MotorolieUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Algemeen Het motorolieverbruik is afhankelijk van de
rijstijl en van de gebruiksomstandigheden.
Het motorolieverbruik kan hoger zijn, bijv. in de
volgende situaties:▷Bij een sportieve rijstijl.▷Bij het inrijden van de motor.▷Bij het stationair draaien van de motor.▷Bij het gebruik van motoroliesoorten die als
ongeschikt zijn aangemerkt.
Daarom regelmatig, na elke tankbeurt, het mo‐
toroliepeil controleren.
De auto beschikt afhankelijk van de motor over
een elektronische oliemeting of een oliemeting
met een peilstok.
De elektronische oliepeilcontrole beschikt over
twee meetprincipes:
▷Statusweergave.▷Uitvoerige meting.Elektronische
oliepeilcontrole
Statusweergave
Principe
Het motoroliepeil wordt tijdens het rijden elek‐
tronisch bewaakt en in het Control Display
weergegeven.
Als het motoroliepeil het minimum bereikt, ver‐
schijnt er een Check-Control-melding.
Voorwaarden
Een actuele meetwaarde staat ter beschikking na ca. 30 minuten rijden. Bij een korte rit wordt
de status van de laatste, voldoende lange rit
weergegeven.
Wanneer vaak korte ritten worden afgelegd, re‐
gelmatig een uitvoerige meting uitvoeren.
Peil motorolie tonen Via iDrive:1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Motoroliepeil"
Het motoroliepeil wordt weergegeven.
Meldingen motorolie-indicator Afhankelijk van het motoroliepeil worden ver‐
schillende meldingen op het display weerge‐
geven. Deze meldingen in acht nemen.
Bij een te laag motoroliepeil binnen de vol‐
gende 200 km Motorolie bijvullen, zie pa‐
gina 221.
ATTENTIE
Te weinig motorolie veroorzaakt motor‐
schade. Er bestaat gevaar voor schade. On‐
middellijk motorolie bijvullen.◀
Seite 220MobiliteitMotorolie220
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
OnderhoudUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
BMW onderhoudssysteem Het onderhoudssysteem wijst op vereiste on‐
derhoudsmaatregelen en helpt zo om de auto
verkeers- en bedrijfsveilig te houden.
De omvang en intervallen kunnen verschillen
afhankelijk van de landspecifieke uitrusting.
Vervangingswerkzaamheden, reserveonderde‐
len, verbruiksmaterialen en materiaal onderhe‐
vig aan slijtage worden afzonderlijk berekend.
Meer informatie is bij een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist verkrijgbaar.
Condition Based Service
CBS
Sensoren en speciale algoritmen houden reke‐
ning met het gebruik van uw auto. Condition
Based Service bepaalt daarmee het noodzake‐
lijk onderhoud.
Met dit systeem kan dus het onderhoud wor‐
den aangepast aan het individuele gebruiks‐
profiel.
Op het Control Display kan gedetailleerde in‐
formatie over servicebehoefte, zie pagina 89,
worden weergegeven.Servicegegevens in de
afstandsbediening
In de afstandsbediening wordt continu infor‐
matie opgeslagen over de onderhoudsbe‐
hoefte. De Service Partner kan deze gegevens
uitlezen en een op uw auto afgestemde onder‐
houdsbeurt voorstellen.
Overhandig de serviceadviseur daarom de af‐
standsbediening waarmee het laatst werd ge‐
reden.
Stilstandtijden Er wordt geen rekening gehouden met stil‐
standtijden met losgekoppelde voertuigaccu.
Daarom periodieke onderhoudswerkzaamhe‐
den, zoals vervangen van de remvloeistof en
evt. de motorolie en het micro-/actief-koolstof‐
filter, door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist laten uitvoeren.
OnderhoudsgeschiedenisOnderhouds- en reparatiewerkzaamheden bij
een Service Partner van de fabrikant of een an‐
dere gekwalificeerde Service Partner of speci‐
alist laten uitvoeren.
De uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden
worden in de onderhoudsbriefjes en in de
voertuiggegevens ingevoerd. De vermeldingen
zijn net zoals het onderhoudsboekje het bewijs
van regelmatig onderhoud.
Als een invoer in de elektronische onder‐
houdsgeschiedenis van de auto wordt opge‐
slagen, worden onderhoudsrelevante gege‐
vens niet alleen in de auto maar ook op de
centrale IT-systemen van BMW AG, München
opgeslagen.
De in de elektronische onderhoudsgeschiede‐
nis opgeslagen gegevens kunnen na een wijzi‐
ging van de autobezitter ook door de nieuweSeite 226MobiliteitOnderhoud226
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
autobezitter worden ingezien. Daarnaast kan
een Service Partner van de fabrikant of een an‐
dere gekwalificeerde Service Partner of speci‐
alist de in de elektronische onderhoudsge‐
schiedenis opgeslagen gegevens inzien.
De autobezitter kan bij een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist bezwaar maken
tegen de invoer in de elektronische onder‐
houdsgeschiedenis met de daarmee gepaard
gaande opslag van de gegevens in de auto en
de gegevensoverdracht aan de autofabrikant
gedurende de tijd dat de auto in zijn bezit is. Er
vindt dan geen invoer in de elektronische on‐
derhoudsgeschiedenis van de auto plaats.
Ingevoerd onderhoud op het Control Display
weergeven, zie pagina 90.
Aansluiting voor On-Board
Diagnose OBD
Opmerking ATTENTIE
Ondeskundig gebruik van de contact‐
doos voor de On-Board-Diagnose kan tot sto‐
ringen aan de auto leiden. Er bestaat gevaar
voor schade. De fabrikant van uw auto advi‐
seert dringend, alleen een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist of andere over‐
eenkomstig geautoriseerde personen toegang
tot de contactdoos voor de On-Board-Dia‐
gnose te verlenen.◀Positie
Aan bestuurderszijde bevindt zich een OBD-
aansluiting voor het testen van onderdelen die
voor de emissiesamenstelling bepalend zijn.
Emissiewaarden
▷Het waarschuwingslampje knip‐
pert:
Motorstoring die tot beschadiging
van de katalysator kan leiden. Auto
onmiddellijk laten controleren.▷Het waarschuwingslampje brandt:
Verslechtering van de emissiewaarden.
Auto zo spoedig mogelijk laten controle‐
ren.
Terugname van de auto
De fabrikant van uw auto adviseert de auto aan
het eind van zijn levenscyclus in te leveren bij
een door de fabrikant aangeduid terugname‐
punt. Voor de terugname zijn de betreffende
nationale wettelijke voorschriften van toepas‐
sing. Meer informatie is bij een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist verkrijgbaar.
Seite 227OnderhoudMobiliteit227
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Hulp in geval van pechUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Waarschuwingsknipperlicht
De toets bevindt zich in de middenconsole.
Intelligente noodoproep
Principe Via dit systeem kan in noodsituaties een nood‐
oproep worden verzonden.
Algemeen
SOS-toets uitsluitend bij noodgevallen gebrui‐
ken.
Ook als er geen noodoproep via BMW mogelijk
is, kan het zijn dat een noodoproep naar een
openbaar alarmnummer tot stand wordt ge‐
bracht. Dit is onder andere afhankelijk van het
mobiele netwerk en de nationale wetgeving.
De noodoproep kan om technische redenen
onder ongunstige omstandigheden niet wor‐
den gegarandeerd.
Overzicht
SOS-toets in de dakhemel
Voorwaarden
▷In de auto geïntegreerde SIM-kaart is ge‐
activeerd.▷Standby-modus van de radio is ingescha‐
keld.▷Noodoproepsysteem is bedrijfsklaar.
Noodoproep versturen
1.Voor het openen licht op afsluitklep druk‐
ken.2.De SOS-toets indrukken tot LED in de
toets groen brandt.▷LED brandt groen: noodoproep geacti‐
veerd.
Als een onderbrekingsvraag op het display
wordt weergegeven, kan de noodoproep
worden afgebroken.
Indien de omstandigheden dit toelaten, in
de auto wachten tot de spraakverbinding
tot stand is gekomen.Seite 236MobiliteitHulp in geval van pech236
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
De doek evt. licht met water bevochtigen.
Dakhemel niet te nat maken.
ATTENTIE
Reinigers die alcohol of oplosmiddelen
bevatten zoals nitroverdunner, koudreiniger,
brandstof o.i.d. kunnen kunststof delen be‐
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade. Ge‐
bruik voor de reiniging een microvezeldoek. De
doek evt. licht met water bevochtigen.◀
Veiligheidsgordels
Vervuilde gordels rollen niet goed op, waar‐
door de veiligheid nadelig wordt beïnvloed.
WAARSCHUWING
Chemische reinigers kunnen de stof van
de veiligheidsgordels aantasten. Ontbrekende
beschermende werking van de veiligheidsgor‐
dels. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar.
Voor het reinigen van de veiligheidsgordels al‐
leen mild zeepsop gebruiken.◀
Gordels alleen in ingebouwde toestand met
mild zeepsop schoonmaken.
Veiligheidsgordels altijd in volkomen droge
toestand oprollen.
Vloerbedekking en vloermatten WAARSCHUWING
Voorwerpen in de beenruimte aan be‐
stuurderszijde kunnen de gaspedaalslag be‐
perken of een ingedrukt pedaal blokkeren. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Voorwerpen in
de auto zo opbergen dat deze beveiligd zijn en
niet in de beenruimte aan bestuurderszijde
kunnen komen. Vloermatten gebruiken die
voor de auto goedgekeurd zijn en adequaat
aan de vloer bevestigd kunnen worden. Geen
losse vloermatten gebruiken en niet meerdere
vloermatten over elkaar leggen. Erop letten dat
voldoende ruimte voor de pedalen aanwezig is.
Erop letten dat de vloermatten weer veilig wor‐
den bevestigd nadat deze werden verwijderd,
bijv. voor reiniging.◀Voor het reinigen kunnen de vloermatten uit de
auto worden genomen.
Vloertapijt bij sterkere vervuiling met een mi‐
crovezeldoek en water of textielreiniger
schoonmaken. Hierbij in de rijrichting vooruit
en achteruit wrijven, het tapijt kan anders ver‐
vilten.
Sensoren/cameralenzen
Gebruik voor de reiniging van sensoren of ca‐
meralenzen een met een beetje glasreiniger
bevochtigde doek.
Displays/beeldschermen/
beschermruit van het Head-Up
Display
ATTENTIE
Chemische reinigers, vocht of vloeistof‐
fen kunnen het oppervlak van displays en
beeldschermen beschadigen. Er bestaat ge‐
vaar voor schade. Gebruik voor de reiniging
een schone, antistatische microvezeldoek.◀
ATTENTIE
Het oppervlak van displays kan door on‐
deskundig reinigen worden beschadigd. Er be‐
staat gevaar voor schade. Niet te hard drukken
en geen krassende materialen gebruiken.◀
Gebruik voor de reiniging een schone, antista‐
tische microvezeldoek.
De beschermruit van het Head-Up Display met
een microvezeldoek een universeel afwasmid‐
del reinigen.
Auto buiten bedrijf stellenWanneer de auto langer dan drie maanden bui‐
ten bedrijf gesteld wordt, moeten bijzondere
maatregelen getroffen worden. Meer informa‐
tie is bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist verkrijgbaar.Seite 246MobiliteitVerzorging246
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
BBagage 186
Bagagedrager, zie Dakdra‐ ger 187
Bagageruimte, opbergvak‐ ken 177
Bagageruimte vergroten 172
Bandbeschadiging 210
Bandenafdichtmiddel 213
Banden, alles over wielen en banden 209
Banden met noodloopeigen‐ schappen 212
Bandenpech verhelpen 212
Bandenpechwaarschuwing RPA 113
Bandenpech, waarschu‐ wingslampje 110, 113
Bandenprofiel 210
Bandenspanning 209
Bandenspanningbewaking, zie RPA 113
Bandenspanningscontrole RDC 109
Banden voor het gehele jaar, zie Winterbanden 211
Bedieningsorganen 12
Bedieningsprincipe iDrive 16
Beeldscherm, zie Control Dis‐ play 16
Begroetingsverlichting 101
Begroetingsverlichting bij ontgrendelen 36
Bekerhouder 176
Belangrijke zaken in de mo‐ torruimte 217
Benodigd onderhoud, Condi‐ tion Based Service
CBS 226
Benodigd onderhoud, weer‐ gave 89
Benzine 204
Benzinekwaliteit 204
Bergen, auto 246 Bestuurdersassistentie, zie
Intelligent Safety 115
Beveiliging, portieren en rui‐ ten 67
Beveiligingsfunctie, glazen dak 47
Beveiligingsfunctie, ruiten 45
Beveiliging tegen bevriezing, sproeiervloeistof 76
Bevestigingsbanden, bagage vastzetten 186
Bevestigingsmateriaal, ba‐ gage vastzetten 186
Bevestigingsogen, bagage vastzetten 186
Bevestigingssignalen 42
Binnenspiegel, automatisch dimmend 59
Binnenspiegel, handmatig dimmend 59
Biodiesel 205
Blikjeshouder, zie Bekerhou‐ der 176
Blokkering, ruitbediening 46
BMW diensten 6
BMW Diesel met BluePerfor‐ mance 205
BMW Driver's Guide app 6
BMW homepage 6
BMW internetpagina 6
BMW onderhoudssys‐ teem 226
Bochtlijnen, achteruitrijca‐ mera 152
Bochtverlichting 102
Bonusactieradius, ECO PRO 195
Boordcomputer 93
Boordgereedschap 228
Boordmonitor, zie Control Display 16
Botsingswaarschuwing met City-remfunctie 116
Botsingswaarschuwing met remfunctie 119
Bovenbeensteun 51 Brandstof 204
Brandstof besparen 192
Brandstofkwaliteit 204
Brandstofmeter 87
Brandstof, tankinhoud 267
Brandstofverbruiksmeter 88
Breedte, auto 250
Buiten bedrijf stellen, auto 246
Buitenluchtfilter 167
Buitenlucht, zie AUC 166
Buitenspiegel assagierszijde omlaag kantelen 58
Buitenspiegel, automatisch dimmend 59
Buitenspiegels 57
Buitentemperatuurindica‐ tie 88
Buitentemperatuurwaarschu‐ wing 88
C
Camera, achteruitrijca‐ mera 151
Cameralenzen, verzor‐ ging 246
Camera, Side View 154
Camera, Top View 155
CBS Condition Based Ser‐ vice 226
Centraal scherm, zie Control Display 16
Centrale sleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Centrale vergrendeling 38
Chassisnummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 9
Check-Control 83
Chroomachtige delen, onder‐ houd 245
Claxon 12
Combinatieschakelaar, zie Knipperlicht 73
Combinatieschakelaar, zie Ruitenwisserinstallatie 74 Seite 271Alles van A tot ZOpzoeken271
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Comfort Access, zie Comfort‐toegang 39
Comfortopenen met de af‐ standsbediening 36
COMFORT-programma, rij‐ dynamiek 136
Comfortsluiten met de af‐ standsbediening 37
Comforttoegang 39
Compressor 213
Computer, zie Boordcompu‐ ter 93
Condenswater onder de auto 185
Condition Based Service CBS 226
ConnectedDrive 6
ConnectedDrive Services 6
Contact aan 68
Contactdoos 170
Contactdoos achterin 171
Contactdoos, On-Board Dia‐ gnose OBD 227
Contactloos openen van het kofferdeksel 41
Contactsleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Contact uit 68
Control Display 16
Control Display, instellin‐ gen 96
Controle- en waarschuwings‐ lampjes, zie "Check-Con‐
trol" 83
Controlelampjes, zie "Check- Control" 83
Controller 17
Corrosie van de remschij‐ ven 184
Cosmeticaspiegel 169
Coverbanden 211
Cruise-control, zie Actieve gewenste rijsnelheid 138
Cruise-control, zie Snelheids‐ regeling 144
Cupholder, bekerhouder 176 D
Dagrijlicht 102
Dagrijlicht, vervangen van de lamp 230
Dagteller 87
Dakbelasting 251
Dakdrager 187
Dakdrager, zie Dakdra‐ ger 187
Dakhemel 15
Dashboardkastje 174
Datum 88
Deactiveren, airbags 108
Defrost, zie Ruiten ont‐ dooien 167
Diefstalbeveiliging, auto 36
Diefstalbeveiliging, wielbou‐ ten 233
Diefstalbeveiliging, zie Alarm‐ installatie 43
Diesel 205
Dieselroetfilter 183
Digitale klok 88
Dimlicht 100
Dimmende binnenspiegel 59
Dimmende buitenspiegel 59
Displays reinigen 246
Displayverlichting, zie Instru‐ mentenverlichting 105
Doorlaadsysteem 172
Door water rijden 183
Draaicirkel 250
Draai-drukregelaar, zie Con‐ troller 17
Driving Assistant, zie Intelli‐ gent Safety 115
DSC dynamische stabiliteits‐ controle 132
DTC dynamische tractiecon‐ trole 133
Dynamische remlichten 129
Dynamische schokdemper‐ controle 134
Dynamische stabiliteitscon‐ trole DSC 132 Dynamische tractiecontrole
DTC 133
E
ECO PRO 193
ECO PRO, anticipeer‐ hulp 196
ECO PRO, bonusactiera‐ dius 195
ECO PRO-rijstijlanalyse 199
ECO PRO-tip 195
Edelhout, verzorging 245
Eenheden, maten 97
Een wasstraat binnenrij‐ den 243
Eerstehulpset 237
EfficientDynamics 196
EHBO-tas 237
Eigen veiligheid 7
Elektrische glazen dak 46
Elektrische ruitbediening 44
Elektrische stuurwielvergren‐ deling 59
Elektronische weergaven, in‐ strumentenpaneel 82
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma ESP, zie DSC 132
Energieterugwinning 89
ESP elektronisch stabiliteits‐ programma, zie DSC 132
Externe start 237
F
Flessenhouder, zie Bekerhou‐ der 176
Foutmeldingen, zie "Check- Control" 83
Frontairbags 106
Frontlampen 229
G
Garantie 7
Gebruikte symbolen 6 Seite 272OpzoekenAlles van A tot Z272
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Gedeeld scherm, split‐screen 22
Gegevens, technische 250
Geïntegreerde gebruiksaan‐ wijzing in de auto 28
Geïntegreerde sleutel 32
Gemiddelde snelheid 94
Gemiddeld verbruik 94
Geparkeerde auto, condens‐ water 185
Gereedschap 228
Geschikte motoroliesoor‐ ten 222
Gevarendriehoek 237
Gewichten 251
Gladheid, zie buitentempera‐ tuurwaarschuwing 88
Glazen dak, elektrisch 46
Gloeilampen vervangen, zie Vervangen van lampen 228
Gordelherinnering voor be‐ stuurders- en passagiers‐
stoel 54
Gordelherinnering voor de achterbank 54
Gordels, veiligheidsgor‐ dels 52
GPS-plaatsbepaling, voer‐ tuigpositie 97
Grootlicht 74
Grootlichtassistent 103
Grootlicht, gloeilamp vervan‐ gen 230
H Handbediening, Steptronic versnellingsbak 79
Handgeschakelde versnel‐ lingsbak, zie Handgescha‐
kelde versnellingsbak 77
Handmatige bediening, ach‐ teruitrijcamera 151
Handmatige bediening, bui‐ tenspiegel 58 Handmatige bediening, Park
Distance Control PDC 148
Handmatige bediening, por‐ tierslot 37
Handmatige bediening, Side View 154
Handmatige bediening, tank‐ dopklep 203
Handmatige bediening, Top View 155
Handmatige luchthoeveel‐ heid 164, 166
Handmatige luchtverde‐ ling 164, 166
Handmatige snelheidsbe‐ grenzer 127
Handmatige versnellings‐ bak 77
Handrem, zie Parkeerrem 73
Head-Up Display 97
Head-Up Display, verzor‐ ging 246
Heet uitlaatsysteem 183
Helderheid, van het Control Display 97
Hellingshoeksensor 44
Hoekverlichting 102
Homepage 6
Hoofdairbags 106
Hoofdsteunen 49
Hoofdsteunen, achterin 55
Hoofdsteunen, voorin 54
Hoogte, auto 250
Hoogwater 183
Houder voor dranken 176
Hout, verzorging 245
HUD Head-Up Display 97
Hulp bij het wegrijden 137
Hulp bij pechgeval 236
I IBA, geïntegreerde gebruiks‐ aanwijzing in de auto 28
Identificatienummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 9 iDrive 16
IJswaarschuwing, zie buiten‐ temperatuurwaarschu‐
wing 88
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 103
Individuele instellingen, zie Personal Profile 34
Info bestuurdersassistentie, op het Control Display 97
Info display, zie Boordcompu‐ ter 93
Inhaalverboden 91
Inhaalverbodinfo 91
Initialiseren, bandenpech‐ waarschuwing RPA 113
Initialiseren, bandenspan‐ ningscontrole RDC 110
Inklembeveiliging, glazen dak 47
Inklembeveiliging, ruiten 45
Inparkeerassistent 156
Inrijden, rijaanwijzingen 182
Inschakeltijden, interieurvoor‐ ventilatie 168
Instellingen op Control Dis‐ play 96
Instellingen opslaan van stoel, spiegels 56
Instellingen, stoelen/hoofd‐ steunen 49
Instellingen, ver-/ontgrende‐ len 42
Instrumentenpaneel 82
Instrumentenpaneel, elektro‐ nische weergaven 82
Instrumentenverlichting 105
Intelligente noodoproep 236
Intelligent Safety 115
Intensiteit, AUTO-pro‐ gramma 166
Interieurbeveiliging 44
Interieurverlichting 105
Interieurverlichting bij ont‐ grendelen 36 Seite 273Alles van A tot ZOpzoeken273
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15