Kenmerken van uw auto
108
4
Waarschuwingslampje
uitlaatsysteem (DPF)(dieselmotor)
Dit waarschuwingslampje gaat branden:
In het geval van een storing in het roetfiltersysteem (DPF).
Als dit waarschuwingslampje gaat branden, dooft het mogelijk nadat u met de auto hebt gereden:
- met een snelheid van ten minste 60km/h of
- in een hogere dan de 2e versnelling met een motortoerental tussen 1500 en 2500 omw/min, gedurende een
bepaalde tijd (ongeveer 25 minuten).
Als het waarschuwingslampje knippert
na het uitvoeren van de procedure (op
dat moment wordt op het display een
waarschuwingsmelding weergegeven),
raden we u aan het roetfiltersysteem telaten controleren door een officiële
HYUNDAIi-dealer.
✽✽ AANWIJZING
Als u langdurig blijft doorrijden met
een knipperend DPF-
waarschuwingslampje, kan het
roetfiltersysteem beschadigd raken en
het brandstofverbruik toenemen.
Waarschuwingslampje 4WD-systeem (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
In het geval van een storing in het 4WD-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
OPMERKING - Waarschuwingslampje brandstoffilter
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt, kan het
motorvermogen (rijsnelheid enstationair toerental) afnemen.
Als u blijft rijden met een brandend waarschuwingslampje,
kunnen bepaalde motoronderdelen (inspuitventiel,common rail, hogedruk- brandstofpomp) beschadigd
raken. In dat geval adviseren we ude auto zo snel mogelijk te latencontroleren door een officiëleHYUNDAI-dealer.
Kenmerken van uw auto
176
4
Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
Open de ruiten een tijdje wanneer de
auto tijdens warm weer in de volle zon
geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtig weer te verminderen, kunt
u de vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen door de airconditioning
in te schakelen.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden. Na gebruik van de airconditioning kan
onder de rechterzijde van de auto een
plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Als de stand RECIRCULATIE wordt gebruikt wanneer het airconditionings-
systeem ingeschakeld is, wordt wel
een maximaal koeleffect bereikt, maar
kan het gebruik van deze stand
gedurende een langere tijd ertoe
leiden dat de lucht in het interieur muf
wordt.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem. Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
erdamper
Kachelradiateur
4177
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Als er onder ongunstige omstandig
-heden gereden wordt, bijvoorbeeld in
een stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter vaker
worden gecontroleerd en indien nodig
worden vervangen.
We adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de
luchtopbrengst plotseling afneemt.
Sticker koudemiddel
airconditioning ❈ De werkelijke koudemiddelsticker kan
afwijken van de afbeelding. De symbolen en specificaties op de
koudemiddelsticker hebben de volgende
betekenis:
1. Type koudemiddel
2. Hoeveelheid koudemiddel
3. Type compressorolie
Welk koudemiddel er in uw auto wordt
gebruikt kunt u zien op een sticker in de
motorruimte.
Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie
over de locatie van het
koudemiddellabel.
ODMECL2006
ODMECL2007
■
Voorbeeld
Type B
Type A
4191
Kenmerken van uw auto
Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
Open de ruiten een tijdje wanneer deauto tijdens warm weer in de volle zon
geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtig weer te verminderen, kunt
u de vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen door de airconditioning
in te schakelen.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden. Na gebruik van de airconditioning kan
onder de rechterzijde van de auto een
plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Als de stand RECIRCULATIE wordt gebruikt wanneer het airconditionings-
systeem ingeschakeld is, wordt wel
een maximaal koeleffect bereikt, maar
kan het gebruik van deze stand
gedurende een langere tijd ertoe
leiden dat de lucht in het interieur muf
wordt.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem. Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
erdamper
Kachelradiateur
Kenmerken van uw auto
192
4
✽✽
AANWIJZING
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Als er onder ongunstige omstandig
-heden gereden wordt, bijvoorbeeld in
een stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter vaker
worden gecontroleerd en indien nodig
worden vervangen.
We adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de
luchtopbrengst plotseling afneemt.
Sticker koudemiddel
airconditioning ❈ De werkelijke koudemiddelsticker kan
afwijken van de afbeelding. De symbolen en specificaties op de
koudemiddelsticker hebben de volgende
betekenis:
1. Type koudemiddel
2. Hoeveelheid koudemiddel
3. Type compressorolie
Welk koudemiddel er in uw auto wordt
gebruikt kunt u zien op een sticker in de
motorruimte.
Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie
over de locatie van het
koudemiddellabel.
ODMECL2006
ODMECL2007
■
Voorbeeld
Type B
Type A
Index
2
I
Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ·················8-7
Aanduwen of aanslepen ···················································6-7
Aansteker ·····································································4-202
Aanvullend veiligheidssysteem ·····································3-51
Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid ····································3-75
Airbags bestuurder en voorpassagier ························3-60
Curtain airbag ····························································3-66
Monteren van accessoires of modificaties aan uw met een airbag uitgeruste auto ································3-76
Onderdelen en functies aanvullend veiligheidssysteem ··················································3-57
Onderhoud aanvullend veiligheidssysteem ···············3-73Installeer geen kinderzitje op de voorpassagiersstoel ·················································3-54
Waarschuwings- en controlelampje airbag ···············3-55
Waarschuwingslabel airbags ·····································3-76
Zijairbag ····································································3-65
AC Inverter ··································································4-206
Accu ···············································································7-32
Achterklep······································································4-25
Achterruitverwarming ··················································4-166
Achteruitrijcamera ·······················································4-129
Actief ECO-systeem ····················································5-103
Actieve motorkap ···························································3-77
Adaptive Front Lighting System (AFLS) ····················4-155
Afmetingen ······································································8-2 Afneembare trekhaak ·····················································6-37
Afstellen van de achterbank ··········································3-16
Afstellen van voorstoel - elektrisch ·································3-6
Afstellen van voorstoel - handmatig································3-4
Airbags bestuurder en voorpassagier·····························3-60Airconditioning 3
e
zitrij ···································4-173, 4-188
Alarmknipperlichten ····················································4-145
Als de motor niet gestart kan worden······························6-4
Als de motor niet of langzaam ronddraait ··················6-4
Als de motor normaal ronddraait maar niet aanslaat ··6-4
Als de motor oververhit raakt ··········································6-8
Antenne ········································································4-215
Antiblokkeersysteem (ABS) ··········································5-54
Antidiefstalsysteem························································4-17Armsteun (2 e
zitrij) ························································3-24
Asbak ···········································································4-202
Audiosysteem·······························································4-215
Antenne ···································································4-215
Toetsen afstandsbediening audiosysteem················4-216
Automatisch uitschakelen interieurverlichting ············4-161
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ········4-179
Airconditioning 3 e
zitrij ··········································4-188
Automatische verwarming en airconditioning ········4-181
Handmatig bediende verwarming en airconditioning ······················································4-182
Interieurfilter ···························································4-191
Sticker koudemiddel airconditioning ······················4-192
Automatische transmissie ··············································5-21
Autonomous emergency braking (AEB) ·······················5-66
Aux-, USB- en iPod ®
-aansluiting································4-208
A
I3
Index
Bagagenethouder ·························································4-210
Bagageruimteverlichting ··············································4-163
Banden en wielen ···················································7-36, 8-4
Aanbevolen bandenspanning (koude banden) ··········7-36
Band met een kleine hoogte-/breedteverhouding······7-47
Banden vervangen ·····················································7-41
Controleren bandenspanning·····································7-38
Grip············································································7-43
Label op de wang van de band··································7-43
Onderhoud van banden ·············································7-43
Velgen vervangen ······················································7-43
Onderhoud van de banden·········································7-43
Uitlijnen en balanceren van de wielen ······················7-40
Wielen verwisselen····················································7-39
Bandenspanningslabel ···················································8-11
Bediening instrumentenpaneel·······································4-68
Bediening LCD-display ·················································4-69
Bediening verlichting···················································4-147
Bekerhouder ·································································4-203
Belastingsindex en snelheidsindex banden······················8-5
Bevestigingspunt(en) vloermat ····································4-209
Binnenspiegel·································································4-58
Blind spot detection-systeem (BSD) ·····························5-85
Brandstofbesparing ······················································5-104
Brandstoffilter (diesel) ···················································7-24
Buitenspiegel ·································································4-62 Claxon ············································································4-57
Conformiteitsverklaring ·················································8-12
Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) ·············6-9
Cruise control-systeem ··················································5-76
Curtain airbag ································································3-66
Dashboard, oversicht ·······················································2-6
Dashboardkastje ···························································4-198
Door de eigenaar uit te voeren
onderhoudswerkzaamheden···········································7-8
Downhill Brake Control (DBC) ····································5-62
Elektrisch bedienbare ruiten ··········································4-39
Elektrische parkeerrem (EPB) ·······································5-44
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ························5-56
Emissieregelsysteem ······················································7-89
Energiebesparingsfunctie ·············································4-146
Exterieur·······································································4-213
BC
D
E
Index
4
I
Flessenhouder ······························································4-204
Flex-stuurwiel ································································5-36
Follow me home-functie ··············································4-146
Gebruik van dit instructieboekje······································1-2 Geheugen bestuurdersstoel
(elektrisch verstelbare stoel) ··········································3-8
Gordelspanner veiligheidsgordel ···································3-32
Handgeschakelde transmissie ········································5-17
Handmatig bediend verwarmingsen ventilatiesysteem ·······················································4-167
Airconditioning 3 e
zitrij ··········································4-174
Interieurfilte ·····························································4-176
Sticker koudemiddel airconditioning ······················4-177
Verwarming en airconditioning ·······························4-168
Hill-start Assist Control (HAC) ·····································5-61
Hoeveelheid koudemiddel en compressorolie controleren······················································4-178, 4-193
Hoofdsteun (achterstoelen) ············································3-22 Inhoud bagageruimte ·······················································8-6
Inrijprocedure···································································1-7
Instapverlichting ··························································4-164
Instructies voor het rijden met de auto ····························1-7
Instrumentenpaneel ························································4-66
Bediening instrumentenpaneel ··································4-68
Bediening LCD-display ············································4-69
Meters ········································································4-69
Schakelstandindicator················································4-74
Intelligente bochtverlichting ········································4-147
Interieur, overzicht (I) ······················································2-4
Interieur, overzicht (II)·····················································2-5
Interieurfilter ···········································4-176, 4-191, 7-27
Interieurverlichting ······················································4-161
Automatisch uitschakelen interieurverlichting ·······4-161
Bagageruimteverlichting ·········································4-163
Instapverlichting ······················································4-164
Interieurverlichting ··················································4-162
Leeslampje ······························································4-161
Make-upspiegelverlichting ······································4-163
Verlichting dashboardkastje ····································4-164
ISG-systeem (Idle Stop & Go) ······································5-97
Jashaak ·········································································4-208
G
H
I
J
F