TelefoonTelefoon
5.20GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Te l e f o o nBluetooth® Compatibiliteit
Als u beschikt over een Bluetooth-telefoon die binnen het bereik van de auto is, kunt u handsfree bellen in de auto. Alhoewel Bluetooth-apparaten meestal een bereik van zo'n 9 meter hebben, kan dit afhankelijk van de leeftijd van de apparatuur en de softwareversie nogal verschillen.
Vo o r d a t u e e n G S M k u n t g e b r u i k e n , m o e t udeze linken aan de apparatuur in de auto. Tijdens het linken wordt de apparatuur zo ingesteld, dat deze kan communiceren met uw Bluetooth-telefoon.
U kunt maximaal 10 Bluetooth-telefoons linken. Het systeem kiest bij het instappen automatisch de telefoon die het laatst verbonden was (mits binnen het bereik). Kijk voor het verbinden met een andere telefoon op Verbinding met gelinkte telefoon maken, blz. 5.21.
OPMERKING: Bij veel telefoons wordt Bluetooth uitgeschakeld als de batterij leeg dreigt te raken.
U kunt ook andere Bluetooth-apparaten linken, bijvoorbeeld een iPod Touch, een iPad of een Android-tablet voor streaming music.
Bluetooth-telefoon linken
Tijdens het linken wordt de apparatuur zo ingesteld, dat deze kan communiceren met uw Bluetooth-telefoon. Als de telefoon gelinkt is, maakt de auto automatisch contact zodra de telefoon binnen bereik is.
Ga in de auto zitten en volg de onderstaande aanwijzingen om een telefoon te linken:
1.Zorg dat het touchscreen en de telefoon beide ingeschakeld zijn.
2.Tik op het Bluetooth-icoon op de statusbalk van het touchscreen.
3.Schakel de Bluetooth op uw telefoon in en zorg dat uw telefoon "zichtbaar" is voor andere apparaten.
4.Tik op Start Search o p h e t t o u c h s c r e e n . H e t systeem begint te zoeken en op het scherm verschijnt een lijst met alle Bluetooth-apparaten binnen het bereik.
5.Tik op het touchscreen op de telefoon die u wilt linken. Binnen een paar seconden verschijnt er een code op het touchscreen, dezelfde code moet ook op het scherm van uw telefoon staan.
6.Controleer of de beide codes overeenkomen. Bevestig vervolgens op de telefoon dat u verbinding wilt maken.
De verbinding komt tot stand en op het touchscreen verschijnt het Bluetooth-symbool naast de naam van de telefoon om aan te geven dat er verbinding is.
Contacten importeren
Bij de Bluetooth-instellingen kunt u aangeven of u toegang tot het adresboek van de telefoon en de lijst met recente gesprekken wilt toestaan.
Als u toegang tot de telefoon toestaat, kunt u de lijst met recente gesprekken op het touchscreen inzien. Tik op Phone > Contacts. Tik op een contact om het nummer te bellen of om naar het adres te navigeren.
OPMERKING: Voordat contacten geïmporteerd kunnen worden, moet u op de telefoon misschien instellen dat synchroniseren is toegestaan of u moet reageren op een pop-up die vraagt of het synchroniseren van contacten toegestaan is. Dit is afhankelijk van het type telefoon. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de telefoon voor meer informatie.
Als er toegang is, wordt de geïmporteerde informatie weergegeven als u op de tab "Contacts" van de telefoon-app tikt.
Bluetooth-telefoon, linken
ongedaan maken
Als u de verbinding met de telefoon wilt verbreken en deze later opnieuw wilt gebruiken, tik dan op Disconnect op het scherm met Bluetooth-instellingen. Als u deze telefoon niet meer in de auto wilt gebruiken, tik u op Forget This Device. Als een telefoon eenmaal uit de lijst is verwijderd, moet deze eerst opnieuw gelinkt worden om het apparaat weer in de auto te kunnen gebruiken (zie "Bluetooth-telefoon linken").
OPMERKING: Als u de auto verlaat, wordt de verbinding met de telefoon automatisch verbroken.
Telefoon
TOUCHSCREEN5.21
Verbinding met gelinkte telefoon
maken
De Model S maakt automatisch verbinding met de laatste telefoon waarmee eerder verbinding was, mits Bluetooth op de telefoon is ingeschakeld en de telefoon binnen bereik is.
Ve r b i n d i n g m e t e e n a n d e re t e l e f o o n m a ke n :
1.Tik op het Bluetooth-icoon op de statusbalk van het touchscreen.
2.Op het touchscreen in de auto verschijnt een overzicht met gelinkte telefoons. Als de telefoon niet op deze lijst staat, voer dan eerst de aanwijzingen op blz. 5.20 uit om de telefoon te linken.
3.Kies uit de lijst een telefoon waarmee u een verbinding wilt maken en tik op Connect.
De verbinding komt tot stand en op het touchscreen verschijnt het Bluetooth-symbool naast de naam van de telefoon om aan te geven dat er verbinding is.
Bellen
U kunt een telefoonnummer invoeren via het toetsenbord op het scherm o f d o o r e e n c o n t a c t uit de adreslijst te selecteren en op het door u gewenste nummer te tikken.
Een nummer bellen via het toetsenbord op het scherm:
1.Tik op de Phone-app op het touchscreen en dan op Dialer.
OPMERKING: Als er geen verbinding is met een telefoon, verschijnt het bericht "Connect Phone" op het touchscreen.
2. Voer het telefoonnummer in.
3.Tik op Call. Op het touchscreen verschijnt het nummer dat u belt.
Een nummer bellen via het adresboek:
1.Tik op de Phone-app op het touchscreen en dan op Contacts.
OPMERKING: Zorg dat het adresboek van de telefoon toegankelijk is. Zie blz. 5.20.
2.Tik op het contact dat u wilt bellen om de details weer te geven.
3.Tik op het nummer dat uw wilt bellen (er kunnen meerdere nummers bij een contact staan). Op het touchscreen verschijnt het nummer dat u belt.
OPMERKING: Indien wettelijk toegestaan en voor zover de omstandigheden het toelaten kunt u ook een nummer bellen door het op het scherm van de telefoon in te voeren of te selecteren.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, verschijnt het nummer en de naam van de beller op het touchscreen en het instrumentenpaneel (indien de beller in het adresboek staat en het adresboek toegankelijk is, zoals is aangegeven op blz. 5.20).
Tik op een van de opties op het touchscreen of gebruik het scrollwieltje rechts op het stuur om het gesprek aan te nemen of te weigeren (zie blz. 4.4).
Opties binnenkomend gesprek
Druk op de bovenste toets rechts op het stuur om tijdens een gesprek het telefoonmenu op het instrumentenpaneel op te vragen. Draai het scrollwieltje omhoog of omlaag om een van de opties te kiezen (zie blz. 4.4).
HomeLink® Universal TransceiverHomeLink® Universal Transceiver
5.26GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
HomeLink® Universal TransceiverOver HomeLink®
Als de Model S is uitgerust met het optionele Tech-pakket, kunt u de HomeLink® Universal Transceiver gebruiken om tot drie verschillende garagedeuren, hekken, verlichting en beveiligingssytemen radiografisch te bedienen.
HomeLink programmeren
1.Parkeer de auto voor het systeem dat u wilt programmeren en houd de afstandsbediening klaar.
2.Tik op Controls > Settings > HomeLink op het touchscreen.
3.Tik op Enter Name en geef via het toetsenbord op het scherm een naam voor het HomeLink-apparaat op.
4.Tik op Create HomeLink.
5.Vo l g d e a a nw i j z i n g e n o p h e t s c h e r m .
Nu kunt u de deuren, het hek, de verlichting enz. bedienen door op het corresponderende HomeLink-icoontje op de statusbalk te tikken. HomeLink onthoudt de locatie van de opgeslagen systemen en apparaten. Zodra u in de buurt komt van een bekende locatie, verschijnt de HomeLink-bediening automatisch op het touchscreen. Het verdwijnt automatisch als u wegrijdt.
OPMERKING: Wis de opgeslagen HomeLink-instellingen als u de auto verkoopt.
WA A R S C H U W I N G : T i j d e n s h e t programmeren kunnen deuren en hekken openen of sluiten. Zorg er daarom voor dat er zich geen personen of objecten in de directe nabijheid van de deuren/hekken bevinden.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k d e H o m e L i n k Universal Transceiver niet voor garagedeuren die niet aan de normale veiligheidseisen voldoen. Een garagedeuropener zonder beveiliging tegen beknellen voldoet niet aan deze minimum veiligheidseisen en is niet geschikt. Het gebruik van een dergelijke garagedeuropener vergroot de kans op lichamelijk letsel.
Software Updates
TOUCHSCREEN5.27
Software UpdatesNieuwe software
U kunt de software voor de Model S via een draadloze verbinding updaten, daarmee bent u altijd verzekerd van de nieuwste functies en kenmerken. De eerste keer dat u een update uitvoert, verschijnt er een scherm waar u de frequentie van updates kunt instellen.
OPMERKING: Het updaten kan soms wel twee uur in beslag nemen (de geschatte tijd wordt aangegeven). De selectiehendel van de auto moet in de stand P (Parkeren) staan als er nieuwe software wordt geïnstalleerd.
Een geel icoontje (klokje) op de statusbalk van het touchscreen geeft aan dat er een nieuwe update beschikbaar is.
1.Tik op het pijltje omhoog of het pijltje omlaag om het tijdstip voor het installeren te veranderen (indien nodig). Tik dan op Set For This Time o m d e i n st al lat i e i n te ste l l en . Als het installeren van de update is ingesteld, wordt het gele icoontje op de statusbalk van het touchscreen wit.
2.Tik op Install Now om het installeren direct te starten.
U kunt de instelling voor het installeren nog veranderen zolang het proces nog niet is gestart. Tik op het icoontje (klokje) op de statusbalk om het update-venster te openen.
Als de batterij wordt geladen op het moment dat er een update start, wordt het opladen van de batterij gestopt. Het opladen wordt automatisch hervat na het updaten. Als u rijdt op het moment dat er een update gepland is, wordt het installeren van de update geannuleerd en moet u deze update opnieuw instellen.
Neem contact op met Tesla als er op het scherm een bericht verschijnt dat een update is mislukt.
Release Notes bekijken
Na het voltooien van een update kunt u in de release notes lezen wat er nieuw is. U kunt deze release notes ook altijd opvragen door op deTe s l a “ T ” aan de bovenzijde van het touchscreen te tikken en dan op de link Release Notes.
ZekeringenZekeringen
7.22GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Zekeringkast 1
Om bij zekeringkast 1 te kunnen komen, moeten er onderdelen verwijderd worden wat alleen door Te s l a - t e c h n i c i g e d a a n m a g w o r d e n . De onderstaande lijst dient alleen o m u te h e l p e n o m te b e p a l e n of een zekering vervangen moet worden. Neem contact op met een Tesla Servicecentrum als een van deze zekeringen vervangen moet worden.
Zekering AmpèrageCircuit
OPMERKING: DEZE ZEKERINGEN MOETEN DOOR EEN TESLA-TECHNICUS VERVANGEN WORDEN15 AAccessoiresensor, radio, USB-hub25 AKoplamphoogteverstelling (EU/China alleen auto's met schroefveren)35 AVerlichting make-upspiegels, achteruitkijkspiegel430 AStoelverwarming buitenste stoelen achterin (alleen Cold We a t h e r - o p t i e)515 AStoelverwarming (bestuurdersstoel)620 AStandaard audioversterker715 AStoelverwarming (passagiersstoel)820 APremium audioversterker925 AOpen dak10 5 A Passieve veiligheidsvoorzieningen11 5 A Bedieningsorganen stuurkolom12 5 A Slingersensor (Stabiliteit/Traction Control)13 15 A Ruststand ruitenwisser14 5 A Omvormer aandrijving15 20 A Elektrische parkeerrem16 5 A Parkeer-/dode-hoeksensoren17 20 A Elektrische parkeerrem18 5 A Niet in gebruik19 5 A HVAC-sensor20 5 A Interieurverwarming21 15 A Pomp 1 koelvloeistof batterij22 5 A Servo's luchttoevoer23 15 A Koelvloeistofpomp aandrijflijn24 5 A Climate control25 15 A Pomp 2 koelvloeistof batterij26 - Niet in gebruik27 10 A Thermische beveiliging
ii
INDEXINDEX
bereikregeneratief remmen .................................. 4-24tips om actieradius te vergroten ............ 4-22weergegeven op instrumentenpaneel .. 4-10bestuurderprofielen, aanmaken .......................................4-2stand stoel .......................................................... 3-2stoel verstellen ................................................. 3-2binnenverlichting (leeslampjes) .................... 4-13binnenverlichting, bediening .......................... 4-13Bluetoothalgemene informatie ................................... 5-20geluidsdragers, aansluiten ......................... 5-18telefoon, aansluiten ....................................... 5-21telefoon, contacten en media .................. 5-20telefoon, linken .............................................. 5-20telefoon, linken ongedaan maken .......... 5-20telefoon, loskoppelen .................................. 5-20bochtverlichting .................................................. 4-15
C
camera (achteruitrij) ........................................ 4-28carrosserie bijtippen .......................................... 7-16claxon ........................................................................4-5climate controloverzicht ............................................................. 5-8tips voor de bediening ................................. 5-11cold weather-optie ................................. 4-17, 4-18consolearmsteunen ...................................................... 2-14bekerhouders .................................................. 2-14stopcontact ...................................................... 5-19USB-poorten .................................................... 5-19contactgegevensTesla .................................................................... 10-3controlelampjesABS .................................................................... 4-23airbag ................................................................. 3-18bandenspanning .............................................. 7-4Jack-stand ........................................................ 5-13luchtvering ....................................................... 5-12overzicht van .................................................... 4-11traction control .............................................. 4-25cruise control ...................................................... 4-26
D
DAB-radio .............................................................. 5-16dashboard ................................................................ 1-2dashboardkastje .................................................. 2-13datacommunicatie ............................................. 10-2dataregistratie ..................................................... 10-2detectie passagier voorin ................................ 3-17drive-away vergrendeling ................................. 2-5
E
elektrische parkeerrem ....................................4-24elektrische ruitbediening ................................... 2-7energieapp ...................................................................... 4-22gebruik van weergeven .............................. 4-22grafiek ............................................................... 4-22informatie actieradius ................................. 4-10opbrengst van regeneratief remmen .............................................................4-24tips om verbruik te beperken ................... 4-22energiemeter .......................................................4-24eventdataregistratie .......................................... 10-2exterieurafmetingen .........................................................8-5overzicht ..............................................................1-3poetsen, bijtippen en schadeherstel ...... 7-16reinigen .............................................................. 7-14stofhoes ............................................................. 7-16technische gegevens ......................................8-5
F
favorieten, toevoegen en verwijderen ........ 5-18flash drivesaansluiting ......................................................... 5-19audiobestanden afspelen van ................... 5-18
G
garagedeuren, openen .................................... 5-26Gewichten ................................................................8-5
H
hekken, openen .................................................. 5-26HomeLinkgebruiken ......................................................... 5-26programmeren ............................................... 5-26hoofdsteunen .........................................................3-3hoogspanningonderdelen, overzicht van ........................... 6-2Technische gegevens batterij .....................8-7veiligheid ................................................... 6-2, 7-2hoogteaanpassing (vering)automatisch ..................................................... 5-12handbediening ................................................ 5-12Jack-stand ........................................................ 5-13
I
Ideale actieradius ............................................... 4-10Identificatienummer (VIN) ................................8-2Identificatieplaatje ............................................... 8-4inbraakbeveiliging ............................................. 5-25informatie dagteller ........................................... 4-21inschakelen ............................................................. 4-7
vi
INDEXINDEX
touchscreenBedieningsorganen .........................................5-4Instellingen ......................................................... 5-6lichtsterkte ......................................................... 5-2overzicht ............................................................. 5-2reinigen .............................................................. 7-15Software-updates ......................................... 5-27Tow-stand ............................................................... 9-3TPMSbandenspanningsensor vervangen ........... 7-9overzicht ............................................................. 7-8storing .................................................................. 7-9traction control .................................................. 4-25transporterenJack-stand .......................................................... 9-3lierkabel bevestigen .......................................9-3Model S in Neutraal laten staan ................. 9-3wielen blokkeren ............................................. 9-4trekhaken .................................................................8-4Tuneln ..................................................................... 5-17
U
Units & Format ....................................................... 5-6USB-apparatenaansluiting ........................................................ 5-19audiobestanden afspelen van ................... 5-18USB-poorten ......................................................... 5-19
V
veiligheidsaanwijzingen ..................................... 9-3veiligheidsgordelsbij een aanrijding ............................................. 3-5dragen ..................................................................3-4gordelspanners ................................................. 3-5overzicht .............................................................3-4reinigen .............................................................. 7-15testen ................................................................... 3-5vastmaken ..........................................................3-4veiligheidsaanwijzingen ................................ 3-6veiligheidsgordel en zwanger .....................3-4veiligheidsinformatieairbags ............................................................... 3-18kinderzitjes ....................................................... 3-10naar achteren gerichte kinderzitjes ........ 3-14veiligheidsgordels ........................................... 3-6ventilatie ...................................................... 5-10, 5-11ventilatieroosters ................................................. 5-11ventileren, open dak ...........................................2-12vergrendelenmet sleutel .......................................................... 2-2touchscreen gebruiken ..................................2-4walk-away ........................................................... 2-5wegrijden ............................................................ 2-5veringautomatische aanpassing ........................... 5-12controlelampjes .............................................. 5-12handbediening ................................................ 5-12
Jack-stand ........................................................ 5-13verkeersinformatie ............................................. 5-17verlichtingalarmknipperlichten ...................................... 4-16binnenverlichting ........................................... 4-13bochtverlichting ............................................. 4-15exterieur ............................................................ 4-13headlights after exit ...................................... 4-15interieur ............................................................. 4-13koplampen ........................................................ 4-13mistlampen ....................................................... 4-13richtingaanwijzers .......................................... 4-16verlichting buitenzijde, bediening ................ 4-13verlichting laadcontact ...................................... 6-6versnelling .............................................................. 4-8versnellingen, schakelen ................................... 4-8Verwarmde ruitenwissers ................................ 4-17verwarmde ruitenwissers ...................... 4-17, 4-18verwarmingoverzicht .............................................................5-8tips voor de bediening .................................. 5-11VIN (Voertuigidentificatienummer) ...............8-2vloeistoffenBatterij (hoogspanning) .............................. 7-18rem ...................................................................... 7-19ruitensproeier ................................................. 7-20vervangen van ...................................................7-2vloerbedekking, reinigen ................................. 7-15Voertuigidentificatienummer (VIN) ...............8-2volumeregeling ............................................ 4-3, 5-2voorkeuren, instellen .......................................... 5-6vrij rollen .................................................................. 4-9
W
waarschuwingslampjesABS ..................................................................... 4-23airbag .................................................................. 3-18bandenspanning .............................................. 7-4Jack-stand ........................................................ 5-13luchtvering ........................................................ 5-12overzicht van .................................................... 4-11traction control .............................................. 4-25Wagenhoogte ........................................................8-5walk-away vergrendeling ..................................2-5wasstraten ............................................................. 7-14wielentechnische gegevens ..................................... 8-8uitlijnen van ........................................................7-5vervangen ........................................................... 7-7Wiggen .................................................................... 9-4winterbanden ......................................................... 7-7