31
2008_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Motorolieniveaumeter*
Te weinig olie
Als het motorolieniveau te laag is, gaat het
symbool "OIL" knipperen of wordt een melding
op het instrumentenpaneel weergegeven.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Storing motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter defect is, gaat
het symbool " OIL _ _" knipperen of wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud" voor de
plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motortype van uw auto.
2
merktekens op de peilstok:
De motorolieniveaumeter geeft aan of het
motorolieniveau in orde is.
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
-
A
= maxi; het olieniveau
mag nooit boven dit niveau
uitkomen,
-
B
= mini; als het olieniveau
niet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden bijgevuld
via de vuldop.
Olieniveau correct
* Volgens uitvoering.
1
Controle tijdens het rijden