Page 105 of 116

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Na reinigin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de motorfiets volledig drogen al- vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van d e controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
d e remmen of ban den zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het wegge-
d ra g van d e machine in b ochten
voor dat u met ho ge snelhe den gaat
rij den.
LET OP
DCA10801
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwij der
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof d elen, behan del
d eze met een daartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het geb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten d e lak
aan.OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
U2BSD1D0.book Page 3 Friday, August 1, 2014 10:15 AM
Page 106 of 116

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
DAU49592
StallingKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811
Als de motorfiets wor dt gestal d in
een slecht g eventileerde ruimte of
in vochtig e toestand wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
d rin gen en roestvormin g veroorza-
ken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk. 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met d e mas-
sa bij het ron ddraaien van d e
motor om scha de of letsel d oor
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan. 4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de motorfiets omhoog, zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een an-
dere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak om te voorkomen dat vocht
kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle- dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C
(90 °F)]. Zie pagina 6-28 voor meer in-
formatie over het opbergen van de ac-
cu.
OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt.
U2BSD1D0.book Page 4 Friday, August 1, 2014 10:15 AM
Page 107 of 116

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2250 mm (88.6 in)
Totale breedte:
980 mm (38.6 in)
Totale hoogte: 1410/1470 mm (55.5/57.9 in)
Zadelhoogte: 845/870 mm (33.3/34.3 in)
Wielbasis:
1540 mm (60.6 in)
Grondspeling: 190 mm (7.48 in)
Kleinste draaicirkel: 2700 mm (106.3 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:257 kg (567 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling: 2-cilinder lijnmotor
Slagvolume: 1199 cm3
Boring × slag:
98.0 × 79.5 mm (3.86 × 3.13 in)
Compressieverhouding: 11.0 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Dry sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-40, 10W-50, 15W-40, 20W-40 of
20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:3.10 L (3.28 US qt, 2.73 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.40 L (3.59 US qt, 2.99 Imp.qt)Car danolie:Type:
Originele Yamaha cardanolie SAE 80W-90
API GL-5 of SAE 80 API GL-4
Hoeveelheid: 0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Hoeveelhei d koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.26 L (0.27 US qt, 0.23 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 1.83 L (1.93 US qt, 1.61 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoatingBran dstof:Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
23.0 L (6.08 US gal, 5.06 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof: 3.9 L (1.03 US gal, 0.86 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:2BS1 00Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/CPR8EB9
Elektrodenafstand: 0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.466 (85/58)
Eindoverbrenging: As
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 20W-50SAE 20W-40SAE 15W-40SAE 10W-40SAE 10W-50
U2BSD1D0.book Page 1 Friday, August 1, 2014 10:15 AM
Page 108 of 116

SPECIFICATIES
8-2
8
Secundaire reductieverhouding:2.987 (21/25 x 32/9)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.769 (36/13)
2e: 2.063 (33/16)
3e: 1.571 (33/21)
4e:
1.250 (30/24)
5e: 1.042 (25/24)
6e: 0.929 (26/28)Chassis:Type frame:Backbone
Spoorhoek: 28.00 graad
Naspoor:
126 mm (5.0 in)Voor ban d:Type:
Tubeless
Maat:
110/80R19M/C 59V
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BW501
Achter ban d:Type:
Tubeless
Maat:
150/70R17M/C 69V
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BW502Bela din g:Maximale belasting:
213 kg (470 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Ban denspannin g (g emeten aan kou de
b an den):Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor: 225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Gewichtsverdeling: 90–213 kg (198–470 lb)
Voor: 225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)Voorwiel:Type wiel:Spaakwiel
Velgmaat:
19M/C x MT2.50Achterwiel:Type wiel:Spaakwiel Velgmaat:
17M/C x MT4.00
Gekoppel d remsysteem:Bediening:
Geactiveerd door voorremVoorrem:Type:Dubbele schijfrem
Bediening:
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achterrem:Type:
Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Voorwielophan gin g:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype: Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
190 mm (7.5 in)Achterwielophan gin g:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 190 mm (7.5 in)
U2BSD1D0.book Page 2 Friday, August 1, 2014 10:15 AM
Page 109 of 116

SPECIFICATIES
8-3
8
Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTZ12S
Voltage, capaciteit: 12 V, 11.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen volta ge, watta ge × aantal:Koplamp:
12 V, 55.0 W × 2
Achterlicht/remlicht unit: LED
Voorste richtingaanwijzer: LED
Achterste richtingaanwijzer:
LED
Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting: 12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht: LED Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Cruise control “SET” controlelampje: LED
Cruise control “ON” controlelampje:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje tractieregeling: LED
Zekerin gen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Remlicht zekering:
1.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 20.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 20.0 A Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
20.0 A
Zekering cruise control: 1.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 3.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
O/P (optie) zekering: 20.0 A
U2BSD1D0.book Page 3 Friday, August 1, 2014 10:15 AM
Page 110 of 116

GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU53562
Id entificatienummersNoteer het voertuigidentificatienummer,
het serienummer van het motorblok en de
gegevens op de modelinformatiesticker in
onderstaande ruimtes. Deze identificatie-
nummers zijn nodig voor de kentekenregi-
stratie van het voertuig in uw land en voor
het bestellen van reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
SERIENUMMER MOTOR:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26401
Voertui gid entificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op de balhoofdbuis. Noteer dit num-
mer in het daartoe bestemde vakje.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw motorfiets en kan
worden gebruikt om uw motor in uw land
aan te melden voor kentekenregistratie.
DAU26442
Serienummer motor blok
Het motorblokserienummer is ingeslagen in
het carter.
DAU26471
Mo delinformatiesticker
1. Voertuigidentificatienummer
1
1. Serienummer motorblok
1. Modelinformatiesticker
1
1
U2BSD1D0.book Page 1 Friday, August 1, 2014 10:15 AM
Page 111 of 116
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-2
9
De modelinformatiesticker is onder het be-
stuurderszadel bevestigd aan het frame.
(Zie pagina 3-31.) Noteer de informatie op
deze sticker in het daartoe bestemde vakje.
Deze informatie is nodig om reserve-onder-
delen te bestellen bij een Yamaha dealer.
U2BSD1D0.book Page 2 Friday, August 1, 2014 10:15 AM
Page 112 of 116

10-1
10
INDEXAABS ....................................................... 3-25
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accu ...................................................... 6-28
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-26BBagagedragers ..................................... 3-37
Bagageriembevestiging ........................ 3-38
Banden ................................................. 6-18
Bestuurderszadel .................................. 3-31
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-28
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-4CCardanolie............................................. 6-14
Claxonschakelaar ................................. 3-22
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ..... 3-3
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes cruise control ............... 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-5
Controlelampje/waarschuwingslampje tractieregeling ....................................... 3-5
Cruise control ......................................... 3-6
Cruise control-schakelaars ................... 3-22DDimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar ........................ 3-21
D-mode (rijmodus) ................................ 3-20GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-24 Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ........................................ 3-41
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen........................................... 6-35
HHoogte bestuurderszadel, verstellen.... 3-31IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-4KKlepspeling ........................................... 6-18
Koelvloeistof ......................................... 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-31
Koppelingshendel........................ 3-23, 6-21
Kuipruit ................................................. 3-33LLuchtfilterelement ................................. 6-17MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Menuschakelaar ................................... 3-22
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-11
Multifunctionele meter ............................ 3-9OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-36PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-32
Parkeren ................................................. 5-5
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-36
RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................6-25
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ............................................6-24
Rem- en schakelpedalen controleren en smeren ...........................................6-25
Remhendel ............................................3-24
Remlichtschakelaars .............................6-22
Rempedaal ............................................3-25
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-23
Richtingaanwijzer en achterlicht/remlicht .............................6-34
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-21SSchakelaar alarmverlichting ..................3-22
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ......................................3-23
Schokdemperunit, afstellen ..................3-36
Selectieschakelaar ................................3-22
Serienummer motorblok .........................9-1
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-4
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-4
Startblokkeersysteem .............................3-1
Starten van de motor ..............................5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar ...3-22
Startspersysteem ..................................3-39
Stationair toerental, controleren ...........6-17
Storingzoekschema’s ...........................6-37
Stroomlijnpanelen, verwijderen en aanbrengen...........................................6-8
Stuurschakelaars ..................................3-21
Stuursysteem, controleren ....................6-27
U2BSD1D0.book Page 1 Friday, August 1, 2014 10:15 AM