832. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
YARIS_F_WE_52D53E
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de aangegeven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
*1Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 405)*2
(Geel)
Controlelampje
cruise control
(Blz. 407)
*1
Laadstroomcontrole-
lampje (Blz. 405)
*2
(Geel)
Controlelampje
snelheidsbegrenzer
(Blz. 407)
*1Waarschuwingslampje
lage oliedruk
(Blz. 406)*1, 2, 5Controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-
systeem (Blz. 407)
*1
(rood)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistof-
temperatuur (Blz. 406)*1, 6Waarschuwingslampje
brandstoffilter
(Blz. 407)
*1Motorcontrolelampje
(Blz. 406)*2, 8Waarschuwingslampje
roetfiltersysteem
(Blz. 409)
*1
Waarschuwingslampje
SRS (Blz. 406)
*2, 3
(Geel)
Controlelampje Smart
entry-systeem met
startknop (Blz. 408)
*1
Waarschuwingslampje
ABS (Blz. 406)Waarschuwingslampje
open portier/achterklep
(Blz. 408)
*1Waarschuwingslampje
elektrische stuurbe-
krachtiging
(Blz. 407)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 408)
*1, 2, 4Controlelampje
Traction Control
(Blz. 407)Controlelampje bestuur-
ders- en voorpassa-
giersgordel (Blz. 408)
852. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
YARIS_F_WE_52D53E
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje
richtingaanwijzers
(Blz. 200)*5
Controlelampje SPORT
(Blz. 192)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 203)
*1, 7
Schakeladviesindicator
(Blz. 198)
Controlelampje
achterlicht (Blz. 202)
*2
(Groen)
Controlelampje
cruise control
(Blz. 220)
*2Controlelampje
mistlampen voor
(Blz. 208)*2
Controlelampje SET
(Blz. 220)
Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 208)
*2
(Groen)
Controlelampje
snelheidsbegrenzer
(Blz. 224)
*2
(Groen)
Controlelampje
Smart entry-systeem met
startknop (Blz. 185)*1, 2Controlelampje
Stop & Start-systeem
(Blz. 228)
*3
(Blauw)
Controlelampje lage
koelvloeistoftemperatuur
*1, 2
Controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-
systeem (Blz. 229)
*4Controlelampje
voorgloeien
(Blz. 182, 185)*1, 2, 8Controlelampje Traction
Control (Blz. 236)
*1, 5, 6ECO-controlelampje
(Blz. 164)*1, 2
Controlelampje
TRC OFF (Blz. 236)
235
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆Vehicle Stability Control (VSC) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control) (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
2364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Door op de schakelaar VSC OFF te drukken om het sys-
teem uit te schakelen, is het makkelijker voor u om de auto vrij te
maken door te “schommelen”.
Schakel de TRC uit door de
schakelaar VSC OFF snel in te
drukken en weer los te laten.
Het controlelampje TRC OFF
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om
het systeem weer in te schake-
len.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
2384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
●Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
●Het rempedaal wordt losgelaten.
●Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
WAARSCHUWING
■Het antiblokkeersysteem werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als er gereden wordt over wegen met putdeksels of andere grote oneffen-
heden
■De Traction Control werkt niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
op de weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd kan worden, zelfs
niet als de TRC in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
2394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Als het Vehicle Stability Control-systeem (VSC) geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de wielen of banden.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
4078-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging
(waarschuwingszoemer)
Geeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Controlelampje Traction Control (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• Het TRC-systeem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(Geel)
Controlelampje cruise control (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het cruise con-
trol-systeem.
Blz. 222
(Geel)
Controlelampje snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de snelheids-
begrenzer.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-
systeem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje brandstoffilter (alleen dieselmo-
tor)
Geeft aan dat er te veel water is verzameld in het brand-
stoffilter.
Blz. 346
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
509Alfabetische index
YARIS_F_WE_52D53E
Tankdopklep............................. 216
Tanken .................................. 216
Tanken ...................................... 216
Brandstofsoorten........... 216, 473
Capaciteit .............................. 473
Openen van de tankdop........ 218
Telefoontoets
*
Toerenteller ................................ 88
Traction Control ....................... 235
Transmissie ...................... 191, 196
Als de selectiehendel niet in
een andere stand dan P
gezet kan worden ............... 450
Handgeschakelde
transmissie ......................... 196
Multidrive CVT ...................... 191
Paddle shift-schakelaars
.................................... 193, 194
Uitneembare asbak .................. 310
Uitschakelsysteem
brandstofpomp ...................... 404
USB-aansluiting
*..................... 249
USB-geheugen
*....................... 273
Vastzitten
Als de auto vast komt
te zitten ............................... 464
Vehicle Stability Control
(VSC)....................................... 235
Veiligheidsgordel,
controlelampje ....................... 408
Veiligheidsgordels ..................... 30
Baby- en kinderzitjes
plaatsen ................................ 63
Blokkeerautomaat (ELR)......... 33Dragen van veiligheidsgordels
door kinderen ....................... 33
Gordelspanners ...................... 33
Hoe de veiligheidsgordel
te dragen .............................. 30
Veiligheidsgordels schoon-
maken en onderhouden ..... 320
Veiligheidsgordels, gebruik
bij zwangerschap.................. 34
Waarschuwingslampje en
-zoemer .............................. 408
Waarschuwingslampje
SRS .................................... 406
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen .......................... 52
Airbags,
voorzorgsmaatregelen.......... 39
Baby- en kinderzitjes .............. 53
Batterij van elektronische
sleutel verwijderd,
voorzorgsmaatregelen........ 369
Blokkeerschakelaar
ruitbediening ....................... 155
Dragen van veiligheidsgordels
door kinderen ....................... 33
Kindersloten achterportieren. 119
Plaatsen van veiligheids-
systemen voor kinderen ....... 63
Stoelverwarming,
voorzorgsmaatregelen........ 298
Veiligheidsgordels,
voorzorgsmaatregelen.......... 34
Voorzorgsmaatregelen
achterklep ........................... 124
Voorzorgsmaatregelen
elektrisch bedienbare ruit ... 158
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de accu ........ 343
T
U
V
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.