Luchthoeveelheid handmatigLinker- of rechterzijde van de toets in‐
drukken: luchthoeveelheid verkleinen
of vergroten.
De luchthoeveelheid van het aircosysteem wordt evt. tot aan het uitschakelen geredu‐
ceerd om de accu te ontzien.
Luchtverdeling handmatig Aan draaiknop draaien om het
gewenste programma of de ge‐
wenste tussenpositie te selecte‐
ren.▷ Ruiten.▷ Ter hoogte van het bovenlichaam.▷ Ruiten, ter hoogte van het bovenli‐
chaam en beenruimte.▷ Beenruimte.
Ruiten ontdooien en ontwasemen
Luchtverdeling op ruiten richtenj, luchthoe‐
veelheid en temperatuur verhogen en evt. de
koelfunctie inschakelen.
Achterruitverwarming Toets indrukken.
Achterruitverwarming wordt na enige
tijd automatisch uitgeschakeld.
Microfilter Het microfilter filtert stof en pollen uit de toe‐gevoerde buitenlucht en luchtrecirculatiefunc‐
tie.
Dit filter moet bij het onderhoud, zie pa‐
gina 226, van uw auto worden vervangen.Uitgebreide airconditioning
1Stoelverwarming, links 522Temperatuur, links3AUTO-programma4DisplaySeite 164BedieningKlimaatregeling164
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Praktische tips voor het
rijden
Kofferdeksel sluiten WAARSCHUWING
Een geopende bagageruimteklep steekt
boven de auto uit en kan bij een ongeval, rem-
of uitwijkmanoeuvre inzittenden en andere ver‐
keersdeelnemers in gevaar brengen of de auto
beschadigen. Tevens kunnen uitlaatgassen in
het interieur binnendringen. Er bestaat kans op
letsel of schade. Niet met geopende bagage‐
ruimteklep rijden.◀
Als u niettemin met geopende klep moet rij‐
den:▷Alle ruiten en het glazen dak sluiten.▷De aanjagercapaciteit sterk verhogen.▷Rustig rijden.
Heet uitlaatsysteem
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden kunnen hoge tempera‐
turen onder de carrosserie optreden, bijv. door
het uitlaatsysteem. Als brandbare materialen,
bijv. bladeren of gras, met hete onderdelen van
het uitlaatsysteem in contact komen, kunnen
deze materialen ontbranden. Er bestaat kans
op letsel of schade.
De aangebrachte hitteschilden niet verwijde‐
ren of van een anticorrosielaag voorzien. Erop
letten dat tijdens het rijden, bij stationair
draaien of bij het parkeren geen brandbare ma‐
terialen met hete onderdelen van de auto in
contact kunnen komen. Het uitlaatsysteem
niet aanraken.◀
Dieselroetfilter
In het dieselroetfilter worden roetdeeltjes op‐
gevangen en periodiek onder hoge temperatu‐
ren verbrand.
Tijdens de reinigingsduur van enkele minuten
kan het volgende optreden:
▷Motor draait tijdelijk wat onregelmatiger.▷Geluiden en lichte rookontwikkeling uit de
uitlaat tot kort na het afzetten van de mo‐
tor.▷Normale vermogensontwikkeling vereist
een iets hoger toerental.
Mobiele communicatieapparatuur in
de auto
WAARSCHUWING
Voertuigelektronica en draadloze appara‐
tuur kunnen elkaar wederzijds beïnvloeden.
Door de zendfunctie van draadloze apparatuur
ontstaat straling. Er bestaat kans op letsel of
schade. Indien mogelijk in het interieur de
draadloze apparatuur, zoals mobiele telefoons,
alleen gebruiken met een directe aansluiting
op de buitenantenne om wederzijdse storing te
voorkomen en de straling buiten het interieur
te houden.◀
Aquaplaning
Op natte of modderige wegen kan zich tussen
banden en weg een laagje water vormen.
Dit staat bekend als aquaplaning en kan het
gedeeltelijke of totale verlies van het wegcon‐
tact tot gevolg hebben, waardoor de auto niet
meer bestuurbaar is en niet kan worden afge‐
remd.
Door water rijden ATTENTIE
Als te snel door hoog water wordt gere‐
den kan het water in de motorruimte, de elek‐
trische installatie of in de transmissie binnen‐
dringen. Er bestaat gevaar voor schade. Bij het
rijden door water de maximaal aangegeven wa‐
terhoogte en de maximumsnelheid voor het rij‐
den door water niet overschrijden.◀
Bij het rijden door water het volgende in acht
nemen:
▷Alleen door rustig water rijden.Seite 183Bij het rijden in acht nemenRijtips183
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Alles van A tot Z
TrefwoordenregisterA
Aanbevolen bandenmer‐ ken 211
Aanbevolen brandstof 204
Aandrijfslipregeling, zie DSC 132
Aanhangergewicht 258
Aanhangerstabilisatierege‐ ling 189
Aanklempunt, starthulp 238
Aankomsttijd 94
Aanslaan van de motor 69
Aanslepen 239
Aansluiting van elektrische apparaten 170
Aansteker 169
Aanvullende tekstmelding 86
Aanvullingen en wijzigingen na redactiesluiting 7
Aanwijzing brandstofme‐ ter 87
ABS, anti-blokkeersys‐ teem 132
ACC, actieve gewenste rij‐ snelheid met Stop & Go 138
Acceleratie-assistent, zie Launch Control 81
Accessoires en onderdelen 8
Accu, auto 233
Accu, vervangen 234
Achterlichten 232
Achterlichtlampen 233
Achterruitverwar‐ ming 164, 167
Achteruitkijkspiegel 57
Achteruitrijcamera 150
Actief-koolstoffilter 167
Actieradius 88
Actieve gewenste rijsnelheid met Stop & Go, ACC 138 Active Protection 129
Activeren, airbags 108
Actualiteit van de handlei‐ ding 7
Adaptief remlicht, zie Dynami‐ sche remlichten 129
Adaptieve bochtverlich‐ ting 102
AdBlue, bij lage temperatu‐ ren 206
AdBlue, laten bijvullen 206
AdBlue, op minimum 206
AdBlue, zelf bijvullen 206
AdBlue, zie BMW Diesel met BluePerformance 205
Afdalingen 184
Afdichtmiddel 213
Afmetingen 250
Afstandsbediening/sleutel 32
Afstandsbediening, sto‐ ring 37
Afstandswaarschuwing, zie PDC 147
Afstand tot bestemming 94
Afvalverwerking, koelvloei‐ stof 225
Afzetten van de motor 70
Airbags 106
Airbagschakelaar, zie Sleutel‐ schakelaar voor passagiers‐
airbags 108
Airbags, controle-/waarschu‐ wingslampjes 107
Airconditioning, automa‐ tisch 162
Alarminstallatie 43
Alarm, ongewild 44
Alternatieve oliesoorten 223
Anti-blokkeersysteem, ABS 132
Anticipeerhulp 196 Antivries, sproeiervloei‐
stof 76
App, BMW Driver’s Guide 6
Aquaplaning 183
Asbak 169
Asbelastingen, gewich‐ ten 251
AUC automatische luchtrecir‐ culatiefunctie 166
Autoaccu 233
Auto buiten bedrijf stel‐ len 246
Auto, inrijden 182
AUTO-intensiteit 166
Autokrik 233
Autolak 244
Automatisch dimmen, zie Grootlichtassistent 103
Automatische gewenste rij‐ snelheid met Stop & Go 138
Automatische luchtrecircula‐ tiefunctie AUC 166
Automatische start-stop- functie 70
Automatische verlichtingsre‐ geling 101
Automatische versnellings‐ bak, zie Steptronic versnel‐
lingsbak 77
Automatisch vergrende‐ len 42
Auto-onderhoud 244
AUTO-programma, aircondi‐ tioning 163, 165
AUTO-programma, intensi‐ teit 166
Autosleutel, zie Afstandsbe‐ diening 32
Autowasinstallaties 243 Seite 270OpzoekenAlles van A tot Z270
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Comfort Access, zie Comfort‐toegang 39
Comfortopenen met de af‐ standsbediening 36
COMFORT-programma, rij‐ dynamiek 136
Comfortsluiten met de af‐ standsbediening 37
Comforttoegang 39
Compressor 213
Computer, zie Boordcompu‐ ter 93
Condenswater onder de auto 185
Condition Based Service CBS 226
ConnectedDrive 6
ConnectedDrive Services 6
Contact aan 68
Contactdoos 170
Contactdoos achterin 171
Contactdoos, On-Board Dia‐ gnose OBD 227
Contactloos openen van het kofferdeksel 41
Contactsleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Contact uit 68
Control Display 16
Control Display, instellin‐ gen 96
Controle- en waarschuwings‐ lampjes, zie "Check-Con‐
trol" 83
Controlelampjes, zie "Check- Control" 83
Controller 17
Corrosie van de remschij‐ ven 184
Cosmeticaspiegel 169
Coverbanden 211
Cruise-control, zie Actieve gewenste rijsnelheid 138
Cruise-control, zie Snelheids‐ regeling 144
Cupholder, bekerhouder 176 D
Dagrijlicht 102
Dagrijlicht, vervangen van de lamp 230
Dagteller 87
Dakbelasting 251
Dakdrager 187
Dakdrager, zie Dakdra‐ ger 187
Dakhemel 15
Dashboardkastje 174
Datum 88
Deactiveren, airbags 108
Defrost, zie Ruiten ont‐ dooien 167
Diefstalbeveiliging, auto 36
Diefstalbeveiliging, wielbou‐ ten 233
Diefstalbeveiliging, zie Alarm‐ installatie 43
Diesel 205
Dieselroetfilter 183
Digitale klok 88
Dimlicht 100
Dimmende binnenspiegel 59
Dimmende buitenspiegel 59
Displays reinigen 246
Displayverlichting, zie Instru‐ mentenverlichting 105
Doorlaadsysteem 172
Door water rijden 183
Draaicirkel 250
Draai-drukregelaar, zie Con‐ troller 17
Driving Assistant, zie Intelli‐ gent Safety 115
DSC dynamische stabiliteits‐ controle 132
DTC dynamische tractiecon‐ trole 133
Dynamische remlichten 129
Dynamische schokdemper‐ controle 134
Dynamische stabiliteitscon‐ trole DSC 132 Dynamische tractiecontrole
DTC 133
E
ECO PRO 193
ECO PRO, anticipeer‐ hulp 196
ECO PRO, bonusactiera‐ dius 195
ECO PRO-rijstijlanalyse 199
ECO PRO-tip 195
Edelhout, verzorging 245
Eenheden, maten 97
Een wasstraat binnenrij‐ den 243
Eerstehulpset 237
EfficientDynamics 196
EHBO-tas 237
Eigen veiligheid 7
Elektrische glazen dak 46
Elektrische ruitbediening 44
Elektrische stuurwielvergren‐ deling 59
Elektronische weergaven, in‐ strumentenpaneel 82
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma ESP, zie DSC 132
Energieterugwinning 89
ESP elektronisch stabiliteits‐ programma, zie DSC 132
Externe start 237
F
Flessenhouder, zie Bekerhou‐ der 176
Foutmeldingen, zie "Check- Control" 83
Frontairbags 106
Frontlampen 229
G
Garantie 7
Gebruikte symbolen 6 Seite 272OpzoekenAlles van A tot Z272
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Rijstabiliteitsregelsyste‐men 132
Rijstijlanalyse 199
Rijstrookwisselmelding 126
Rijtips 183
RME raapoliemethyles‐ ter 205
Roetdeeltjesfilter 183
Roetfilter 183
RON, benzinekwaliteit 204
Rondom de dakhemel 15
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12
RPA bandenpechwaarschu‐ wing 113
RSC Runflat System Compo‐ nent, zie Banden met nood‐
loopeigenschappen 212
Rubber, verzorging 245
Rugleuning achterbank om‐ klappen, zie Doorlaadsys‐
teem 172
Rugleuningbreedte 51
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 51
Ruitbediening 44
Ruitensproeierinstallatie 74
Ruitensproeiermonden 76
Ruitensproeiers, ruiten 76
Ruitenwisserinstallatie 74
Ruitenwissers, zie Ruitenwis‐ serinstallatie 74
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 76
Run Flat-banden 212
S
Schade, banden 210
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelaar voor rijdyna‐ miek 134
Schakeling, handmatige ver‐ snellingsbak 77 Schakelpaddels op het stuur‐
wiel 80
Schakelpuntindicator 90
Scherm tegen verblin‐ ding 169
Schminkspiegel 169
Schokdempercontrole, dyna‐ misch 134
Schroevendraaier, zie Boord‐ gereedschap 228
Schuif-/kanteldak 46
Sensoren, verzorging 246
Servicegeschiedenis 90
Services, ConnectedDrive 6
Servotronic 137
Sfeerverlichting 105
Side View 153
Sigarettenaansteker 169
Signalen bij het ontgrende‐ len 42
Slepen, zie Aan- en wegsle‐ pen 239
Sleutel/afstandsbediening 32
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 108
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 189
Slot, portier 37
Sluiten/openen met afstands‐ bediening 36
Sluiten/openen via portier‐ slot 37
Sneeuwkettingen 216
Snelheidsbegrenzer, hand‐ matig 127
Snelheidsbeperking, weer‐ gave 91
Snelheidslimietinfo 91
Snelheidslimietinformatie, boordcomputer 94
Snelheidslimiet, zie Handma‐ tige snelheidsbegren‐
zer 127
Snelheidsregeling 144 Snelheidsregeling, actief met
Stop & Go 138
Snelheidswaarschuwing 95
SOS-toets 236
Spanning, banden 209
Spanningscontrole, ban‐ den 109
Spanningwaarschuwing RPA, banden 113
Speciale uitrustingen, stan‐ daard uitrustingen 7
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 127
Spiegels 57
Spiegels, memory 56
Splitscreen 22
SPORT+ - programma, rijdy‐ namiek 135
Sportbesturing, variabel 134
SPORT-programma, rijdyna‐ miek 135
Sportprogramma, versnel‐ lingsbak 79
Sportweergaven, koppel‐ weergave, vermogensweer‐
gave 95
Spraakgestuurd systeem 25
Sproeiervloeistof 76
Stabiliteitsregelsyste‐ men 132
Stadslicht 100
Stadslicht, vervangen van de lamp 230
Standby-modus van de radio 69
Standventilatie 168
Start/stop-knop 68
Starten van de motor 69
Starten van de motor bij sto‐ ring 33
Starten, zie Starten van de motor 69
Startfunctie bij storing 33
Starthulp 237
Starthulp, zie DSC 132 Seite 277Alles van A tot ZOpzoeken277
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15