
39
Veiligheidssysteem van uw auto
Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N(bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te
roepen. Het systeem geeft één piepje
en de bestuurdersstoel wordt automa
-tisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de
schakelaar voor het verstellen van de
bestuurdersstoel wordt bediend, wordt
het instellen vanuit het geheugen
afgebroken en wordt de stoel in de
richting waarin de schakelaar wordt
bediend, bewogen.
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurders-stoel als volgt automatisch:
Zonder Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de contactsleutel uit het
contactslot wordt verwijderd en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het
contactslot gestoken wordt.
Met Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de toets ENGINE
START/STOP UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE
START/STOP in stand ACC of
START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of
deactiveren. Zie "Gebruikersinstell" in dithoofdstuk 4.WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk als u
posities instelt vanuit het geheugen
als u in de auto zit. Duw de
schakelaar voor het verstellen van
de stoel onmiddellijk in de
gewenste richting als de stoel te
ver in een bepaalde richting
beweegt.

Kenmerken van uw auto
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5• Noteer het sleutelnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6
Portiervergrendeling met afstandsbediening. . . . . 4-8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-10
Smart Key . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
Smart Key . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
een noodsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-16
Antidiefstalsysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17 . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
. . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Portiersloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
-ontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
Achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25 . . . . . . . . . . . . . . 4-25
. . . . . . . . . . . . . . . 4-27
. . . . . . . . . . 4-33
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-37
Ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-38 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-39
Motorkap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-43 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-44
Tankdopklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-45 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-45
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-45
. . . . . . . . . . . . . . . . 4-47
Panoramadak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-48 . . . . . . . . 4-49
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-49
. . . . . . . . . . . 4-50
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-51
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-53
4

45
Kenmerken van uw auto
Noteer het sleutelnummerHet sleutelnummer is
ingeslagen of gedrukt inhet plaatje met desleutelcode aan uw set
sleutels.
Als u uw sleutels verloren bent,
adviseren we u contact op te nemen met
een officiële HYUNDAI-dealer. Verwijder
het plaatje met de sleutelcode en bewaar
dit op een veilige plaats. Noteer
daarnaast het nummer en bewaar dit op
een veilige plaats buiten de auto. Sleutelfuncties
Wordt gebruikt om de motor te starten.
Wordt gebruikt om de portieren te
vergrendelen en ontgrendelen.
Wordt gebruikt om het dashboardkastje te vergrendelen en
ontgrendelen.
SLEUTELS
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend een originele
HYUNDAI-contactsleutel in uw
auto. Als er een imitatiesleutel
wordt gebruikt, kan het gebeurendat het contactslot na het aanslaan
van de motor niet van stand START
naar stand ON terugkeert. Hierdoor
blijft de startmotor continu draaien
en kan er schade ontstaan aan de
startmotor. Tevens kan er brand
ontstaan als gevolg van over
-verhitting in de bedrading.
WAARSCHUWING - Contactsleutel (Smart Key)
Kinderen alleen in de auto
achterlaten met de contactsleutel
(Smart Key) in de auto is gevaarlijk,
zelfs wanneer de sleutel niet in hetcontact steekt of wanneer de
startknop niet in stand ACC of ONstaat.
Kinderen doen graag volwassenen na en zouden de sleutel in hetcontact kunnen steken of op de
startknop kunnen drukken.
Met de contactsleutel (Smart Key)
is het mogelijk voor kinderen om de
elektrisch bedienbare ruiten teopenen of andere
bedieningsorganen in werking te
stellen. Het is zelfs mogelijk dat ze
de auto in beweging weten te
zetten. Dit kan ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg hebben.
Laat kinderen nooit zonder toezicht
achter met de sleutels in de autoterwijl de motor draait.

Kenmerken van uw auto
6
4
Startblokkeersysteem
Uw auto kan uitgerust zijn met een
elektronisch startblokkeersysteem om de
kans op ongeoorloofd gebruik te
verminderen.
Het startblokkeersysteem bestaat uit een
kleine transponder in de sleutel en
elektronische systemen in de auto.Auto's zonder Smart Key-systeem
Wanneer u uw contactsleutel in het contactslot steekt en het contact in stand
ON zet, controleert het startblokkeer-
systeem of de sleutel geldig is.
Als de sleutel geldig is, kan de motor
worden gestart.
Als de sleutel niet geldig is, kan de motor
niet worden gestart.
Uitschakelen van het
startblokkeersysteem
Steek de sleutel in het contact en zet het contact in stand ON.
Activeren van het startblokkeersysteem
Zet het contact in de stand OFF.
Het startblokkeersysteem wordt
automatisch geactiveerd. Zonder geldige
sleutel kan de motor niet worden gestart.
Auto's met Smart Key-systeem
Wanneer u de startknop in stand ON zet,
controleert het startblokkeersysteem ofde sleutel geldig is of niet.
Als de sleutel geldig is, kan de motor
worden gestart.
Als de sleutel niet geldig is, kan de motor
niet worden gestart.
Uitschakelen van het
startblokkeersysteem
Zet de startknop in de stand ON.
Activeren van het startblokkeersysteem
Zet de startknop in de stand OFF. Het
startblokkeersysteem wordt automatisch
geactiveerd. Zonder geldige smart key
kan de motor niet worden gestart.

411
Kenmerken van uw auto
Vervangen van batterij
De batterij van een Smart Key zou een aantal jaren mee moeten gaan, maar
vervang als uw Smart Key niet correct
werkt eerst de batterij door een nieuwe.OPMERKING
Houd de afstandsbediening uit debuurt van water en andere
vloeistoffen en van vuur. Als hetbinnenste van de afstands
-bediening vochtig wordt (doorvloeistof of damp) of te heet wordt,kan er een defect ontstaan in het
interne circuit. Dit wordt niet gedektdoor de garantie op de auto.
OPMERKING
Door het aanbrengen van wijzingenen aanpassingen waarvoor geen
toestemming is verleend, kunnende rechten van de gebruiker komente vervallen. Als de portier
-vergrendeling met afstands-bediening door wijzigingen ofaanpassingen waarvoor geentoestemming is verleend niet meer
bediend kan worden, valt dit nietonder de fabrieksgarantie.
OPMERKING
Houd de afstandsbediening uit de buurt van elektromagnetische
materialen die deelektromagnetische golven naar desleutel tegenhouden.
■ Type B OLM042302
■
Type A
OHG040009

Kenmerken van uw auto
12
4
Bij vragen over het gebruik van de
afstandsbediening of over het vervangen
van de batterij, adviseren we u contact
op te nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
1. Plaats een smal stukje gereedschap in
de opening en wip het dekseltje los.
2. Vervang de batterij door een nieuw exemplaar (CR2032). Let bij het
plaatsen van de nieuwe batterij op de
polariteit.
3. Plaats het deksel aan de achterzijde.
Voor vervangende afstandsbedieningen
adviseren we u contact op te nemen met
een officiële HYUNDAI-dealer.OPMERKING
De afstandsbediening of Smart Key is ontworpen voor jarenlang
probleemloos gebruik. Doorvocht of statische elektriciteit kande afstandsbediening echter defect raken. Bij vragen over het
gebruik van deafstandsbediening of over hetvervangen van de batterij,
adviseren we u contact op tenemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
Door het gebruik van een verkeerde batterij kan de
afstandsbediening of Smart Key niet goed werken. Gebruik altijdde juiste batterij.
Laat de afstandsbediening of Smart Key om beschadiging te
voorkomen niet vallen en stelhem niet bloot aan vocht, hitte of zonlicht.
OPMERKING
Een onjuist afgevoerde batterij kan schadelijk zijn voor het milieu en
voor uw gezondheid.
Zorg ervoor dat de batterij volgensde wettelijke voorschriften wordtafgevoerd.

413
Kenmerken van uw auto
Werking van de Smart Key
1. Portieren vergrendelen
2. Portieren ontgrendelen
3. Achterklep openenMet de Smart Key kunt u de portieren en
achterklep ver- en ontgrendelen en zelfs
de motor starten zonder dat u de sleutel
ergens in hoeft te steken. De toetsen op
de Smart Key werken hetzelfde als die
van de afstandsbediening. Raadpleeg
"Portiervergrendeling met afstands
-bediening" in dit hoofdstuk.
Wanneer u de Smart Key bij u hebt, kunt
u de portieren (en de achterklep)
vergrendelen en ontgrendelen. U kunt
ook de motor starten. Meer informatie
hierover vindt u in de volgende
paragraaf.
SMART KEY (STATIONWAGON) (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM042006
ODMECO2030

Kenmerken van uw auto
14
4
Vergrendelen
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u
heeft.
2. Sluit alle portieren.
3. Druk op de toets van de portiergreep aan de buitenzijde.
4. De alarmknipperlichten zullen één keer knipperen. (De motorkap en
achterklep dienen gesloten te zijn.)
Daarnaast zullen de buitenspiegels
automatisch worden ingeklapt als de
schakelaar voor de inklapbare
buitenspiegels in stand AUTO staat
(indien aanwezig).
5. Controleer of de portieren gesloten zijn door aan de portiergreep aan de
buitenzijde trekken.✽✽ AANWIJZING
De toets werkt alleen als de Smart Key zich binnen een afstand van 0,7 m van
de portiergrepen aan de buitenzijde
bevindt.
Als u op de toets in de portiergreep
aan de buitenzijde drukt, zullen in de
onderstaande gevallen de portieren
niet worden vergrendeld en zal de
waarschuwingszoemer 3 seconden
klinken:
- De Smart Key bevindt zich in deauto.
- De startknop staat in de stand ACC
of ON.
- Een portier of de achterklep
geopend wordt.Ontgrendelen
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u heeft.
2. Druk op de toets van de portiergreep aan de buitenzijde van het voorportier.
3. Alle portieren zullen ontgrendelen en de alarmknipperlichten zullen twee
keer knipperen. Daarnaast zullen de
buitenspiegels automatisch worden
uitgeklapt als de schakelaar voor de
inklapbare buitenspiegels in stand
AUTO staat (indien aanwezig).
✽✽ AANWIJZING
De toets werkt alleen als de Smart Key zich binnen een afstand van 0,7 m van
de portiergrepen aan de buitenzijde
bevindt.
Als de Smart Key zich binnen 0,7 m
van de portiergrepen aan de
buitenzijde bevindt, kunnen ook
andere personen de portieren openen.
Na het ontgrendelen van alle portieren worden ze automatisch
vergrendeld als niet een van de
portieren geopend wordt.