28
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2015
7 inch touchscreen tablet
Het touchscreen tablet heeft de volgende functies:
- b ediening van de ver warming/
airconditioning,
-
t
oegang tot de boordcomputer en de
configuratie van diverse functies van de
auto,
-
b
ediening van het audiosysteem en de
telefoon,
-
t
oegang tot de interactieve hulp en de
instellingen van de geluidssignalen en de
lichtsterkte van de dashboardverlichting,
en volgens uitvoering:
-
w
eergave van waarschuwingsmeldingen
en de parkeerhulp,
-
d
e bediening van het navigatiesysteem en
de internetdiensten.
Uit veiligheidsoverwegingen moet
de bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande
auto uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.Algemene werking
Adviezen
Het scherm moet voelbaar worden aangeraakt,
met name bij bewegingen (door lijsten
bladeren, over de kaart scrollen, enz.).
Lichtjes aanraken is niet voldoende.
Als u het touchscreen tablet met meerdere vingers
aanraakt, worden de commando's niet uitgevoerd.
Deze technologie werkt bij elke temperatuur en
werkt ook wanneer u handschoenen draagt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen tablet.
Raak het touchscreen tablet niet aan met
vochtige vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen tablet te reinigen. Gebruik deze toets om de secundaire
pagina te openen.
Gebruik deze toets om terug te gaan
naar de hoofdpagina.
Gebruik deze toets om toegang te
krijgen tot extra informatie en de
instellingen van bepaalde functies.
Gebruik deze toets om uw keuze te
bevestigen en wijzigingen op te slaan.
Gebruik deze toets om de pagina te
verlaten.
Principes
Gebruik de toetsen aan weerszijden van het scherm
om de menu's te openen en druk vervolgens op de
op het scherm weergegeven toetsen.
Elk menu wordt op één pagina of op twee
pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina)
weergegeven.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen
op de secundaire pagina worden uitgevoerd, wordt
automatisch de hoofdpagina weer weergegeven.
Bij zeer warm weer kan het systeem automatisch
voor een tijdsduur van minimaal 5 minuten
overgaan op de stand-bystand (het scherm en
het geluid worden volledig uitgeschakeld).
Status van de verklikkerlampjes
Bepaalde toetsen zijn voorzien van een verklikkerlampje
dat de status van de desbetreffende functie aangeeft.
Groen verklikkerlampje: u hebt de desbetreffende functie
geactiveerd.
Oranje verklikkerlampje: u hebt de desbetreffende
functie uitgeschakeld.
Instrumentenpaneel
38
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2015
Datum en tijd instellen
F Selecteer "Tijd instellen " of "Datum instellen "
en wijzig de instellingen met behulp van het
numerieke toetsenbord en bevestig uw keuzes.
F Druk op de secundaire pagina op "Tijd/datum ".
F
S
electeer het menu
" Configuratie ".
F
D
ruk op "Bevestigen " om het
menu te verlaten.
De datum en tijd kunnen worden ingesteld via
het touchscreen tablet.
Instrumentenpaneel
40
C4-cactus_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisering en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Sleutel met afstandsbediening
Uitklappen / inklappen van
de sleutelOntgrendelen van de auto
Ontgrendelen met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier richting de voorzijde
van de auto om deze te ontgrendelen.
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
F Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
F
D
ruk op deze knop om de sleutel uit of in te
klappen.
Selectief ontgrendelen van de
achterklep
F Houd de middelste knop van de afstandsbediening ingedrukt tot
de achterklep wordt ontgrendeld.
De portieren blijven vergrendeld.
Als het selectief ontgrendelen van de achterklep
is uitgeschakeld, zult u met het indrukken van
deze knop ook de portieren ontgrendelen.
Vergeet niet de achterklep weer te
vergrendelen door op de vergrendelknop
(gesloten hangslot) te drukken.
Het selectief ontgrendelen van de achterklep
kan worden in- of uitgeschakeld via het
touchscreen tablet.
Het systeem is standaard zo ingesteld dat
de achterklep selectief wordt ontgrendeld.F
S
electeer het menu
" Rijhulpsysteem ".
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Configuratie auto ".
Toegang tot de auto
62
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Om bij koud weer en koude motor de
toevoer van koude lucht in het interieur
te beperken, wordt de luchtopbrengst
geleidelijk vergroot tot de gewenste
comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de
stand AUTO. Als de stand AUTO echter wordt
uitgeschakeld, blijft de geselecteerde intensiteit
opgeslagen.
Als de intensiteit wordt gewijzigd ter wijl de
stand AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand
AUTO hierdoor niet ingeschakeld. Druk om de ingestelde intensiteit te wijzigen op
de toets van de gewenste intensiteit: "Langzaam ": voor een aangenaam
comfort en een zo laag mogelijk
geluidsniveau, aangezien de
aanjagersnelheid beperkt wordt.
" Normaal ": voor het beste
compromis tussen thermisch
comfort en een laag geluidsniveau
(standaardinstelling).
" Snel ": voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
Intensiteit van het automatische
programma
F Druk op deze toets om de secundaire pagina weer te
geven. Op deze pagina kunt u de
intensiteit van het automatische
programma "comfort" instellen.
Ergonomie en comfort
83
C4-cactus_nl_Chap04_Eclairage-et-visibilite_ed01-2015
Inschakelen
F G eef bij afgezet contact een "lichtsignaal"
met de lichtschakelaar.
F
G
eef nogmaals een "lichtsignaal" om de
functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me
home-verlichting na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Follow me
home-verlichting
Automatisch
Als de functie "automatische verlichting" is
geactiveerd, gaat bij een geringe lichtsterkte
van de omgeving na het afzetten van het
contact het dimlicht branden.
U kunt de functie in- en uitschakelen en de
tijdsduur van de follow me home-verlichting
instellen via het touchscreen tablet. F
S
electeer het menu
" Rijhulpsysteem ".
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Configuratie auto ".
Handmatig
Koplampen in
hoogte verstellen
Verstel de koplampen afhankelijk van de
belading van uw auto om verblinding van
medeweggebruikers te voorkomen.
Stand "0" : basisinstelling.
0.
Alleen bestuurder o
f bestuurder + voorpassagier.
-. Bestuurder + voorpassagier + achterpassagiers.1. Bestuurder + voorpassagier + achterpassagiers + bagage in de bagageruimte.
-. Bestuurder + voorpassagier + achterpassagiers + bagage in de bagageruimte.
2. Alleen bestuurder + maximaal toegestane belading van de koffer.
Deze stand voldoet om verblinding van tegenliggers
te voorkomen.
Bij gebruik van een hogere stand wordt de reikwijdte
van de koplamplichtbundel beperkt.
4
Verlichting en zicht
86
C4-cactus_nl_Chap04_Eclairage-et-visibilite_ed01-2015
Ruitenwisser achter
Uit.Deactiveer de automatische werking van
de ruitenwisser achter bij sneeuwval of
strenge vorst en bij montage van een
fietsendrager op de achterklep.
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende
enige tijd).
Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Deze automatische functie kan worden
geactiveerd of gedeactiveerd via het
touchscreen tablet.
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.
Uw auto is uitgerust met een innovatief
ruitensproeiersysteem voor de voorruit.
De ruitensproeiervloeistof wordt via het
ruitenwisserblad op de voorruit gesproeid,
zodat het zicht van de bestuurder en dat
van de passagiers niet wordt belemmerd.
F
S
electeer het menu
" Rijhulpsysteem ".
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Configuratie auto ".
Deze functie is standaard geactiveerd.
Verlichting en zicht
89
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Alarmknipperlichten
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het
overige verkeer te waarschuwen in het geval
van file, pech, slepen of een ongeval.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de alarmknipperlichten,
afhankelijk van de mate van remvertraging,
automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken. Hiermee kunt u een noodoproep of
hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de
desbetreffende CITROËN-helpdesk.
Urgence-oproep of
Assistance-oproep
Raadpleeg de rubriek "Audio en
datacommunicatie" voor meer informatie over
het gebruik van deze voorziening.
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het
stuurwiel.
5
Veiligheid
90
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2015
Elektronisch stabiliteitsprogramma
(ESP: Electronic Stability Control) dat de
volgende systemen omvat:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar (REF),
-
d
e noodremassistentie (AFU),
-
d
e antispinregeling (ASR),
-
de
dynamische stabiliteitscontrole.
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en dragen bij tot een betere
controle in bochten, vooral op een slecht of
glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De elektronische remdrukregelaar verdeelt de
remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (AFU)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het
doorspinnen van de wielen te beperken via
de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
De dynamische stabiliteitscontrole houdt de
vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers
van de auto afwijkt van de door de bestuurder
gewenste richting, automatisch in via de
remmen van een of meerdere wielen en het
motorkoppel om de auto voor zover mogelijk
weer in de juiste koers te brengen.
Veiligheid