Page 44 of 176
42
c-zero_nl_ chap03_confort_ed01-2014
Airconditioning
De airconditioning kan worden gebruikt zodra
het verklikkerlampje "rea
dy" brandt.1. Temperatuurregeling
F Draai de knop rechtsom om de temperatuur te verhogen en
linksom om deze te verlagen.
Het systeem kan handmatig worden ingesteld of automatisch functioneren.
1.
te
mperatuurregeling
2.
L
uchtopbrengstregeling
3.
Luchtverdeling
4.
t
o
evoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
5.
t
o
e t s " M a x "
6.
A
irconditioning aan/uit Als
de knop in de stand "●" staat, is de
t
emperatuur van de toegevoerde lucht
gelijk aan die van de buitenlucht.
Als u tijdens het gebruik van de
verwarming of airconditioning de
knop
in de stand "●" zet, wordt de
v
erwarming of airconditioning direct
uitgeschakeld.
Verwarming /
ventilatie
Zodra het lampje "re ady" gaat branden kunnen
de verwarming en ventilatie worden gebruikt.
comfort
Page 46 of 176

44
c-zero_nl_ chap03_confort_ed01-2014
6. Airconditioning aan/uit
Aan
F Druk op de toets "A /C " , het desbetreffende
controlelampje gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Uit
F Druk nogmaals op de toets "A /C " , het
desbetreffende controlelampje gaat uit.
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen
onaangename verschijnselen optreden (vocht,
beslagen ruiten).
5. Toets "MAX"
De airconditioning werkt doeltreffend
in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn
gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°
c
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Met deze toets kan het interieur snel worden
ver warmd of gekoeld. Als de knop van de
luchtopbrengstregeling in de stand "
OFF" staat,
werkt deze toets niet.
Druk op deze toets. Het
desbetreffende controlelampje gaat
branden.
Zet vervolgens de knop van de
temperatuurregeling in de gewenste stand:
- op
"●"
voor
maximale
ventilatie,
- tussen
"●"
en
"H"
voor
maximale
v
erwarming,
- tussen
"C"
en
"●"
voor
maximale
koeling.
om h
et interieur sneller af te koelen,
kunt u gedurende enkele minuten
gebruikmaken van de luchtrecirculatie.
sc
hakel vervolgens de luchttoevoer
weer in.
comfort
Page 47 of 176

45
c-zero_nl_ chap03_confort_ed01-2014
schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit, omdat een
geringer stroomverbruik de actieradius
van de auto vergroot.
ontwasemen -
on
tdooien vóór AchterruitverwarmingDe achterruitver warming kan worden ingeschakeld met de toets op het buitenste gedeelte van de
middenconsole.
F
D
ruk op deze toets om de
achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering) te
ontwasemen. Het controlelampje
van de toets gaat branden.
Zet de knop van de luchtverdeling in
deze stand.
Aan
Uit
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
F
u kunt de achterruitver warming ook eerder
uitschakelen door nogmaals op de toets te
drukken. Het controlelampje van de toets
gaat uit.
Voor snel ontwasemen/ontdooien van
de voorruit en de zijruiten kunt u ook de
toets " MAX" indrukken.
De stand "
to
evoer van buitenlucht" wordt
geselecteerd (verklikkerlampje uit) en,
volgens uitvoering, wordt de airconditioning
ingeschakeld (verklikkerlampje brandt).
Zet de knop van de
temperatuurregeling
tussen "●" en "H ".
Zet de knop van de
luchtopbrengstregeling
in de gewenste stand.
De ontwaseming/ontdooiing van de voorruit
en de zijruiten kan worden gebruikt zodra het
verklikkerlampje "
re
ady" brandt.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend
zodra het controlelampje "
re
ady" brandt.
3
comfort
Page 94 of 176

i
92
c-zero_nl_ chap08_info-pratiques_ed01-2014
F controleer of het
laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel constant brandt.
Het snelladen stopt automatisch
als de tractiebatterij voor ongeveer
80% geladen is.
b
e
gin de procedure
opnieuw als u de batterij tot 100%
wilt laden. Dit zal relatief gezien meer
tijd kosten: de snelheid van het laden
neemt af naarmate de tractiebatterij
voller wordt.
ti
jdens het snelladen kan de
airconditioning van de auto spontaan
gaan werken om de tractiebatterij te
koelen. Het is dan ook normaal dat
u het geluid van de ventilator in het
interieur hoort en dat er onder de auto
een plasje water ontstaat. Als de laadkabel op de aansluiting in de
auto is aangesloten, is het starten van
de motor om veiligheidsredenen niet
mogelijk.
Als u de motor toch probeert te starten,
zal de laadprocedure afgebroken
worden.
u moet in dat geval de stekker
van de laadkabel losnemen en opnieuw
op de auto aansluiten om het laden te
hervatten. Als de buitenluchttemperatuur lager
is dan 0°
c, d
uurt het laden mogelijk
langer dan normaal.
Als de buitenluchttemperatuur lager
is dan -25°
c, i
s het laden wellicht niet
mogelijk.
Als dat niet het geval is, wordt er niet
geladen; volg de gebruiksaanwijzing van het
snellaadapparaat. Als het laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel uitgaat, is het laden voltooid.
F
M
aak de laadkabel los volgens
de gebruiksaanwijzing van het
snellaadapparaat.
F s
l
uit de afdekkap van de stekkeraansluiting
in de auto en sluit dan het klepje.
co
ntroleer na het laden altijd of
de afdekkap en het klepje van het
laadsysteem goed dicht zitten.
Let er goed op dat er geen stof of
water in de stekkeraansluiting op de
auto of de aansluiting van de kabel
terechtkomt, aangezien anders kans
bestaat op brand of elektrocutie.
Auto staat lange tijd stil
Laad de tractiebatterij eens in de
drie maanden helemaal op (normale
laadprocedure) als u de auto langere
tijd niet gebruikt.
co
ntroleer eerst of de 12V-accu
aangesloten is en of deze niet leeg is.
Als dat wel het geval is, ga dan naar
het gedeelte "12V-accu" voor informatie
over het aansluiten en bijladen van
deze accu.
Praktische informatie
Page 95 of 176

93
c-zero_nl_ chap08_info-pratiques_ed01-2014
12V- ac c u
Alle elektrische componenten van de auto
(met uitzondering van de elektromotor, de
verwarming en de airconditioning) worden door
een 12V-accu gevoed.
Deze accu bevindt zich in de ruimte onder
de voorklep en wordt door de tractiebatterij
geladen als de elektromotor werkt (lampje
"
re
ady" op het instrumentenpaneel) en tijdens
het opladen.
Als de 12V-accu leeg is, kan de
elektromotor niet meer worden
ingeschakeld en wordt de tractiebatterij
niet meer bijgeladen. F
o
n
tgrendel de voorklep met de hendel in
het interieur, maak de veiligheidshaak los
en open de klep.
F
P
laats de steun in een van de gaten om de
voorklep open te houden.
F
D
raai de moer 1 los.
F
V
erwijder de afdekplaat van de accu om bij
de klemmen te komen.Toegang tot de accu
Wij raden af om de accukabels los te
nemen.
ec
hter, als de auto langdurig
(meer dan een maand) wordt stilgezet,
is het vooral in de winter beter om de
accu uit de auto te nemen en deze
vorstvrij op te slaan.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
de elektronische regeleenheid te laten
resetten.
8
Praktische informatie
Page 117 of 176
115
c-zero_nl_ chap08_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich in het onderste
deel van het dashboard aan de linkerzijde. Zekering Ampère
Functies
1 7, 5
A
Parkeerlichten vóór en linksachter.
2 15
A
12V-aansluiting.
3 -
nie
t gebruikt.
4 7, 5
A
st
artmotor.
5 20 A
Audio-installatie.
6 -
nie
t gebruikt.
7 7, 5 Abo orduitrusting, parkeerlichten vóór en rechtsachter.
8 7, 5
A
el
ektrisch bediende buitenspiegels.
9 7, 5
A
su
pervisor.
10 7, 5
AAirconditioning.
11 10
AMistachterlicht.
12 15
A
cen
trale vergrendeling.
13 10
APlafonnier.
8
Praktische informatie
Page 130 of 176

128
c-zero_nl_ chap09_verifications_ed01-2014
controlescontroleer, tenzij anders aangegeven, de onderdelen aan de hand van het onderhoudsschema van de fabrikant.
Laat anders de controles uitvoeren door het
cIt roËn- netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Laat het filter periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken
vaker, tussen twee onderhoudscontroles
door, te laten controleren.
Remblokken
Gebruik uitsluitend door cItroËn
a anbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
om d
e werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt
c
It
ro
Ën s
pecifieke
producten aan.
Handrem
Als de handrem een te grote
slag heeft of als het systeem
minder goed werkt, moet de handrem
zelfs tussen twee onderhoudscontroles
door worden afgesteld.
Staat van remschijven /
remtrommels
raadpleeg het cIt roËn- netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven en/of
remtrommels.
Laat het systeem controleren door het
cIt
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het filter twee keer zo vaak
vervangen worden
.
ee
n verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
onderhoud
Page 163 of 176
161
c-zero_nl_ chap12_recherche-visuelle_ed01-2014
ruitbediening 2 9
Zekeringen dashboard
1
15-117
Ventilatie
4
0-41
Verwarming
42- 44
Airconditioning
4
2- 44
on
twasemen/ontdooien vóór
4
5
Achterruitverwarming
45
12V-aansluiting
38
Handbediende parkeerrem
4
8
bi
nnenspiegel
36
u
sb
-
box
39
on
tgrendeling voorklep
1
23
cockpit
openen klepjes laadsystemen 30 Audio-installatie
136-158
s
electiehendel
49-50
.
Zoeken op afbeelding