Page 34 of 330

32
c-elysee_nl_chap02_ouvertures_ed01-2014
raadpleeg zo snel mogelijk het cItroËn- netwerk als de storing niet is
verholpen.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is,
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje, een geluidssignaal
en een melding op het display.
Batterij vervangen
F Verwijder de lege batterij.
F
P laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel op de afstandbediening
vast.
bi
j een storing in de afstandsbediening kan
de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd
worden.
F
o
n
tgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
s
y
nchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Storing in de
afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af en neem de sleutel uit het contactslot.
F
D
ruk direct daarna gedurende enkele
seconden op het vergrendelknopje
(gesloten hangslot) van de
afstandsbediening.
F
Z
et de sleutel in de stand 2
(Contact).
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
ba
tterij ref.: cr
2
032/3 V.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij het oog.
F
V
erwijder het deksel.
toegang tot de auto
Page 38 of 330

36
c-elysee_nl_chap02_ouvertures_ed01-2014
Portieren
Van buitenaf
F ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel en trek aan
de portiergreep.
Openen
Van binnenuit
F trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld. -
b
ij draaiende motor
gaat dit
lampje branden in combinatie
met een melding die enkele
seconden op het multifunctionele
display verschijnt,
-
ti
jdens het rijden
(snelheid hoger dan
10 km/h) gaat dit lampje branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding die gedurende enkele seconden
op het multifunctionele display verschijnt.
Sluiten
Als een portier niet goed is gesloten:
Noodbediening
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Bestuurdersportier
steek de sleutel in het slot om het portier te
vergrendelen of ontgrendelen.
Overige portieren
F controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
V
er wijder met de sleutel het zwarte
afdekkapje op de zijkant van het portier.
F
s
t
eek de sleutel zonder te forceren in de
opening en duw vervolgens, zonder te
draaien, de nok het portier in.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het
afdekkapje terug.
toegang tot de auto
Page 39 of 330

37
c-elysee_nl_chap02_ouvertures_ed01-2014
Achterklep
Openen
Ontgrendelen en op een kier zetten van
de achterklep met de afstandsbediening
F Druk minimaal een seconde op de centrale knop van de
afstandsbediening.
De achterklep gaat een klein stukje
open.
Op een kier zetten van de
achterklep van binnenuit
Openen van de achterklep
F til de achterklep op tot deze maximaal geopend is.
F
t
r
ek de achterklep omlaag met behulp
van één van de handgrepen aan de
binnenzijde.
Sluiten
Elektrisch bedienbare achterklep
geopend
- bij draaiende motor gaat het
verklikkerlampje branden in
combinatie met een melding
op het multifunctionele display
gedurende enkele seconden,
-
ti
jdens het rijden (snelheid hoger dan
10
km/h) gaat het verklikkerlampje branden
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele display
gedurende enkele seconden.
F
D
ruk op de knop voor het openen van
de achterklep, links op het dashboard
(elektrisch bedienbare achterklep).
of
Mechanische achterklep
geopend
er gaat geen lampje branden als de achterklep
niet goed is gesloten.
u
moet dit zelf controleren.
Als de achterklep niet goed is gesloten:
F
t
r
ek de hendel aan de onderzijde van het
bestuurdersportier omhoog (mechanische
achterklep).
De achterklep gaat een klein stukje open.
2
toegang tot de auto
Page 40 of 330

38
c-elysee_nl_chap02_ouvertures_ed01-2014
Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
F Druk op de knop.
De portieren en de bagageruimte worden ver-
of ontgrendeld.Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10 km/h).
om d
eze functie in of uit te schakelen
(standaard is deze ingeschakeld):
F
d
ruk op de knop tot een geluidssignaal
klinkt en/of een melding op het display
wordt weergegeven.
Vergrendeling van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld,
is de knop buiten werking.
F
t
rek
de portierhandgreep aan de
binnenzijde naar u toe om de auto
te ontgrendelen.
Als één van de portieren is geopend of
niet goed is gesloten, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan bij een noodgeval de toegang tot de
auto voor de hulpdiensten belemmeren.
Noodbediening
Ontgrendelen
F klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
s
t
eek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
als uw auto niet is voorzien van een
neerklapbare achterbank.
toegang tot de auto
Page 50 of 330
48
1. Temperatuurregeling
F Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in te
stellen. Dit systeem werkt alleen als de motor draait.
2. Luchtopbrengstregeling
F Draai de knop in één
van de
vier standen om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen. Wanneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de stand
0
staat (uitschakeling van het systeem),
wordt het thermische comfort niet
meer geregeld.
e
r b
lijft door de rijwind
echter nog wel een kleine luchtstroom
gehandhaafd.
Handbediende airconditioning
(zonder display)
Verwarming / ventilatie
Dit systeem werkt uitsluitend bij draaiende motor.
Comfort
Page 52 of 330

50
elektronische airconditioning (met display)
Dit systeem werkt uitsluitend bij draaiende motor.
1. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
sc
hakel deze stand, zodra dit mogelijk is, weer
2. Temperatuurregeling
F "6 " "5 "Druk op de toetsen
(rood voor warm) en (blauw voor
koud) om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.
er
verschijnen of verdwijnen
geleidelijk temperatuurbalkjes op het
display van de airconditioning.
uit om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het
interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan.
F
D
ruk op deze toets om de toevoer van
buitenlucht uit te schakelen en de lucht
in het interieur te laten recirculeren.
Het lampje op het display van de
airconditioning gaat branden. F
D
ruk nogmaals op de toets om
de toevoer van buitenlucht weer
in te schakelen. Het lampje op
het display van de airconditioning
gaat uit.
3. Ontdooiing - ontwaseming vóór
Zie de desbetreffende rubriek.
comfort
Page 53 of 330

51
4. Aan / Uit airconditioning
F Druk op de toets "A /C ", het
verklikkerlampje op het display
van de airconditioning gaat
branden.
Uitschakelen
Met deze toets wordt de lucht in het
interieur snel gekoeld.
5. Airconditioning: toets A/C MAX
Aan
F Druk op de toets "A /C M A X " , het
verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat branden.
F
D
ruk opnieuw op de toets "A /C " , het
verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat uit.
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
Inschakelen
Uit
F Druk opnieuw op de toets "A /C M A X " ,
het verklikkerlampje op het display van de
airconditioning gaat uit.
6. Luchtverdeling
F Druk herhaaldelijk op de toets om de luchtstroom te verdelen
naar:
-
d
e voorruit en de zijruiten
(ontwasemen of ontdooien),
-
d
e voorruit, de zijruiten en de
ventilatieroosters,
-
d
e voorruit, de zijruiten,
de ventilatieroosters en de
beenruimte,
-
d
e voorruit, de zijruiten en de
beenruimte,
-
d
e beenruimte,
-
d
e ventilatieroosters en de
beenruimte,
-
d
e ventilatieroosters.
3
Comfort
Page 54 of 330
52
7. Luchtopbrengstregeling
F Druk op de toets "Grote
propeller " om de luchtopbrengst
te verhogen.
F
D
ruk op de toets "Kleine
propeller" om de luchtopbrengst
te verlagen.
Uitschakelen van het systeem
F Druk op de toets "Kleine propeller"
van de luchtopbrengstregeling totdat
alle balkjes op het display van de
airconditioning zijn verdwenen.
Hiermee worden alle functies van de
airconditioning uitgeschakeld.
De temperatuur wordt niet meer geregeld, maar
er blijft een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Druk op de toets "Grote propeller" van de
luchtopbrengstregeling om het systeem weer in
te schakelen.
er v
erschijnen geleidelijk balkjes van de
luchtopbrengst.
ri
jd niet te lang met een uitgeschakeld
airconditioningssysteem (kans op
beslaan van de ruiten en vermindering
van de luchtkwaliteit).
De balkjes van de luchtopbrengst verdwijnen
geleidelijk.
Comfort