Page 148 of 379

Wat het betekent Wat te doen
amberSTORING UREUM-INSPUITSYSTEEM
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
wordt een speciaal bericht op het display
weergegeven (voor bepaalde versies/markten),
als een vloeistof die niet voldoet aan de nominale
eigenschappen wordt ingespoten of als een
gemiddeld UREUM-verbruik van meer dan 50%
wordt gedetecteerd.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als het probleem niet wordt verholpen, worden
verdere meldingen gegeven op de volgende
resterende aantallen kilometers, voordat een
herstart van het voertuig wordt verhinderd:
❒400 km
❒320 km
❒240 km
Wanneer nog 200 km over zijn voordat het
herstarten van de motor wordt verhinderd, wordt
op het dashboard continu een speciaal bericht
weergegeven (voor bepaalde versies/markten) en
klinkt er een geluidssignaal.
geelSTORING ABS
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje gaat branden om een systeemstoring
aan te geven. In dat geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar met uitsluiting van het
ABS-systeem. Op het display verschijnt een
speciaal bericht.Rijd voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
144
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 150 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING VOORGLOEIBOUGIES /
VOORGLOEISYSTEEM
Voorgloeisysteem
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
in de stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de van te voren
ingestelde temperatuur hebben bereikt.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog
is, kan het lampje al na zeer korte tijd doven.Start de motor onmiddellijk nadat het lampje is
gedoofd.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om een storing in het
voorgloeisysteem aan te geven.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht
op het display.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Wat het betekent Wat te doen
geelINDICATIE LAAG NIVEAU ADDITIEF VOOR
DIESELEMISSIES (UREUM)
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje voor een laag niveau
van het additief voor dieselemissies (UREUM)gaat branden als het UREUM-niveau van het
voertuig laag is.
146
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 152 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelINDICATIE AANVULLENDE STORING
(Versies met multifunctioneel display)
Het lampje gaat onder de volgende
omstandigheden branden:
❒Als de brandstofnoodschakelaar in werking
treedt
❒Storing in de verlichting (mistachterlichten,
richtingaanwijzers, remlichten,
kentekenplaatverlichting, stadslichten,
dagverlichting, automatisme grootlicht
koplampen, richtingaanwijzers aanhanger,
stadslichten aanhanger)De storing kan de volgende oorzaken hebben:
een of meer lampen doorgebrand, de betreffende
zekering(en) doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
❒Storing waarschuwingslampje airbag (lampje
algemene storing knippert)In dergelijke gevallen kan het lampje mogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen
aangeven. Laat het systeem controleren door het
Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
❒Storing regensensor
❒Storing sensor dieselfilter
❒Storing aankoppeling aanhanger
❒Storing audiosysteem
❒Storing motoroliedruksensor
❒Storing parkeersensor
❒Water in dieselfilterNeem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
148
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 153 of 379

Wat het betekent Wat te doen
geelDPF (ROETFILTER) WORDT
SCHOONGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje gaat continu branden om de
bestuurder te waarschuwen dat het DPF-systeem
bezig is met het verwijderen van de opgehoopte
vervuilende deeltjes (roet) middels regeneratie.
Wanneer het lampje gaat branden, verschijnt er
een speciaal bericht op het display (voor
bepaalde versies/markten).Het lampje zal niet bij elk DPF-regeneratieproces
branden, maar alleen als de rijomstandigheden
van die aard zijn dat de bestuurder hiervan op de
hoogte zou moeten zijn. Het lampje dooft
wanneer met het voertuig wordt gereden tot het
regeneratieproces is afgerond. Een
regeneratieproces duurt gemiddeld 15 minuten.
De optimale condities voor afronding van het
regeneratieproces worden bereikt door een
continue rijsnelheid van 60 km/h aan te houden
met een toerental boven 2000 tpm. Als dit lampje
gaat branden, wijst dit niet op een storing
waarvoor het voertuig naar een werkplaats moet
worden gebracht.
24)
102)
149
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 154 of 379
Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING ESC-ASR SYSTEEM/TRACTION PLUS
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om
aan te geven dat het ESC systeem in werking is
getreden.Als het lampje niet uit gaat, of tijdens het rijden
blijft branden, contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk.
Storing Hill Holdersysteem
Het lampje gaat branden als het Hill
Holdersysteem defect is.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
geelVERSLETEN REMBLOKKEN
Het lampje gaat branden wanneer de remblokken
voor of achter versleten zijn.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen.
150
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 156 of 379
Wat het betekent Wat te doen
geelTPMS
Storing TPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing
in het TPMS wordt gedetecteerd.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden om aan
te geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of dat de band langzaam
spanning verliest. Onder deze omstandigheden
kunnen de optimale levensduur van de banden
en het brandstofverbruik niet gegarandeerd
worden.
BELANGRIJK
23) Wanneer, als de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid hetU lampje niet gaat branden of als tijdens het rijden
het lampje continu of knipperend gaat branden (samen met een melding op de display).
24) Tijdens de regeneratie kan de ventilator worden ingeschakeld.
152
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 157 of 379

BELANGRIJK
102) Rijd altijd met een snelheid die is afgestemd op de verkeerssituatie, de weersomstandigheden en de
wegenverkeerswetgeving. De motor afzetten terwijl het DPF lampje brandt is toegestaan, maar het meermaals
onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies van de motorolie. Daarom wordt
aanbevolen altijd te wachten tot het lampje is gedoofd alvorens de motor af te zetten, zoals hierboven is beschreven.
Het wordt sterk afgeraden de DPF-generatie bij stilstaand voertuig te voltooien.
Wat het betekent Wat te doen
groenDIMLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het dimlicht
wordt ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Dit lampje gaat branden (en er verschijnt ook een
bericht op het display) wanneer deze functie in
gebruik is (zie de paragraaf “Follow me home” in "
Buitenverlichting"in het hoofdstuk "Kennismaking
met het voertuig").
groenLINKER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer
de drukknop voor de alarmknipperlichten wordt
ingedrukt.
153
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel
Page 158 of 379
Wat het betekent Wat te doen
groenRECHTER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst
of, samen met de linker richtingaanwijzer,
wanneer de drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
groenMISTLAMPEN VOOR
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen
voor worden ingeschakeld.
groenCRUISE-CONTROL
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR
wordt gedraaid, gaat het digitale
waarschuwingslampje branden, maar als de
cruise-control is uitgeschakeld moet het enkele
seconden later uitgaan.
Het lampje op het display gaat branden als de
draaischakelaar van de cruise-control op ON
wordt gedraaid of
, afhankelijk van de versie.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
154
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesopinstrumentenpaneel