Page 94 of 239

92Instrumenten en bedieningsorganenOp auto's met tripcomputer zijn meer
submenu's beschikbaar.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel-, Uplevel-, en Uplevel- Combi-display.
Informatiemenu dagteller/brandstof,
tripcomputer 3 97.
Informatiemenu ECO Druk op MENU om s op de bo‐
venste regel van het Uplevel-Combi-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk op
SET/CLR om te bevestigen.
Submenu's zijn:● Schakelaanduiding : De huidige
versnelling verschijnt in een pijl‐
tje. De afbeelding erboven geeft
aan dat de bestuurder omwille
van het brandstofverbruik moet
opschakelen.
Eco-index-display : Het huidige
brandstofverbruik verschijnt op een segmentendisplay. Pas voor
een zuinige rijstijl uw rijstijl zoda‐
nig aan dat de gevulde segmen‐ ten binnen de Eco-zone blijven.
Hoe meer segmenten er gevuld
zijn, hoe hoger het brandstofver‐
bruik. Tegelijkertijd wordt de hui‐
dige verbruikswaarde weergege‐ ven.● Grootverbruikers De lijst van de
hoogste momenteel ingescha‐
kelde comfortverbruikers ver‐ schijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt aangegeven. Een uitge‐
schakelde verbruiker verdwijnt
van de lijst en de verbruiks‐
waarde wordt bijgewerkt.
Incidenteel wordt de achterruit‐
verwarming automatisch geacti‐
veerd om de motor zwaarder te
belasten. In dat geval wordt de
achterruitverwarming aangeduid
als een van de grootste verbrui‐
kers, zonder dat de bestuurder
deze heeft geactiveerd.
Page 95 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen93●Zuinig rijden : geeft de gemid‐
delde verbruiksontwikkeling over een afstand van 50 km weer. Ge‐ vulde segmenten tonen het ver‐
bruik in stappen van 5 km en la‐
ten de gevolgen van de terrein‐
gesteldheid of het rijgedrag op
het brandstofverbruik zien.
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐ tie heeft het voertuig een Graphic-
Info-Display of een Colour-Info-Dis‐
play. Het Info-Display bevindt zich in
het instrumentenpaneel boven het in‐
fotainmentsysteem.Graphic-Info-Display
Graphic-Info-Display geeft aan:
● tijd 3 76
● buitentemperatuur 3 75
● datum 3 76
● Infotainmentsysteem, zie be‐ schrijving in de handleiding Info‐
tainment
● persoonlijke instellingen 3 100
Colour-Info-Display
Het Colour-Info-Display geeft in kleur
weer:
● tijd 3 76
● buitentemperatuur 3 75
● datum 3 76
● Infotainmentsysteem, zie be‐ schrijving in de handleiding Info‐
tainment
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeeminstellingen
● boordinformatie 3 95
● persoonlijke instellingen 3 100
Page 96 of 239

94Instrumenten en bedieningsorganenDe getoonde informatie en de weer‐
gave ervan hangen af van de uitvoe‐
ring van de auto en de geselecteerde instellingen.
Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
U maakt uw selecties via:
● de menu's
● de functietoetsen en de multi‐ functionele toets van het infotain‐
ment-systeem
Selecteren met het infotainment-
systeem
Selecteer een functie via de knoppen
van het infotainment-systeem. Het menu van de geselecteerde functie
wordt weergegeven.
U gebruikt de multifunctionele toets
voor het selecteren en bevestigen
van een item.
Multifunctionele toets
De multifunctionele toets is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's:
Draaien
● een menuoptie markeren
● voor het instellen van een nume‐
rieke waarde of het weergeven
van een menuoptie
Drukken (op de buitenste ring) ● de gemarkeerde optie selecteren
of inschakelen
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
BACK
Druk op BACK om:
● een menu te verlaten zonder de instellingen te wijzigen
● vanuit een submenu naar een hoger menuniveau terug te keren
● het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de gehele invoer te wissen.
Persoonlijke instellingen 3 100.
Page 97 of 239
Instrumenten en bedieningsorganen95Boordinformatie
Meldingen worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa‐
tion Center, in sommige gevallen sa‐
men met een geluidssignaal.
Druk op SET/CLR , MENU of draai
aan het stelwiel om een bericht te be‐ vestigen.
Boordinformatie op
Midlevel-display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie10Remmen oververhit16Remlicht defect25Richtingaanwijzer linksvoor
defect26Richtingaanwijzer linksachter
defect27Richtingaanwijzer rechtsvoor
defectNr.Boordinformatie28Richtingaanwijzer rechts‐
achter defect53Draai tankdop vast54Water in dieselbrandstoffilterS68Service stuurbekrachtigingS73Service aandrijving op alle
wielenS75Service airconditioningS79Vul motorolie bijS81Service versnellingsbakS82Vervang motorolie binnenkortS84Motorvermogen verminderdS89Onderhoud spoedig128Motorkap open134Parkeerhulpstoring, bumper
reinigenS136Onderhoud aan parkeerhulp
uitvoeren174Accu is bijna leeg
Page 98 of 239

96Instrumenten en bedieningsorganenLet op
"S" betekent "Onderhoud auto spoe‐ dig". Neem meteen contact op met
een werkplaats.
Boordinformatie op het Uplevel-
display en Uplevel-Combi-display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐
gende onderwerpen:
● serviceberichten
● diefstalalarmsysteem
● remmen
● rijsystemen
● rijregelsystemen
● bestuurdersondersteuningssys‐ temen
● cruise control
● snelheidsbegrenzer
● parkeerhulpsystemen
● verlichting, gloeilamp vervangen
● adaptief rijlicht (AFL)
● portieren, ruiten
● verkeersbordherkenning
● lane departure warning
● bagageruimte, kofferdeksel
● handzender
● veiligheidsgordels
● airbagsystemen
● motor en versnellingsbak
● bandenspanning
● roetfilter
● accustatusGeluidssignalen
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
Er klinkt slechts één geluidssignaal
tegelijk.
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐
oriteit boven alle andere geluidssig‐
nalen.
● Als het portier of de motorkap open is.
● Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheidoverschrijdt.
● Er verschijnt een waarschu‐ wingstekst of waarschuwings‐
code op het Driver Information
Center.
● Wanneer de parkeerhulp een ob‐
stakel herkent.
● Als het brandstofpeil laag is.
Page 99 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen97Bij het parkeren van de auto en/ofhet openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde buitenverlich‐ ting.
Tijdens een Autostop ● Als het bestuurdersportier ge‐ opend is.
Batterijspanning
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt of waarschuwings code 174 op
het Driver Information Center.
1. Schakel onmiddellijk alle elektri‐ sche verbruikers uit die niet nodigzijn voor een veilige rit, bijv. de
stoelverwarming, achterruitver‐
warming of andere hoofdverbrui‐
kers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of met een oplaadapparaat.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnt nadat
de motor twee keer achter elkaar is
gestart zonder spanningsval.Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.Tripcomputer
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel 3 89.
Druk op MENU om Informatiemenu
dagteller/brandst. te selecteren of se‐
lecteer W op het Uplevel-Combi-
display.
Page 100 of 239
98Instrumenten en bedieningsorganen
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-display
Draai aan het stelwiel om één van de
submenu's te kiezen:
● dagteller 1
● dagteller 2
● actieradius
● gemiddeld verbruik
● momentaan verbruik
● gemiddelde snelheid
● digitale snelheid
● verkeersbordherkenning
● routebegeleiding
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-Combi-display
Draai aan het stelwiel om de subme‐
nu's te kiezen:
● dagteller 1
● gemiddeld verbruik 1
● gemiddelde snelheid 1
● dagteller 2
● gemiddeld verbruik 2
● gemiddelde snelheid 2
Page 101 of 239

Instrumenten en bedieningsorganen99
● digitale snelheid
● actieradius
● momentaan verbruik
● routebegeleiding
Dagteller 1 en 2 De informatie van twee dagtellers kan
door het indrukken van SET/CLR
apart worden gereset voor kilometer‐
teller, gemiddeld verbruik en gemid‐ delde snelheid, waardoor het moge‐
lijk is om verschillende tripinformatie
voor verschillende bestuurders weer
te geven.Dagteller
De dagteller geeft de afgelegde af‐
stand vanaf een bepaalde reset weer.
De dagteller telt tot een afstand van
2000 km en start dan weer op 0.
Voor het resetten drukt u SET/CLR
enkele seconden in.
Actieradius De actieradius wordt op basis van hetaanwezige tankpeil en het momen‐
tane verbruik berekend. Op het dis‐
play verschijnen gemiddelde waar‐
den.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐
radius na korte tijd automatisch bijge‐ werkt.
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er bij auto’s met een
Uplevel- of Uplevel-Combi-display
een bericht.
Wanneer de tank onmiddellijk moet
worden bijgevuld, verschijnt er een
waarschuwingscode of waarschu‐
wingsbericht bij auto’s met een Mid‐
level-, Uplevel- en Uplevel-Combi-
display.
Bovendien gaat de controlelamp i
in de brandstofmeter branden of knip‐ peren 3 88.
Actieradius LPG-versie
Bij auto's op LPG en Uplevel-display: weergave van de actieradius bij be‐
nadering met de resterende brandstof in elke betreffende brandstoftank met
benzine en LPG, samen met de totale actieradius van beide brandstofsoor‐
ten samen. Schakel tussen de modi
door op SET/CLR te drukken.