Display met imperiale eenheden
A. Temperatuurmeter motorkoelvloeistof B. Tijd C. Toerenteller D. Modus/indicatie ingeschakelde versnelling E. Schakelindicator
(Gear Shift Indicator) F. Buitentemperatuur G. Brandstofmeter (de driehoek aan de rechterkant van het symbool geeft de kant
van de auto aan met de brandstofvulopening) H. Zone bestemd voor weergave van het digitale waarschuwingslampje met
betrekking tot het weergegeven bericht I. Dagteller J. Snelheidsmeter (Snelheidsaanduiding) K. Rijmodus “Alfa DNA”-systeem L.
Berichten/informatie op display M. Totaalteller.
60A0L0129
62
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
SNELHEIDSMETER
De meter J geeft de snelheid van de
auto aan.
TOERENTELLER
De verlichting C geeft het
motortoerental aan.
BRANDSTOFMETER
De meter G geeft de hoeveelheid
brandstof in de tank aan.
Het digitale waarschuwingslampje
gaat branden wanneer er nog4à5
liter brandstof in de tank is; tank in dat
geval brandstof bij zodra dit mogelijk is.
Rijd niet met een bijna lege tank: een
onregelmatige brandstoftoevoer kan de
katalysator schade toebrengen.
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUURMETER
De meter A geeft de
koelvloeistoftemperatuur aan en begint
aanwijzingen te geven zodra de
koelvloeistoftemperatuur boven circa
50°C komt.
Het digitale lampje
gaat branden (en
er verschijnt een bericht op het display)
wanneer de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is; zet in dat geval onmiddellijk de
motor uit en neem contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
GEAR SHIFT INDICATOR
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert
de bestuurder een andere versnelling in
te schakelen via een speciaal bericht E
fig. 59 op het instrumentenpaneel.Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Daarom is het voor een zuinig
brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te
selecteren, en om de aanwijzingen van
de Gear Shift Indicator op te volgen
wanneer de verkeersomstandigheden
dit toelaten.
Wanneer het pictogram (
)ophet
instrumentenpaneel wordt getoond,
adviseert de GSI om een hogere
versnelling in te schakelen. Wanneer het
pictogram (
) wordt getoond,
adviseert de GSI om een lagere
versnelling in te schakelen.
BELANGRIJK De GSI werkt niet
wanneer de versnellingsbak in de
AUTO-modus werkt.
BELANGRIJK De aanduiding op het
instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of
zolang de rijomstandigheden niet
terugkeren naar een situatie waarin
schakelen niet nodig is om het verbruik
te optimaliseren.
SETUP-MENU
BEDIENINGSKNOPPEN
SET/: kort indrukken om het menu
te openen en/of naar het volgende
scherm te gaan of de keuze te
bevestigen. Lang indrukken om naar
het standaardscherm terug te keren
fig. 61.
: om het weergegeven scherm en de
betreffende opties naar beneden te
doorlopen of om de weergegeven
waarde te verhogen.
: om het weergegeven scherm en de
betreffende opties naar beneden te
doorlopen of om de weergegeven
waarde te verhogen.
BELANGRIJK De knoppen
enactiveren verschillende functies,
afhankelijk van de volgende situaties:
hiermee kan binnen het menu naar
beneden en naar boven door de opties
61A0L0125
63
g
MENUOPTIES
Menu
Met deze optie kan toegang tot het
Setup Menu worden verkregen.
Druk op de knop
ofom de
verschillende Menuopties te selecteren.
Houd de SET/
knop ingedrukt om
naar het standaardscherm terug te
keren.
Snelheidswaarschuwing
(Snelheidslimiet)
Met deze functie kan de snelheidslimiet
van het voertuig ("km/h" of "mph")
ingesteld worden; de bestuurder wordt
gewaarschuwd wanneer deze limiet
wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de
snelheidslimiet in te stellen:
druk kort op de knop SET/:op
het display verschijnt het opschrift
"Snelheidswaarschuwing";
druk op knopofom de in-
("On) of uitschakeling ("Off") van de
snelheidsbegrenzing te selecteren;
als de functie is ingeschakeld, op
ofdrukken om de gewenste
snelheidslimiet te selecteren en druk
vervolgens op SET/
om te
bevestigen.
BELANGRIJK De waarde kan ingesteld
worden tussen 30 en 200 km/h of
tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van
de eerder ingestelde eenheid. Zie deparagraaf "Meeteenheid instellen)" die
hierna wordt beschreven. Elke druk op
de knop
/verhoogt of verlaagt de
waarde 5 eenheden. Houd de knop/ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan men de instelling afronden
door opnieuw de knop kort in te
drukken.
Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelling te
annuleren:
druk kort op de SET/-knop om
het display te laten knipperen "On";
druk op de-knop om het display
te laten knipperen "Off";
Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Activering trip
B/gegevens (Trip B
inschakelen)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) ingeschakeld ("On") of
uitgeschakeld ("Off") worden. Zie voor
meer informatie "Trip computer".
Ga als volgt te werk om deze functie in-
en uit te schakelen:
druk kort op de SET/knop om
"On" of "Off" op het display te laten
knipperen afhankelijk van wat eerder is
ingesteld;
druk opofom uw keuze te
maken;
Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Tijd instellen (Klok
instellen)
Met deze functie kan de klok ingesteld
worden via twee submenu’s: “Uur” en
“Formaat”.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
druk kort op de SET/knop en
de twee submenu's ("Uur" en
"Formaat") worden weergegeven;
Druk op de knopofom de
verschillende Menuopties te selecteren.
nadat het te wijzigen submenu is
gekozen, kort op de SET/
knop
drukken;
als het submenu "Tijd" is gekozen en
er wordt kort op de knop SET/
gedrukt, dan knipperen de "uren"
op het display.
druk op de knopofom de
instelling uit te voeren;
druk kortstondig op de SET/
65
g
knop, op het display knippert
"minuten";
druk op de knopofom de
instelling uit te voeren;
BELANGRIJK Elke druk op de knop
ofverhoogt of verlaagt de waarde
1 eenheid. Houd de knop ingedrukt om
de waarde automatisch snel te
verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door
opnieuw de knop kort in te drukken.
Als het submenu "Formaat"
submenu is gekozen en er wordt kort
op de knop SET/
gedrukt, dan
knipperen de formaten op het display;
druk op de knopofom "12h"
of "24h" te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de SET/
knop
drukken om terug te keren naar het
submenuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdscherm zonder op te slaan.
Houd de SET/
knop ingedrukt om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van de menuopties waarin u
zich bevindt.
Datum instellen (De
datum instellen)
Met deze functie kan de datum
ingesteld worden (jaar - maand - dag).
Ga als volgt te werk om in te stellen:
druk kort op knop SET/. Het
"jaar" knippert op het display;
druk op de knopofom de
instelling uit te voeren;
druk kort op knop SET/.De
"maand" knippert op het display;
druk op de knopofom de
instelling uit te voeren;
druk kort op knop SET/.De
"dag" knippert op het display;
druk op de knopofom de
instelling uit te voeren;
BELANGRIJK Elke druk op de knop
ofverhoogt of verlaagt de waarde
1 eenheid. Houd de knop ingedrukt om
de waarde automatisch snel te
verhogen/verlagen. Wanneer de
gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door
opnieuw de knop kort in te drukken.
Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Autoclose
(automatische centrale
portiervergrendeling bij
rijdend voertuig)
(voor bepaalde versies/markten)
Als deze functie is ingeschakeld ("On"),
worden de portieren automatisch
vergrendeld wanneer sneller dan
20 km/h wordt gereden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
druk kort op knop SET/. "On"
of "Off" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
druk opofom uw keuze te
maken;
Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Houd de SET/knop ingedrukt
om terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van de menuopties waarin u
zich bevindt.
Meeteenheid
(Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de eenheden
worden ingesteld via drie submenu’s:
“Afstanden”, “Verbruik” en
“Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de
66
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
meeteenheid in te stellen:druk kort op knop SET/.Op
het display verschijnen de drie
submenu's:
druk op de knopofom de drie
submenu's te doorlopen;
nadat het te wijzigen submenu is
gekozen, kort op de SET/
knop
drukken;
als het submenu "Afstanden" is
gekozen en knop SET/
wordt kort
ingedrukt, dan verschijnt “km” of “mi”
op het display, afhankelijk van wat
eerder is ingesteld;
druk opofom uw keuze te
maken;
als het submenu "Verbruik" is
gekozen en knop SET/
wordt kort
ingedrukt, dan verschijnt "km/l",
"l/100km" of "mpg" op het display,
afhankelijk van wat eerder is ingesteld;
als de ingestelde meeteenheid voor
"Afstanden" "km" is, dan kan op het
display de meeteenheid ("km/l" of
"l/100km") voor Verbruik worden
ingesteld. Als de ingestelde
meeteenheid voor "Afstanden" "mi" is,
dan wordt op het display Verbruik in
"mpg" weergegeven;
druk opofom uw keuze te
maken;
als het submenu "Temperatuur" is
gekozen en knop SET/
wordt kort
ingedrukt, dan verschijnt “°C” of “°F” ophet display, afhankelijk van wat eerder is
ingesteld;
druk opofom uw keuze te
maken;
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, kort op de SET/
knop
drukken om terug te keren naar het
submenuscherm of de knop ingedrukt
houden om terug te keren naar het
hoofdscherm zonder op te slaan.
Houd de SET/
knop ingedrukt om
terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van de menuopties waarin u
zich bevindt.
Taal (Taal instellen)
De berichten op het display kunnen in
de volgende talen worden
weergegeven: Italiaans, Engels, Duits,
Portugees, Spaans, Frans, Amerikaans
Engels, Mexicaans Spaans, Russisch
en Chinees.
Ga als volgt te werk om de gewenste
taal in te stellen:
druk kort op knop SET/.De
eerder ingestelde "taal" knippert op het
display;
druk opofom uw keuze te
maken;
Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Geluidssterkte
waarschuwingen
(Volumeregeling
geluidssignaal storing/
waarschuwing)
Met deze functie kan het volume van de
zoemer, die klinkt als een
storing/waarschuwing wordt
weergegeven, ingesteld worden op 8
niveaus.
Ga als volgt te werk om het gewenste
volume in te stellen:
druk kort op knop SET/. Het
eerder ingestelde "volumeniveau"
knippert op het display;
druk op de knopofom de
instelling uit te voeren;
Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Piep veiligheidsgordels
(Opnieuw inschakelen
zoemer voor
SBR-indicatie)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie kan alleen worden
weergegeven wanneer het
SBR-systeem door een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt is uitgeschakeld
(zie de paragraaf “SBR-systeem” in het
hoofdstuk “Veiligheid”).
67
g
Service
(Geprogrammeerd
onderhoud)
Deze functie zorgt voor weergave van
informatie over de intervallen waarmee
de servicebeurten uitgevoerd moeten
worden.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
druk kort op knop SET/.Ophet
display wordt het onderhoudsinterval in
kilometers (km) of mijlen (mi)
weergegeven, op grond van wat eerder
is ingesteld (zie paragraaf
"Meeteenheden (Meeteenheden
instellen");
druk op de SET/knop om terug
te keren naar het menuscherm of houd
de knop ingedrukt om terug te keren
naar het standaardscherm.
BELANGRIJK In het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld, zie het
hoofdstuk "Onderhoud en zorg". Het
bericht "Service" wordt automatisch
weergegeven, en het
waarschuwingslampje
gaat
branden, wanneer de sleutel in de
stand MAR wordt gedraaid, vanaf
2.000 km (of het equivalent in mijl) vóór
de volgende servicebeurt, en wordt elke
200 km (of het equivalent in mijl)
herhaald. Onder de 200 km wordt deze
melding met kortere intervallenweergegeven. Het bericht verschijnt in
kilometers of mijlen, afhankelijk van de
"Meeteenheid" die is ingesteld.
Bovendien gaat het
waarschuwingslampje
branden en
verschijnt het bericht "Service" op de
display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers of mijlen,
wanneer het onderhoudsinterval bijna is
vervallen en de sleutel in de stand MAR
wordt gedraaid. Neem contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk. De
werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd
onderhoudsschema" zullen uitgevoerd
worden en het bericht zal gereset
worden.
Passagiersairbags
(In-/uitschakeling van
frontairbag
passagierszijde)
Deze functie zorgt voor in- en
uitschakeling van de frontairbag aan
passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
druk op de SET/knop en, nadat
de melding (Bag pass: Off) (voor het
uitschakelen) of de melding (Bag pass:
On) (voor het inschakelen) op het
display is verschenen door het
indrukken van de knoppen "
"en"
", nogmaals op de SET/knop
drukken;
op het display verschijnt een verzoek
om bevestiging;
druk op de knoppenofom
"Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te bevestigen)
of "Nee" (om te annuleren);
druk kort op de SET/knop: er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan. Het controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
Dagverlichting (DRL)(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de dagverlichting
worden in- en uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
druk kort op knop SET/. "On"
of "Off" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
druk opofom uw keuze te
maken;
Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Houd de SET/knop ingedrukt
om terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
68
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
afhankelijk van de menuopties waarin u
zich bevindt.
Menu afsluiten
Met deze laatste functie wordt de
cyclus van de in het menuscherm
vermelde instellingen afgesloten.
Druk kort op de knop SET/
om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Druk op de knop
om terug te keren
naar de eerste menuoptie.
TRIP COMPUTER
De Trip computer geeft informatie over
de werking van het voertuig weer,
wanneer de contactsleutel in de stand
MAR is gedraaid.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen"
van de auto worden bewaakt. Beide
functies werken onafhankelijk van
elkaar.
Beide functies kunnen gereset worden
bijv begin van een nieuwe rit.
“Trip A” geeft informatie over:
Bereik
Afgelegde afstand
Gemiddeld verbruik
Huidig verbruik
Gemiddelde snelheid
Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
Afgelegde afstand B
Gemiddeld verbruik B
Gemiddelde snelheid B
Reistijd B.
“Trip B” kan uitgeschakeld worden (zie
paragraaf "Inschakeling/Gegevens Trip
B (Inschakeling Trip B)". De parameters
“Actieradius” en “Huidig verbruik"
kunnen niet worden gereset.
WEERGEGEVEN
WAARDEN
Bereik
Dit geeft de afstand bij benadering weer
die nog gereisd kan worden met de
aanwezige brandstof in de tank,
aangenomen dat de rijstijl ongewijzigd
blijft.
Op het display wordt “----”
weergegeven, wanneer de volgende
gebeurtenissen zich voordoen:
het bereik is minder dan 50 km (of
30 mijl)
de auto staat lang geparkeerd met
draaiende motor.
BELANGRIJK Het bereik kan variëren
afhankelijk van verschillende factoren:
de rijstijl, het type route (snelweg,
stadsverkeer, bergwegen, enz.…), en
de gebruiksomstandigheden
(beladingstoestand, bandenspanning,
enz.). Bij de planning van een reis dient
men dus rekening te houden met deze
factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft
afgelegd sinds het begin van een
nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik
van de auto weer sinds het begin van
een nieuwe reis.
69
g
Huidig verbruik
Geeft het huidige brandstofverbruik
weer. Deze waarde wordt continu
bijgewerkt. Als de auto stilstaat met
draaiende motor verschijnt “----”op
het display.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid weer
afhankelijk van de totale tijd die is
verlopen sinds het begin van de reis.
Reistijd
Tijd die is verstreken sinds het begin
van de nieuwe reis.
Aanwijzingen op het
display
Telkens wanneer een waarde wordt
geselecteerd, verschijnt de volgende
informatie:
het woord “Trip” (of “Trip A” of “Trip
B”) (A fig. 62 );
naam, waarde en meeteenheid van
de gekozen waarde (bijv. "Actieradius
520 km") (B fig. 62 ).
Na enkele seconden wordt de naam
van de geselecteerde waarde
vervangen door het bijbehorende
pictogram (zie voorbeeld fig. 63 ).
Knop TRIP RESET
De TRIP RESET-knop bevindt zich op
de rechterhendel fig. 64. Wanneer de
contactsleutel in de stand MAR staat,
kunnen met deze knop de hiervoor
beschreven waarden bekeken worden
en kunnen de gegevens worden
gereset om een nieuwe reis te
beginnen:
kort indrukken: weergave van de
verschillende waarden;
lang indrukken: reset de waarden en
start een nieuwe reis.
Nieuwe reis
Deze begint na een:“handmatige” reset door de
gebruiker door de betreffende knop in
te drukken;
"automatische" reset wanneer de
"afgelegde afstand" de waarde
99999,9 km bereikt of wanneer de
"reistijd" de waarde 999:59 bereikt (999
uur en 59 minuten);
nadat de accu losgekoppeld is
geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt
gereset wanneer de details van “Trip A”
of “Trip B” worden weergegeven, dan
worden alleen de gegevens van de
weergegeven reis gereset.
62A0L0122
63A0L0123
64A0L0124
70
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g