
VERPLICHT LEZEN!
TANKEN
Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die aan de Europese specificatie EN228
voldoet.Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselolie die aan de Europese norm EN590 voldoet. Het gebruik van andere producten of
mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en derhalve de garantie voor de veroorzaakte schade ongeldig maken.
DE MOTOR STARTEN
Benzinemotoren: controleer of de handrem is aangetrokken, zet de versnellingspook in de vrijstand, trap het koppelingspedaal volledig in
zonder het gaspedaal in te trappen, draai de contactsleutel naar de stand AVV en laat hem los zodra de motor start.Dieselmotoren: Draai
de contactsleutel naar de stand MAR en wacht tot de lampjes
enuitgaan. Draai vervolgens de contactsleutel naar AVV en laat
hem los zodra de motor gestart is.
PARKEREN BOVEN BRANDBAAR MATERIAAL
De katalysator ontwikkelt tijdens zijn werking zeer hoge temperaturen. Parkeer de auto dus niet boven gras, dennennaalden of ander
ontvlambaar materiaal: brandgevaar.
MILIEUBESCHERMING
Het voertuig is uitgerust met een diagnosesysteem dat continu controles uitvoert op de componenten die verband houden met de
uitlaatgasemissie, om een betere bescherming van het milieu te garanderen.
ELEKTRISCHE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van de auto besloten wordt om elektrische accessoires toe te voegen (met het risico dat de accu langzaam ontlaadt), neem
dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk. Zij kunnen het totale stroomverbruik berekenen en controleren of de elektrische
installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik.
CODE-CARD(voor bepaalde versies/markten)
Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto. Houd de elektronische code van de CODE-card altijd bij de hand in het geval dat u
een noodstart moet verrichten.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Een correct onderhoud van de auto is van essentieel belang om de prestaties en de veiligheid van de auto, zijn milieuvriendelijkheid en lage
bedrijfskosten gedurende langere tijd te garanderen.
HET INSTRUCTIEBOEKJE BEVAT...
... belangrijke informatie, tips en waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en onderhoud van uw auto. Besteed speciale aandacht
aan de symbolen (veiligheid van de inzittenden) (milieubescherming) (toestand van de auto).

SYMBOLEN
Sommige onderdelen van de auto zijn
voorzien van gekleurde plaatjes met
daarop symbolen die de
voorzorgsmaatregelen aangeven die in
acht genomen moeten worden
wanneer het betreffende onderdeel
wordt gebruikt. Onder de motorkap is
tevens een plaatje aangebracht,
waarop de betekenis van deze
symbolen wordt toegelicht.
ALFA ROMEO CODE
SYSTEEM
IN HET KORT
Dit is een elektronische
startblokkering die de beveiliging
tegen diefstalpogingen verbetert. Het
systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de
contactsleutel wordt verwijderd.
In elke sleutel zit een elektronisch
apparaatje dat het uitgezonden
signaal, afkomstig van een antenne
die in het contactslot is ingebouwd,
kan identificeren wanneer de motor
gestart wordt. Het signaal, dat elke
keer dat de auto wordt gestart wijzigt,
is het "wachtwoord" waarmee de
regeleenheid de sleutel herkent
en het starten van de motor vrijgeeft.
1)
Werking
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de stand MAR
te draaien, stuurt de regeleenheid van
het Alfa Romeo CODE systeem een
herkenningscode naar de
motorregeleenheid om de
startblokkering uit te schakelen.Deze code wordt alleen verzonden als
de regeleenheid van het Alfa Romeo
CODE systeem de door de sleutel
verstuurde code herkent.
Elke keer dat de contactsleutel naar
STOP wordt gedraaid, schakelt het Alfa
Romeo CODE-systeem de functies
van de elektronische motorregeleenheid
uit.
Onregelmatige werking
Als de code tijdens het starten niet
correct wordt herkend, gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden (bij
sommige versies verschijnt er een
bericht samen met een symbool op het
display).
Draai in dit geval de sleutel naar STOP
en vervolgens naar MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer dan
nogmaals met een van de andere
geleverde sleutels. Neem contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk als
de motor nog steeds niet gestart kan
worden.
10
WEGWIJS IN UW AUTO

Inschakeling van
waarschuwingslampje
tijdens het rijden
❒Als het waarschuwingslampje
gaat branden (of als het symbool
op het display verschijnt), betekent
dit dat het systeem een zelfdiagnose
uitvoert (bijv. bij een spanningsval).
❒Als het waarschuwingslampje
blijft branden (of het symbool op
het display blijft staan), neem dan
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
1) De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als
de sleutel aan sterke schokken
wordt blootgesteld. Om een
correcte werking van de
elektronische componenten in de
sleutel te garanderen, mag deze
nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
DE SLEUTELS
CODE-CARD
(voor bepaalde versies/markten)
De CODE-card fig. 5 wordt samen met
de sleutels geleverd en vermeldt:
❒A - elektronische code;
❒B - mechanische code.
Bewaar deze codes op een veilige
plaats, maar niet in de auto.
SLEUTEL ZONDER
AFSTANDSBEDIENING
Werking
De metalen baard A fig. 6 bedient:
❒het contactslot;
❒de portiersloten.SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
Werking
De metalen baard A bedient:
❒het contactslot;
❒de portiersloten.
Druk op knop B om de metalen baard
in/uit te klappen.
1)
5A0K0544
6A0K0545
7A0K0546
11

Portieren en slot van
bagageruimte
ontgrendelen
Druk kort op knop
: ontgrendeling
van de portieren, tijdgestuurde
inschakeling binnenverlichting en
dubbel knipperen van de
richtingaanwijzers (voor bepaalde
versies/markten).
De portieren worden automatisch
ontgrendeld wanneer de afsluiter van
de brandstoftoevoer ingrijpt.
Als bij vergrendeling van de portieren,
een of meerdere portieren of de
achterklep niet correct gesloten zijn,
beginnen de led en de
richtingaanwijzers snel te knipperen.
Portieren en slot van
bagageruimte
vergrendelen
Druk kort op knop
: vergrendeling
van de portieren, tijdgestuurde
uitschakeling binnenverlichting en een
maal knipperen van de
richtingaanwijzers (voor bepaalde
versies/markten).Als een of meer portieren open zijn,
worden ze niet vergrendeld. Dit wordt
aangegeven door het snel knipperen
van de richtingaanwijzers (voor
bepaalde versies/markten). De portieren
worden vergrendeld ook als de
achterklep open staat.
Wanneer een snelheid van meer dan 20
km/h wordt bereikt, worden de
portieren automatisch vergrendeld als
deze specifieke functie is ingesteld
(alleen bij versies met multifunctioneel
herconfigureerbaar display).
Wanneer de portieren van buiten de
auto worden vergrendeld (met de
afstandsbediening), gaat led A fig. 8
enkele seconden branden en daarna
knipperen (bewakingsfunctie).Wanneer de portieren van binnen de
auto worden vergrendeld (door te
drukken op de
knop op het
dashboard), blijft de led continu
branden.
Bagageruimte openen
Druk op de knop
om de
bagageruimte op afstand te openen.
De richtingaanwijzers knipperen twee
maal om aan te geven dat de
bagageruimte geopend is.
EXTRA
AFSTANDSBEDIENINGEN
AANVRAGEN
Het systeem kan maximaal 8 sleutels
met ingebouwde afstandsbediening
herkennen. Als een nieuwe
afstandsbediening nodig mocht zijn,
neem dan contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk en neem de
CODE-card (voor bepaalde versies/
markten), een identiteitsbewijs en
de autodocumenten die de eigendom
aantonen mee.
8A0K0588
12
WEGWIJS IN UW AUTO

Voordat het alarm wordt ingeschakeld,
wordt een zelfdiagnose uitgevoerd:
als een storing wordt gevonden, dan
weerklinkt nogmaals een geluidssignaal
en/of gaat de led op het dashboard
branden.
Als na inschakeling van het alarm een
tweede geluidssignaal weerklinkt en/of
de led op het dashboard gaat branden,
wacht dan ongeveer 4 seconden en
zet het alarm uit door te drukken op de
knop, controleer of alle portieren,
de motorkap en de bagageruimte
correct vergrendeld zijn en schakel het
systeem opnieuw in door te drukken op
de
knop.
Wanneer, zelfs bij goed gesloten
portieren, motorkap en bagageruimte,
het geluidssignaal klinkt, dan is er
een storing in de werking van het
systeem gevonden, neem in dat geval
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.ZELF-INSCHAKELEND
ALARM
(voor bepaalde versies/markten)
Als het alarm niet ingeschakeld werd
met behulp van de afstandsbediening,
als er ongeveer 30 seconden
verstreken zijn nadat de contactsleutel
op STOP werd gedraaid en een deur
of de achterklep voor het laatst
geopend en gesloten werd, wordt het
alarm automatisch ingeschakeld.
Dit wordt aangegeven door het
knipperen van de led op knop A fig. 10
en de hiervoor beschreven aanwijzingen
voor inschakeling.
Om het alarm uit te schakelen op de
toets met het op de
afstandsbediening drukken.
Het alarm wordt ook ingeschakeld als
de deuren worden afgesloten met
de metalen baard van de sleutel in het
slot van het bestuurdersportier. Als
het systeem zichzelf inschakelt, worden
de deuren niet afgesloten.
UITSCHAKELING VAN
HET ALARM
Druk op toets
. De volgende
handelingen worden verricht
(uitgezonderd enkele markten):
❒de richtingaanwijzers knipperen twee
maal kort;❒er worden twee geluidssignalen
voortgebracht;
❒de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Wanneer de portieren
met de metalen baard van de sleutel
centraal worden ontgrendeld, wordt het
alarm niet uitgeschakeld.
VOLUMETRISCHE
BEVEILIGING EN
HELLINGSHOEKDETECTIE
Om de juiste werking van deze
beveiligingsfuncties te verzekeren, sluit
de zijruiten en het schuifdak compleet
(voor bepaalde versies/markten).
Om de functie uit te schakelen, op
knop A fig. 10 drukken voordat het
alarm geactiveerd wordt. Wanneer de
functie is uitgeschakeld, wordt dit
aangegeven door het, gedurende
enkele seconden, knipperen van de led
op de knop.
Elke uitschakeling van de volumetrische
beveiliging en de hellingshoekdetectie
moet worden herhaald telkens het
instrumentenpaneel wordt
uitgeschakeld.
15

4) Het is ten strengste verboden om
aftermarket-werkzaamheden uit
te voeren waarbij wijzigingen aan
de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv.:
installatie van een alarmsysteem).
Zulke werkzaamheden kunnen
de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor het voertuig
niet meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
5) Verwijder de sleutel nooit terwijl
de auto rijdt. Het stuurwiel zal
blokkeren zodra eraan gedraaid
wordt. Dit geldt ook voor auto's
die gesleept worden.STOELEN
VOORSTOELEN
Verstellen in
lengterichting
Trek hendel A fig. 12 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren:
in de rijstand moeten de armen op
de rand van het stuurwiel rusten.
6) 7)
Afstelling in de hoogte
(voor bepaalde versies/markten)
Verplaats hendel B fig. 12 naar boven
of naar beneden tot de gewenste
hoogte is bereikt.
BELANGRIJK Deze verstelling is alleen
mogelijk als men op de
bestuurdersstoel zit.
Afstelling rugleuning
Draai aan knop C fig. 12 tot de
gewenste stand is bereikt.
8)
Stoelverwarming
(voor bepaalde versies/markten)
Draai de sleutel naar de stand MAR en
druk op knop A fig. 13 om de functie
in/uit te schakelen.
Wanneer de functie ingeschakeld
wordt, gaat de led op de knop
branden.
Elektrisch verstelbare
lendensteun
(voor bepaalde versies/markten)
Draai de sleutel naar de stand MAR en
druk op knop B fig. 13 om de functie
in/uit te schakelen.
12A0K0366
17

Wanneer de functie ingeschakeld
wordt, gaat de led op de knop
branden.
VOORSTOELEN MET
ELEKTRISCHE
VERSTELLING
(voor bepaalde versies/markten)
De bedieningselementen om de stoel te
verstellen zijn fig. 14:Multifunctionele bediening A:
❒hoogteverstelling van de stoel
(verticale stoelverstelling);
❒stoelverstelling in lengterichting;
B: Verstelling hoek rugleuning en
lendensteun;
C: Geheugenknoppen stand
bestuurdersstoel.
BELANGRIJK De elektrische verstelling
werkt alleen met de contactsleutel in
de stand MAR en gedurende circa
1 minuut nadat de contactsleutel naar
de stand STOP is gedraaid. De stoel
kan versteld worden gedurende
ongeveer 3 minuten na het portier te
hebben geopend, of tot het portier
gesloten is.
De standen van de
bestuurdersstoel in het
geheugen opslaan
Met de knoppen C kunnen drie
verschillende standen van de
bestuurdersstoel worden opgeslagen
en opgeroepen.Het opslaan en oproepen is mogelijk
met de contactsleutel in de stand MAR
en gedurende 3 minuten na het
bestuurdersportier te hebben geopend
of zolang het portier gesloten is, ook
met de contactsleutel in de stand
STOP.
De opslag van de stand wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Ga als volgt te werk om een stoelstand
op te slaan: gebruik de
bedieningselementen om de stoel te
verstellen en houd de knop enkele
seconden ingedrukt wanneer de
gewenste stand is bereikt die u wilt
opslaan.
Wanneer een nieuwe stoelstand wordt
opgeslagen, wordt de stoelstand die
voorheen met dezelfde knop werd
opgeslagen automatisch overschreven.
Het oproepen van een stoelstand is
ook mogelijk gedurende ongeveer
3 minuten nadat de portieren zijn
geopend en ongeveer 1 minuut nadat
de contactsleutel naar de stand STOP
is gedraaid.
Druk kortstondig op de betreffende
knop om een opgeslagen stand op te
roepen.
13A0K0213
14A0K0214
18
WEGWIJS IN UW AUTO

KLIMAATREGELING
(koeling)
Ga als volgt te werk om te koelen:
❒draai knop A naar het blauwe gebied;
❒druk op knop F om de interne
luchtrecirculatie in te schakelen
(ronde led rond de knop aan);
❒draai de knop E naar
;
❒druk op knop B om de
klimaatregeling in te schakelen en zet
knop C ten minste op 1 (1e snelheid);
voor een hogere ventilatorsnelheid,
knop C op 6 (maximum
ventilatorsnelheid) zetten.
Koelregeling
Ga als volgt te werk:
❒draai knop A naar rechts om de
temperatuur te verhogen;
❒druk op de knop F om de interne
luchtrecirculatie uit te schakelen
(ronde led rond de knop uit);
❒verstel de draaiknop C om de
ventilatorsnelheid te verlagen.VERWARMING VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk om het interieur
snel te verwarmen:
❒draai de knop A naar het rode
gebied;
❒druk op knop F om de interne
luchtrecirculatie in te schakelen;
❒draai de knop E naar
;
❒zet de draaiknop C op 6 (maximum
ventilatorsnelheid).
Kies vervolgens een stand om de
gewenste comfortsituatie te behouden
en druk op knop F om de interne
luchtrecirculatie uit te schakelen (ronde
led rond de knop uit) en zodoende
beslagen ruiten te voorkomen.
BELANGRIJK Bij koude motor duurt
het enkele minuten om een snelle
verwarming van het interieur te
bekomen.
AUTOMATISCH
ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN (MAX-DEF
functie)
Deze functie zorgt voor het automatisch
ontwasemen/ontdooien van de: ruiten
voor (voorruit en zijruiten), verwarmde
sproeiers, verwarmde buitenspiegels.Om de functie in te schakelen, zet de
draaiknop E op het teken “Ontdooiing”
die is aangegeven met
.
De handbediende klimaatregeling past
zich automatisch aan de volgende
instellingen aan:
❒het teken ontdooiing
gaat oranje
i.p.v. rood branden (om aan te geven
dat de functie is ingeschakeld);
❒de achterruitverwarming (en alle
ontdooisystemen van de auto)
worden ingeschakeld. De ronde led
rond de
knop gaat branden
om aan te geven dat de functie is
ingeschakeld;
❒de luchtstroom wordt ingesteld op de
maximumsnelheid (6);
❒de luchtcirculatie wordt geopend,
indien eerder gesloten (de ronde
led rond de betreffende knop is uit);
❒het luchtmengsel wordt ingesteld op
“maximum hitte”;
❒de extra verwarming (voor bepaalde
versies/markten) wordt ingeschakeld;
❒de compressor wordt ingeschakeld
(de ronde led brandt wanneer de
AC-functie aan is).
26
WEGWIJS IN UW AUTO