FMA is voorbehouden
voor zenders die automatisch met de
functie Autostore worden opgesla‐
gen.
Deze functie wordt gebruikt voor het
oproepen van radiozenders die u eer‐ der in het FMA frequentiebereik hebt
opgeslagen.
Activeer de functie Autostore door de
toets FM op het Infotainmentsysteem
ingedrukt te houden totdat u het
akoestische bevestigingssignaal
hoort. Bij deze functie slaat de radio
automatisch de 6 zenders met het
krachtigste signaal in aflopende volg‐ orde op in het FMA frequentiebereik.
Tijdens het automatisch opslaan ver‐
schijnt Autostore knipperend op het
display.Bij het activeren van de functie
Autostore worden de eerder in het
FMA frequentiebereik opgeslagen
zenders geannuleerd.
Handmatige zenderopslag
Ga als volgt te werk om een speci‐
fieke zender op te slaan: selecteer het
golfbereik ( AM of FM ) en de zender
en druk op de gewenste toets 1...6 op
het Infotainmentsysteem, todat er
een geluidssignaal klinkt, ter bevesti‐
ging dat de zender op de betreffende toets is opgeslagen.
Per golfbereik kunt u maximaal
6 zenders specifiek opslaan.
Zender oproepen
Selecteer het frequentiebereik ( AM of
FM ) en druk dan even op de gewen‐
ste zendertoets 1...6 om een opge‐
slagen zender op te roepen.
Radio Data System (RDS)
Voordelen van RDS
RDS is een FM-zender die u de ge‐
wenste zender helpt vinden en sto‐ ringsvrije ontvangst ervan verzekert.Het RDS codeert digitale informatie
die wordt meegezonden bij de FM-ra‐
dioprogramma's, met informatie als
naam van de zender, verkeersinfor‐
matie en radiotekst.
Bij geactiveerd RDS:
● verschijnt de programmanaam van de gekozen zender op het
display in plaats van de frequen‐
tie ervan
● stemt het Infotainmentsysteem tijdens het automatisch zoekennaar een zender uitsluitend af op RDS -zenders
● stelt het infotainmentsysteem met behulp van een alternatieve
frequentie (AF ) altijd automatisch
af op de zendfrequentie met de
beste ontvangst van de gekozen
zender.
RDS-functies
Het RDS bevat de volgende informa‐
tievelden:
● AF: alternatieve frequenties
● TA: verkeersberichten
● TP: verkeersinformatie
Page 28 of 67

28Radio●REG : regionale programma's
● EON : Enhanced Other Network
Ook is het RDS uitgevoerd met een
functie voor ontvangst van
noodalarm . Deze functie wordt auto‐
matisch geactiveerd en kan niet wor‐
den gedeactiveerd.
In- en uitschakelen van RDS
Radio met cd-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
RDS te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF AAN of AF
UIT
Bij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.Radio met cd / mp3-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie RDS te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat AF
schakelen op het display ver‐
schijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF
schakelenAAN of AF
schakelenUIT
Bij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.
Modus Alternatieve frequentie
(AF)
Na het activeren van de functie AF
stemt de radio automatisch af op de zender met het krachtigste signaal
die hetzelfde programma uitzendt.
Onderweg kunt u bij het reizen door
verschillende gebieden dezelfde zen‐
der beluisteren zonder dat u de fre‐
quentie hoeft aan te passen.
Als de functie AF schakelen geacti‐
veerd is en de radio de afgestemde
zender niet kan ontvangen, activeertde radio een automatische zoekfunc‐
tie. Hierbij verschijnt FM zoeken op
het display.
De functie AF schakelen werkt alleen
op het golfbereik FM.
Modus Verkeersberichten (TA)
Bepaalde zenders op het golfbereik
FM kunnen verkeersinformatie mee‐
zenden.
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
TA op het radio met cd-speler audio‐
systeem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie TA AAN of TA
UIT
Bij het activeren van RDS ver‐
schijnt TA op het display.
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
TA op het radio met cd / mp3-speler
audiosysteem te activeren:
Page 29 of 67

Radio291.MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Verkeersinformatie op het display
verschijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie
Verkeersinformatie AAN of
Verkeersinformatie UIT
Bij het activeren van RDS ver‐
schijnt TA op het display.
Na het activeren van de functie TA
kunt u:
● alleen zoeken naar RDS-zenders
op het golfbereik FM die ver‐
keersinformatie meezenden
● verkeersinformatie ontvangen tij‐
dens het gebruik van de cd-/me‐
diaspeler
● verkeersinformatie ontvangen op
een voorgeprogrammeerd mini‐mumvolume, zelfs bij uitgescha‐
keld radiovolume
Na het activeren van de functie TA en
bij de cd-/mediaspeler in de modus
mute/pauze wordt de functiemute/pauze genegeerd en begint het
automatisch afstemmen op een zen‐
der die verkeersberichten meezendt.
Na afloop van de verkeersberichten
werkt de functie mute/oauze weer.
Bij een verkeersbericht kan het vo‐
lume hoger dan normaal zijn. Na af‐
loop van de verkeersberichten is het
volume weer normaal.
Modus Verkeersinformatie (TP)
Met de functie TP kan de gebruiker
zoeken op zenders die alleen regel‐
matig verkeersberichten uitzenden 1)
.
Na het activeren van deze functie ver‐
schijnt TP op het display.
In sommige landen zijn er radiozen‐
ders die zelfs na het activeren van de functie TP geen verkeersinformatie
uitzenden.
Modus Regionaal (REG)
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
REG op het radio met cd-speler au‐
diosysteem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat REG op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie REG AAN of
REG UIT
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
Regionaal op het radio met cd / mp3-
speler audiosysteem te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Regionaal op het display ver‐
schijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie Regionaal AAN
of Regionaal UIT
Als de REG-modus geactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar fre‐
quenties van de momenteel ontvan‐
gen RDS -zender met hetzelfde regio‐
nale programma.1) Alleen radio met cd / mp3-speler .
Page 30 of 67
30RadioAls de REG-modus gedeactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar fre‐
quenties van de momenteel ontvan‐
gen RDS -zender met verschillende
regionale programma's.
Modus Enhanced other network
(EON)
Met de functie EON kan de ontvanger
andere netwerken of zenders auto‐
matisch controleren op verkeersinfor‐
matie en tijdelijk op de betreffende zender afstemmen.
Deze functie werkt alleen na het acti‐ veren van de functie TA.
Ontvangst noodalarm
In de modus RDS wordt de radio in‐
gesteld op het ontvangen van
noodaankondigingen bij uitzonder‐
lijke omstandigheden of voorvallen
die algemeen gevaar (o.a. aardbevin‐ gen, overstromingen) kunnen veroor‐
zaken, als de betreffende zender
deze uitzendt.
Tijdens een noodaankondiging ver‐
schijnt de melding Alarm op het dis‐
play. Bij een noodaankondiging kanhet volume hoger dan normaal zijn.
Na afloop van de noodaankondiging
is het volume weer normaal.
Deze functie wordt automatisch ge‐
activeerd en kan niet worden gedeac‐
tiveerd.
Page 31 of 67

Cd-speler31Cd-spelerAlgemene informatie....................31
Gebruik ........................................ 32Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's afspelen.
Alleen radio met cd / mp3-speler : De
cd-speler kan ook mp3-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over audio- en mp3/cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single-cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
● Cd-rom ( radio met cd-speler ).
● Cd-rom, cd-r en cd-rw ( radio met
cd / mp3-speler ).
Het systeem is geschikt voor de vol‐
gende samplingfrequenties voor mp3
cd's (alleen radio met cd / mp3-
speler ):
● 44,1 kHz, stereo (96 - 320 kbps)
● 22,05 kHz, mono of stereo (32 - 80 kbps)
● Variabele bitsnelheden ( VBR)
Gebruikte cd-r's en cd-rw's moeten
conform specificatie ISO9660 ge‐
brand zijn.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Bij Mixed-Mode-cd’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. mp3) worden alleen de mp3-
audiotracks herkend en afge‐
speeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's; zie hieronder.
Page 32 of 67

32Cd-speler● Zorg dat er bij het wisselen vancd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de audiospeler
binnen in het apparaat vies ma‐
ken en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
De volgende beperkingen gelden
voor mp3 cd's (alleen radio met cd /
mp3-speler ):
● Alleen mp3-bestanden kunnen worden gelezen. Andere gecom‐primeerde audiobestandsindelin‐
gen kunnen niet worden afge‐
speeld.
● Als de mp3-bestanden op een cd-r of cd-rw in submappen zijn
gestructureerd, is de structuur
gecomprimeerd tot een enkel‐
laagsstructuur waarin submap‐
pen op het niveau van de hoofd‐
mappen staan.Gebruik
Cd afspelen starten Radio met cd-speler:
Schakel het infotainmentsysteem in
en duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze
erin getrokken is: het afspelen van de cd start automatisch.
Als er al een cd in de module zit, drukt
u op de toets SRC: cd-weergave
wordt gestart en de cd-track gaat ver‐ der op hetzelfde punt waar deze was
gestopt.
Als u op de toets SRC drukt zonder
dat er een cd aanwezig is, verschijnt
Geen cd op het display. Als dit bericht
verschijnt, wordt de geluidsonder‐
drukkingsfunctie automatisch geacti‐ veerd. Het geluidssysteem gaat dan
automatisch weer verder naar de ra‐
diomodus.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets _ of 6 één of meerdere
malen kort in.Snel vooruit of achteruit
Houd de toets _ of 6 ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van de huidige audiotrack.
Pauze
Onderbreek de cd-weergave door kort op de draaiknop ON/OFF te druk‐
ken. Op het display verschijnt Pauze.
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet
wijzigen.
Druk op de ON/OFF draaiknop om te
deactiveren.
U kunt de pauzefunctie ook deactive‐ ren door de audiobron te wijzigen.
CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt
de volgende informatie op het dis‐
play:
● T1 (track 01): toont het nummer
van de track op de cd
● 0:42 : toont de tijd die is verstre‐
ken sinds het starten van de track