▷Op hellingen de auto extra beveiligen, bijv.
met een wielkeg.◀
Keuzehendelstanden
D Drive
Keuzehendelstand voor normaal rijden. Alle
versnellingen voor het vooruitrijden worden
automatisch geschakeld.
R Achteruit
Alleen bij stilstaande auto inschakelen.
N Neutraal De auto kan vrij rollen. Bijv. in wasstraten in‐
schakelen.
Bij Contact uit, zie pagina 68, wordt automa‐
tisch de keuzehendelstand P ingeschakeld.
P Parkeren
Alleen bij stilstaande auto inschakelen. De aan‐
gedreven wielen worden geblokkeerd.
De keuzehendelstand P wordt in de volgende
situaties automatisch ingeschakeld:
▷Na het afzetten van de motor in standby-
modus van de radio, zie pagina 69, of con‐
tact uit, zie pagina 68, als keuzehendel‐
stand R of D ingeschakeld is.▷Bij contact uit, als de keuzehendelstand N
ingeschakeld is.▷Als tijdens stilstand bij geselecteerde keu‐
zehendelstand D of R de gordel van de be‐
stuurdersstoel wordt afgedaan, het be‐
stuurdersportier wordt geopend en de rem
niet ingedrukt wordt.
Kickdown
Met kickdown wordt een maximale rijprestatiebereikt. Gaspedaal tot voorbij de weerstand
van de volgasstand indrukken.
Keuzehendelstanden inschakelen
Algemeen
Het rempedaal ingedrukt houden tot wordt
weggereden, anders komt de auto bij een in‐
geschakelde versnelling in beweging.▷De keuzehendelstand P kan pas bij draai‐
ende motor en ingedrukt rempedaal wor‐
den verlaten.▷Bij stilstaande auto het rempedaal indruk‐
ken alvorens vanuit P of N te schakelen,
omdat anders de schakelblokkering niet
wordt gedeactiveerd en het schakelver‐
zoek niet wordt uitgevoerd.
Een blokkering verhindert het per ongeluk
schakelen naar keuzehendelstand R en het per
ongeluk schakelen uit keuzehendelstand P.
Blokkering opheffen
Unlock-toets indrukken, pijl.
Keuzehendelstand D, N, R inschakelen
Keuzehendel in de gewenste richting drukken,
resp. over drukpunt duwen.
Seite 78BedieningRijden78
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Op het instrumentenpaneel wordt D weerge‐
geven.
Schakelpaddels
Met de schakelpaddels op het stuurwiel kan
snel van versnelling worden gewisseld, zonder
hierbij de handen van het stuurwiel te nemen.
▷Opschakelen: kort aan de rechter schakel‐
paddel trekken.▷Terugschakelen: kort aan de linker scha‐
kelpaddel trekken.▷Afhankelijk van de versnellingsbakuitvoe‐
ring kan door lang aan de linker schakel‐
paddel te trekken naar de laagst mogelijke
versnelling worden teruggeschakeld.
Wisselen van versnelling wordt alleen uitge‐
voerd bij passend toerental en passende snel‐
heid uitgevoerd, bij te hoog toerental wordt
niet teruggeschakeld.
Op het instrumentenpaneel wordt kort de ge‐
kozen versnelling en vervolgens de ingescha‐
kelde versnelling weergegeven.
Als bij automatische bediening met de scha‐
kelpaddels op het stuurwiel wordt geschakeld,
wordt kort overgeschakeld naar handbedie‐
ning.
Wanneer in handbediening gedurende een be‐
paalde tijd voorzichtig wordt gereden, niet
wordt geaccelereerd of via de schakelpaddels
wordt geschakeld, wordt teruggeschakeld naar
automatische bediening.
Afhankelijk van de versnellingsbakuitvoering
kan als de keuzehendel nog steeds in keuze‐
hendelstand D staat, naar automatische bedie‐
ning worden omgeschakeld:▷Lang aan rechter schakelpaddel trekken.
Of▷Naast het kort aan de rechter schakelpad‐
del trekken, tevens kort aan de linker scha‐
kelpaddel trekken.
Weergaven op het
instrumentenpaneel
De keuzehendelstand wordt ge‐
toond, bijv.: P.
Parkeervergrendeling elektronisch
ontgrendelen
Algemeen De parkeervergrendeling elektronisch ontgren‐
delen om de auto uit de gevarenzone te ma‐
noeuvreren.
Ontgrendeling is alleen mogelijk wanneer de
startmotor de motor kan doordraaien.
Keuzehendelstand N inschakelen
1.Rempedaal indrukken.2.Start/stop-knop indrukken. De startmotor
moet hoorbaar aanslaan.3.Unlock-toets op de keuzehendel indrukken
en de keuzehendel in keuzehendelstand N
zetten en zo laten staan.
Desbetreffende Check-Control-melding
wordt weergegeven.4.Keuzehendel loslaten en binnen ca. 6 se‐
conden opnieuw in stand N zetten.
Stand N wordt op het instrumentenpaneel
weergegeven.5.Rem loslaten zodra de startmotor stopt.6.De auto uit de gevarenzone manoeuvreren
en vervolgens tegen wegrollen beveiligen.Seite 80BedieningRijden80
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Stationair draaien van de mo‐tor tijdens het rijden, uitrol‐
len 197
Stationair uitrollen 197
Statusinformatie, iDrive 21
Steptronic Sport-versnel‐ lingsbak, zie Steptronic-ver‐
snellingsbak 77
Steptronic versnellings‐ bak 77
Stoelen 49
Stoel- en spiegelgeheu‐ gen 56
Stoelverwarming, achterin 52
Stoelverwarming, voorin 52
Storingsmeldingen, zie "Check-Control" 83
Stroomonderbreking 234
Stuurondersteuning 137
Stuurwiel, verstellen 59
Stuurwielverwarming 60
Surround View 150
Symbolen 6
Symbolen in het status‐ veld 21
T Taal, op het Control Dis‐ play 96
Tankdop 202
Tankdopklep 202
Tanken 202
Tapijt, verzorging 246
Technische gegevens 250
Technische wijzigingen, zie Eigen veiligheid 7
Tekstmelding, aanvullend 86
Telefoon 6
Telefoonhoorn, claxon 12
Temperatuur, automatische airconditioning 163, 165
Temperatuur, motorolie 87
Temperatuurweergave, bui‐ tentemperatuur 88
Thuiskomverlichting 101 Toegestaan totaalgewicht bij
trekken van een aanhan‐
ger 258
Toegestane asbelasting 251
Toerenteller 87
Toeristenfunctie, zie Rechts-/ linksrijdend verkeer 104
Toestandweergave, ban‐ den 109
Toetsen op het stuurwiel 12
Toets RES 141
Toevoegingen, olie 222
Top View 154
Totaalgewicht 251
Totaalgewicht, toege‐ staan 251
Touchpad 19
Tractiecontrole 133
TRACTION, rijdynamiek 133
Trekhaak 190
Trekken van een aanhan‐ ger 188
Trekken van een aanhanger, gegevens 258
U
Uitgebreide airconditio‐ ning 164
Uitgebreide BMW Online diensten 6
Uitgeklapte stand, ruitenwis‐ ser 76
Uitlaatsysteem 183
Uitrollen 197
Uitrollen bij stationair draaien 197
Uitrusting van de auto 7
Uitvalmelding, zie "Check- Control" 83
Unlock-toets, Steptronic ver‐ snellingsbak 78
USB-aansluiting 171 V
Variabele sportbesturing 134
Veiligheidsgordels 52
Veiligheidsgordels, onder‐ houd 246
Veiligheidspakket, zie Active Protection 129
Veiligheidsschakelaar, rui‐ ten 46
Veiligheidssystemen, air‐ bags 106
Veiligheidssystemen voor kinderen 61
Veilig remmen 184
Veilig zitten 49
Ventilatie 167
Ventilator, zie Luchthoeveel‐ heid 164, 166
Ventileren, zie Interieurvoor‐ ventilatie 168
Ventileren, zie Ventilatie 167
Veranderingen, technische, zie Eigen veiligheid 7
Verbruik, zie Gemiddeld ver‐ bruik 94
Verchroomde delen, onder‐ houd 245
Verder rijden met een be‐ schadigde band 111, 114
Vergrendelen/ontgrendelen met afstandsbediening 36
Vergrendelen/ontgrendelen via portierslot 37
Vergrendelen, automa‐ tisch 42
Vergrendelen, instellingen 42
Vergrendelen via kofferdek‐ sel 39
Verlichting 100
Verlichtingsregeling, automa‐ tisch 101
Versnellingsbak, handge‐ schakelde versnellings‐
bak 77 Seite 278OpzoekenAlles van A tot Z278
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15