369
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- indien uitgerust metrolsensor
Zet het contact in de stand OFF of
ACC wanneer de auto gesleept
wordt als de auto voorzien is van
zij- en gordijnairbags.
De zij- en gordijnairbags kunnen
worden geactiveerd wanneer hetcontact in de stand ON staat en de
koprolsensor de situatie
interpreteert alsof de auto over de
kop slaat.WAARSCHUWING
Let op dat u niet tegen plaatsen aanstoot waar de airbags of
airbagsensoren zijn ingebouwd.
Anders kan de airbag onverwacht
geactiveerd worden waardoor
ernstig persoonlijk letsel op kantreden.
Als de inbouwpositie van de airbagsensoren wordt gewijzigd,
kan dit ertoe leiden dat de airbags
worden geactiveerd in situaties
waarin dit niet nodig is, of dat de
airbags niet worden geactiveerdin situaties waar het wel nodig is.
Voer daarom geen reparaties uit
aan of in de buurt van de
airbagsensoren. We adviseren uhet systeem te laten repareren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Er kunnen problemen ontstaan als de hoek waaronder de
sensoren zijn ingebouwd wordt
gewijzigd als gevolg van
vervorming van de carrosserie
-delen waar de airbagsensoren
zijn ingebouwd: de voorbumper,
de carrosserie, voorportier of deB-stijl en de C-stijl.
(Vervolg)
(Vervolg)We adviseren u het systeem te laten repareren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Uw auto is ontworpen om de botsenergie zoveel mogelijk teabsorberen en in bepaalde
gevallen de airbag(s) te activeren.
Het monteren van niet-originele
bumpers of accessoires op de
bumper kan een nadelige invloed
hebben op de bescherming bijeen aanrijding.
373
Veiligheidssysteem van uw auto
✽✽AANWIJZING - zonder
rolsensor
Als de auto is uitgerust met zij- en
gordijnairbags, worden deze mogelijk
geactiveerd wanneer de auto over de
kop slaat als gevolg van een aanrijding
van opzij.
De airbags worden soms niet geactiveerd bij een aanrijding tegen
een boom of paal, waarbij de
botskracht zich concentreert op een
klein gedeelte van de auto, buiten het
bereik van de sensoren. Onderhoud aan aanvullend veiligheidssysteem
Het aanvullend veiligheidssysteem is
nagenoeg onderhoudsvrij en bevat geen
onderdelen waaraan u zelf veilig
onderhoud kunt plegen. Als het
waarschuwingslampje van het airbag-
systeem niet gaat branden of continu
blijft branden, we adviseren u hetsysteem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
1VQA2092
Veiligheidssysteem van uw auto
74
3
(Vervolg)
Als uw auto in te diep water
terechtgekomen is, waardoor de vloerbedekking doorweekt is ofer water op de bodemplaats
staat, probeer dan niet uw auto te
starten; we adviseren u contactop te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.(Vervolg)
Als de airbags geactiveerd zijn,adviseren we u het systeem te
laten vervangen door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Stel de onderdelen van het airbagsysteem niet bloot aan
schokken en neem de bedrading
van het airbagsysteem ook niet
los. Als u dat wel doet kunt u
letsel oplopen omdat de airbags
onverwacht geactiveerd kunnen
worden of juist niet geactiveerd
worden wanneer dat wel nodig is.
Als onderdelen van het airbagsysteem moeten worden
afgevoerd of als de auto in zijn
geheel moet worden afgevoerd,
moeten bepaalde voorzorgs-
maatregelen met betrekking tot
de veiligheid in acht worden
genomen. Een officiële HYUNDAI-
dealer kent deze voorzorgsmaat-
regelen en kan u de benodigde
informatie verstrekken. Het niet
opvolgen van deze voorzorgs-
maatregelen en procedures
vergroot de kans op persoonlijkletsel.
(Vervolg)WAARSCHUWING
Modificaties aan onderdelen van het aanvullend veiligheidssys-
teem of de bedrading, inclusief
het aanbrengen van stickers, enz.op afdekkappen of modificaties
aan de carrosseriestructuur
kunnen ertoe leiden dat hetsysteem niet goed werkt,
waardoor letsel kan ontstaan.
Reinig de afdekkappen van de airbags alleen met een zachte,
droge doek of met een doek die
bevochtigd is met schoon water.
Oplos- en reinigingsmiddelen
kunnen het materiaal van deafdekkappen aantasten en de
werking van het systeem in
negatieve zin beïnvloeden.
Er mogen geen objecten op of in de buurt van de airbags in het
stuurwiel, op het instrumenten-
paneel of op het dashboard-
paneel boven het dashboard-
kastje worden geplaatst omdat
dergelijke voorwerpen letsel
kunnen veroorzaken als de
airbags bij een aanrijding
geactiveerd worden.
(Vervolg)
499
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampjes
✽✽AANWIJZING - Waarschuwingslampjes
Controleer nadat de motor aanslaat of
alle waarschuwingslampjes uit zijn.
Eventuele lampjes die nog branden,
kunnen op een storing duiden.
Waarschuwingslampje AIRBAG
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 6 secondenbranden en gaat dan uit.
In het geval van een storing in het airbagsysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
Dit waarschuwingslampje attendeert de
bestuurder erop dat de veiligheidsgordel
niet is vastgemaakt.
Zie voor meer informatie
"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 3.
WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPJES
Wat te doen in een noodgeval
36
6
SLEPEN
Slepen
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door
een officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur of een erkend
bergingsbedrijf. De juiste procedures
voor het slepen zijn noodzakelijk ombeschadigingen aan uw auto te
voorkomen. Wij bevelen het gebruik vandollies aan.
Zie hoofdstuk 5 "Trekken van een aanhanger" voor meer informatie overhet rijden met een aanhanger.
Auto's met vierwielaandrijving moeten
gesleept of vervoerd worden met alle vier
wielen van de grond. Dit kan met behulp
van een bril en dollies of met behulp van
een auto-ambulance. Auto's met tweewielaandrijving mogen
gesleept worden met de achterwielen op
de grond (zonder dollies) en de
voorwielen van de grond.
Als een van de aangedreven wielen of de
wielophanging voor beschadigd is of als
de auto wordt gesleept met de
voorwielen van de grond, plaats dan een
dolly onder de voorwielen.
Als er geen dollies worden gebruikt,
moet de auto worden gesleept met de
voorwielen van de grond.
OXM069028
wielplatform
wielplatform
OPMERKING
4WD-auto's mogen niet worden
gesleept met de wielen op degrond. Dit kan de transmissie en het4WD-systeem ernstig beschadigen.
WAARSCHUWING - indien uitgerust met
koprolsensor
Zet het contact in de stand OFF
of ACC wanneer de auto gesleept
wordt als de auto voorzien is van
zij- en gordijnairbags.
De zij- en gordijnairbags kunnen
worden geactiveerd wanneer hetcontact in de stand ON staat en
de koprolsensor de situatie
interpreteert als over de kopslaan.
I3
Index
Bagagenethouder ·························································4-210
Bagageruimteverlichting ··············································4-163
Banden en wielen ···················································7-36, 8-4
Aanbevolen bandenspanning (koude banden) ··········7-36
Band met een kleine hoogte-/breedteverhouding······7-47
Banden vervangen ·····················································7-41
Controleren bandenspanning·····································7-38
Grip············································································7-43
Label op de wang van de band··································7-43
Onderhoud van banden ·············································7-43
Velgen vervangen ······················································7-43
Onderhoud van de banden·········································7-43
Uitlijnen en balanceren van de wielen ······················7-40
Wielen verwisselen····················································7-39
Bandenspanningslabel ···················································8-11
Bediening instrumentenpaneel·······································4-68
Bediening LCD-display ·················································4-69
Bediening verlichting···················································4-147
Bekerhouder ·································································4-203
Belastingsindex en snelheidsindex banden······················8-5
Bevestigingspunt(en) vloermat ····································4-209
Binnenspiegel·································································4-58
Blind spot detection-systeem (BSD) ·····························5-85
Brandstofbesparing ······················································5-104
Brandstoffilter (diesel) ···················································7-24
Buitenspiegel ·································································4-62 Claxon ············································································4-57
Conformiteitsverklaring ·················································8-12
Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) ·············6-9
Cruise control-systeem ··················································5-76
Curtain airbag ································································3-66
Dashboard, oversicht ·······················································2-6
Dashboardkastje ···························································4-198
Door de eigenaar uit te voeren
onderhoudswerkzaamheden···········································7-8
Downhill Brake Control (DBC) ····································5-62
Elektrisch bedienbare ruiten ··········································4-39
Elektrische parkeerrem (EPB) ·······································5-44
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ························5-56
Emissieregelsysteem ······················································7-89
Energiebesparingsfunctie ·············································4-146
Exterieur·······································································4-213
BC
D
E