Inleiding47Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, druk dan op 7 (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een
vertraging slaat het systeem ook au‐
tomatisch op en sluit af.
NAVI 80 IntelliLink -
Systeeminstellingen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Systeeminstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Systeem op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Taal
● Beeldscherm
● Geluid
● Klok
● Veiligheidsaanwijzingen
● Startscherm
● Toetsenborden
● Eenheden instellen
● Status en informatie●SD-kaart verwijderen
● Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de systeeminstellingen zijn gewijzigd.Taal
Wijzigen van de taal en het type stem
van het Infotainmentsysteem (afhan‐ kelijk van de versie).Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
● Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan
het lichtniveau buiten (daglicht).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● Helderheid bij nacht /
nachthelderheid : Helderheid van
het scherm aanpassen aan het
lichtniveau buiten (lichtniveau 's
avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.● Automatische dag-/
nachtmodus /'s nachts
overschakelen op nachtmodus :
Automatische omschakeling tus‐ sen helderheid bij daglicht/in het
donker activeren.
De nachtmodus wordt geacti‐
veerd als het buiten donker is of als de koplampen worden inge‐
schakeld.
● Nachtmodus forceren /
nachtmodus gebruiken : Nacht‐
modus activeren.Geluid
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Geluidsniveaus : Volume en ge‐
luiden voor verkeersinformatie
handsfree telefoonsysteem, bel‐
toon van telefoon, systeem-/
computerstem, navigatie-instruc‐
ties en parkeerhulp (afhankelijk
van versie) wijzigen.
● Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐
schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is uit‐ geschakeld.
Navigatie109Help!NAVI 50 IntelliLink - Help!
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op Opties, gevolgd door
Waar ben ik? om nuttige informatie
over de huidige locatie te raadplegen of om naar nuttige plaatsen (NP) in de
buurt te zoeken.
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
7 te drukken, gevolgd door
s KAART .Waar ben ik?
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● huidige locatie (adres)
● lengtegraad
● breedtegraad
● hoogte
● Gps-status
Druk op Opties voor de volgende op‐
ties:
● Toevoegen aan favorieten
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Invoer van de bestemming","Favoriet toevoegen en opslaan"
voor meer informatie 3 97.
● Landinformatie : Raadpleeg
"Landinformatie" hieronder.Landinformatie
Met deze functie kunt u de landinfor‐
matie en wettelijke voorschriften van
de huidige locatie opvragen.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Opties, gevolgd
door Landinformatie op het display‐
scherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● maximumsnelheden● landcode (internationale toe‐ gangsnummer, bijv. +49)
● alarmnummer (bijv. 112)
● wettelijke voorschriften, bijv.: ● vereiste voertuiguitrusting, zoals gevarendriehoek, ver‐
banddoos, brandblusser, re‐
servelampen, reflectievest enz.
● wettelijke voorschriften voor koplampen●maximaal toegestaan promil‐
lage
● wettelijke voorschriften voor sneeuwkettingen
● wettelijke voorschriften voor winterbandenHulp in de buurt
Deze functie stelt u in staat om te zoe‐
ken naar hulpverlening in de buurt
van uw huidige locatie.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Hulp in de
buurt op het displayscherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● Autoreparatie in de buurt (voer‐
tuigreparatieservice)
● Gezondheidszorg in de buurt
(medische en hulpdiensten)
● Politie in de buurt (politiebu‐
reaus)
● Benzinestation/Werkplaats in de
buurt (Tankstations)
Selecteer de gewenste optie voor een lijst met lokale nuttige plaatsen (NP).