51
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Uitschakelen
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
met alleen de uitwendige
beveiliging ingeschakeld
schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
e
en huisdier in de auto wordt
achtergelaten,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af.
F D ruk binnen 10 seconden op de knop tot
het verklikkerlampje blijft branden.
F
V
erlaat de auto.
F
D
ruk onmiddellijk op de vergrendelknop
van de afstandsbediening.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening om de uitwendige
beveiliging uit te schakelen.
F
D
ruk op de vergrendelknop van de
afstandsbediening om alle alarmsystemen
in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop zal opnieuw
één keer per seconde knipperen.
De interieur- en wegsleepbeveiliging
worden uitsluitend uitgeschakeld als
deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact wordt uitgevoerd.
2
toegang tot de auto
104
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Extra stevig aantrekken
u kunt, indien nodig, de parkeerrem extra stevig
a antrekken . Dit gebeurt door de de hendel A
langer te bedienen , tot de melding "Parkeerrem
extra stevig aangetrokken " op het display
verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem is noodzakelijk onder de
volgende omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...)
bepaalt de parkeerrem zelf zijn aantrekkracht.
Dit is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen
zonder de motor te starten, trap dan bij
aangezet contact het rempedaal in en zet de
parkeerrem vrij door eerst de hendel A in te
drukken en deze vervolgens los te laten .
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door het doven van
het controlelampje P op de hendel en het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
in combinatie met de melding "parkeerrem
vrijgezet" op het display van het
instrumentenpaneel.
om d
e goede werking van het systeem en
daarmee uw veiligheid te garanderen, is het aantal
keren dat u de parkeerrem achter elkaar kunt
aantrekken en vrijzetten beperkt tot acht keer.
bi
j overmatig gebruik wordt u gewaarschuwd
door de melding “ Storing parkeerrem ” en gaat
een verklikkerlampje knipperen. Als de accu leeg is, werkt de elektrische
parkeerrem niet meer.
Als de parkeerrem niet is aangetrokken,
schakel dan als voorzorg een
versnelling in of plaats een stut tegen
een van de wielen om te voorkomen dat
de auto weg kan rollen.
ne
em contact op met het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Let op:
-
I
n geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen
is of op een steile helling staat, dient u
bij het parkeren een voor wiel tegen de
stoeprand te draaien en een versnelling in
te schakelen.
-
n
a h
et extra stevig aantrekken van de
parkeerrem duurt het langer voordat de
parkeerrem weer is vrijgezet.
rijden
259
C5_nl_Chap11b_sMeGplus_ed01-2015
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen Navigatie Bestemming innvoeren
Weergeven van de meest recente bestemmingen.
Berekenings criteria
sne
lste
De navigatiecriteria kiezen.
op d
e kaart wordt het aan de hand van de
criteria gekozen traject weergegeven.
k
or tste
ti
jd/afstand
e
cologisch
to
l
Veer boot
Verkeer
ex
act - Dichtb.
Zie route op de kaart De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
b
evestigenDe opties opslaan.
Huidie locatie opslaan Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraakweergave Het stemvolume en het opnoemen van
straatnamen instellen.
Route omleiden Afwijken van de oorspronkelijke route met een
bepaalde afstand.
Navigatie Weergeven als tekst.
Inzoomen.
u
itzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
ka
art tweedimensionaal weergeven.
.
Audio en telematica