Page 105 of 227

101
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
KRACHTBEGRENZERS
Voor een nog betere bescherming van de
inzittenden bij een ongeval, zijn de oprol-
automaten van de gordels voor voorzien
van een krachtbegrenzer die bij een fron-
tale aanrijding de piekbelasting op de borst
en schouders beperken.
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN VOOR
HET GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle plaat-
selijke wettelijke voorschriften met be-
trekking tot de verplichting en de manier
waarop de gordel wordt gebruikt houden
en moet er ook voor zorgen dat andere
inzittenden van het voertuig deze voor-
schriften naleven. Leg de veiligheidsgordel
altijd om alvorens weg te rijden.
Ook zwangere vrouwen moeten de vei-
ligheidsgordel omleggen: voor zwangere
vrouwen en het ongeboren kind wordt
het risico op verwondingen bij een onge-
val fors ingeperkt als de gordel wordt ge-
dragen.
Natuurlijk moeten zwangere vrouwen wel
het onderste deel van de gordel lager om-
leggen, zodat de gordel over het bekken
en onder de buik komt - fig. 3.
fig. 3
F0P0616m
fig. 4
F0P0630m
Zorg dat de gordelband
nooit gedraaid is. Het bo-
venste gordelgedeelte moet over de
schouder en schuin over de borst lig-
gen. Het onderste gordelgedeelte
moet over het bekken (fig. 4) en dus
niet over de buik liggen. Steek nooit
voorwerpen (wasknijpers, klemmen
enz.) tussen de gordel en het lichaam
van de inzittende.
ATTENTIE!
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 101
Page 106 of 227

102STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
HOE DE VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE
TOESTAND HOUDEN
Volg voor het juiste onderhoud van de vei-
ligheidsgordels de volgende aanwijzingen
zorgvuldig op:❒
zorg er altijd voor dat de gordel dege-
lijk uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of de oprolautomaat
niet haperend werkt;
❒
controleer de werking van de veilig-
heidsgordel als volgt: maak de gordel
vast en trek snel aan de gordel
❒vervang de gordels na een ongeval, ook
al lijken ze niet beschadigd. Vervang de
gordels ook steeds als de gordelspanners
werden geactiveerd;
❒gebruik water en neutrale zeep om de
gordels met de hand te wassen. Spoel de
gordels af en laat ze in de schaduw dr-
ogen. Gebruik nooit agressieve, bleken-
de of kleurende middelen of andere pro-
ducten die het weefsel van de gordel
kunnen aantasten;
❒voorkom dat er vocht in de oprolauto-
maat komt: de goede werking ervan is
alleen gegarandeerd als ze droog blijven;
❒vervang de gordels als ze sporen van slij-
tage of beschadiging vertonen.
Voor maximale veiligheid
moet de rugleuning rechtop
gezet worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en moet de
gordel goed aansluiten op de borst en
het bekken. Draag altijd veiligheids-
gordels, zowel voor- als achterin! Rij-
den zonder veiligheidsgordels verhoogt
bij een ongeval het risico op ernstige
verwondingen en kan zelfs de dood tot
gevolg hebben.
ATTENZIONE
Het demonteren of aanpas-
sen van onderdelen van de
veiligheidsgordel of gordelspanner is
ten strengste verboden. Werkzaam-
heden aan deze onderdelen moeten
worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd en erkend personeel. Neem al-
tijd contact op met het Fiat Service-
netwerk.
ATTENZIONE
Nadat een gordel aan een
zware belasting is blootge-
steld (bijvoorbeeld bij een ongeval),
moet de gordel compleet met de ver-
ankeringen, bevestigingsbouten en de
gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade is,
kan de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENZIONE
Elke gordel kan slechts een
enkele persoon beschermen.
Vervoer nooit kinderen op de schoot
van inzittenden met één veiligheids-
gordel voor beiden . Steek geen enkel
voorwerp tussen de gordel en het li-
chaam van een inzittende.
ATTENZIONE
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 102
Page 107 of 227

103
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
Om een optimale bescherming bij een on-
geval te kunnen garanderen, moeten alle
inzittenden zitten en gebruik maken van
goedgekeurde beveiligingssystemen, ook
baby’s en kinderen! Dit is een wettelijke
verplichting in alle EU-landen, conform de
Europese richtlijn 2003/20/EC.
Vergeleken met volwassen is het hoofd
van kleine kinderen in verhouding met de
rest van het lichaam groter en zwaarder,
maar de spieren en de botstructuur van
kinderen zijn nog niet volledig ontwikkeld.
Daarom zijn correcte veiligheidssystemen,
naast veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of plot-
selinge manoeuvre, zo veel mogelijk te be-
perken.
Kinderen moeten veilig en comfortabel op
hun zitplaats blijven. Voor zover de ei-
genschappen van de gebruikte kinderzit-
jes dit toelaten, is het raadzaam om kin-
derzitjes zo lang mogelijk tegen de rij-
richting in te monteren, omdat die plaats
bij een ongeval de meeste bescherming
biedt.
Om het meest geschikte kinderzitje te kie-
zen, moet rekening worden gehouden met
het gewicht van het kind; er zijn verschil-
lende types kinderzitjes en men dient
steeds het type te kiezen dat het meest
geschikt is voor het kind. Kinderen langer dan 1,50 m worden voor
wat betreft beveiligingsystemen gelijkge-
steld met volwassenen en moeten de stan-
daard veiligheidsgordels dragen.
In Europa vallen de eigenschappen van kin-
derzitjes onder de richtlijn ECE-R44, ze
zijn verplicht en onderverdeeld in vijf ge-
wichtsgroepen:
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
Alle kinderzitjes moeten voorzien zijn van
de typegoedkeuring, samen met een goed
vastgehecht plaatje met het controleteken
dat nooit mag worden verwijderd. In het
Fiat Lineaccessori-assortiment zijn kin-
derzitjes voor elke gewichtsgroep opge-
nomen. Het gebruik van deze kinderzit-
jes wordt aanbevolen, omdat ze speciaal
ontworpen en getest zijn voor Fiat voer-
tuigen.VEILIG KINDEREN VERVOEREN
Een etiket met het speciale
symbool dat aangeeft dat
het verplicht is de airbag uit te scha-
kelen als er een kinderzitje in de rij-
richting gemonteerd is, is aangebracht
op de zonneklep. Houd u altijd aan
de aanwijzingen op de zonneklep (zie
het deel “Airbag” in deze paragraaf).
ATTENTIE!
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 103
Page 108 of 227

104STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
GROEP 0 en 0+
Baby’s tot 13 kg moeten in kinderzitjes
worden vervoerd die achterstevoren zijn
geplaatst, zoals afgebeeld in figuur 5 waar-
bij het achterhoofd wordt gesteund en bij
plotseling remmen de nek niet wordt be-
last.
Het kinderzitje wordt op zijn plaats ge-
houden door de veiligheidsgordels van de
auto - f
fig. 5
en moet het kind beschermen
met de eigen gordels.
fig. 5
F0P0310m
De afbeeldingen dienen
slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
verplicht moeten worden bijgesloten
voor dit type veiligheidssysteem.
ATTENTIE!
fig. 6
F0P0617m
GROEP 1
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg
mogen in een in de rijrichting gemonteerd
kinderzitje vervoerd worden - fig. 6.
“UNIVERSEEL” KINDERZITJE MONTEREN (met veiligheidsgordels)
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 104
Page 109 of 227

105
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
fig. 7
F0P0312m
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg mogen de aanwezige veiligheidsgor-
dels gebruiken fig. 7. Het kinderzitje is in
dit geval nodig om het kind correct ten
opzichte van de gordels te plaatsen, zodat
het diagonale gordelgedeelte schuin over
de borst en nooit langs de nek ligt; het on-
derste gordelgedeelte moet over het bek-
ken en niet over de buik liggen.
De afbeeldingen dienen
slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
verplicht moeten worden bijgesloten
voor dit type veiligheidssysteem
ATTENTIE!
GROEP 3
Voor kinderen met een gewicht tussen 22
en 36 kg bestaan er geschikte beveili-
gingssystemen om de veiligheidsgordel
correct te kunnen omleggen.
In fig. 8is een voorbeeld weergegeven
van de juiste positie van het kinderzitje op
de achterbank.Kinderen langer dan 1,50 m moeten de
veiligheidsgordels net zoals volwassenen
dragen.fig. 8
F0P0313m
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 105
Page 110 of 227

106STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN KINDERZITJES
Fiat Scudo voldoet aan de Europese Richtlijn 2000/3/EG die de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van univer-
sele kinderzitjes regelt zijn in de volgende tabel weergegeven:Legenda
U: : geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE R44-norm voor de aangegeven “Groepen”.
X: geen kinderzitje
L: geschikt voor speciale kinderzitjes, verkrijgbaar bij Lineaccessori Fiat voor de voorgeschreven groep. OPMERKING
- In Groep 0: vanaf pasgeboren tot 13 kg, wiegjes kunnen niet op de voorste passagiersstoel geplaatst worden
U
U
L
U
U
U
U
X
U
U
U
U
L
U
U
U
U
L
U
U
EERSTE RIJ STOELEN
Stoelen aan de zijkant
Middelste stoel
GEWICHT EN INDICATIEVE LEEFTIJD VAN DE KINDEREN
Minder dan 13 kg Van 9 tot 18 kg Van 15 tot 25 kg Van 22 tot 36 kg
(groep 0 en 0+) (groep 1) (groep 2) (groep 3)
GEWICHT EN INDICATIEVE LEEFTIJD VAN DE KINDEREN
Minder dan 13 kg Van 9 tot 18 kg Van 15 tot 25 kg Van 22 tot 36 kg
(groep 0 en 0+) (groep 1) (groep 2) (groep 3)
Enkele stoel
passagierszijde
Voorstoel in de
vorm van een bank
passagierszijde
Middelste stoel in de
vorm van een bank PASSAGIERSAIR-
BAG
UITGESCHAKELD
TWEEDE/DERDE RIJ STOELEN
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 106
Page 111 of 227

107
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
HET “UNIVERSELE
ISOFIX” KINDERZITJE
MONTERENHet voertuig is voorbereid op de monta-
ge van een Isofix Universeel-kinderzitje; een
nieuw gestandaardiseerd Europees systeem
voor het veilig vervoeren van kinderen. Het
ISOFIX bevestigingssysteem garandeert be-
trouwbare, stevige en snelle montage van
het kinderzitje in het voertuig. Isofix kin-
derzitjes kunnen naast een standaard kin-
derzitje gemonteerd worden. Een voor-
beeld van een Universeel Isofix kinderzitje
voor gewichtsgroep 1 is afgebeeld. Van-
wege het verschillende bevestigingssysteem
moet het kinderzitje vastgezet worden met
behulp van de speciale onderste metalen
ringen A - fig. 10, deze bevinden zich tus-
sen de rugleuning en het frame van de stoel
van het voertuig, daarna moet de bovenste
gordel, top tether genaamd, (geleverd bij
het kinderzitje) vastgemaakt worden aan de
speciale ring B - fig. 11die in het achter-
ste deel van de rugleuning zit. Om de bo-
venste gordel (top tether) vast te maken,
de hoofdsteun van de stoel naar boven
trekken en de haak tussen de twee stangen
voeren. Daarna de haak vastzetten aan de
achterste ring en de bovenste gordel aan-
trekken. Bij Isofix Universeel-kinderzitjes
moeten alle zitjes goedgekeurd zijn volgens
de ECE R44-richtlijn (R44/03 of hoger)
“Universeel Isofix”. Voor andere ge-
wichtsgroepen zijn specifieke Isofix-kin-
derzitjes voorzien, deze kunnen alleen wor-
den gebruikt als ze speciaal voor deze au-
to zijn goedgekeurd (zie overzicht auto’s
met bijbehorend kinderzitje).
fig. 9
F0P0314m
fig. 10
F0P0315m
fig. 11
A
F0P0316m
Als een Universeel ISOFIX
kinderzitje niet aan alle drie
verankeringspunten is vastgemaakt,
zal het kinderzitje het kind niet goed
kunnen beschermen. In geval van een
aanrijding zou het kind ernstig ge-
wond kunnen raken of gedood kun-
nen worden.
ATTENTIE!
Monteer het kinderzitje al-
leen bij stilstaande auto. Het
kinderzitje is op de juiste wijze aan de
beugels bevestigd als de vergrendeling
hoorbaar vastklikt. De instructies
voor de montage, de demontage en
de plaatsing moeten in elk geval wor-
den opgevolgd. De fabrikant van het
kinderzitje is verplicht deze instruc-
ties bij het kinderzitje te leveren.
ATTENTIE!
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 107
Page 112 of 227

108STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN ISOFIX KINDERZITJES
In de onderstaande tabel worden de verschillende mogelijkheden weergegeven van de montage van Universeel Isofix kinderzitjes
op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels in overeenstemming met de Europese norm ECE 16.Gewichtsgroep Richting Kinderzitjes Isofix bevestiging
klasse Isofix maat zijkant achter
Groep 0 - tot 10 kg Tegen de rijrichting in E ILGroep 0 - tot 13 kg Tegen de rijrichting in E IL
Tegen de rijrichting in D ILTegen de rijrichting in C X (*)
Groep 1 Tegen de rijrichting in C X (*)van 9 tot 18 kg Tegen de rijrichting in D IL
In de rijrichting A IUF, ILIn de rijrichting B IUF, ILIn de rijrichting B1 IUF, IL
(*)
een IL-type kinderzitje kan alleen op de tweede rij stoelen gemonteerd worden als de voorste passagiersstoel
een enkele stoel is.
BELANGRIJK De bank van de lange cabine is niet geschikt voor het plaatsen van een kinderzitje.
IL: geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën voor “specifieke voertuigen”, “beperkt”, of “semi-universeel”, goedgekeurd
voor dit type voertuig.
IUF: geschikt voor Isofix kinderzitjes die in de rijrichting gemonteerd moeten worden van de Universele categorie en goedgekeurd
voor gebruik voor de gewichtsgroep.
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 108