Tijdelijke bandenreparatieTijdelijke bandenreparatie
7.10GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Tijdelijke bandenreparatieBandenreparatiesetje
De model S heeft geen reservewiel. Afhankelijk van het land van bestemming wordt de auto al dan niet standaard afgeleverd met een bandenreparatiesetje. Als uw auto zonder bandenreparatiesetje is afgeleverd, kunt u er aanschaffen via Tesla.
Het bandenreparatiesetje bestaat uit een compressor en een busje met vulmiddel (genoeg voor één reparatie). Het vulmiddel is geschikt voor het dichten van kleine gaatjes tot maximaal 6 mm en deze reparatie dient slechts als tijdelijke oplossing.
OPMERKING: Neem contact op met de Tesla Assistance bij gaatjes groter dan 6 mm, bij beschadigingen en bij andere defecten aan de band.
WA A R S C H U W I N G : H e t r e p a r a t i e s e t j e is alleen bedoeld als tijdelijke oplossing. Laat een lekke band zo snel mogelijk repareren of vervangen.
WA A R S C H U W I N G : R i j d n i e t h a r d e r d a n 48 km/h met een band die met behulp van het bandenreparatiesetje tijdelijk is gerepareerd.
WA A R S C H U W I N G : L e e s e n v o l g d e aanwijzingen op de verpakking van het reparatiesetje.
AANWIJZING: Rijd niet door met een lekke band, hierdoor kan de band onherstelbaar beschadigd raken.
Busje met vulmiddel
Het vulmiddel in het bandenreparatiesetje van Te s l a i s g o e d g e k e u r d v o o r d e M o d e l S e n i s speciaal ontwikkeld om schade aan de bandenspanningsensoren van het TPMS te voorkomen. Vervang het lege busje dan ook alleen door eenzelfde busje setje met dezelfde inhoud (zie blz 7.13). Busjes met vulmiddel zijn verkrijgbaar via Tesla.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat aan de buitenzijde op het busje. Na het verstrijken van de uiterste houdbaarheidsdatum, kan het vulmiddel minder goed werken. Vervang daarom een busje waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k g e e n a n d e r vulmiddel dan dat uit het bandenreparatiesetje van Tesla. Bij het gebruik van andere middelen kunnen de bandenspanningsensoren defect raken.
WA A R S C H U W I N G : L e e s e n v o l g de aanwijzingen van de fabrikant op het busje.
WA A R S C H U W I N G : H o u d v u l m i d d e l buiten het bereik van kinderen.
WA A R S C H U W I N G : H e t v u l m i d d e l k a n schadelijk zijn als het in de ogen komt of als het ingeslikt of ingeademd wordt. Als u vulmiddel in uw ogen krijgt, spoel ze dan direct met veel water en raadpleeg bij aanhoudende irritatie een arts. Als het middel werd ingeslikt, wek dan geen braken op maar neem direct contact op met arts. Zorg voor veel frisse lucht als u het vulmiddel hebt ingeademd. Inademen kan slaperigheid en duizeligheid veroorzaken. Als de ademhaling moeilijk gaat, neem dan onmiddellijk contact op met een arts.
ReinigenReinigen
7.14GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
ReinigenCarrosserie reinigen
Ve r w i j d e r a g re s s i eve s t o f f e n ( vo g e l p o e p , h a r s , insecten, teer, zout, industriële neerslag enz.) direct om schade aan de lak te voorkomen. Wa c h t d a a r n i e t m e e t o t u d e a u to l a a t wa s s e n . Gebruik zo nodig gedenaturaliseerde alcohol om teervlekken en hardnekkige vetvlekken te verwijderen, was het oppervlak dan direct met water en milde zeep schoon om de alcohol te verwijderen.
Vo l g d e o n d e r s t a a n d e a a n w i j z i n g e n b i j h e t wassen van uw auto:
1.Grondig spoelen
Spoel de carrosserie voor het wassen grondig af met veel water. Spuit plaatsen waar vuil en modder zich kan verzamelen (wielen en carrosserienaden) goed schoon. Ve r w i j d e r ( i n d e w i n te r m a a n d e n ) a l l e re st e n van pekel en spuit ook de onderzijde van de auto schoon.
2.Met de hand wassen
Gebruik een zachte spons en koud of handwarm water met een goed autoshampoo.
3.Afspoelen met schoon water
Spoel de auto na het wassen met schoon water af om te voorkomen dat zeepresten opdrogen en vlekken achterlaten.
4.Drogen en ruiten reinigen
Maak de auto na het afspoelen met een schone zeem goed droog.
Reinig de ruiten en de spiegels met een ruitenreiniger. Kras niet en gebruik ook geen schurende middelen op de ruiten en spiegels.
Aanwijzingen
AANWIJZING: Gebruik geen heet water en oplosmiddelen.
AANWIJZING: Was de auto niet in de felle zon.
AANWIJZING: Houd de spuitmond van een hogedrukreiniger altijd op een afstand van minstens 30 cm van de carrosserie. Blijf met de lans bewegen en spuit niet op één bepaalde plek.
AANWIJZING: Richt een waterstraal niet direct op ruit-, portier- en motorkaprubbers of door de openingen in de wielen op onderdelen van de rem.
AANWIJZING: Gebruik geen molton doeken of washandschoenen.
AANWIJZING: Was de auto bij voorkeur in een borstelloze wasstraat. Deze wasstraten hebben geen borstels die de carrosserie zouden kunnen beschadigen. Andere wasstraten zouden schades kunnen veroorzaken die niet onder garantie vallen.
AANWIJZING: Gebruik geen velgenreinigers met een chemische samenstelling. Deze kunnen de toplaag van de velgen aantasten.
AANWIJZING: Richt een hogedrukspuit niet rechtstreeks op de achteruitrijcamera of de sensoren (indien aanwezig) en reinig ze niet met een scherp of schurend voorwerp, dat veroorzaakt krassen en kan het oppervlak beschadigen.
Sommige reinigingsmiddelen bevatten chemische stoffen die slecht zijn voor het milieu. Zorg dat u niet knoeit. Vervuiling van het openbare riool, open water of de grond is verboden. Giftige stoffen moeten volgens de geldende voorschriften via een milieudepot afgevoerd worden.
Ruitenwissers en -sproeiers
ONDERHOUD7.17
Ruitenwissers en -sproeiersRuitenwisserbladen controleren en
vervangen
Controleer de staat van de wisserbladen regelmatig en maak ze geregeld schoon. Ve r v a n g e e n b e s c h a d i g d w i s s e r b l a d d i re c t o m te voorkomen dat de voorruit beschadigd raakt.
Vuil op de ruit of op d e wisserblad en zelf kan d e goede werking van de ruitenwissers verstoren. Dat geldt ook voor ijs, vloeibare was van wasstraten, ruitensproeiervloeistof met middelen tegen insecten, vogelpoep, hars en andere organische stoffen.
Vo l g d e o n d e r s t a a n d e a a n w i j z i n g e n :
•Reinig de voorruit met een niet-schurende ruitenreiniger.
•Ve e g d e r u i te nw i s s e r b l a d e n s c h o o n m e t isopropylalcohol of met ruitensproeiervloeistof.
Ve r v a n g d e w i s s e r b l a d e n a l s z e n a h e t r e i n i g e n nog niet goed werken.
Ve r v a n g d e r u i t e n w i s s e r b l a d e n t e n m i n s t e e e n s per jaar.
Ruitenwisserbladen vervangen:
1.Til de ruitenwisserarm omhoog.
2.Druk de borglip in en schuif het blad langs de arm omlaag.
3.Breng het wisserblad in lijn met de arm en schuif het blad langs de ruitenwisserarm naar de bocht aan het einde van de arm tot het vastklikt.
4.Duw de ruitenwisserarm met het wisserblad tegen de voorruit.
Als de nieuwe ruitenwisserbladen de ruit ook niet schoonvegen, reinig dan de voorruit en de wisserbladen met een spons of een doek
gedrenkt in een mengsel van water en een milde zeep. Spoel vervolgens de voorruit en de wisserbladen met schoon water af. De voorruit is schoon als er zich geen druppels vormen.
AANWIJZING: Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor autoruiten en rubbers. Andere middelen kunnen schade veroorzaken of een film op de ruit achterlaten waardoor het zicht belemmerd wordt.
AANWIJZING: Vervang de ruitenwisserbladen alleen door exemplaren die identiek zijn aan de originele wisserbladen. Het gebruik van verkeerde wisserbladen kan schade aan de ruitenwissers veroorzaken en de werking van de regensensor verstoren.
Ruitensproeiers reinigen
De ruitensproeiers zijn op de fabriek afgesteld en hoeven in principe nooit bijgesteld te worden.
Gebruik een dunne draad of een naald om een verstopte ruitensproeier weer open te krijgen.
WA A R S C H U W I N G : B e d i e n d e ruitensproeiers niet tijdens het wassen van de auto. Ruitensproeiervloeistof kan de huid en de ogen irriteren. Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
ZekeringenZekeringen
7.22GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Zekeringkast 1
Om bij zekeringkast 1 te kunnen komen, moeten er onderdelen verwijderd worden wat alleen door Te s l a - t e c h n i c i g e d a a n m a g w o r d e n . De onderstaande lijst dient alleen o m u te h e l p e n o m te b e p a l e n of een zekering vervangen moet worden. Neem contact op met een Tesla Servicecentrum als een van deze zekeringen vervangen moet worden.
Zekering AmpèrageCircuit
OPMERKING: DEZE ZEKERINGEN MOETEN DOOR EEN TESLA-TECHNICUS VERVANGEN WORDEN15 AAccessoiresensor, radio, USB-hub25 AKoplamphoogteverstelling (EU/China alleen auto's met schroefveren)35 AVerlichting make-upspiegels, achteruitkijkspiegel430 AStoelverwarming buitenste stoelen achterin (alleen Cold We a t h e r - o p t i e)515 AStoelverwarming (bestuurdersstoel)620 AStandaard audioversterker715 AStoelverwarming (passagiersstoel)820 APremium audioversterker925 AOpen dak10 5 A Passieve veiligheidsvoorzieningen11 5 A Bedieningsorganen stuurkolom12 5 A Slingersensor (Stabiliteit/Traction Control)13 15 A Ruststand ruitenwisser14 5 A Omvormer aandrijving15 20 A Elektrische parkeerrem16 5 A Parkeer-/dode-hoeksensoren17 20 A Elektrische parkeerrem18 5 A Niet in gebruik19 5 A HVAC-sensor20 5 A Interieurverwarming21 15 A Pomp 1 koelvloeistof batterij22 5 A Servo's luchttoevoer23 15 A Koelvloeistofpomp aandrijflijn24 5 A Climate control25 15 A Pomp 2 koelvloeistof batterij26 - Niet in gebruik27 10 A Thermische beveiliging
Zekeringen
ONDERHOUD7.23
Zekeringkast 2
Zekering AmpèrageCircuit
28 25 A Ruitmotor (rechtsachter)29 10 A Voeding contact
30 25 A Ruitmotor (rechtsvoor)
31 - Niet in gebruik32 10 A Portierschakelaars (rechts)
33 - Niet in gebruik
34 30 AStoelverwarming middenachter, verwarming ruitenwissers/-sproeiers (alleen Cold Weather-optie)35 15 A 12V-stopcontact
36 25 A Luchtvering
37 25 A Ruitmotor (linksachter)38 5 A Geheugen bestuurdersstoel
39 25 A Ruitmotor (linksvoor)
40 5 A Portiergrepen achter41 10 A Portierschakelaars (links)
42 30 A Elektrische achterklep
43 5 A Sensor constante voeding, remschakelaar44 5 A Lader (laadcontact)
45 20 A Passieve toegang (claxons)
46 30 A Bedieningsorganen carrosserie (groep 2)47 5 A Verlichting dashboardkastje
48 10 A Bedieningsorganen carrosserie (groep 1)
49 5 A Instrumentenpaneel50 5 A Sirene, sensor interieurbeveiliging (alleen Europa)
51 20 A Touchscreen
52 30 A Achterruitverwarming53 5 A Batterijmanagementsysteem
54-Niet in gebruik
55 30 A Elektrische stoel linksvoor
56 30 A Elektrische stoel rechtsvoor57 25 A Aanjager
58-Niet in gebruik
59-Niet in gebruik
i
INDEX
A
Aanhanger trekken .............................................. 8-4aanjagersnelheid, interieur ............................. 5-10aantal zitplaatsen ................................................. 8-3ABS (antiblokkeersysteem) .......................... 4-23accessoires, aansluiting op stopcontact ... 5-19accessoires, monteren ...................................... 7-27achterbankneerklapbaar ..................................................... 3-3opklappen .......................................................... 3-3achterklepopenen ................................................................. 2-8openen, geen stroom ..................................... 2-9opening afstellen ............................................. 2-8portiergrepen binnenzijde uitschakelen ....................................................... 2-5sluiten ................................................................... 2-8van binnenuit openen .................................... 2-9achteruit ................................................................... 4-8achteruitrijcamera ............................................. 4-28afdekplaat servicecompartiment, verwijderen ............................................................7-18afmetingen .............................................................. 8-5airbagscontrolelampjes ..............................................3-18effecten van het opblazen ..........................3-18na een aanrijding ............................................3-18passagier voorin, uitschakelen ..................3-17plaats van ..........................................................3-15Soorten .............................................................. 3-16veiligheidsinformatie .....................................3-18werking .............................................................. 3-16airconditioningoverzicht ............................................................. 5-8tips voor de bediening ..................................5-11alarm ........................................................................5-25alarmknipperlichten ........................................... 4-16antiblokkeersysteem (ABS) .......................... 4-23anti-takelbeveiliging ..........................................5-25antivries ...................................................................7-18apparatenaansluiting ........................................................ 5-19audiobestanden afspelen van ....................5-18Bluetooth, audiobestanden afspelen ......5-18audioapparaten, aansluiten .................................. 5-19apparaten, afspelen van ..............................5-18bestanden afspelen .......................................5-18toetsen op het stuur ....................................... 4-3
B
bagageruimte voorinopenen ............................................................... 2-10sluiten ................................................................. 2-10bagageruimte, achterkindersloten ....................................................... 2-5openen ................................................................. 2-8openen, geen stroom ..................................... 2-9
opening afstellen ............................................. 2-8portiergrepen binnenzijde uitschakelen ....................................................... 2-5sluiten ................................................................... 2-8van binnenuit openen .................................... 2-9bagageruimte, voorinnoodprocedure van binnenuit openen ................................................................ 2-11openen ............................................................... 2-10openen, geen stroom .................................... 2-11sluiten ................................................................. 2-10bandenasymmetrisch .................................................... 7-7balanceren .......................................................... 7-5bandenspanning controleren ...................... 7-8bandenspanningsensor vervangen ...........7-9bandenvulmiddel ........................................... 7-10bandenvulmiddel vervangen ..................... 7-13betekenis van merktekens op banden ............................................................... 8-10controle ......................................................7-5, 7-7kettingen ............................................................. 7-8lekke band ..........................................................7-6nieuwe monteren ............................................. 7-7slijtagepatronen ............................................... 7-5spanning, controleren ....................................7-4specificatie .........................................................8-9vervangen ........................................................... 7-7vlakke kanten ....................................................7-6winter ................................................................... 7-7wisselen van ....................................................... 7-5bandenreparatie .................................................. 7-10bandenreparatiesetje ........................................ 7-10busje met vulmiddel vervangen ............... 7-13oppompen met lucht .................................... 7-12oppompen met vulmiddel ........................... 7-11bandenspanning, controleren ..........................7-4Bandenspanningcontrolesysteembandenspanningsensor vervangen ...........7-9overzicht ............................................................. 7-8storing .................................................................. 7-9batterij (12V)leegraken ........................................................... 6-4technische gegevens ...................................... 8-7Batterij (hoogspanning)algemene informatie ..................................... 6-4koelvloeistof .................................................... 7-18onderhoud van ................................................ 6-4ontladen, gevolgen van ................................ 6-4technische gegevens ...................................... 8-7temperatuurbeperkingen ............................ 6-4vloeistof controleren .................................... 7-18batterij (sleutel), vervangen ............................. 2-3bekerhouders ....................................................... 2-14beladingalgemene informatie ...................................... 8-3informatiesticker .............................................. 8-3laadvermogen bepalen ................................. 8-4voorbeelden voor het berekenen van de toegestane belading ....................... 8-4
iv
INDEXINDEX
N
naar achteren gerichte kinderzitjesbeperkingen ...................................................... 3-11een kind vastzetten ...................................... 3-13neerklapbaar .................................................... 3-12opklappen .......................................................... 3-11veiligheidsinformatie .................................... 3-14navigerenbestemming opgeven ................................. 5-23overzicht ...............................................5-22, 5-23Neutraal, laten staan .......................................... 4-9noodprocedure openen achterportieren .... 2-6
O
onderdelen vervangen .....................................7-27onderhoudafdekplaat servicecompartiment verwijderen ...................................................... 7-18banden controleren ........................................ 7-5bandenspanning .............................................. 7-4carrosserie reinigen ...................................... 7-14dagelijkse controles ........................................ 7-2interieur reinigen ............................................ 7-15maandelijkse controles .................................. 7-2onderhoudsintervallen ................................... 7-2remvloeistof ..................................................... 7-19ruitensproeiers .................................................7-17ruitensproeiervloeistof ............................... 7-20ruitenwisserbladen vervangen ..................7-17vloeistoffen vervangen .................................. 7-2zekering vervangen .......................................7-21onderhoud leer .................................................... 7-15onderhoudsintervallen ........................................ 7-2ontdooien ................................................... 4-17, 4-18ontgrendelenals sleutel niet werkt ....................................... 2-5bagageruimte, achter ..................................... 2-8bagageruimte, voorin ................................... 2-10met sleutel .......................................................... 2-2passief .................................................................. 2-2touchscreen gebruiken ..................................2-4open dak .................................................................2-12opladenHigh Power thuislaadstation ....................... 6-3huidige instelling .............................................. 6-7instellingen ......................................................... 6-7instructies ........................................................... 6-5kabel voor ........................................................... 6-3laadcontact ........................................................ 6-5laadkabel aansluiten .......................................6-5laadkabel losnemen ........................................6-6laadniveau instellen ........................................ 6-7overzicht uitrusting .........................................6-3status ....................................................................6-8stoppen ..................................................... 6-5, 6-6verlichting ...........................................................6-6verloopstekkers ................................................ 6-3
P
Parkeerhulpbeperkingen en valse waarschuwingen .......................................... 4-20hoe het werkt ..................................................4-19visuele en hoorbare feedback ................... 4-19waarschuwingspiepjes aan en uitschakelen ................................................... 4-20parkeerrem ...........................................................4-24parkeerstand .......................................................... 4-9passeerfunctie ...................................................... 4-16passieve ontrgrendeling ....................................2-2persoonlijke instellingen ModelS ................... 5-6portierendrive-away vergrendeling ............................2-5interieur achterin, openen zonder stroom ................................................................. 2-6kindersloten .......................................................2-5ontgrendelen als sleutel niet werkt ..........2-5openen, portiergrepen binnenzijde ......... 2-4openen, portiergrepen buitenzijde .......... 2-4opening exterieur, geen stroom ................2-5vergrendelen en ontgrendelen, sleutel ....2-2vergrendelen en ontgrendelen,touchscreen ...................................................... 2-4walk-away vergrendeling .............................2-5portiergrepenexterieur ............................................................. 2-4interieur .............................................................. 2-4
R
radioDAB ..................................................................... 5-16Direct Tune ....................................................... 5-16favoriete zenders ........................................... 5-18Internetradio .................................................... 5-17overzicht ........................................................... 5-14Tuneln ................................................................. 5-17verkeersinformatie ........................................ 5-17regeneratief remmen ........................................4-24regensensor .......................................................... 4-17reinigenexterieur ............................................................ 7-14interieur ............................................................. 7-15release notes ........................................................ 5-27remmenantiblokkeersysteem (ABS) ...................... 4-23controle ............................................................ 4-23noodstop .......................................................... 4-23regeneratief remmen ...................................4-24slijtage ............................................................... 4-23technische gegevens ..................................... 8-6vloeistofniveau ................................................ 7-19remvloeistof vervangen ..................................... 7-2richtingaanwijzers ............................................... 4-16rijdenEnergiewinst ...................................................4-24
vi
INDEXINDEX
touchscreenBedieningsorganen .........................................5-4Instellingen ......................................................... 5-6lichtsterkte ......................................................... 5-2overzicht ............................................................. 5-2reinigen .............................................................. 7-15Software-updates ......................................... 5-27Tow-stand ............................................................... 9-3TPMSbandenspanningsensor vervangen ........... 7-9overzicht ............................................................. 7-8storing .................................................................. 7-9traction control .................................................. 4-25transporterenJack-stand .......................................................... 9-3lierkabel bevestigen .......................................9-3Model S in Neutraal laten staan ................. 9-3wielen blokkeren ............................................. 9-4trekhaken .................................................................8-4Tuneln ..................................................................... 5-17
U
Units & Format ....................................................... 5-6USB-apparatenaansluiting ........................................................ 5-19audiobestanden afspelen van ................... 5-18USB-poorten ......................................................... 5-19
V
veiligheidsaanwijzingen ..................................... 9-3veiligheidsgordelsbij een aanrijding ............................................. 3-5dragen ..................................................................3-4gordelspanners ................................................. 3-5overzicht .............................................................3-4reinigen .............................................................. 7-15testen ................................................................... 3-5vastmaken ..........................................................3-4veiligheidsaanwijzingen ................................ 3-6veiligheidsgordel en zwanger .....................3-4veiligheidsinformatieairbags ............................................................... 3-18kinderzitjes ....................................................... 3-10naar achteren gerichte kinderzitjes ........ 3-14veiligheidsgordels ........................................... 3-6ventilatie ...................................................... 5-10, 5-11ventilatieroosters ................................................. 5-11ventileren, open dak ...........................................2-12vergrendelenmet sleutel .......................................................... 2-2touchscreen gebruiken ..................................2-4walk-away ........................................................... 2-5wegrijden ............................................................ 2-5veringautomatische aanpassing ........................... 5-12controlelampjes .............................................. 5-12handbediening ................................................ 5-12
Jack-stand ........................................................ 5-13verkeersinformatie ............................................. 5-17verlichtingalarmknipperlichten ...................................... 4-16binnenverlichting ........................................... 4-13bochtverlichting ............................................. 4-15exterieur ............................................................ 4-13headlights after exit ...................................... 4-15interieur ............................................................. 4-13koplampen ........................................................ 4-13mistlampen ....................................................... 4-13richtingaanwijzers .......................................... 4-16verlichting buitenzijde, bediening ................ 4-13verlichting laadcontact ...................................... 6-6versnelling .............................................................. 4-8versnellingen, schakelen ................................... 4-8Verwarmde ruitenwissers ................................ 4-17verwarmde ruitenwissers ...................... 4-17, 4-18verwarmingoverzicht .............................................................5-8tips voor de bediening .................................. 5-11VIN (Voertuigidentificatienummer) ...............8-2vloeistoffenBatterij (hoogspanning) .............................. 7-18rem ...................................................................... 7-19ruitensproeier ................................................. 7-20vervangen van ...................................................7-2vloerbedekking, reinigen ................................. 7-15Voertuigidentificatienummer (VIN) ...............8-2volumeregeling ............................................ 4-3, 5-2voorkeuren, instellen .......................................... 5-6vrij rollen .................................................................. 4-9
W
waarschuwingslampjesABS ..................................................................... 4-23airbag .................................................................. 3-18bandenspanning .............................................. 7-4Jack-stand ........................................................ 5-13luchtvering ........................................................ 5-12overzicht van .................................................... 4-11traction control .............................................. 4-25Wagenhoogte ........................................................8-5walk-away vergrendeling ..................................2-5wasstraten ............................................................. 7-14wielentechnische gegevens ..................................... 8-8uitlijnen van ........................................................7-5vervangen ........................................................... 7-7Wiggen .................................................................... 9-4winterbanden ......................................................... 7-7