Page 137 of 175
Inleiding..................................... 138
Basisbediening .......................... 145
Radio ......................................... 149
Externe apparaten .....................154
Spraakherkenning ......................158
Telefoon ..................................... 159
Trefwoordenlijst ......................... 166R300 BT
Page 138 of 175

138InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............138
Antidiefstalfunctie ......................139
Overzicht bedieningselementen 140
Gebruik ...................................... 143Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op verschillende favorie‐
tenpagina's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. een iPod, USB-apparaten of an‐
dere externe apparaten; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equalizer‐
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Als optie kunt u het infotainmentsys‐
teem gebruiken met de bedienings‐
elementen op het stuurwiel, of – als
uw mobiele telefoon dit ondersteunt –
via het spraakherkenningssysteem.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
Page 139 of 175
Inleiding139Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 140 of 175
140InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 141 of 175

Inleiding1411X......................................... 143
Indien uitgeschakeld: kort
indrukken: inschakelen
Indien ingeschakeld: kort
indrukken: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 RADIO
Activeren radio of wijzigen
golfband .............................. 149
3 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ......156
4 t v
Radio: kort indrukken:
naar vorige of volgende
station; indrukken en
vasthouden: omlaag of
omhoog zoeken ..................149
Externe apparaten: kort
indrukken: naar vorige of
volgende nummer;
indrukken en vasthouden:
snel terug of vooruit ............1565PHONE
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........159
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 158
6 BACK
Menu: één niveau terug ......145
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ........145
7 MENU ................................. 145
Draaien: schermtoetsen of menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menuoptie
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingsspecifiek
menu (indien beschikbaar)8 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ............................... 150
Menu: indrukken:
desbetreffende
schermtoets selecteren .......145
9 FAV
Indrukken: favorietenbalk
weergeven .......................... 150
Page 142 of 175

142InleidingAudiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 159
of nummer in oproeplijst
bellen .................................. 162
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: kort indrukken:
omschakelen tussen
gesprekken ......................... 162
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 158
2 SRC (bron).......................... 143
Drukken: selecteren
audiobron ............................ 143
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 149
Bij actieve telefoonportal
en geopende oproeplijst:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige
vermelding in oproeplijst te selecteren ........................... 162
3 w
Volume verhogen ................1434─
Volume verlagen .................143
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........162
of oproeplijst sluiten ............162
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 158
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ..........143
Page 143 of 175

Inleiding143GebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het in‐ fotainmentsysteem 3 140
● audioknoppen op het stuurwiel 3 140
● de spraakherkenning 3 158
Het infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt in‐
geschakeld met X terwijl het contact
is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai aan m; de actuele instelling ver‐
schijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐ steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 146.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 146
wordt het volume automatisch zoda‐ nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of tussen de ver‐
schillende golfbanden te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 149.
Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat (bijv. USB-apparaat
of Bluetooth-apparaat) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 154.
Telefoon
Druk op PHONE om een Bluetooth-
verbinding tussen het infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐ binding verschijnt het hoofdmenu van
de telefoonmodus.
Page 144 of 175
144InleidingVoor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 162.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bijbehorend menu. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het info‐
tainmentsysteem en een mobiele te‐
lefoon 3 160.