170
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Oliefilter
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild begint te
raken, wordt u hierop geattendeerd
door het blijven branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje
dooft.
Als het lampje blijft branden, is het minimale
brandstofadditiefniveau bereikt.
Zie de rubriek "Niveau brandstofadditief ".
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt de
rubriek "12V-accu" voor meer informatie over de te
nemen voorzorgsmaatregelen.
Praktische informatie
204
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2015
Zekeringen dashboard
De twee zekeringkasten bevinden zich aan
de onderzijde van het dashboard, onder het
stuurwiel.Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
F01 10Rempedaal (schakelaar 2), Stop & Start.
F02 5Koplamphoogteverstelling, extra verwarming (diesel),
parkeerhulp, diagnoseaansluiting, buitenspiegels (elektrische
verstelling).
F03 10Brandstofadditiefpomp (diesel), elektrische stuurbekrachtiging,
koppelingspedaal (schakelaar).
F04 5Regen-/lichtsensor.
F06 10Rempedaal (schakelaar 1), diagnoseaansluiting.
F08 5Module stuurkolomschakelaars en stuurwieltoetsen.
F10 10Urgence-oproep / Assistance-oproep.
F12 5Stop & Start, ABS, ESP.
F13 5Parkeerhulp, achteruitrijcamera.
F14 15Elektronisch gestuurde versnellingsbak, schakelaarpaneel
(onder touchscreen tablet), airconditioning, touchscreen tablet.
F16 1512V-aansluiting.
F18 20Autoradio.
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los door het aan de bovenzijde
eerst links en vervolgens rechts los te trekken.
Linker zekeringkast
Storingen verhelpen
207
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2015
Zekeringen motorruimte
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los.
F V ervang de zekering (zie de
desbetreffende paragraaf).
F
S
luit na het vervangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast. Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
F1 40Airconditioning.
F2 30 / 40
Stop & Start.
F3 30Zekeringkast interieur.
F4 70Zekeringkast interieur.
F5 70Intelligente servicecentrale (BSI).
F6 60Motorventilateurgroep.
F7 80Intelligente servicecentrale (BSI).
F8 15Motormanagement, brandstofpomp.
F9 15Motormanagement.
F10 15Motormanagement.
F11 20Motormanagement.
F12 5Motorventilateurgroep.
F13 5Intelligente servicecentrale (BSI).
F14 5Eenheid laadtoestand accu (motor zonder Stop & Start).
F15 5Stop & Start.
F17 5Intelligente servicecentrale (BSI).
F18 10Grootlicht rechts.
De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, bij de accu.
8
Storingen verhelpen
209
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2015
12V- ac c u
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
F
o
ntgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en maak
aan de buitenzijde de veiligheidshaak los,
F
o
pen de motorkap en plaats de
motorkapsteun onder de motorkap om hem
geopend te houden,
F
b
eweeg het plastic beschermkapje omhoog
voor toegang tot de (+) klem.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Na het monteren van de accu duurt
het even voordat het Stop & Start-
systeem weer zal werken, hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8
uur duren).
Voordat u werkzaamheden
uitvoer t
Zet de auto stil, trek de parkeerrem
aan, zet de versnellingsbak in de
neutraalstand en zet vervolgens het
contact af.
Controleer of alle elektrische functies
van de auto zijn uitgeschakeld. Forceer de hendel niet bij het
omlaagduwen, aangezien de
accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is
geplaatst; herhaal de procedure.
Loskoppelen van de pluspool (+)
F Trek de hendel D zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem E te ontgrendelen.
Weer aansluiten van de pluspool (+)
F Plaats de geopende accupoolklem E op de pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem E om
hem goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de hendel D
omlaag te duwen.
8
Storingen verhelpen
211
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2015
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in een
goed geventileerde ruimte, ver van open vuur of
vonken veroorzakende bronnen, om elk risico
van brand- of explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op te laden:
de accu moet eerst worden ontdooid om
explosiegevaar uit te sluiten. Als de accu
bevroren is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat opladen door
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Zij controleren of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor giftige
en corrosie-veroorzakende accuzuren zouden
kunnen weglekken.
Keer de polariteiten niet om en gebruik uitluitend
een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
Als uw auto is uitgerust met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak, is het aanduwen van
de auto om de motor te starten niet toegestaan.
Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.
F
C
ontroleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen. Bij auto's met het Stop & Start-systeem
hoeven de accukabels tijdens het
opladen niet losgenomen te worden.
8
Storingen verhelpen
247
C4-cactus_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2015
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen
Navigatie Bestemming innvoeren
Weergeven van de meest recente bestemmingen.
Berekenings criteria Snelste
De navigatiecriteria kiezen.
Op de kaart wordt het aan de hand van de
criteria gekozen traject weergegeven.
Kor tste
Tijd/afstand
Ecologisch
To l
Veer boot
Exact - Dichtb.
Zie route op de kaart
De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
Bevestigen De opties opslaan.
Opslaan Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraak Het stemvolume en het opnoemen van
straatnamen instellen.
Route omleiden Afwijken van de oorspronkelijke route met een
bepaalde afstand.
Navigatie Weergeven als tekst.
Inzoomen.
Uitzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
Kaart tweedimensionaal weergeven.
.
Audio en telematica
254
C4-cactus_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2015
Navigatie - routebegeleiding
Een bestemming kiezen
Selecteer "Bestemming invoeren ".Selecteer "
Opslaan" om het adres
als item op te slaan.
U kunt maximaal 200 items opslaan.
Selecteer " Bevestigen ".
Druk op " Zie route op de kaar t " om
de navigatie te starten.
Selecteer "
Adres".
Kies het " Land:" in de
weergegeven lijst en
vervolgens op dezelfde manier
de " Plaats: " of de postcode,
de " Straat: ", het "N°:".
Druk elke keer op Bevestigen. Selecteer "
Navigeren".
Kies de overige criteria: " Inclusief
tolwegen ", "Inclusief veerboten ",
" Verkeer ", "Exact ", "Dichtbij".
Kies de navigatiecriteria: "
Snelste"
of " Kor tste " of "Tijd/afstand " of
" Ecologisch ". Druk om de navigatie-informatie te
wissen op "
Instellingen ".
Druk op " De navigatie stoppen ".
Druk om de navigatie te hervatten op
" Instellingen ".
Druk op " De navigatie hervatten ".
Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Naar een nieuwe bestemming
Of
Audio en telematica
289
C4-cactus_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2015
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak .......................................... 12 2
SCR (Selective Catalytic Reduction)
............172
SCR-systeem
.......................................... 20, 172Tankbeveiliging
...............................
..............152
Tassenhaak
.....................................................76T
S
Technische gegevens ............................215 -218
Telefoon ................................................. 274-276
Temperatuurregeling .................................5 7, 6 1
Tijd instellen
.................................................... 38
TMC (verkeersinformatie)
.............................258
Touchscreen
............................................. 3
0, 33
Touchscreen (Menu's)
.................... 28 -30, 33, 225, 230, 231
Trekhaak
................................................ 117, 1 5 6
Radio
............................................ 238, 239, 242
Radiozender
......................................... 238, 239
RDS
............................................................... 239
Regelmatig onderhoud
..................................... 9
Regeneratie roetfilter
.................................... 170
Reinigen (adviezen)
...................................... 180
Remblokken
.................................................. 171
Remlampje
...................................................... 18
Remlichten
.................................................... 19 9
Remmen
.................................................. 18 , 171
Remschijven .................................................. 171
Remvloeistofniveau
...................................... 16
8
Reservewiel
.......................................... 188, 189
Richtingaanwijzers
........... 80, 82, 194, 196, 199
Rijadviezen
........................................... 11 6 , 117
Risicozones (update)
.................................... 257
Roetfilter
................................................ 16 9, 170
Ruitbediening
.................................................. 48
Ruitensproeier achter
..................................... 86
Ruitensproeierreservoir
................................ 169
Ruitensproeiers vóór ....................................... 86
Ruitensproeiervloeistofniveau
...................... 169
Ruitenwisser achter
........................................ 86
Ruitenwisserbladen (vervangen)
........................................... 88, 160
Ruitenwisserbladen vervangen
.............. 8
8, 160
Ruitenwissers
...................................... 1
5, 85, 87
Ruitenwisserschakelaar
............................ 8
5 - 87
R
Selectiehendel elektronisch gestuurde versnellingsbak ......................... 17
1
Serienummer auto
..............................
..........220
Sleepoog
......................................................... 76
Slepen van een auto
.............................212, 213
Sleutel met afstandsbediening
........... 4
0, 41, 43
Sneeuwkettingen
.......................................... 15 4
Sneeuwscherm
............................................. 15
5
Snelheidsbegrenzer
..............................132, 13 8
Snelheidsregelaar
................................. 13 5, 13 8
Spaarfase
...................................................... 157
Startblokkering, elektronische
.................. 41
, 4 3
Starten ........................................................... 210
Starten van de auto............................... 118 , 12 4
Starten van de motor
.................................... 118
Stilzetten van de auto
...........................118 , 12 4
Stoelen verstellen
........................................... 49
Stoelverwarming
............................................. 50
Stoelverwarming, schakelaars
.................................................. 50
St
op
................................................................. 17
Stop & Start
........................ 15, 36, 65, 129, 131,
142, 150, 164, 170, 209
Stop (verklikkerlampje)
...................................17
Streaming audio Bluetooth
...................242, 244
Stuurkolomschakelaars
................................229
Stuurslot
.......................................................... 41
Stuurwiel (verstellen)
...................................... 54
Stuurwielverstelling ......................................... 54
Synchroniseren afstandsbediening
................42Uitschakelen ESP
...........................................92
Updaten risicozones
.....................................257
UREA
....................................................172 , 173
Urgence-oproep
......................................89, 222
USB
...............................................................242
USB-aansluiting
..........................69, 70, 72, 242
USB-poort
.....................................................242
U
Veiligheidsgordels .............................93 - 95, 107
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
.......... 9
7, 101-103, 108, 110 -114
Ventilatie
...............
.........................9, 55, 56, 59
Ventilatieroosters
............................................ 55
Vergrendeling van binnenuit
........................... 44
V
erkeersinformatie (TA)
................................ 25
9
Verkeersinformatie (TMC)
............................ 25
8
Verklikkerlampjes
...................................... 13
, 16
V
.
Trefwoordenregister