741-2. Antidiefstalsysteem
YARIS_F_WE_52D53E
Startblokkering
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het systeem treedt in werking zodra de sleutel uit het contactslot
wordt verwijderd. Het systeem wordt uitgeschakeld zodra de geregis-
treerde sleutel in het contactslot is gestoken.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het systeem wordt ingeschakeld nadat het contact UIT is gezet. Het
systeem wordt uitgeschakeld nadat het contact in stand ACC of AAN
is gezet.
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.
■Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt
●Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden
●Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip
van een andere auto wordt gehouden
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transpon-
derchips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met
een sleutel die niet in een eerder stadium geregistreerd is in de
boordcomputer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet wor-
den gegarandeerd.
832. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
YARIS_F_WE_52D53E
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de aangegeven systemen van de auto.
Waarschuwingslampjes
*1Waarschuwingslampje
remsysteem
(Blz. 405)*2
(Geel)
Controlelampje
cruise control
(Blz. 407)
*1
Laadstroomcontrole-
lampje (Blz. 405)
*2
(Geel)
Controlelampje
snelheidsbegrenzer
(Blz. 407)
*1Waarschuwingslampje
lage oliedruk
(Blz. 406)*1, 2, 5Controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-
systeem (Blz. 407)
*1
(rood)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistof-
temperatuur (Blz. 406)*1, 6Waarschuwingslampje
brandstoffilter
(Blz. 407)
*1Motorcontrolelampje
(Blz. 406)*2, 8Waarschuwingslampje
roetfiltersysteem
(Blz. 409)
*1
Waarschuwingslampje
SRS (Blz. 406)
*2, 3
(Geel)
Controlelampje Smart
entry-systeem met
startknop (Blz. 408)
*1
Waarschuwingslampje
ABS (Blz. 406)Waarschuwingslampje
open portier/achterklep
(Blz. 408)
*1Waarschuwingslampje
elektrische stuurbe-
krachtiging
(Blz. 407)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 408)
*1, 2, 4Controlelampje
Traction Control
(Blz. 407)Controlelampje bestuur-
ders- en voorpassa-
giersgordel (Blz. 408)
235
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆Vehicle Stability Control (VSC) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control) (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
2374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd de schakelaar VSC OFF meer dan 3 seconden ingedrukt, terwijl de
auto stilstaat, om de TRC en VSC uit te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF gaan branden.
Druk nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen.
■Wanneer het controlelampje TRC OFF zelfs gaat branden als de toets
VSC OFF niet is ingedrukt
De TRC kan niet worden bediend. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Bijgeluiden en trillingen veroorzaakt door het ABS, de Brake Assist, de
TRC en de VSC
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrich-
ting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro-
motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
●Wanneer het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■Beperkte bekrachtiging door EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en zet de motor UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
2384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsig-
naal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
●Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van
de deceleratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
●Het rempedaal wordt losgelaten.
●Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
WAARSCHUWING
■Het antiblokkeersysteem werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als er gereden wordt over wegen met putdeksels of andere grote oneffen-
heden
■De Traction Control werkt niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
op de weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd kan worden, zelfs
niet als de TRC in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
2394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Als het Vehicle Stability Control-systeem (VSC) geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de wielen of banden.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
4068-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Waarschuwingslampje lage oliedruk
Geeft aan dat de oliedruk te laag is.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(Rood waarschu-
wingslampje
knippert of gaat
branden)
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Geeft aan dat de motor oververhit raakt.
Als de koelvloeistoftemperatuur stijgt, stopt het lampje met
knipperen en gaat het onafgebroken branden.
Blz. 458
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het elektronische motorregelsysteem;
• Het elektronische gaspedaal;
• Het elektronische regelsysteem Multidrive CVT (indien
aanwezig);
• Het emissieregelsysteem; of
• Het roetfilter (indien aanwezig).
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
4318-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reservewiel
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
●Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling sterk accelereren, sturen, remmen en vermijd schakel-
acties die voor plotseling veel motorremwerking zorgen.
■Bij het opbergen van het compacte reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het com-
pacte reservewiel en de carrosserie bekneld raken.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
●ABS
●Brake Assist
●VSC (indien aanwezig)
●TRC (indien aanwezig)
●Cruise control (indien aanwezig)
●Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.