Page 9 of 36

8
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
i-stop OFF schakelaar
Door de schakelaar in te drukken totdat een
zoemer klinkt, wordt de i-stop functie
uitgeschakeld en gaat het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep branden. Door de
schakelaar nogmaals in te drukken totdat de
zoemer klinkt, wordt de i-stop functie
ingeschakeld en gaat het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) uit.
i-stop waarschuwingszoemer
Als het stationair draaien van de motor is gestopt en het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt er een waarschuwingstoon om de bestuurder te attenderen dat het
stationair draaien is gestopt. Dit stopt wanneer het bestuurdersportier wordt
gesloten.
i-stop indicatielampje (groen)/waarschuwingslampje (oranje)
i-stop indicatielampje (groen)
• Wanneer de motor gestopt is.
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het
stoppen van de motor is voldaan.
• Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON
wordt gezet en gaat uit wanneer de motor gestart wordt. i-stop waarschuwingslampje (oranje)
• Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF
schakelaar wordt ingedrukt en het systeem wordt
uitgeschakeld. • (Behalve Europees model)
Page 10 of 36
9
Tijdens het rijden
Active Driving Display
Active Driving Display
Stel de helderheid en positie van de display altijd af bij stilstaand voertuig:
Afstellen van de helderheid en positie van de display tijdens het rijden is gevaarlijk,
aangezien dit uw aandacht van de weg kan afleiden en een ongeluk kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Instrumentengroep en display”.
Page 11 of 36

Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Instrumentengroep en display”.
Waarschuwingsindicatie/Waarschuwingslampjes
Signaal Waarschuwing
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10Laadsysteemwaarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje Remwaarschuwingslampje
Motoroliewaarschuwingslampje
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur
Indicatie/indicatielampje voor
defecte stuurbekrachtiging
Hoofdwaarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje elektrische handrem
Motorwaarschuwingslampje
11
12
13
14Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor
automatische transmissie
KEY waarschuwingsindicatie 4WD waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
15
KEY waarschuwingslampje Waarschuwingslampje voor systeem
van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels
20
Waarschuwingsindicatie van Mazda
Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
LED koplampwaarschuwingslampje
120 km/h waarschuwingslampje
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor laag
sproeiervloeistofniveau
Open-achterklep
waarschuwingsindicatie
Open-portier waarschuwingslampje Open-kofferdeksel
waarschuwingsindicatie Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje van
anti-blokkeer remsysteem (ABS)
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
19
Waarschuwingsindicatie van
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
Waarschuwingsindicatie
vermoeidheid bestuurder (DAA)
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje van Smart
Brake Support remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
21
16
17
1822
23
24
25
10
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Achterzitting)
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje van
bandenspanningcontrolesysteem
Koplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje
i-stop waarschuwingslampje i-ELOOP waarschuwingsindicatie
Dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatie
Adaptieve LED koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje
Open-portier
waarschuwingsindicatie
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil
Page 12 of 36

Tijdens het rijden
30
Indicatie/Indicatielampjes
Signaal Indicatielampjes
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10Beveiligingssysteemindicatielampje Veiligheidsgordelindicatielampje
(Achterzitting)
KEY indicatie/indicatielampje
Rijsnelheidsalarmindicatie
Moersleutelindicatie/indicatielampje
Dieseldeeltjesfilterindicatie/
indicatielampje
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur Voorgloei-indicatielampje
Schakelstandindicatie
11
12
13
14
Verlichting-aan indicatie/indicatielampje
Grootlichtindicatielampje
Richtingaanwijzers/
Waarschuwingsknipperlichten
indicatielampjes
15Indicatielampje voor mistvoorlicht20
Adaptieve LED koplampen (ALH)
indicatielampje
Dodehoekmonitor (BSM) OFF
indicatielampje
Hoofdindicatie van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
Indicatielampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF
Indicatie van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
Indicatie vermoeidheid bestuurder
(DAA)
Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS) OFF indicatielampje
Instelindicatie van
kruissnelheidsregelaar Hoofdindicatie van
kruissnelheidsregelaar i-ELOOP indicatie Indicatielampje van
stadsverkeer-remassistent (SCBS)
Indicatie van Smart Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
Signaal Indicatielampjes
Indicatielampje van de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
19
29Instelindicatie van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
21
17
1822
23
24
25
26
27
28
Indicatielampje voor mistachterlicht
Indicatie/indicatielampje elektrische
handrem
Rempedaalbediening vereist
indicatielampjeKoplampregelsysteem (HBC)
indicatielampje
TCS/DSC indicatielampje
DSC OFF indicatielampjeKeuzemodusindicatie
16
31
32
33
34
11Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Instrumentengroep en display”.
Page 13 of 36

Tijdens het rijden
12
Ontgrendeltoets
Bedieningsorganen van de automatische transmissie
Diverse blokkeringen:
Geeft aan dat u om over te kunnen
schakelen het rempedaal moet intrappen
en de ontgrendeltoets ingedrukt moet
houden (het contact dient op ON te
staan).
Geeft aan dat de keuzehendel vrij naar
elke stand verplaatst kan worden.
Geeft aan dat u om over te kunnen
schakelen de ontgrendeltoets
ingedrukt moet houden.
Drive-keuzeschakelaar
Drive-selectie
Drive-selectie is een systeem dat de drive-stand van de auto overschakelt. Wanneer
de sportstand is geselecteerd, geeft de auto bij de bediening van het gaspedaal een
krachtigere respons. Dit zorgt voor een extra snelle acceleratie, wat nodig kan zijn
voor het veilig uitvoeren van manoeuvres zoals het wisselen van rijbaan, het
oprijden van snelwegen of het inhalen van andere voertuigen.
Trek voor het annuleren van de sportstand de
drive-keuzeschakelaar naar achteren (“ ”). Druk voor het selecteren van de sportstand de
drive-keuzeschakelaar naar voren (“ ”).
Keuzemodusindicatie
Wanneer de sportstand wordt geselecteerd,
gaat de keuzemodusindicatie in de
instrumentengroep branden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Automatische transmissie” of “Drive-selectie”.
Page 14 of 36
13
Tijdens het rijden
Hogere
gevoeligheid
Minder
gevoeligheid
Schakelaar
Middenpositie
Gebruik van de koplampen
Zonder automatische verlichtingsregeling Met automatische verlichtingsregeling
Gebruik van de voorruitenwissers
Met intervalruitenwisser Met automatische ruitenwisserregeling
Werking bij omhoogtrekken van de hendel
Intervalwerking (Met intervalruitenwisser)
Lage snelheid
SchakelaarstandBediening van de ruitenwissers
Hoge snelheid
Wanneer de
ruitenwisserhendel in
de stand staat,
tast de regensensor
de hoeveelheid
regenval op de
voorruit af en
schakelt deze de
ruitenwissers
automatisch in of uit.
Automatische regeling (Met automatische
ruitenwisserregeling)
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Schakelaars en regelaars”.
Page 15 of 36

Tijdens het rijden
14
i-ACTIVSENSE
i-ACTIVSENSE is een collectieve benaming voor een reeks geavanceerde
beveiligings- en rijondersteuningsystemen welke gebruik maken van een
vooruitrijcamera (FSC) en radarsensoren.
Deze systemen bestaan uit actieve beveiligings- en anti-botsinghulpsystemen.
Hulpsystemen ter ondersteuning van de bestuurdersalertheid
• Aanpasbaar voorverlichtingssysteem (AFS)
• Koplampregelsysteem (HBC) • Adaptieve LED koplampen (ALH)
• Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
• Dodehoekmonitor (BSM)
• Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)
• Vermoeidheidswaarschuwing (DAA)
Deze systemen zijn bestemd om de bestuurder te ontlasten en te helpen veiliger te
rijden en botsingen te vermijden of de ernst daarvan te verminderen. Echter
aangezien elk van deze systemen hun beperkingen hebben, altijd voorzichtig rijden
en niet blindelings op deze systemen vertrouwen.
Actieve rijondersteuningstechnologie
De actieve rijondersteuningstechnologie ondersteunt de bestuurder bij het veiliger rijden
doordat deze helpt potentiële gevaren te onderkennen en ongelukken te voorkomen.
Zichtbaarheid in het donker
Detectie aan linker/rechterzijde en achterzijde
Afstandherkenning tussen voertuigen
Detectie bestuurdersvermoeidheid
• Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)
Obstakeldetectie aan de achterzijde bij het wegrijden uit een parkeerplaats
• Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
• Rijstrookassistent (LAS) en rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Afstand tussen voertuigen
Rijstrookafwijking
• Afstelbare snelheidsbegrenzer
Snelheidsregeling
Vermindering van de ernst van een botsing bij lage snelheden
• Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)
Anti-botsingtechnologieDe anti-botsingtechnologie is ontworpen om de bestuurder te helpen botsingen te voorkomen
of de ernst daarvan te verminderen in situaties waar deze niet voorkomen kunnen worden.
Vooruit rijden
• Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
• Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)Achteruit rijden
Vermindering van de ernst van een botsing bij gemiddelde/hoge snelheden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ACTIVSENSE”.
• Verkeersbordherkenningsysteem (TSR)
Verkeersbordherkenning
• Geavanceerde stadsverkeer-remassistent (Advanced SCBS)
Page 16 of 36

15
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ACTIVSENSE”.
Adaptieve LED koplampen (ALH)
Het grootlicht en dimlicht van de adaptieve LED koplampen wordt voor een
optimaal zicht van de bestuurder als volgt optimaal geregeld zonder voorliggende
voertuigen of voertuigen die uit tegenovergestelde richting naderen te verblinden.
Deze functie dimt enkel de bundel grootlicht die op een voorliggend voertuig
schijnt.
Niet-verblindend grootlicht
Bij het rijden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of hoger wordt het grootlicht
gedimd. Wanneer de rijsnelheid minder is dan ongeveer 30 km/h, worden de
koplampen op dimlicht overgeschakeld.
OPMERKING
Wanneer het grootlicht is ingeschakeld gaat het grootlichtindicatielampje branden.
Deze functie vergroot het verlichtingsbereik van de lichtbundel van het dimlicht
bij het rijden met een snelheid van ongeveer 40 km/h of lager.
Groothoekdimlicht
Deze functie verplaatst de verlichtingshoek van de lichtbundel van de koplampen
omhoog bij het rijden op snelwegen.
Snelwegstand