44Inleidingvolumeverdeling en de geluidsin‐stellingen te openen.
Aan de linkerkant van het display past u de balans links/rechts metk /l en de balans voor/achter
met R/S aan.
Aan de rechterkant van het dis‐
play past u de toonregeling van
de Bass , Mid en Treble aan (tus‐
sen -5 en +5) met k/l .
Druk op OK om de wijzigingen te
bevestigen.
Voor andere versies van het ge‐ luidsubmenu (waar het volume
apart kan worden ingesteld voor
een lijst met audiotypen) kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Volume-in‐ stellingen" raadplegen 3 44.
NAVI 80 IntelliLink -
Geluidsinstellingen
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Sys‐
teeminstellingen" 3 45.Volume-instellingen
NAVI 50 IntelliLink - Volume-
instellingen
U kunt op ieder gewenst moment naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio
Zie "Audio-instellingen" hieron‐
der.
● Beeldscherm
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.
● Bluetooth
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.
● Systeem
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Systeeminstellingen" 3 45.Audio-instellingen
Selecteer Audio voor de volgende op‐
ties:
● Volume/snelheid (Uit/1/2/3/4/5)Het volume neemt toe wanneer
de snelheid van de auto toene‐ emt om wind en weggeluid te
compenseren.
Volume dat voor snelheid ge‐
compenseerd is, kan uitgescha‐
keld worden of de mate van vo‐
lumeaanpassing kan worden in‐ gesteld.
● Loudness (Aan/Uit)
Schakel loudness in om het ni‐
veau lage en hoge tonen te ver‐
hogen.
● BAL/FAD
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "Geluidsinstellingen" 3 42.
● Geluid
Druk op l om het submenu Au‐
diovoorkeuren te openen.
Afhankelijk van de versie kan het
volume van verschillende audio‐
typen apart worden ingesteld,
bijv. audio, verkeersberichten,
navigatie-instructies, handsfree-
telefoonsysteem en beltoonni‐
veaus. Druk op ]/< om het vo‐
lume van elk audiotype af te stel‐ len.
Inleiding45Druk zo nodig op
Standaardinstellingen herstellen
om alle volumes op de fabrieks‐
instellingen terug te zetten.
Voor andere versies van het ge‐
luidsubmenu kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Geluidsin‐
stellingen" raadplegen 3 42.
NAVI 80 IntelliLink - Volume-
instellingen
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Sys‐
teeminstellingen" 3 45.
Systeeminstellingen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Systeeminstellingen
Druk op SETUP en ga naar het in‐
stellingenmenu door aan OK te
draaien en deze in te drukken.
Wanneer systeeminstellingen zijn
veranderd, drukt u op SETUP om het
menu af te sluiten en de veranderin‐
gen op te slaan. Na een vertraging
slaat het systeem ook automatisch op
en sluit af.Systeemtaal wijzigen
Verander de taal van het display door
naar het menu Taal te gaan. Selec‐
teer een taal uit de lijst door aan OK
te draaien en deze in te drukken.Standaard systeeminstellingen her‐
stellen
Om de standaardwaarden van de
systeeminstellingen te herstellen, se‐
lecteert u Fabrieksinstellingen door
aan OK te draaien en deze in te druk‐
ken. Bevestig de wijziging door na de
vraag weer op OK te drukken.
NAVI 50 IntelliLink -
Systeeminstellingen
U kunt op ieder gewenst moment
naar het instellingenmenu gaan door
op 7 te drukken, gevolgd door
ÿ Instellingen op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Audio :
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Geluidsinstellingen" 3 42 en
"Volume-instellingen" 3 44.
● Display : Zie hieronder.
●Bluetooth : Zie hieronder.
● Systeem : Zie hieronder.Beeldscherm
Selecteer Display voor de volgende
opties:
● Helderheid (Laag/Normaal/
Hoog)
● Kaartmodus (Auto/Dag/Nacht)
● Auto : De dag- en nachtmo‐
dus schakelen automatisch om.
● Dag : Het kaartscherm wordt
altijd met heldere kleuren
weergegeven.
● Nacht : Het kaartscherm
wordt altijd met donkere kleu‐ ren weergegeven.
● Airco-info (Aan/Uit)
Beschikbaar afhankelijk van de versie. Schakel het display van
de airco-informatie in/uit tijdens
46Inleidinghet afstellen van instellingen (be‐schikbaar afhankelijk van deauto).
● Achtergrond (Donker/Licht)
Beschikbaar afhankelijk van de
versie. Schakelen tussen een
donkere en lichte weergavemo‐
dus (beschikbaar afhankelijk van
de auto).Bluetooth
Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
● Bluetooth-apparatenlijst bekijken
● Bluetooth-apparaat zoeken
● Extern apparaat goedkeuren
● Wachtwoord wijzigen (om Blue‐
tooth-apparaten met het Infotain‐
mentsysteem te koppelen)
● Smartphone
Beschikbaar afhankelijk van de
versie.
Voor hulp met activeren en be‐ dienen van stembediening kunt u
"Stemherkenning" raadplegen
3 112.Raadpleeg voor meer informatie over
Bluetooth-instellingen
(NAVI 50 IntelliLink) "Streaming au‐
dio via Bluetooth" 3 71 en "Blue‐
tooth-verbinding" in het hoofdstuk
"Telefoon" 3 121.Systeem
Selecteer Systeem voor de volgende
opties:
● Taal
Wijzig de displaytaal en de taal
van de gesproken aanwijzingen
voor het navigatiesysteem. Druk
op OK om de keuze te bevesti‐
gen.
● Klok/eenheden
U kunt de volgende instellingen
wijzigen:
● Tijdweergave (12 uur/24 uur)
● Eenheden (km/mijl)
● Tijdinstelling
Druk op l om het submenu
Tijdinstelling te openen. Dit
submenu bevat de volgende opties:
Auto /HandmatigAls automatische tijdinstel‐
ling wordt geselecteerd,
wordt de tijd automatisch
door GPS ingesteld.
Als voor een handmatige tij‐
dinstelling is gekozen, dient u
deze aan te passen.
Let op
Navigatiekaarten voor het huidige
land moeten op het systeem geïn‐
stalleerd zijn om er zeker van te zijn dat de lokale tijd correct is.
● Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐ gen terugzetten naar de stan‐
daard fabrieksinstellingen:
● Alle
● Telefoon
● Navigatie
● Audio-Media-Radio-
Systeem
● Navigatie (Aan/Uit)
● Systeemversie (het softwarever‐
sienummer van het Infotainment‐
systeem verschijnt)
50RadioRadioGebruik........................................ 50
Zender zoeken ............................. 52
Autostore-lijsten ........................... 54
Radio Data System (RDS) ...........56
Digital Audio Broadcasting ..........58Gebruik
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bedieningselementen
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● RADIO : Radio activeren, fre‐
quentiebereik wijzigen
● 2 3 : zender zoeken
● OK: Frequentie wijzigen
● Zendertoetsen 1...6: Voorkeur‐ zendertoetsen●SETUP : Systeeminstellingen,
zenders automatisch opslaan
● TEXT : Radiotekstinformatie
weergeven
Radio activeren
Druk op RADIO om de audiobron op
radio over te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk herhaalde malen op RADIO om
tussen de beschikbare frequentiebe‐
reiken te schakelen (bijv. FM1, FM2,
AM).
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
NAVI 50 IntelliLink -
Bedieningsorganen
Gebruik het aanraakscherm om de
radio te bedienen.
Radio51De belangrijkste bedieningselemen‐
ten zijn:
● FM/AM /DAB (afhankelijk van de
versie): Druk op S en wissel tus‐
sen FM- en AM-frequentieberei‐
ken.
● l/m : Druk hierop om automa‐
tisch de volgende/vorige radio‐
zender te zoeken.
● k/l : Druk hierop om de fre‐
quentie in stappen van 0,5 te ver‐
lagen of te verhogen.
Radio activeren
U kunt op ieder gewenst de radio ac‐
tiveren door op 7 te drukken, gevolgd
door è/ñ Radio op het display‐
scherm. De voorheen geselecteerde
zender wordt nu ontvangen.
De volgende submenu's zullen dan
verschijnen:
● Hoofdmenu : De radiozender/-
frequentie verschijnt.
● Lijst : Er verschijnt een alfabeti‐
sche lijst met beschikbare radio‐
zenders (maximaal 50 zenders).Let op
Radiozenders zonder RDS: alleen
de frequentie wordt weergegeven.
Deze zenders verschijnen onderaan
in de lijst.
● Voorkeur : De opgeslagen favo‐
riete radiozenders verschijnen.
● Opties :
De volgende instellingen kunnen
worden gewijzigd, afhankelijk
van het geselecteerde frequen‐
tiebereik:
● RDS (Aan/Uit)
● TA (Aan/Uit)
● Regio (Aan/Uit)
● Nieuws (Aan/Uit)
● AM (Aan/Uit)
● Lijst bijwerken (Aan/Uit)
Voor meer informatie kunt u
(NAVI 50 IntelliLink) "Radio Data Sys‐ tem (RDS)" raadplegen 3 56.
Frequentiebereik selecteren
Druk op S naast FM/AM /DAB (indien
beschikbaar) in de linkerbovenhoek
van het display en selecteer het FM-,
AM- of DAB-frequentiebereik.De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Let op
U kunt de AM-frequentieband uit‐ schakelen met behulp van het menu
Opties .
Raadpleeg "Digital Audio Broadcas‐ ting" 3 58.
NAVI 80 IntelliLink -
Bedieningsorganen
Gebruik het aanraakscherm om de
radio te bedienen.
De belangrijkste bedieningselemen‐
ten zijn:
● FM/AM /DR : Druk op het tabblad
in de linkerbovenhoek van het
display en schakel om tussen de
frequentiebereiken FM, AM en
DR (digitale radio).
● Y/Z : Druk hierop om automa‐
tisch naar de volgende/vorige ra‐ diozender te zoeken.
Radio57TA (verkeersberichten)
Indien TA is ingeschakeld:
● Verkeersberichten van bepaalde FM-radiozenders (en DAB-zen‐
ders, indien beschikbaar) worden automatisch uitgezonden.
● Tijdens het verkeersbericht wordt
het afspelen van radio en andere audiobronnen onderbroken.
Let op
Automatisch uitzenden van ver‐
keersberichten wordt uitgeschakeld
als het frequentiebereik is ingesteld
op AM .Regio/AF
Als de RDS-functie wordt geactiveerd en Regio /AF wordt ingeschakeld:
Afhankelijk van het geografische ge‐
bied kan de frequentie van bepaalde
FM-zenders wijzigen.
Een slechte ontvangst kan soms lei‐
den tot veranderlijke en ongewenste
wijzigingen in de frequentie. Schakel
zo nodig Regio/AF uit.Nieuws
Indien Nieuws is ingeschakeld:
● Nieuwsberichten van bepaalde FM-radiozenders (en DAB-zen‐
ders, indien beschikbaar) worden
automatisch uitgezonden.
● Tijdens het verkeersbericht wordt
het afspelen van radio en andere audiobronnen onderbroken.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-radiozenders (en DAB-
zenders, indien beschikbaar) geven
tekstinformatie die betrekking heeft op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
NAVI 80 IntelliLink - RDS-functies
RDS configureren
Om vanuit de startpagina naar het in‐ stellingenmenu Radio te gaan, drukt
u op MENU , gevolgd door
Multimedia , Instellingen en Radio op
het displayscherm.
Druk afhankelijk van de versie op <
om een pop-upmenu te openen en naar de optie 'Radio-instellingen' te
gaan.U kunt de volgende radio-instellingen
aanpassen:
● schakel het zoeken naar alterna‐
tieve frequenties (AF) in/uit
● schakel i-traffic (verkeersinfor‐ matieprogramma) in/uit
● schakel programmatype (PtY) in/
uit
● schakel Simulcast in/uit
● geef informatie i-announcement weer (bijv. lokale weersinforma‐
tie, informatie over events)
● werk lijst met opgeslagen radio‐ zenders bijAlternatieve frequentie (AF)
Schakel de RDS-AF-functie in om
steeds op de zendfrequentie met de
beste ontvangst af te stemmen.
Een slechte ontvangst kan soms lei‐
den tot veranderlijke en ongewenste wijzigingen in de frequentie. Schakel
de RDS-AF-functie indien nodig uit.i-traffic (verkeersinformatiepro‐
gramma)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersinformatie
uitzenden.
58RadioSchakel I-Traffic in om automatisch
verkeersberichten te ontvangen in‐
dien deze worden uitgezonden.Programmatype zoeken (PtY)
Schakel PtY in om het programma‐
type (zoals nieuws of sport) weer te
geven dat momenteel wordt uitgezon‐
den.Zenderlijst bijwerken
Zie (NAVI 80 IntelliLink) "Autostore-
lijsten" 3 54.Simulcast
Schakel de functie Simulcast in om bij
verlies van ontvangst automatisch
over te schakelen van een digitale ra‐
diozender (DR) naar hetzelfde zender binnen het FM-frequentiebereik.i-announcement
Selecteer deze optie voor informatie
over bijv. het weer of events in de
buurt.
Tekstinformatie (radiotekst)
Bepaalde FM-zenders versturen
tekstinformatie die betrekking heeft
op het uitgezonden programma (bijv.
naam van een nummer).
Om tekstinformatie te controleren van een willekeurige radiomodus (zoals
Voorkeur , Lijst , Frequentie ), drukt u
op < om een pop-upmenu te openen
en naar de optie Tekstinformatie te
gaan, door bijv. "Toon radiotekst" te
selecteren.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
Algemene informatie ● DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in
plaats van de zendfrequentie.
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige services voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐ voud aan andere dataservices uit te zenden, inclusief reis- en ver‐
keersinformatie.● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der kan opvangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Er is geen sprake van fading (zwakker worden van het geluid),
hetgeen bij AM- en FM-ontvangst
regelmatig voorkomt. Het DAB-
signaal wordt met een constant
volume weergegeven.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
Als het DAB-signaal te zwak voor
de ontvanger is, schakelt het sys‐
teem over op hetzelfde pro‐
gramma op een andere DAB- of
FM-zender.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
60CD-spelerCD-spelerAlgemene informatie....................60
Gebruik ........................................ 61Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's, mp3-cd's en ook wma-cd's (afhankelijk van de ver‐
sie) afspelen.
CD16 BT, CD18 BT: De indelingen
aac en wav kunnen ook worden afge‐ speeld.
Belangrijke informatie over audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single-cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelf-opgenomen cd-r's en cd- rw's en wma-bestanden met Di‐
gital Rights Management (DRM)
van online muziekwinkels spelen wellicht niet goed of helemaal
niet.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de au‐
diotracks herkend en afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's; zie hieronder.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen vuil en beschadiging
te beschermen.