Uw auto in één oogopslag
6
2
DASHBOARD, OVERSICHT
ODM016004
1. Bedieningshendel verlichting ..........4-146
2. Toetsen afstandsbediening
audiosysteem ..................................4-216
3. Toetsen Bluetooth handsfree- systeem ..........................................4-257
4. Toets Cruise Control ........................5-76
5. Toetsen bediening LCD-display ........4-69
6. Claxon ..............................................4-57
7. Bestuurdersairbag ............................3-60
8. Bedieningshendel ruitenwissers en - sproeier ..........................................4-156
9. Contactslot of toets Engine start/stop ..................................5-6, 5-10
10. Audiosysteem ..............................4-215
11. Alarmknipperlichten ......................4-145
12. Verwarmings- en ventilatiesysteem ............................................4-167, 4-179
13. Voorpassagiersairbag ....................3-60
14. Dashboardkastje ..........................4-198
❈ De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
4225
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING - de iPod®
gebruiken
Sommige iPod ®
-modellen
ondersteunen mogelijk het
communicatieprotocol niet en
bestanden worden mogelijk niet goed
afgespeeld.
Ondersteunde iPod ®
-modellen:
- iPod ®
Mini
- iPod ®
4e
(Photo) t/m 6 e
(Classic)
generatie
- iPod ®
Nano 1 e
t/m 4 e
generatie
- iPod ®
Touch 1 e
en 2 e
generatie
De volgorde bij het zoeken of afspelen
van muziekstukken op de iPod ®
kan
verschillen van de volgorde op het
audiosysteem.
Als de iPod ®
vanwege een interne
storing wordt uitgeschakeld, moet de
iPod ®
worden gereset. (Raadpleeg
voor het resetten de handleiding van
de iPod ®
)
Bij een bijna lege batterij werkt de iPod ®
mogelijk niet goed.
(Vervolg)(Vervolg)
Sommige iPod
®
-apparaten, zoals de
iPhone, kunnen via de Bluetooth®
Wireless Technology worden
verbonden. Het apparaat moet een
Bluetooth ®
Wireless Technology-
audiofunctie hebben (zoals voor een
Bluetooth ®
Wireless Technology-
stereokoptelefoon). De audio op het
apparaat kan worden afgespeeld,
maar het kan niet via het
audiosysteem worden bediend.
Als u functies van de iPod ®
op het
audiosysteem wilt gebruiken, moet u
de bij uw iPod ®
geleverde kabel te
gebruiken.
Afhankelijk van de eigenschappen
van uw iPod ®
/iPhone, kan er audio
worden overgeslagen of onjuist
worden afgespeeld.
Wanneer uw iPhone zowel via de Bluetooth ®
Wireless Technology als
via USB is verbonden, is het mogelijk
dat de muziek niet goed wordt
afgespeeld. Selecteer op uw iPhone de
Dock-stekker of de Bluetooth®
Wireless Technology om de audio-
uitgang (bron) te wijzigen. (Vervolg)(Vervolg)
Steek de stekker van de voedingskabel
van de iPod ®
bij het aansluiten van de
iPod ®
volledig in de multimedia-
aansluiting. Als de stekker niet goed is
aangesloten, wordt de communicatie
tussen de iPod ®
en het audiosysteem
mogelijk onderbroken.
Wanneer u de geluidsinstellingen van de iPod ®
en het audiosysteem
aanpast, zullen de effecten van beide
apparaten elkaar overlappen en kan
de geluidskwaliteit afnemen of het
geluid vervormen.
Schakel de equalizerfunctie van de
iPod ®
uit wanneer u de geluidssterkte
van het audiosysteem aanpast en zet
de equalizer van het audiosysteem uit
wanneer u die van de iPod ®
gebruikt.
Haal de kabel van de iPod ®
los van de
iPod ®
wanneer u de iPod ®
niet met
het audiosysteem van de auto
gebruikt. Als u dit niet doet, blijft de
iPod ®
mogelijk in de accessoiremodus
en werkt de iPod ®
mogelijk niet goed.
Behalve de 1M-kabel van uw iPod ®
/
iPhone worden geen andere kabels
herkend.
Kenmerken van uw auto
226
4
✽✽
AANWIJZING - GEBRUIK VAN
DE MOBIELE TELEFOON MET
Bluetooth® Wireless
Technology
Gebruik uw mobiele telefoon niet tijdens het rijden en pas de Bluetooth®
Wireless Technology-instellingen niet
aan tijdens het rijden (bijvoorbeeld
koppelen van een telefoon).
Sommige Bluetooth®
Wireless
Technology-telefoons worden
mogelijk niet herkend door het
systeem of zijn niet volledig
compatibel met het systeem.
Raadpleeg alvorens de Bluetooth®
Wireless Technology-functies van het
audiosysteem te gebruiken de
handleiding van uw telefoon voor het
gebruik van Bluetooth®
Wireless
Technology op uw telefoon.
De telefoon moet aan het audiosysteem zijn gekoppeld voordat
de Bluetooth ®
Wireless Technology-
functies kunnen worden gebruikt.
De handsfree-functies zijn niet beschikbaar als uw telefoon (in de
auto) buiten het bereik van een
telefoonnetwerk is (bijvoorbeeld in
tunnels of in bergachtig gebied). (Vervolg)(Vervolg)
Als het telefoonsignaal zwak is of als
het te rumoerig is in het interieur van
de auto, is de gesprekspartner
mogelijk moeilijk te verstaan.
Leg de telefoon niet in de buurt van of
in metalen voorwerpen, omdat die de
communicatie met het Bluetooth®
Wireless Technology-systeem of de
mobiele telefoon kunnen verstoren.
Als uw telefoon via Bluetooth®
Wireless Technology verbonden is,
kan de batterij sneller leeg zijn dan
gewoonlijk vanwege het uitvoeren van
extra Bluetooth ®
Wireless Technology-
functies.
Sommige mobiele telefoons of andere
apparaten kunnen storingen
veroorzaken in het audiosysteem.
Door in dat geval de apparaten op een
andere plaats op te bergen, kan de
storing verholpen worden.
Sla namen van contacten op in het
Engels, omdat deze anders mogelijk
niet juist worden weergegeven. (Vervolg)(Vervolg)
Als Priority (prioriteit) wordt
ingesteld wanneer het contact AAN
(IGN/ACC ON) wordt gezet, maakt
de Bluetooth ®
Wireless Technology-
telefoon automatisch verbinding.
Zelfs wanneer u buiten bent, maakt de
telefoon met Bluetooth®
Wireless
Technology automatisch verbinding
wanneer u in de buurt van de auto
komt.
Als u niet wilt dat de telefoon
automatisch verbinding maakt met
Bluetooth ®
Wireless Technology, kunt
u Bluetooth ®
Wireless Technology
uitschakelen.
Het volume en de geluidskwaliteit van
de handsfree-gesprekken kunnen per
mobiele telefoon verschillen.
De functies van Bluetooth®
Wireless
Technology kunnen alleen worden
gebruikt wanneer de mobiele telefoon
is gekoppeld aan en verbonden met
het systeem. Ga voor meer informatie
over het koppelen en verbinden van
mobiele telefoons met Bluetooth®
Wireless Technology naar het
hoofdstuk Telefoon instellen. (Vervolg)
4227
Kenmerken van uw auto
(Vervolg)
Wanneer er verbinding wordtgemaakt met een mobiele telefoon met
Bluetooth ®
Wireless Technology,
verschijnt er een icoon ( ) aan de
bovenzijde van het scherm. Wanneer
het icoon ( ) niet wordt
weergegeven, betekent dit dat er geen
verbinding is met het apparaat met
Bluetooth ®
Wireless Technology. U
moet verbinding maken met het
apparaat om het te kunnen gebruiken.
Ga voor meer informatie over mobiele
telefoons met Bluetooth®
Wireless
Technology naar het hoofdstuk
Telefoon instellen.
Het koppelen van en verbinding maken met een mobiele telefoon met
Bluetooth ®
Wireless Technology is
alleen mogelijk wanneer de optie
Bluetooth ®
Wireless Technology op uw
mobiele telefoon is ingeschakeld. (De
procedure voor het inschakelen van
Bluetooth ®
Wireless Technology kan
verschillen, afhankelijk van de
mobiele telefoon.) (Vervolg)(Vervolg)
Op sommige mobiele telefoons kan
het inschakelen van het contact
tijdens een handsfree-telefoongesprek
via Bluetooth ®
Wireless Technology
ervoor zorgen dat het gesprek wordt
beëindigd. (Schakel het gesprek terug
naar uw mobiele telefoon wanneer u
het contact inschakelt.)
Op sommige mobiele telefoons en
apparaten met Bluetooth®
Wireless
Technology worden bepaalde functies
mogelijk niet ondersteund.
De werking van Bluetooth®
Wireless
Technology is mogelijk onstabiel,
afhankelijk van de
communicatiestatus.
Wanneer het audiosysteem in een
elektromagnetische omgeving wordt
geplaatst, ontstaat mogelijk ruis.
Kenmerken van uw auto
228
4
✽✽
AANWIJZING
- SPRAAKCOMMANDO'S GEBRUIKEN
De spraakherkenningsfunctie van dit product ondersteunt de herkenning
van de commando's die in deze
handleiding staan vermeld.
Wanneer bij gebruik van de spraakherkenning een stuurwieltoets
of het apparaat wordt bediend, wordt
de spraakherkenning uitgeschakeld
en kunt u de gewenste functies
handmatig bedienen.
Plaats de microfoon boven het hoofd van de bestuurder. Zorg voor een
goede lichaamshouding bij het geven
van spraakcommando's voor optimale
prestaties.
Door geluiden van buiten werkt de
spraakherkenning mogelijk niet goed.
De volgende omstandigheden kunnen
de prestaties van de
spraakherkenning beïnvloeden:
- De ruiten of het schuifdak zijngeopend
- Het verwarmings- en
ventilatiesysteem is ingeschakeld
- U rijdt door een tunnel
- U rijdt over hobbelige wegen (Vervolg)(Vervolg)
Na het downloaden van het
telefoonboek via Bluetooth®
Wireless
Technology heeft het systeem tijd
nodig om het telefoonboek om te
zetten in spraakgegevens. Gedurende
deze tijd werkt de spraakherkenning
mogelijk niet goed.
Bij het invoeren van gegevens in uw telefoonboek worden speciale
symbolen en nummers niet herkend in
het spraakcommando. Het
spraakcommando voor "# John
Doe%&" is bijvoorbeeld "John Doe".
Kenmerken van uw auto
230
4
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES SYSTEEM ❈ De weergave en de instellingen
kunnen verschillen, afhankelijk van degeselecteerde audiobron.
Hoofdeenheid audio
1. (EJECT)
2.
Inschakelen van FM/AM-modus.
Telkens wanneer u op de toets drukt,
wordt de volgende modus gekozen in
de volgorde FM1 ➟FM2 ➟FMA ➟AM
➟ AMA.
❈ In Setup (instellen) > Display
(weergave) wordt het radio-pop-
upscherm weergegeven als [Mode
Pop up]
is.
Wanneer het pop-upscherm wordt
weergegeven, gebruik dan knop
TUNE of de toetsen ~ om
de gewenste modus te selecteren.
3.
Schakelt over naar de modus CD, USB (iPod ®
), AUX, Mijn muziek, BT Audio.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de volgende modus gekozen in
de volgorde CD, USB (iPod ®
) AUX,
Mijn muziek, BT Audio.
❈ In Setup (instellen) > Display
(weergave) wordt het media-pop-
upscherm weergegeven als [Mode
Pop up] is.
Wanneer het pop-upscherm wordt
weergegeven, gebruik dan de knop
TUNE of de toetsen ~ om
de gewenste modus te selecteren. 4. (uitvoeringen met Bluetooth®
Wireless Technology)
Weergeven van het telefoonscherm ❈ Als een telefoon niet is verbonden,
verschijnt het verbindingsscherm.
5. Knop POWER/VOLUME
Aan-uitknop: aan- en uitzetten van het systeem door op de knop te
drukken
Volumeknop: instellen van het volume door de knop naar links of
rechts te draaien
6. ,
Radiomodus: automatisch zoeken naar frequenties waarop wordt
uitgezonden.
Modus CD, USB, iPod ®
en Mijn muziek
- Druk kort op de toets (korter dan 0,8 seconden): u gaat naar het volgende
of vorige muziekstuk (bestand)
- Houd de toets ingedrukt (langer dan 0,8 seconden): u spoelt het actuele
muziekstuk terug of vooruit.
TRACKSEEK
PHONE
61
On
MEDIA
61
On
RADIO
■■
Type A-1
Kenmerken van uw auto
238
4
Telefooninstelling
(uitvoeringen met
Bluetooth®
Wireless Technology)
Druk op de toets Selecteer
[Phone] (telefoon)Telefoon koppelen
Selecteer [Pair Phone] (telefoon
aanmelden) Bevestig met de knop TUNE ➀ Zoek naar apparaatnamen zoals deze
op uw mobiele telefoon worden
weergegeven en maak verbinding.
[Apparaat zonder SSP-ondersteuning] (SSP: Secure Simple Pairing)
➁ Na een paar seconden wordt er een
scherm weergegeven waarin u uw
wachtwoord kunt invoeren.
Voer in dit scherm het wachtwoord "0000" in om uw
Bluetooth® Wireless
Technology-apparaat te koppelen aan
het audiosysteem van de auto.
SETUP
CLOCK
OPMERKING
Om een mobiele telefoon met
Bluetooth®Wireless Technology te
koppelen, moet u eerst de
authenticatie- enverbindingsprocessen uitvoeren. U kunt daarom geen mobiele telefoonkoppelen tijdens het rijden. Parkeer
eerst uw auto.
4239
Kenmerken van uw auto
[SSP-ondersteund apparaat] ➁Na een paar seconden wordt een
scherm weergegeven met een 6-
cijferig wachtwoord. Controleer in dit
scherm het wachtwoord voor uw
Bluetooth®
Wireless Technology-
apparaat en bevestig het.
❈ De naam van het apparaat en het
wachtwoord worden tot 3 minuten
weergegeven op het scherm. Als het
aanmelden niet binnen 3 minuten
voltooid is, wordt het aanmelden van
de mobiele telefoon automatisch
afgebroken.
➂ Als het aanmelden voltooid is, wordt
dat weergegeven.
❈ Bij sommige mobiele telefoons wordthet aanmelden automatisch
uitgevoerd als er verbinding wordtgemaakt.
❈ Er kunnen maximaal vijf mobiele
telefoons met
Bluetooth®
Wireless
Technology worden aangemeld. Telefoonlijst
De namen van maximaal 5 gekoppelde
telefoons worden weergegeven.
Voor de actueel verbonden telefoon
wordt [ ] weergegeven.
Selecteer de gewenste naam om de
geselecteerde telefoon in te stellen.
Selecteer [Phone List] (telefoonlijst)
Selecteer de mobiele telefoon met de
knop TUNE Selecteer
[Connect
Phone] (verbinding maken met telefoon) ➀ Selecteer een mobiele telefoon
waarmee op dat moment nog geen
verbinding is gemaakt.
➁ Maak verbinding met de
geselecteerde mobiele telefoon.
➂ Er wordt weergegeven dat het
verbinden is voltooid.
❈ Als er al verbinding met een telefoon
is, moet deze verbinding worden
verbroken en moet er een andere
telefoon worden geselecteerd
waarmee verbinding gemaakt moet
worden.