29
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
storingen te voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht
contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
Controle tijdens het rijden
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Dit systeem geeft aan hoeveel kilometer u
nog ver wijderd bent van de eerstvolgende
onderhoudscontrole volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van de afgelegde afstand en de verstreken tijd
sinds de laatste onderhoudscontrole.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
kan, afhankelijk van het land van bestemming,
ook de vervuiling van de motorolie invloed
hebben op de berekende afstand tot de
volgende onderhoudscontrole.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet,
gaat gedurende enkele seconden
de onderhoudssleutel branden. De
kilometerteller of een signalering midden
op het instrumentenpaneel geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel ; de teller geeft
weer de kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie in het midden van
het display.
37
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden.De sleutel kan ook gaan branden als
het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole, zoals vermeld
in het onderhoudsschema van de
fabrikant, is overschreden.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, in verband met de
mate van vervuiling van de motorolie.
Deze vervuiling is afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
enkele seconden de sleutel knipperen
om aan
te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in werking
en blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
gaat deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, vergezeld van het permanent
branden van het verklikkerlampje "Service".
Controle tijdens het rijden
39
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Handmatige CHECK via het centrale display van het instrumentenpaneel type 2
Met deze functie kunt u de staat van de auto controleren (status van in te stellen functies - geactiveerd/gedeactiveerd) en een logboek van storingen
opvragen.
F
D
ruk bij een draaiende motor kort op de
knop ".../000" van het instrumentenpaneel
om de test te starten. De volgende gegevens verschijnen achter
elkaar op het display in het midden van het
instrumentenpaneel:
-
m
otorolieniveaumeter (zie de betreffende
paragraaf),
-
o
nderhoudsindicator (zie de betreffende
paragraaf),
-
a
ctuele controlelampjes en
waarschuwingen, voor zover aanwezig
(zie de paragraaf over het controlelampje
of uitrusting in kwestie), Deze informatie verschijnt ook elke
keer wanneer u het contact aanzet
(automatische test).
-
a
ctieradius met de resterende hoeveelheid
additief AdBlue en met betrekking tot het
SCR-systeem van de uitvoeringen met
BlueHDi dieselmotor,
-
s
tatus van in te stellen functies (zie de
rubriek "Multifunctionele displays").
Controle tijdens het rijden
43
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Monochroom display C
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
d
e parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de
handsfree kit,
-
d
e informatie van de boordcomputer (zie
de desbetreffende rubriek),
-
d
e waarschuwingsmeldingen,
-
d
e configuratiemenu's van het display en
de uitrusting van de auto.
Weergave op het display
Druk op het bedieningspaneel van de audio-
installatie op:
F
d
e toets A om te kiezen tussen weergave
van de audio-informatie op een volledig
scherm of de gecombineerde weergave
van de audiogegevens en de informatie
van de boordcomputer,
F
d
e toets "MENU" voor toegang tot het
algemene menu ,
F
d
e toets " 5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets "OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets "Terug" om de uitgevoerde
handeling af te breken.
Toetsen
F Druk op de toets "MENU" om het
algemene menu weer te geven:
-
"Multimedia",
-
"Telefoon",
-
"Boordcomputer",
-
"Bluetooth-verbinding".
-
"
Persoonlijke instellingen - Configuratie".
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets "OK" te drukken.
Algemeen menu
Controle tijdens het rijden
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Als de radio is ingeschakeld, kunt u via
dit menu de functies van de radio (RDS,
Volgsysteem digitale zender, FM,RadioText
(TXT)) in- of uitschakelen en kunt u kiezen
op welke manier de media moet worden
afgespeeld (Normaal, Willekeurig, Willekeurig
alle media, Herhalen).
Raadpleeg voor meer informatie over de
functie "Multimedia" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Menu "Multimedia"Menu
"Boordcomputer"
Via dit menu kunt u informatie over het
functioneren van de auto raadplegen.
Logboek
waarschuwingsmeldingen
Deze functie herhaalt de status- en
waarschuwingsmeldingen van de functies (aan,
uit of defect) door ze achtereenvolgens op het
multifunctionele display te laten verschijnen.
F
D
ruk op de toets "MENU" om het
algemene menu weer te geven.
F
D
ruk op de dubbele pijlen en vervolgens
op de toets "OK" om het menu
Boordcomputer te selecteren.
F
S
electeer in het menu "Boordcomputer"
de functie "Logboek waarschuw." en
bevestig uw keuze.
Menu "Telefoon"
Als de radio is ingeschakeld en dit menu is
geselecteerd, kunt u de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
functie "Telefoon" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Menu "Bluetooth-
verbinding"
Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit
menu een Bluetooth apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree, audiobestanden
l eze n).
Zie voor meer informatie over de
"Bluetooth-verbinding" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Menu's
Navigatie
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Telefoon
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie". Radio Media
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie". Rijden
Hiermee kan de informatie
van de boordcomputer worden
weergegeven en kunnen, volgens
uitvoering, bepaalde functies worden
geconfigureerd.
Zie de desbetreffende rubriek.Instellingen
Hiermee kunnen de weergave en het
systeem worden geconfigureerd. Internetdiensten
De internetdiensten zijn beschikbaar
via een Bluetooth, WiFi, CarPlay™ of
MirrorLink™-verbinding.
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Druk op een van de toetsen van het
bedieningspaneel om het desbetreffende menu
direct te openen.
1.
I
nstellen van het geluidsvolume/
onderbreken van het geluid.
Zie de rubriek "Audio en datacommunicatie".
205
DS4_nl_Chap08_conduite_ed03-2015
Schakelindicator*
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak kan naast de pijl ook
de geadviseerde versnelling worden
weergegeven.
Bij uitvoeringen met automatische
transmissie werkt dit systeem alleen in
de handbediende stand.
* Volgens motoruitvoering.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi 150 -dieselmotor en
een handgeschakelde versnellingsbak kan het systeem
u onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken om de
versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, om het
tijdelijk afzetten van de motor mogelijk te maken (STOP-
fase van het Stop & Start-systeem). In dat geval wordt de
aanduiding N weergegeven op het instrumentenpaneel.
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.
Werking
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op te
schakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale versnelling hangt
namelijk altijd af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid. De bestuurder
blijft derhalve altijd zelf verantwoordelijk voor het
al dan niet opvolgen van een schakeladvies van
het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld. Voorbeeld:
-
U r
ijdt in de derde versnelling.
-
U t
rapt het gaspedaal in.
-
H
et systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te
schakelen,
- de achteruitversnelling in te schakelen.
Rijden