Page 516 of 729
Rijden met uw auto
68
5
AEB-waarschuwingsmelding en
systeemregeling
De AEB geeft waarschuwingsmeldingen
en waarschuwingsalarmen
overeenkomstig het risico op een
aanrijding. Verder regelt het systeem het
remsysteem overeenkomstig het risico
op een aanrijding.Forward Warning (1ewaarschuwing)
De waarschuwingsmelding verschijnt in
het LCD-display en de
waarschuwingsalarmen klinken.
WAARSCHUWING
De bestuurder kan de AEB activeren en deactiveren door op de knop op het stuurwiel te
drukken. Het is echter veiliger deAEB te bedienen nadat u de auto
op een veilige plaats geparkeerdhebt.
De AEB wordt automatisch geactiveerd nadat het contact in
stand ON is gezet.
De bestuurder kan de AEB deactiveren door desysteeminstelling in het LCD-
display uit te schakelen.
De AEB wordt automatisch gedeactiveerd als de ESC wordt
uitgeschakeld. Als de ESC is
uitgeschakeld, kan de AEB niet
worden geactiveerd in het LCD-
display.
ODM056082L
Page 517 of 729

569
Rijden met uw auto
Collision Warning (2ewaarschuwing)
De waarschuwingsmelding verschijntin het LCD-display en de
waarschuwingsalarmen klinken.
Uw rijsnelheid neemt af tot een bepaald niveau.
- Als het voertuig voor u langzamerrijdt dan 80 km/h, kan uw rijsnelheid
sterk afnemen. Als het voertuig voor
u harder rijdt dan 80 km/h, kan uw
rijsnelheid geleidelijk afnemen.
- Als uw auto langzamer rijdt dan 70 km/h en er voor de auto een
voetganger gesignaleerd wordt, kan
de rijsnelheid sterk afnemen. Als u
harder rijdt dan 70 km/h en er voor de
auto een voetganger wordt
gesignaleerd, werkt de AEB niet.
Emergency braking
(3ewaarschuwing)
De waarschuwingsmelding verschijnt in het LCD-display en de
waarschuwingsalarmen klinken.
Uw rijsnelheid neemt af tot een bepaald niveau.
- Als het voertuig voor u langzamerrijdt dan 80 km/h, kan uw rijsnelheid
sterk afnemen. Als het voertuig voor
u harder rijdt dan 80 km/h, kan uw
rijsnelheid geleidelijk afnemen. - Als uw auto langzamer rijdt dan 70
km/h en er voor de auto een
voorbijganger wordt gesignaleerd,
kan de rijsnelheid sterk afnemen. Als
u harder rijdt dan 70 km/h en er voor
de auto een voetganger wordt
gesignaleerd, werkt de AEB niet.
Werking remsysteem
In een noodsituatie bereidt het
remsysteem zich voor op een directe
reactie zodra de bestuurder het
rempedaal intrapt.
De AEB zorgt voor extra remvermogen voor een maximale remvertraging
zodra de bestuurder het rempedaal
intrapt.
De regeling van het remsysteem wordt automatisch gedeactiveerd als de
bestuurder het rempedaal met veel
kracht intrapt of het stuurwiel sterk
verdraait.
De regeling van het remsysteem wordt automatisch uitgeschakeld als de
risicofactoren verdwijnen.
ODM056083L
ODM056084L
Page 523 of 729

575
Rijden met uw auto
Herkennen van voetgangers
- De voetganger is niet volledig in beeldvoor de camerasensor of de
voetganger loopt niet rechtop.
- De voetganger loopt zeer snel.
- De voetganger verschijnt plotseling voor de auto.
- De kleding van de voetganger heeft dezelfde kleur als de achtergrond.
- Er is te veel of te weinig licht buiten.
- Er wordt 's nachts of bij duisternis gereden.
- Er wordt een object gesignaleerd dat een vergelijkbare vorm heeft als het menselijk lichaam.
- De voetganger is klein.
- De voetganger is lichamelijk gehandicapt.
- Het is moeilijk de voetganger te onderscheiden van de omgeving.
- De herkenning door de sensor is beperkt.
- Er is sprake van een groep voetgangers.✽✽ AANWIJZING
Het systeem wordt mogelijk tijdelijk
uitgeschakeld door sterke
elektromagnetische golven.WAARSCHUWING
Schakel de AEB uit in de modus Gebruikersinstellingen in het
LCD-display voordat u eenandere auto gaat slepen.
Bij het slepen kan activeren van
de remmen een negatieve invloed
hebben op de veiligheid van uwauto.
Let extra op als het voertuig voor u een grote, naar achterenuitstekende lading heeft of een
grotere bodemvrijheid dan uwauto.
De sensor signaleert alleen voetgangers, geen karren,
fietsen, motorfietsen, tassen of
kinderwagens.
De AEB werkt onder bepaalde omstandigheden niet. Probeer de
AEB daarom nooit uit op een
persoon of een object. Anderskan ernstig letsel ontstaan.
Page 537 of 729

589
Rijden met uw auto
Als er een probleem in het BSD-systeem
aanwezig is, wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven en
gaat het lampje in de schakelaar uit. Het
systeem wordt automatisch
uitgeschakeld. We adviseren u de auto telaten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.RCTA (Rear Cross Traffic Alert)
Als uw auto achteruit een parkeervak
uitrijdt en de sensor een naderend
voertuig van links of rechts signaleert,
waarschuwt het systeem u.
Werking
Inschakelen: Ga naar de modus
Gebruikersinstellingen (Driving Assist)
en selecteer RCTA (Rear Cross Traffic
Alert) in het LCD-display. (
Zie "LCD-
display" in hoofdstuk 3 voor meer
informatie. ) Het systeem wordt
automatisch ingeschakeld en in de
stand-bymodus gezet om te worden
geactiveerd. Het systeem wordt
geactiveerd als de rijsnelheid lager isdan 10 km/h en de selectiehendel in
stand R (achteruit) staat.
✽✽ AANWIJZING
Het detectiebereik van de RCTA (Rear
Cross Traffic Alert) is ongeveer 0,5 - 20m.
Een voertuig wordt gesignaleerd als de
rijsnelheid van dat voertuig 4 - 36 km/h
is in het detectiebereik. Het
detectiebereik kan echter worden
beïnvloed door de omstandigheden. Let
altijd op de omgeving.■ Type A■Type B
ODM056070L/ODM056071L
Page 538 of 729

Rijden met uw auto
90
5
Type waarschuwing
Als het voertuig dat door de sensoren is
gesignaleerd uw auto nadert, klinkt de
waarschuwingszoemer, knippert het
waarschuwingslampje in de
buitenspiegel en verschijnt er een
melding in het LCD-display.
✽✽
AANWIJZING
Als het gesignaleerde voertuig buiten het detectiebereik van uw auto is, rijd
dan langzaam weg van het
gesignaleerde voertuig; de
waarschuwing zal verdwijnen.
Het systeem werkt mogelijk niet goed door andere factoren of
omstandigheden. Let altijd op uw
omgeving.
Als de linker- of rechterzijde van de bumper wordt afgeschermd door een
vangrail of een voertuig, neemt de
gevoeligheid van het systeem mogelijkaf.
■Links■Rechts
ODM056075L/ODM056073L
WAARSCHUWING
Het waarschuwingslampje in de buitenspiegel gaat branden wanneer er door het systeem
achteropkomend verkeer wordt
gedetecteerd. Vertrouw nietalleen op het
waarschuwingslampje maar
houd ook de omgeving rond de
auto goed in de gaten, om
aanrijdingen te voorkomen.
Rijd veilig, ook al is de auto uitgerust met het Blind SpotDetection-systeem (BSD) en Rear
Cross Traffic Alert (RCTA).
Vertrouw niet blindelings op het
systeem, maar controleer altijd
de omgeving bij het wisselen van
rijstrook of achteruitrijden. Het
systeem waarschuwt de
bestuurder mogelijk niet in alle
gevallen, dus houd de omgevingtijdens het rijden altijd goed in degaten.
(Vervolg)
Page 542 of 729

Rijden met uw auto
94
5
Om het LDWS in te schakelen, drukt u op de toets terwijl de toets ENGINE
START/STOP in stand ON staat. Hetcontrolelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden. Druk
opnieuw op de toets om het LDWS uit te
schakelen.
De kleur van het symbool is afhankelijk
van de conditie van het LDWS.
- Wit : De sensor signaleert geen
rijstrookmarkering.
- Groen : De sensor signaleert de rijstrookmarkering. Als uw auto de rijstrook verlaat terwijl het
LDWS is ingeschakeld en de rijsnelheid
hoger is dan 60 km/h, dan werkt de
waarschuwing als volgt:
1. Visuele waarschuwing
Als u de rijstrook verlaat, knippert de
rijstrook die u verlaat geel op het LCD-
display met een interval van 0,8 s.
2. Hoorbare waarschuwing
Als u de rijstrook verlaat, klinkt het
waarschuwingsgeluid met een interval
van 0,8 s.
ODM056079L
ODM056077L
■
Waarschuwing bij het overschrijden van de
linker rijstrookmarkering
■ Waarschuwing bij het overschrijden van de
rechter rijstrookmarkeringODM046747
ODM056092L
ODM056078L
■ Wanneer de sensor de rijstrookmarkering
signaleert
■ Wanneer de sensor de rijstrookmarkering niet
signaleert
Page 546 of 729
Rijden met uw auto
98
5
Verder verschijnt de melding "Auto Stop"
(Automatisch stoppen) op het LCD-
display (indien van toepassing).
✽✽
AANWIJZING
Nadat de laatste keer de motor
automatisch uitgezet is, moet de
snelheid van de auto weer minstens 10
km/h bedragen. ✽
✽
AANWIJZING
Als u uw veiligheidsgordel losmaakt of
het bestuurdersportier (of de motorkap)
opent in de Auto Stop-modus, gebeurt
het volgende:
Het ISG-systeem wordt gedeactiveerd (het lampje in de ISG OFF-knop gaat
branden). (Vervolg)(Vervolg)
De melding "Auto Stop deactivated
Start manually" (Auto Stop
gedeactiveerd. Start manueel)
verschijnt op het LCD-display (indien
van toepassing).
ODM056056L/ODM056057L
■Type A
■Type B
ODM056050L/ODM056051L
■Type A
■Type B
ODM046752L
Page 547 of 729

599
Rijden met uw auto
Auto start
Motor starten vanuit Idle Stop-modus
Trap het koppelingspedaal in wanneerde selectiehendel in de stand N
(neutraal) staat.
Er verschijnt een melding "Press brake pedal for Auto Start" (Druk rempedaal
in voor Auto Start) op het LCD-display
(indien van toepassing).
De motor wordt gestart en het groene controlelampje AUTO STOP ( ) in
het instrumentenpaneel gaat uit.
De motor zal ook in de volgende
gevallen automatisch starten, zonderdat de bestuurder actie onderneemt:
- De aanjagersnelheid van het handbediende verwarmings- en
ventilatiesysteem staat in een hogere
stand dan 3 wanneer de
airconditioning is ingeschakeld.
- De aanjagersnelheid van het automatische verwarmings- en
ventilatiesysteem staat in een hogerestand dan stand 6 terwijl de
airconditioning is ingeschakeld.
- Als een bepaalde tijd is verstreken sinds het verwarmings- en
ventilatiesysteem is ingeschakeld.
- Wanneer de ontwaseming is ingeschakeld.
- Het vacuüm in de rembekrachtiger is laag.
- Als de laadtoestand van de accu laag is.
- De rijsnelheid wordt hoger dan 5 km/h. Het groene controlelampje AUTO STOP
( ) in het instrumentenpaneel knippert
gedurende 5 seconden en er verschijnt
een melding "Auto Start" (Automatisch
Starten) in het LCD-display (indien vantoepassing).
ODM056054L/ODM056055L
■
Type A
■Type B
ODM056085L/ODM056086L
■Type A
■Type B