PARKEREN
Verwijder altijd de contactsleutel als de
auto wordt verlaten.
Ga bij het parkeren en verlaten van de
auto als volgt te werk:
schakel een versnelling in (eerste als
op een helling omhoog wordt
geparkeerd en achteruit bij een helling
omlaag) en zet de wielen iets gedraaid.
zet de motor af en trek de handrem
aan.
Als de auto op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan
met wiggen of stenen.
Wacht tot de ingeschakelde versnelling
van het display verdwijnt voordat u het
rempedaal loslaat.
87)
BELANGRIJK: laat de autoNOOIT
achter met de versnellingsbak in de
vrijstand.
HANDREM
Trek, om de handrem in te schakelen,
de hendel A fig. 75 omhoog totdat de
auto is geblokkeerd. Bij aangetrokken
handrem en contactsleutel in de stand
MAR, gaat het waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel
branden.
Trek, om de handrem los te zetten,
hendel A iets omhoog, druk knop B in,
houd deze ingedrukt en laat de hendel
zakken. Het
waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel gaat uit.
Vier of vijf klikken zijn over het algemeenvoldoende wanneer het voertuig op een
vlakke ondergrond staat, terwijl er wel
tien of elf nodig zijn als het voertuig met
belading op een steile helling staat.
88)
BELANGRIJK Tijdens deze handelingen
moet het rempedaal ingetrapt blijven.
BELANGRIJK
87)Laat kinderen nooit zonder toezicht in
de auto achter. Verwijder altijd de sleutel uit
het contactslot als de auto wordt verlaten
en neem de sleutel mee.
88)De auto moet geblokkeerd zijn na
enkele klikken van de handrem: als dat niet
zo is, contact opnemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk om de handrem te
laten afstellen. Parkeer het voertuig altijd op
veilige wijze, zoals aangegeven in de
wegenverkeerswet en zoals hierboven
beschreven.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK
De 4C is voorzien van de TCT
6-versnellingsbak met dubbele
drogeplaatkoppeling met
schakelpeddels achter het stuur. Dit is
een geavanceerde technische
oplossing die de combinatie biedt van
de bediening van een handgeschakelde
versnellingsbak, de directheid van een
sequentieel systeem en het gemak van
de mogelijkheid om een automatisch
keuzeprogramma te selecteren zonder
de vertraging van een conventionele
automatische transmissie.
Met de sleutel uit het contactslot, zal
het systeem geen enkele actie uitvoeren
wanneer de knoppen op het
bedieningspaneel van de transmissie
op de centrale tunnel fig. 76 worden
bediend, ongeacht de druk die op het
rempedaal wordt uitgeoefend. De
transmissie zal daarom in de toestand
blijven waarin deze verkeerde toen de
motor werd afgezet.
75A0L0066
105
g
Bij stationair draaiende motor en de
sleutel in de stand MAR (elektrische
verbruikers vanaf contactsleutel
ingeschakeld), verschijnt op het display
de ingeschakelde versnelling en de
actieve bedieningswijze (automatisch =
AUTOof handmatig = geen weergave).
WERKING
De versnellingsbak kan op twee
manieren bediend worden (behalve
wanneer de "Race" modus
geselecteerd is):
de eerste is handmatig (MANUAL),
waarbij de bestuurder beslist wanneer
hij schakelt;
de tweede is volledig automatisch (
AUTO), waarbij het systeem beslist
wanneer er geschakeld wordt.
Wanneer de "Race" modus
geselecteerd is, is MANUAL de enig
toegestane bedieningswijze.Handmatige bediening (MANUAL)
Deze bedieningswijze laat aan de
bestuurder de keuze van de geschiktste
versnelling, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
Met de schakelpeddel "+"ophet
stuurwiel wordt een hogere versnelling
ingeschakeld, terwijl met de hendel "–"
een lagere versnelling wordt
ingeschakeld (zie de volgende
paragraaf, "Schakelpeddels").
Als het verzoek door het systeem
geaccepteerd wordt, toont het display
de nieuw ingeschakelde versnelling.
Als het systeem het verzoek niet
accepteert, toont het display de
voorafgaand aan het verzoek
ingeschakelde versnelling en klinkt er
een geluidssignaal.
Het systeem weigert een
schakelcommando als dit de juiste
werking van de motor en deversnellingsbak in gevaar brengt. Het
systeem zal automatisch
terugschakelen als de motor het
stationaire toerental bereikt
(bijvoorbeeld tijdens afremmen). Als het
DNA-systeem in de "Normal" of "All
Weather"-modus wordt gebruikt, dan
zal automatisch worden opgeschakeld
als het motortoerental dit vereist.
Automatische werking (AUTO)
Om de automatische (AUTO) werking
in of uit te schakelen, moet op de
A/M-knop op het bedieningspaneel van
de transmissie worden gedrukt fig. 76;
de uitvoering hiervan wordt gemeld
door het woordAUTOop het display,
naast de ingeschakelde versnelling
fig. 78.
Als de automatische werkingAUTOis
ingeschakeld, dan kiest het systeem de
schakelmomenten op basis van de
snelheid van de auto, het
76A0L0067
77A0L0146
78A0L0068
106
STARTEN EN RIJDEN
g
paragraaf "Lampjes en berichten"), dan
moet de procedure “Vertraagde start”
gebruikt worden: houd de sleutel
minstens 7 seconden in de stand AVV
terwijl het rempedaal ingetrapt wordt
gehouden en de motor zal starten. Het
systeem zal in de "recovery" toestand
blijven.
Neem contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt als de motor niet
start.
Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, schakelt het systeem het
hydraulische gedeelte in, zodat dit
gereed is als de motor vervolgens
wordt gestart.
WEGRIJDEN MET DE
AUTO
De auto kan zowel in de 1e versnelling
als in de achteruit (R) wegrijden.
Opmerkingen (met betrekking tot
het starten van de auto)
De versnellingen kunnen alleen
ingeschakeld worden als het rempedaal
wordt ingetrapt. Als het rempedaal niet
is ingetrapt, verschijnt er een speciaal
bericht op het display.
Het is niet mogelijk om in een hogere
versnelling dan de 1e weg te rijden: als
dit geprobeerd wordt, toont het display
een speciaal bericht.
Bij wegrijden op een vrij steile helling,
wordt geadviseerd de handrem te
gebruiken.Inschakeling 1e versnelling
Ga als volgt te werk:
trap het rempedaal in;
druk op de knop1op het
bedieningspaneel van de
versnellingsbak;
laat het rempedaal los en trap het
gaspedaal in.
Inschakeling achteruitversnelling
(R)
De achteruitversnelling (R) kan alleen
worden ingeschakeld als de auto
stilstaat en het rempedaal ingetrapt is.
Ga als volgt te werk:
trap het rempedaal in (bij volledig
stilstaande auto);
druk op de knop R op het
bedieningspaneel van de
versnellingsbak;
laat het rempedaal los en trap het
gaspedaal in. Als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, klinkt er een
geluidssignaal (voor bepaalde
versies/markten).
Als het rempedaal niet is ingetrapt (en
de auto stilstaat), verschijnt er een
speciaal bericht op het display en
schakelt het systeem automatisch de
vrijstand (N) in.
BELANGRIJK Als de auto rijdt, dan
wordt het verzoek geaccepteerd en
uitgevoerd als binnen 3 seconden na
het schakelverzoek, de voertuigsnelheid
minder dan 3 km/h bedraagt: als hetschakelverzoek niet wordt uitgevoerd,
zal het systeem de versnelling
ingeschakeld houden, of indien de
snelheid onder 10 km/h zakt, de
versnellingsbak in de vrijstand (N)
zetten en vervolgens moet het
schakelverzoek herhaald worden.
INSCHAKELING
VRIJSTAND (N)
Bij stilstaande auto en contactsleutel in
de stand MAR (ongeacht de toestand
van de motor), kan de vrijstand (N)
alleen ingeschakeld worden bij ingetrapt
rempedaal.
Als de auto rijdt kan de vrijstand (N)
altijd ingeschakeld worden, ongeacht
de druk die op het rem- en gaspedaal
wordt gezet.
Op het display verschijnt de letterN
samen met de ingeschakelde
bedieningswijze.
Om bij rijdende auto een versnelling in
te schakelen vanuit de vrijstand (N), op
knop1op het bedieningspaneel van de
versnellingsbak drukken (het rempedaal
hoeft niet ingetrapt te worden): de
versnellingsbak zal onmiddellijk de juiste
versnelling inschakelen overeenkomstig
de voertuigsnelheid.
Bij stilstaande auto en contactsleutel in
de stand MAR (ongeacht de toestand
van de motor), kan de 1e versnelling
alleen ingeschakeld worden bij ingetrapt
rempedaal.
108
STARTEN EN RIJDEN
g
LAUNCH CONTROL
De "Launch Control" strategie staat
starten met hoge prestaties toe.
Deze strategie kan ingeschakeld
worden bij stilstaand voertuig, "Race"
modus geselecteerd en 1ste versnelling
ingeschakeld.
De volgorde van de te verrichten
handelingen is als volgt:
trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt;
druk op de "–" schakelpeddel achter
het stuur;
Wanneer het rempedaal wordt
losgelaten, start de auto met maximale
acceleratie. Als het gaspedaal ingetrapt
wordt gehouden, dan zal het systeem
automatisch opschakelen zodra het
beste motortoerental om te schakelen
is bereikt.
Onderbreek bovenstaande volgorde
van handelingen of laat het gaspedaal
los om deze strategie te verlaten.
DISPLAY-INFORMATIE
Als de contactsleutel naar de stand
MAR wordt gedraaid, toont het display
na ongeveer 1 seconde dat de
versnellingsbak in de vrijstand (N) staat.
Tijdens het rijden toont het display de
ingeschakelde versnelling en de actieve
werking (AUTOofMANUAL). Deaanduidingen op het display hebben de
volgende betekenissen:
N = vrijstand;
1 = eerste versnelling;
2 = tweede versnelling
3 = derde versnelling;
4 = vierde versnelling;
5 = vijfde versnelling;
6 = zesde versnelling;
R = achteruit.
De auto start altijd vanuit de vrijstand.
Wanneer de 1e versnelling wordt
verzocht, forceert het systeem de
selectie van deAUTOwerking.
BELANGRIJK: als met de contactsleutel
in de standMARhet display niet
binnen 10 seconden de ingeschakelde
versnelling aangeeft, draai dan de
sleutel naar de standSTOP, wacht tot
het display wordt uitgeschakeld en
herhaal de procedure. Neem, als het
probleem aanhoudt, contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
GELUIDSSIGNAAL
Om veiligheidsredenen gaat er een
geluidssignaal af als de auto
geparkeerd wordt met de
versnellingsbak in de vrijstand (N) (dit
signaal wordt afgegeven als de
contactsleutel in de standSTOPwordt
gedraaid).
Bij stilstaande auto, draaiende motor en
ingeschakelde (1e) versnelling of (R),
geeft het systeem een geluidssignaal afen plaatst de versnellingsbak
automatisch in de vrijstand (N)
wanneer:
het gas- en/of rempedaal minstens
3 minuten niet wordt ingetrapt;
het rempedaal langer dan 10
minuten wordt ingetrapt;
het bestuurdersportier wordt
geopend en het gas- of het rempedaal
minstens anderhalve seconde niet
wordt ingetrapt;
er een storing is gedetecteerd in de
versnellingsbak.
DE AUTO PARKEREN
Ga bij het parkeren en verlaten van de
auto als volgt te werk:
schakel een versnelling in (1e
versnelling als op een helling omhoog
wordt geparkeerd en achteruit bij een
helling omlaag) en zet de wielen iets
gedraaid;
zet de motor af en trek de handrem
aan.
Als de auto op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan
met wiggen of stenen.
Wacht tot de ingeschakelde versnelling
van het display verdwijnt voordat u het
rempedaal loslaat.
BELANGRIJK: laat de autoNOOIT
achter met de versnellingsbak in de
vrijstand.
109
g
89)
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is uiterst belangrijk
voor een lange levensduur van de auto
onder optimale omstandigheden.
Om die reden heeft Alfa Romeo een
reeks controles en onderhoudsbeurten
opgesteld die elke 20.000 kilometer
uitgevoerd moeten worden.
Vóór 20.000 km en vervolgens tussen
elke twee servicebeurten is het sowieso
nodig om bepaalde onderdelen van het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema te controleren (bijv.
periodieke controle van de
vloeistofniveaus, bandenspanning,
enz.).
De servicebeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud worden
volgens een vast tijdsschema door het
Speciale Alfa Romeo Servicepunt
uitgevoerd. Eventuele reparaties die
nodig blijken tijdens het uitvoeren van
de diverse inspecties en controles van
het geprogrammeerd onderhoud,
mogen uitsluitend worden uitgevoerd
na toestemming van de klant.BELANGRIJK:
2000 km voordat er een
onderhoudsbeurt moet worden
uitgevoerd, verschijnt er een speciaal
bericht op het display en gaat het
lampje branden.
De servicebeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Het wordt geadviseerd het speciale Alfa
Romeo Servicepunt onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
138
ONDERHOUD EN ZORG
g
ESC-systeem (Electronic Stability
Control)..................43
Fix&Go automatic kit..........116
Frontairbag bestuurderszijde......99
Frontairbag passagierszijde.......99
Frontairbag passagierszijde en
kinderzitjes................99
Frontairbags................98
Gear Shift Indicator...........63
Gebruik van de versnellingsbak. . . .105
Gebruiksomstandigheden.......111
Geprogrammeerd
onderhoudsschema.........139
Gewichten.................173
Gordelspanners..............93
Krachtbegrenzers...........93
Grootlicht..................31
lamp vervangen...........126
Grootlichtsignaal..............31
Handbediende klimaatregeling....28
Handrem..................105
HBA-systeem...............45
Hill Holder-systeem............45
Identificatiegegevens
chassisnummer...........158
identificatieplaatje carrosserielak......................158
motorcode..............159
typeplaatje met
identificatiegegevens........158Installatie van elektrische/
elektronische systemen......5,51
Instrumenten
brandstofmeter............63
display..................61
Instrumenten..............61
koelvloeistoftemperatuurmeter . . .63
Snelheidsmeter............63
toerenteller...............63
Instrumentenpaneel............61
Interieur (reiniging)............155
Interieuruitrusting.............36
Kentekenverlichting
lamp vervangen...........128
Kinderen veilig vervoeren........94
Klimaatcomfort...............25
Klimaatregeling...............24
Luchtroosters in interieur......25
Koelvloeistoftemperatuurmeter.....63
Koplampen.................42
Koplampafstelling in het
buitenland................42
lamp vervangen...........126
Lichtbundel afstellen.........42
Koppeling.................163
Krik.....................119
lamp vervangen..........127 ,128
buitenverlichting...........126
Lamp vervangen
interieurverlichting..........129
Lampen
typen lampen.............124
Lampjes en berichten...........72
Langdurige stilstand van de auto. . .113
Lavacristallo
livello liquido lavacristallo......145
Lichtunits
achterlichtunits (lamp
vervangen)..............127
koplampunits (lamp vervangen) .126
Luce plafoniera
sostituzione lampada........129
Luchtfilter.................149
Menu....................64
Menuopties.................65
Milieubescherming............59
Mistachterlicht...............35
Mistachterlicht/achteruitrijlicht.....128
Motor
code..................159
identificatiecodes..........160
technische gegevens........161
vloeistofniveau van het
motorkoelsysteem..........145
Motor starten...............104
Motorcodes................160
ALFABETISCH REGISTER
g