Page 57 of 139

Radio57TA (verkeersberichten)
Indien TA is ingeschakeld:
● Verkeersberichten van bepaalde FM-radiozenders (en DAB-zen‐
ders, indien beschikbaar) worden automatisch uitgezonden.
● Tijdens het verkeersbericht wordt
het afspelen van radio en andere audiobronnen onderbroken.
Let op
Automatisch uitzenden van ver‐
keersberichten wordt uitgeschakeld
als het frequentiebereik is ingesteld
op AM .Regio/AF
Als de RDS-functie wordt geactiveerd en Regio /AF wordt ingeschakeld:
Afhankelijk van het geografische ge‐
bied kan de frequentie van bepaalde
FM-zenders wijzigen.
Een slechte ontvangst kan soms lei‐
den tot veranderlijke en ongewenste
wijzigingen in de frequentie. Schakel
zo nodig Regio/AF uit.Nieuws
Indien Nieuws is ingeschakeld:
● Nieuwsberichten van bepaalde FM-radiozenders (en DAB-zen‐
ders, indien beschikbaar) worden
automatisch uitgezonden.
● Tijdens het verkeersbericht wordt
het afspelen van radio en andere audiobronnen onderbroken.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-radiozenders (en DAB-
zenders, indien beschikbaar) geven
tekstinformatie die betrekking heeft op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
NAVI 80 IntelliLink - RDS-functies
RDS configureren
Om vanuit de startpagina naar het in‐ stellingenmenu Radio te gaan, drukt
u op MENU , gevolgd door
Multimedia , Instellingen en Radio op
het displayscherm.
Druk afhankelijk van de versie op <
om een pop-upmenu te openen en naar de optie 'Radio-instellingen' te
gaan.U kunt de volgende radio-instellingen
aanpassen:
● schakel het zoeken naar alterna‐
tieve frequenties (AF) in/uit
● schakel i-traffic (verkeersinfor‐ matieprogramma) in/uit
● schakel programmatype (PtY) in/
uit
● schakel Simulcast in/uit
● geef informatie i-announcement weer (bijv. lokale weersinforma‐
tie, informatie over events)
● werk lijst met opgeslagen radio‐ zenders bijAlternatieve frequentie (AF)
Schakel de RDS-AF-functie in om
steeds op de zendfrequentie met de
beste ontvangst af te stemmen.
Een slechte ontvangst kan soms lei‐
den tot veranderlijke en ongewenste wijzigingen in de frequentie. Schakel
de RDS-AF-functie indien nodig uit.i-traffic (verkeersinformatiepro‐
gramma)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersinformatie
uitzenden.
Page 58 of 139

58RadioSchakel I-Traffic in om automatisch
verkeersberichten te ontvangen in‐
dien deze worden uitgezonden.Programmatype zoeken (PtY)
Schakel PtY in om het programma‐
type (zoals nieuws of sport) weer te
geven dat momenteel wordt uitgezon‐
den.Zenderlijst bijwerken
Zie (NAVI 80 IntelliLink) "Autostore-
lijsten" 3 54.Simulcast
Schakel de functie Simulcast in om bij
verlies van ontvangst automatisch
over te schakelen van een digitale ra‐
diozender (DR) naar hetzelfde zender binnen het FM-frequentiebereik.i-announcement
Selecteer deze optie voor informatie
over bijv. het weer of events in de
buurt.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Om tekstinformatie te controleren van een willekeurige radiomodus (zoals
Voorkeur , Lijst , Frequentie ), drukt u
op < om een pop-upmenu te openen
en naar de optie Tekstinformatie te
gaan, door bijv. "Toon radiotekst" te
selecteren.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
Algemene informatie ● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in
plaats van de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige services voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐ voud aan andere dataservices uit te zenden, inclusief reis- en ver‐
keersinformatie.● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der kan opvangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Er is geen sprake van fading (zwakker worden van het geluid),
hetgeen bij AM- en FM-ontvangst
regelmatig voorkomt. Het DAB-
signaal wordt met een constant
volume weergegeven.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
Als het DAB-signaal te zwak voor
de ontvanger is, schakelt het sys‐
teem over op hetzelfde pro‐
gramma op een andere DAB- of
FM-zender.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
Page 59 of 139
Radio59ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
slechtert.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders.
Page 60 of 139

60CD-spelerCD-spelerAlgemene informatie....................60
Gebruik ........................................ 61Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's, mp3-cd's en ook wma-cd's (afhankelijk van de ver‐
sie) afspelen.
CD16 BT, CD18 BT: De indelingen
aac en wav kunnen ook worden afge‐ speeld.
Belangrijke informatie over audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single-cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelf-opgenomen cd-r's en cd- rw's en wma-bestanden met Di‐
gital Rights Management (DRM)
van online muziekwinkels spelen wellicht niet goed of helemaal
niet.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de au‐
diotracks herkend en afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's; zie hieronder.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.
Page 61 of 139

CD-speler61● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐nen de lens van de audiospeler
binnen in het apparaat vies ma‐
ken en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd's:
Alleen mp3-bestanden en wma-
bestanden kunnen worden gele‐
zen.
Maximale mapstructuurdiepte:
11 niveaus
Maximaal aantal mp3- en/of
wma-bestanden dat kan worden
opgeslagen: 1000 bestanden
Toepasbare afspeellijst-
extensies: .m3u, .pls
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.
● De bediening van de mp3- en wma-bestanden is identiek.
Wanneer een cd met wma-be‐
standen wordt geplaatst, worden
mp3-gerelateerde menu's weer‐ gegeven.Gebruik
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gebruik cd-speler
CD afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op m te drukken) en duw de cd
met de bedrukte zijde naar boven in
de cd-sleuf totdat deze erin getrokken
is: het afspelen van de cd start auto‐
matisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u herhaalde malen op MEDIA
totdat de gewenste audiobron gese‐
lecteerd is: het afspelen van de cd
wordt gestart.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Draai aan BROWSE om een album of
een nummer uit de lijst te selecteren.
Druk op de knop om een keuze te
maken.Naar de volgende of vorige track gaan
Druk 2 of 3 één of meerdere ma‐
len kort in.
Snel vooruit of achteruit
Houd 2 of 3 ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Herhalen
Houd tijdens het afspelen van de cd
de genummerde toets 1 (van de
zendertoetsen 1...6) ingedrukt om de
huidige track te herhalen.
RPT verschijnt op het display wan‐
neer herhalen actief is.
Houd de genummerde toets 1 weer
ingedrukt om te deactiveren.
RPT verdwijnt van het display.
Willekeurig afspelen
Houd tijdens het afspelen van de cd
de genummerde toets 2 (van de
zendertoetsen 1...6) ingedrukt om het
willekeurig afspelen te activeren.
MIX verschijnt op het display wan‐
neer willekeurig afspelen actief is.
Page 62 of 139

62CD-spelerLet op
Op een mp3 cd werkt de willekeurige
afspeelfunctie alleen voor het hui‐
dige album.
Houd de genummerde toets 2 weer
ingedrukt om te deactiveren.
MIX verdwijnt van het display.
Willekeurig afspelen kan ook worden
uitgeschakeld door het uitwerpen van de cd.
Let op
Willekeurig afspelen wordt niet uit‐
geschakeld wanneer het audiosys‐
teem uitgeschakeld wordt of de bron
gewijzigd wordt.
Pauze
Druk tegelijkertijd kort op m, @ of zo‐
wel ! als # om het afspelen van cd/
mp3-cd te onderbreken. Opnieuw in‐
drukken om het afspelen te hervatten.
De pauzefunctie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer het volume
wordt ingesteld, de audiobron wordt
gewijzigd of automatische informatie‐ berichten worden weergegeven.Extra tekstinformatie (cd-text of
id3-tag) weergeven
Na het selecteren van een nummer of
album drukt u kort op TEXT om op de
cd beschikbare tekstinformatie op te
roepen (bijv. naam van artiest, album of nummer).
Voor het ineens weergeven van alle
tekstinformatie houdt u genummerde
toets TEXT ingedrukt.
Om het display af te sluiten, drukt u
op /.
CD verwijderen
Druk op d: De cd wordt uit de cd-sleuf
geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.
NAVI 80 IntelliLink (type B en C) - Gebruik cd-speler
CD afspelen starten
Schakel het Infotainmentsysteem in
(door op m te drukken) en duw de cd
met de bedrukte zijde naar boven inde cd-sleuf totdat deze erin getrokken is: het afspelen van de cd start auto‐
matisch.
Als er reeds een cd in de speler is,
drukt u herhaalde malen op MEDIA of
AUDIO totdat de gewenste audiobron
geselecteerd is: het afspelen van de
cd wordt gestart.
Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Album of nummer selecteren
Druk op New selection of
Current playlist op het displayscherm
of draai aan de draaiknop in het mid‐
den op een album of track uit de lijst te selecteren.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk 2 of 3 één of meerdere ma‐
len kort in.
Page 63 of 139

CD-speler63Snel vooruit of achteruit
Houd 2 of 3 ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Willekeurig afspelen
Druk op < op het displayscherm of
druk op Options op de centrale be‐
dieningsmodule om naar het instellin‐
genmenu te gaan en selecteer
Shuffle om te activeren.
Let op
Bij een cd met mp3/wma-bestanden
is de willekeurige afspeelfunctie van toepassing op het huidige album en
wordt vervolgens toegepast op het
volgende album.
Pauze
Druk kort op = op het displayscherm
of draai aan de volumedraaiknop @
of ! en # tegelijk om het afspelen van
een cd/mp3 op cd te onderbreken.
Opnieuw indrukken om het afspelen
te hervatten.
De pauzefunctie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer het volume
wordt ingesteld, de audiobron wordt
gewijzigd of automatische informatie‐
berichten worden weergegeven.Extra tekstinformatie (cd-text of
id3-tag) weergeven
Na het selecteren van een nummer of album houdt u de centrale draaiknop
ingedrukt om op de cd beschikbare
tekstinformatie op te roepen (bijv.
naam van artiest, album of nummer).
Om het display af te sluiten, drukt u
op /.
CD verwijderen
Druk op < op het displayscherm en
selecteer Eject of druk op d: De cd
wordt uit de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 64 of 139

64AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen...............64
Gebruik ........................................ 64Algemene aanwijzingen
Er is een AUX-ingang beschikbaar
voor de aansluiting van externe audi‐
obronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Gebruik
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen op de audiobron
worden bediend, d.w.z. niet via het in‐
fotainmentsysteem. Selecteer alleen
een nummer rechtstreeks bij de ge‐
luidsbron wanneer de auto stilstaat.Voorzichtig
Voordat u een extra apparaat aan‐ sluit of loskoppelt, bijv. een draag‐
bare cd-speler, schakelt u de spe‐ ler en het infotainment-systeem uit
om problemen met de geluidskwa‐
liteit en mogelijke schade aan de
apparatuur te voorkomen.
Na aansluiting via de stekkeringang
detecteert het systeem de geluids‐
bron automatisch. Afhankelijk van het opnamevolume kan er een vertraging
zijn voordat u de geluidsbron hoort.
De naam van de artiest of het num‐
mer wordt niet op het displayscherm
weergegeven.