INHOUDSOPGAVE4
YARIS_F_WE_52D53E6-1. Gebruik van het
airconditioningsysteem en
de achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning .................280
Automatische
airconditioning .................287
Extra verwarming ...............295
Stoelverwarming ................297
6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
Overzicht
interieurverlichting ...........299
• Interieurverlichting .........299
• Leeslampjes ..................300
6-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ......301
• Dashboardkastje............302
• Bekerhouders ................303
• Fleshouders ...................304
• Extra opbergvak ............305
Voorzieningen in
de bagageruimte..............306
6-4. Overige voorzieningen
in het interieur
Overige voorzieningen
in het interieur ..................309
• Zonnekleppen ................309
• Make-upspiegels ...........309
• Uitneembare asbak .......310
• Aansteker ......................311
• Accessoireaansluiting ....312
• Armsteun .......................313
• Zonnescherm
panoramadak ................313
• Handgrepen ...................3147-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen
van het exterieur ............. 316
Schoonmaken en
beschermen van
het interieur ..................... 319
7-2. Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften .. 322
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uitvoeren van onderhoud
en controles .................... 325
Motorkap ........................... 328
Plaatsen van een
garagekrik ....................... 330
Motorruimte ....................... 332
Banden .............................. 347
Bandenspanning ............... 360
Velgen ............................... 362
Interieurfilter ...................... 365
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel ....... 367
Controleren en vervangen
van zekeringen................ 370
Lampen ............................. 376
6Voorzieningen in
het interieur7Onderhoud en verzorging
12Overzicht
YARIS_F_WE_52D53E
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182, 185
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 182, 185
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 183, 186
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 395
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 448
Waarschuwingslampjes
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 415
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191, 196
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 191, 196
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 397
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet
*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 450
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 88
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 88
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 82
Als een waarschuwingslampje gaat branden . . . . . . . . . . . . Blz. 405
1
2
3
18Overzicht
YARIS_F_WE_52D53E
■Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 182, 185
Starten van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 182, 185
Wijzigen van de standen van het contact . . . . . . . . . . . Blz. 183, 186
Noodstop van de motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 395
Wanneer de motor niet wil aanslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 448
Waarschuwingslampjes
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 415
Selectiehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 191, 196
Wijzigen van de schakelstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 191, 196
Voorzorgsmaatregelen bij slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 397
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan
worden gezet
*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 450
Tellers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 88
Tellers aflezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 88
Waarschuwingslampjes/controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 82
Als een waarschuwingslampje gaat branden . . . . . . . . . . . . Blz. 405
1
2
3
401-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
●De SRS-voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht
opgeblazen waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voor-
passagier zich dicht bij de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo
ver mogelijk van de airbag af te staan, met de rugleuning rechtop.
●Kinderen die niet (goed) op de stoel zitten en/of geen gordel dragen of de
gordel niet op de juiste manier dragen, kunnen letsel oplopen door een in
werking tredende airbag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit voor baby's
of kleine kinderen. Gebruik hiervoor speciale baby- of kinderzitjes. Toyota
beveelt ten zeerste aan dat alle kinderen achterin plaatsnemen en de vei-
ligheidsgordels altijd op de juiste manier dragen. Op de achterstoelen zit-
ten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel. (Blz. 53)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
411-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
●Auto's zonder curtain airbags: leun niet
tegen het voorportier.
●Auto's met curtain airbags: Leun niet
tegen het portier, de dakstijl of de voor-,
midden- of achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
●Auto's zonder knie-airbag voor de
bestuurder: Bevestig niets aan en laat
niets rusten tegen componenten als het
dashboard of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag en de voorpassa-
giersairbag geactiveerd worden.
●Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der: Bevestig niets aan en laat niets rus-
ten tegen componenten als het
dashboard, het stuurwielkussen of het
onderste deel van het dashboard.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de air-
bag voor de bestuurder, de airbag voor
de voorpassagier en de knie-airbag
voor de bestuurder geactiveerd worden.
421-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
●Auto's met curtain airbags: hang geen kleerhangers of andere harde voor-
werpen aan de kledinghaakjes. Dergelijke voorwerpen kunnen als een
projectiel gelanceerd worden en ernstig letsel veroorzaken wanneer de
curtain airbags geactiveerd worden.
●Auto's met knie-airbag voor de bestuurder: Verwijder een eventueel aan-
wezige afdekking op de plaats waar de knie-airbag voor de bestuurder uit
het dashboard komt.
●Gebruik geen accessoires op de stoelen die het gedeelte van de stoel
waarin de side airbags aanwezig zijn afdekken omdat dat een negatieve
invloed kan hebben op een juiste werking van de side airbags. Dergelijke
accessoires kunnen tot gevolg hebben dat de side airbags niet op de
juiste wijze geactiveerd worden, helemaal niet geactiveerd worden of per
ongeluk geactiveerd worden, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
●Auto's zonder curtain airbags: bevestig
niets aan gedeeltes zoals portier, voor-
ruit of portierruit.
●Auto's met curtain airbags: bevestig
niets aan het portier, de voorruit, de por-
tierruit, de voor- en achterstijl, de dak-
stijl of de handgreep. (Behalve het label
voor de snelheidsbeperking Blz. 439)
●Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der, maar zonder Smart entry-systeem
en startknop: Bevestig geen zware,
scherpe of harde voorwerpen zoals
sleutels of accessoires aan de contact-
sleutel. De voorwerpen kunnen het
opblazen van de knie-airbag voor de
bestuurder hinderen, of weggeslingerd
worden door de kracht waarmee de air-
bag wordt geactiveerd en gevaar ople-
veren.
431-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
●Sla niet, en oefen ook geen overmatige kracht uit, op onderdelen waarin
airbags aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er defecten aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de SRS-air-
bags geactiveerd zijn omdat deze heet kunnen zijn.
●Als u na het activeren van de SRS-airbags moeilijkheden met de ademha-
ling ondervindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten
of verlaat de auto als u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poeder-
deeltjes op uw huid zijn terechtgekomen, was deze er dan zo snel moge-
lijk af om huidirritatie te voorkomen.
●Auto's zonder curtain airbags: als de delen van de auto waarin airbags
ondergebracht zijn, zoals het stuurwielkussen, beschadigd of gescheurd
zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Auto's met curtain airbags: als de delen van de auto waarin airbags onder-
gebracht zijn, zoals het stuurwielkussen en de bekleding van de voor- en
achterstijlen, beschadigd of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zon-
der eerst een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De
SRS-airbags kunnen defect raken of per ongeluk worden geactiveerd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
●Plaatsing, verwijdering, demontage en reparatie van de airbags
●Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuurwiel,
instrumentenpaneel, dashboard, stoelen of stoelbekleding, voor-, midden-
en achterstijlen en het dak
●Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zij-
kant van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier
●Aanpassing van de wielophanging van de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler
441-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_F_WE_52D53E
■Als de SRS-airbags worden geactiveerd
●Het contact met een geactiveerde SRS-airbag kan leiden tot kneuzingen en
schaafwonden.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
●Auto's zonder curtain airbags: gedurende enkele minuten na het activeren
van de airbags kunnen de onderdelen van de airbag (stuurwielnaaf, afdek-
kap van de airbag, opblaasmechanisme) en de voorstoelen nog heet zijn.
De airbag zelf kan ook heet zijn.
●Auto's met curtain airbags: gedurende enkele minuten na het activeren van
de airbags kunnen de onderdelen (stuurwielnaaf, dashboard, voorstoelen,
delen van de voor- en achterstijlen en het dak) nog heet zijn. De airbag zelf
kan ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
■Voorwaarden voor activering airbag (airbags voor)
●De airbags vóór worden pas geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een voorwerp dat niet kan bewegen
of vervormen).
De drempelwaarde voor snelheid kan in de volgende situaties echter veel
hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een
geparkeerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de
auto onder een vrachtwagen terechtkomt
●Afhankelijk van het type aanrijding is het mogelijk dat alleen de gordelspan-
ners worden geactiveerd.
■Voorwaarden voor activering van de airbag (side airbags en curtain air-
bags [indien aanwezig])
De side airbags en curtain airbags worden pas geactiveerd als een bepaalde
drempelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse van het
passagierscompartiment aangereden worden met een snelheid van ongeveer
20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500 kg wegend voertuig, komend vanuit
een richting die haaks staat op de positie van de auto).