20Sleutels, portieren en ruitenSleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Handzender
Wordt gebruikt voor:
● centrale vergrendeling
● diefstalalarmsysteem
De afstandsbediening heeft een be‐
reik van ca. 30 meter. Dit kan beperkt worden door invloeden van buitenaf.
Brandende alarmknipperlichten die‐
nen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het ge‐
volg zijn van het volgende:
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik, waardoor er opnieuw ge‐
synchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Ontgrendelen 3 21.
Basisinstellingen Sommige instellingen kunt u veran‐
deren in het menu Instellingen op het
Info-display . Persoonlijke instellingen
3 100.
Instrumenten en bedieningsorganen101
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele toets:
● Talen (Languages)
● Tijd en datum
● Radio-instellingen
● Instellingen Bluetooth
● Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.Tijd en datum
Zie 'Klok' 3 76.Radio-instellingen
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.Instellingen Bluetooth
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.Auto-instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Ver‐
andert de aanjagersnelheidsre‐
geling. De gewijzigde instelling
wordt actief nadat het contact uit
en opnieuw aan wordt gezet.
Klimaatregelingsmodus : Acti‐
veert of deactiveert de koeling.
Automatische ontwaseming : On‐
dersteunt het ontvochtigen van
de voorruit door het automatisch
selecteren van de vereiste instel‐
lingen en de automatische airco‐ modus.
Autom. Achterruitverwarming :
Automatisch activeren van de achterruitverwarming.● Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Veran‐
dert het volume van geluidssig‐
nalen.
Pers. inst. voor bestuurder : Acti‐
veert of deactiveert de persoon‐
lijke instellingen.
Wis auto. achter in achteruit : Ac‐
tiveert of deactiveert automati‐ sche inschakeling achterruitwis‐
ser bij inschakelen achteruitver‐
snelling.
● Buitenverlichting
Buitenverlichting bij ontgr. :
Activeert of deactiveert de instap‐
verlichting.
Duur tijdens uitstappen :
Activeert of deactiveert de uit‐
stapverlichting en wijzigt de duur
ervan.
102Instrumenten en bedieningsorganen●Portiervergrendeling
Automatische portiervergr. : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portierontgrendelfunctie na‐ dat het contact werd uitgezet. Ac‐
tiveert of deactiveert de automa‐
tische portiervergrendelingsfunc‐
tie nadat de auto is weggereden.
Geen vergr. bij portier open : Ac‐
tiveert of deactiveert de automa‐
tische portiervergrendelfunctie
wanneer een portier openstaat.
Vertr. Portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de ver‐
traagde portiervergrendelfunctie.
● Vergr., ontgr., start op afstand
Feedb ontgr. op afstand :
Activeert of deactiveert het
alarmknipperlichtsignaal bij het
ontgrendelen.
Portierontgr. op afstand : Wijzigt
de configuratie om alleen het be‐ stuurdersportier of de hele auto
te ontgrendelen.
● Fabrieksinstellingen herstellen :
Stelt alle functies opnieuw in op
de standaardinstellingen.Instellingen in het Colour-Info-
Display
CD 600/Navi 650/Navi 950
Druk op CONFIG op het paneel van
het Infotainmentsysteem om het
menu Configuratie te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om naar boven of naar beneden door
de lijst te scrollen. Druk op de multi‐
functionele knop (Navi 950 /
Navi 650: druk op de buitenste ring)
om een menu-onderdeel te selecte‐
ren.
● Talen (Languages)
● Tijd en datum
●Radio-instellingen
● Telefooninstelling
● Navigatie-instellingen
● Displayinstellingen
● Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.Tijd en datum
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.Radio-instellingen
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.Telefooninstelling
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.Navigatie-instellingen
Zie voor meer informatie de handlei‐
ding bij het infotainment-systeem.
226KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 226
Conformiteitsverklaring ............226
Reparatie ongevalschade ........227
Erkenning van software ...........227
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 230
Event Data Recorders (EDR) ..230
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 231Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐ palingen van Richtlijn 1999/5/EC.
Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Krik
Vertaling van de oorspronkelijke
conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring conform EG-
richtlijn 2006/42/EC
Bij deze verklaren wij dat het product: Productaanduiding: Krik
Type/GM onderdeelnummer:
13590195
voldoet aan de bepalingen van richt‐ lijn 2006/42/EC.Gehanteerde technische normen:GMW 14337:Standaarduitrusting
krik - hardwaretestsGMW15005:Standaarduitrusting
krik en reserveband,
boordtestDe geautoriseerde persoon voor het samenstellen van de technische do‐
cumentatie is
Hans-Peter Metzger
Engineering Group Manager Chassis & Structure
Adam Opel AG
D-65423 RüsselsheimWas getekend
Daehyeok An
Engineering Group Manager Tyre
Wheel Systems
GM Korea
Bupyung, Incheon, 403-714, Korea
Incheon, Republic of Korea, 4 april
2014
Klantinformatie231● Reacties van de auto in speci‐fieke verkeerssituaties (bijv. ont‐
plooien van een airbag, activeren van de stabiliteitsregeling)
● Omgevingscondities (bijv. tem‐ peratuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐ nisch en helpen bij het identificeren
en corrigeren van fouten en het opti‐
maliseren van boordfuncties.
Bewegingsprofielen die op afgelegde
routes duiden, kunnen niet met deze
gegevens worden aangemaakt.
Als er services worden gebruikt (bijv.
reparatiewerkzaamheden, onder‐
houdsprocessen, garantieclaims,
kwaliteitsborging), kunnen medewer‐
kers van het servicenetwerk (inclusief de fabrikant) deze technische infor‐
matie met speciale diagnoseappara‐
tuur uit de voorvaal- en foutgege‐
vensopslagmodules aflezen. Raad‐
pleeg desgewenst deze werkplaat‐
sen voor meer informatie. Na het cor‐
rigeren van een fout worden de ge‐
gevens gewist uit de foutopslagmo‐
dule of worden ze constant over‐
schreven.Bij het gebruik van deze auto kunnen
er zich situaties voordoen waarin
deze technische gegevens in ver‐
band met andere informatie (o.a. on‐
gevalmelding, schade aan de auto,
getuigenverklaringen) met een per‐
soon kunnen worden geassocieerd -
mogelijk met behulp van een expert.
Bij extra contractueel met de klant
overeengekomen functies (bijv. loka‐
liseren van de auto in noodgevallen)
mogen er bepaalde gegevens m.b.t.
de auto vanuit de auto worden ver‐
zonden.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals
handzenders voor het vergrendelen/
ontgrendelen van de deuren en star‐
ten en zenders in de auto voor het
openen van garagedeuren. RFID-
technologie in Opel-voertuigen ge‐
bruikt geen persoonlijke informatie,
houdt ze niet bij of koppelt deze niet
aan andere Opel-systemen die per‐
soonlijke informatie bevatten.
234I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 49
Info-Displays ................................. 89
Inhouden ................................... 224
Inklapbare spiegels .....................28
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 117 Interieurverlichting ......................116
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........52
K Katalysator ................................. 134
Kentekenverlichting ...................183
Keuzehendel ............................. 135
Kilometerteller .............................. 78
Kindersloten ................................. 24 Kinderveiligheids-systemen ..........48
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................119
Klok .............................................. 76
Koelvloeistof .............................. 172
Koelvloeistof en antivries ............213
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...80
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 111
Koplampverstelling ....................111L
Laadsysteem ............................... 84
Lane Departure Warning ......86, 155
Leeslampen ............................... 117
Lekke band ................................. 200
Lichtschakelaar .......................... 109 Lichtsignaal ................................ 111
Luchtinlaat ................................. 125
M Meters........................................... 78Midlevel-display ............................ 89
Mistachterlicht ...................... 89, 115 Mistlamp ...................................... 89
Mistlampen ................................ 180
Mistlampen voor ........................115
Motorgegevens .......................... 220
Motor-ID...................................... 216
Motorkap .................................... 170
Motorkap open.............................. 89
Motorolie .................... 171, 213, 217
Motoroliedruk ............................... 87
Motor starten ............................. 129
N
Nieuwe auto inrijden ..................128
O
Obstakeldetectiesystemen .........148
Olie, motor .......................... 213, 217
OnStar ........................................ 104Ontlaadbeveiliging accu ............118
Opbergvakken .............................. 54
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................54
Opbergvak middenconsole ..........56
Opbergvak onder passagiersstoel 56
Opgeslagen instellingen ...............21
Opschakelen................................. 86 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 206
Parkeerhulp ............................... 148
Parkeren .............................. 18, 133
Park pilot met ultrasoonsensoren 148
Partikelfilter ................................. 133
Pedaal intrappen .......................... 85
Persoonlijke instellingen ............100
Pollenfilter .................................. 125
Portieren ....................................... 24
Portier open ................................. 89
Prestaties ................................... 221
Profieldiepte ............................... 195
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 231
Regelbare instrumentenverlichting ...........116
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 230