Als de afstand tot een herkend object kleiner is
dan ca. 25 cm, klinkt er een continu signaal.
Met PDC vóór: als zich zowel voor als achter
de auto objekten bevinden, klinkt een afwisse‐
lend ononderbroken geluidssignaal.
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld, als bij
de Steptronic-versnellingsbak de keuzehen‐
delstand P wordt ingeschakeld.
Volume
De verhouding tussen het volume van de PDC-
signaaltoon en het volume van het entertain‐
ment kan ingesteld worden.1."Multimedia", "Radio" of "Instellingen"2."Klank"3."Volume-instellingen"4."PDC"5.Controller draaien tot de gewenste instel‐
ling bereikt is.6.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.
Optische waarschuwing
De nadering van een object kan op het Control
Display worden weergegeven. Verder verwij‐
derde objecten worden reeds weergegeven,
voordat een geluidssignaal klinkt.
Er verschijnt een weergave zodra PDC wordt
geactiveerd.
Het detectiegebied van de sensoren wordt in
de kleuren groen, geel en rood weergegeven.
Als het beeld van de achteruitrijcamera wordt
afgebeeld kan naar PDC worden omgescha‐
keld:
"Achteruitrijcamera"
Bij overeenkomstige uitvoering:
flankbescherming
Principe Obstakels aan de zijkant van de auto worden
door de sensoren van de parkeerassistent ge‐
registreerd. PDC waarschuwt voor deze obsta‐ kels via akoestische signalen of op het Control
Display.
Weergave
Obstakels aan de zijkant in de weergave van de
PDC.
▷Gekleurde markeringen: waarschuwing
voor herkende obstakels.▷Grijze markeringen: het gebied is nog niet
geregistreerd.▷Geen markeringen: er zijn geen obstakels
herkend.
Beperkingen van de flankbescherming
Het systeem herkent alleen stilstaande obsta‐
kels die eerder bij het langsrijden in het bereik
van de sensoren zijn gekomen.
Het systeem herkent wanneer de auto door
een beweging van de auto zelf of een stuuruit‐
slag het stilstaande obstakel nadert.
Het systeem herkent niet of een obstakel zich
beweegt. Daarom worden de markeringen in
de weergave bij stilstand na een bepaalde tijd
grijs weergegeven.
Seite 130BedieningRijcomfort130
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Hulp in geval van pechUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Waarschuwingsknipperlicht
De toets bevindt zich in de middenconsole.
Intelligente noodoproep
Principe Via dit systeem kan in noodsituaties een nood‐
oproep worden verzonden.
Algemeen
SOS-toets uitsluitend bij noodgevallen gebrui‐
ken.
Ook als er geen noodoproep via BMW mogelijk
is, kan het zijn dat een noodoproep naar een
openbaar alarmnummer tot stand wordt ge‐
bracht. Dit is onder andere afhankelijk van het
mobiele netwerk en de nationale wetgeving.
De noodoproep kan om technische redenen
onder ongunstige omstandigheden niet wor‐
den gegarandeerd.
Overzicht
SOS-toets in de dakhemel
Voorwaarden
▷In de auto geïntegreerde SIM-kaart is ge‐
activeerd.▷Standby-modus van de radio is ingescha‐
keld.▷Noodoproepsysteem is bedrijfsklaar.
Noodoproep versturen
1.Voor het openen licht op afsluitklep druk‐
ken.2.De SOS-toets indrukken tot LED in de
toets groen brandt.▷LED brandt groen: noodoproep geacti‐
veerd.
Als een onderbrekingsvraag op het display
wordt weergegeven, kan de noodoproep
worden afgebroken.
Indien de omstandigheden dit toelaten, in
de auto wachten tot de spraakverbinding
tot stand is gekomen.Seite 210MobiliteitHulp in geval van pech210
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Oververhitting van de motor,zie Koelvloeistoftempera‐
tuur 83
P Park Distance Control PDC 128
Parkeerassistent 135
Parkeerfunctie 56
Parkeerlicht 94
Parkeerrem 69
Parkeerwaarschuwing, zie PDC 128
Passagiersairbags, deactive‐ ring/activering 101
PDC Park Distance Con‐ trol 128
Pech, bandenpechwaarschu‐ wing RPA 106
Pech, vervangen van een wiel 207
Personal Profile 34
Personal Profile, profiel ex‐ porteren 35
Personal Profile, profiel im‐ porteren 35
Persoonlijke gegevens wis‐ sen 23
Persoonswaarschuwing met City-remfunctie 112
Plaats voor kinderen 59
Pleister, zie EHBO-tas 211
Portiersleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Portierslot 37
Praktische tips voor het rij‐ den 158
Profiel, banden 183
Profile, zie Personal Pro‐ file 34
R Raapoliemethylester RME 181 Radio 6
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening 32
RDC bandenspanningscon‐ trole 103
Rechtsrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 97
Recycling 199
Regelsystemen, koersstabili‐ teit 120
Regensensor 71
Reiniging displays 220
Reinigingsmiddel voor vel‐ gen 219
Reinigingsvloeistof 73
Reis-boordcomputer 89
Reisdoelafstand 89
Remassistent 120
Remlicht, adaptief 118
Remlichten, dynamisch 118
Remmen, aanwijzingen 159
Remschijven inrijden 158
Remvoeringen inrijden 158
Reservewaarschuwing, zie Actieradius 83
Reservezekering 209
Reset, bandenspanningscon‐ trole RDC 104
Resetten, bandenspannings‐ controle RDC 104
Resterende actieradius 83
RES-toets, zie Snelheidsre‐ geling 126
Richtingaanwijzer, zie Knip‐ perlicht 70
Rijaanwijzing, ECO PRO 171
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 158
Rijbaanbegrenzing, waar‐ schuwing 115
Rijbelevingsschakelaar 123
Rijmodus 123
Rijmodus ECO PRO 169
Rijprogramma configure‐ ren 124 Rijstabiliteitsregelsyste‐
men 120
Rijstijlanalyse 175
Rijtips 158
RME raapoliemethyles‐ ter 181
Roetdeeltjesfilter 159
Roetfilter 159
RON, benzinekwaliteit 180
Rondom de dakhemel 15
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12
RPA bandenpechwaarschu‐ wing 106
RSC Runflat System Compo‐ nent, zie Banden met nood‐
loopeigenschappen 185
Rubber, verzorging 219
Rugleuning achterbank om‐ klappen, zie doorlaadsys‐
teem 149
Rugleuningbreedte 49
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 49
Ruitbediening 43
Ruitensproeierinstallatie 71
Ruitensproeiermonden 72
Ruitensproeiers, ruiten 72
Ruitenwisserinstallatie 71
Ruitenwissers, zie Ruitenwis‐ serinstallatie 71
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 72
Run Flat-banden 185
S
Schade, banden 183
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelaar voor rijdyna‐ miek 123
Schakeling, handmatige ver‐ snellingsbak 73 Seite 238OpzoekenAlles van A tot Z238
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15
Schakelpaddels op het stuur‐wiel 76
Schakelpuntindicator 85
Scherm tegen verblin‐ ding 147
Schminkspiegel 147
Schokdempercontrole, dyna‐ misch 122
Schroefdraad voor wegsleep‐ oog 215
Schroefdraad, zie Schroef‐ draad voor wegsleep‐
oog 215
Schroevendraaier, zie Boord‐ gereedschap 200
Schuif-/kanteldak 45
Sensoren, verzorging 220
Servicegeschiedenis 85
Services, ConnectedDrive 6
Servotronic 122
Sfeerverlichting 98
Sigarettenaansteker 147
Signalen bij het ontgrende‐ len 41
Sleepoog, zie "Sleep‐ oog" 215
Sleeptouw voor het slepen/ wegslepen 214
Slepen, zie Slepen/wegsle‐ pen 213
Sleutel/afstandsbediening 32
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 101
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 164
Slot, portier 37
Sluiten/openen met afstands‐ bediening 36
Sluiten/openen via portier‐ slot 37
Sneeuwkettingen 189
Snelheidsbegrenzer, hand‐ matig 116
Snelheidsbeperking, weer‐ gave 86 Snelheidslimietinfo 86
Snelheidslimietinformatie, boordcomputer 89
Snelheidslimiet, zie Handma‐ tige snelheidsbegren‐
zer 116
Snelheidsregeling 126
Snelheidswaarschuwing 90
SOS-toets 210
Spanning, banden 182
Spanningscontrole, ban‐ den 103
Spanningwaarschuwing, ban‐ den 106
Speciale uitrustingen, stan‐ daard uitrustingen 7
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 116
Spiegels 55
Spiegels, memory 54
Splitscreen 22
SPORT+ - programma, rijdy‐ namiek 123
Sportbesturing, variabel 122
Sportmeldingen, koppelweer‐ gave, vermogensweer‐
gave 90
SPORT-programma, rijdyna‐ miek 124
Sportprogramma, versnel‐ lingsbak 75
Spraakgestuurd systeem 25
Sproeiervloeistof 73
Stabiliteitsregelsyste‐ men 120
Stadslicht 93
Stadslicht, vervangen van de lamp 203
Standby-modus van de radio 66
Standventilatie 145
Stang voor het slepen/aansle‐ pen 214
Start/stop-knop 65
Starten van de motor 66 Starten van de motor bij sto‐
ring 33
Starten, zie Starten van de motor 66
Startfunctie bij storing 33
Starthulp 211
Starthulp, zie DSC 120
Stationair draaien van de mo‐ tor tijdens het rijden, uitrol‐
len 173
Stationair uitrollen 173
Statusinformatie, iDrive 21
Steptronic Sport-versnel‐ lingsbak, zie Steptronic-ver‐
snellingsbak 74
Steptronic versnellings‐ bak 74
Stoelen 47
Stoel- en spiegelgeheu‐ gen 54
Stoelverwarming, voorin 50
Storingsmeldingen, zie Check-Control 79
Stroomonderbreking 208
Stuurondersteuning 122
Stuurwiel, verstellen 57
Stuurwielverwarming 58
Symbolen 6
Symbolen in het status‐ veld 21
T Taal, op het Control Dis‐ play 91
Takelwagen 213
Tankdop 178
Tankdopklep 178
Tanken 178
Tapijt, onderhoud 220
Technische gegevens 224
Technische wijzigingen, zie Eigen veiligheid 7
Tekstmeldingen, aanvul‐ lend 82
Telefoon 6 Seite 239Alles van A tot ZOpzoeken239
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 857 - VI/15