Page 113 of 185

Radio113
■Er is geen sprake van fading (zwak‐
ker worden van het geluid), het‐
geen bij AM- en FM-ontvangst re‐
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig‐
naal wordt met een constant vo‐
lume weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐ derbroken. Dit probleem kan wor‐
den vermeden door in het menu DAB-instellingen Automatische
groeplinks en/of Automatische links
DAB-FM te activeren.
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnseldat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
■ Als het DAB-signaal door natuur‐ lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verslechtert.
■ Na het inschakelen van DAB-ont‐ vangst blijft de FM-tuner van het In‐
fotainmentsysteem op de achter‐
grond actief en zoekt voortdurendnaar de best ontvangbare FM-zen‐
ders. Als TP 3 110 geactiveerd is,
worden er verkeersberichten van
de momenteel best ontvangbare
FM-zender doorgegeven. Deacti‐
veer TP als u niet wilt dat de DAB-
ontvangst door FM-verkeersmel‐
dingen wordt onderbroken.
Configureren DAB
Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
De volgende opties zijn beschikbaar
in het configuratiemenu:
■ Automatische groeplinks : is deze
functie geactiveerd, schakelt het
systeem over op dezelfde service
van een ander DAB-ensemble (fre‐ quentie indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïnterpreteerd.
■ Automatische links DAB-FM : is
deze functie geactiveerd, schakelt
het systeem over naar de betref‐ fende FM-zender de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden geïnterpreteerd.
■ Dynamische geluidsaanpas. : is
deze functie geactiveerd, wordt het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dat betekent
dat het volume van hard geluid wel, maar dat van zacht geluid niet
wordt gereduceerd. Daardoor kan
Page 114 of 185
114Radio
het volume van het infotainment‐
systeem zo worden afgesteld dat
zacht geluid goed hoorbaar is zon‐
der dat hard geluid te hard klinkt.
■ Frequentieband : na het selecteren
van deze optie kan worden bepaald welke DAB-frequentiebereiken
door het infotainmentsysteem die‐
nen te worden ontvangen.
Page 115 of 185

Cd-speler115Cd-spelerAlgemene aanwijzingen.............115
Gebruik ...................................... 116Algemene aanwijzingen
De CD-speler van het infotainment‐ systeem kan audio-CD's en MP3/
WMA afspelen.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2.
CD-ROM XA CD-ROM XA Mode 2 ,
Form 1 en Form 2.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA- bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u handmatig
ISO 9660 selecteren bij het branden van een audio-cd, bijv. met Windows
7.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet
correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier
met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's.
Zie hieronder.
Page 116 of 185

116Cd-speler
■Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop au‐ diotracks en gecomprimeerde be‐
standen, bijv. MP3 zijn opgeslagen)
kunnen audiotrackgedeelte en de
gecomprimeerde bestanden sepa‐
raat worden afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om zetegen beschadiging en vuil te be‐
schermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler binnen in
het apparaat vies maken en storin‐
gen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:Aantal tracks: max. 999.
Aantal mappen: max. 255.
Mapstructuurdiepte: max.
64 niveaus (aanbevolen: max. 8 niveaus).
Aantal weergavelijsten: max. 15.
Aantal tracks per weergavelijst:
max. 255.
Ondersteunde weergavelijstexten‐ sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐ deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐
den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.Gebruik
Cd afspelen starten
Druk op de CD-knop om het CD of
MP3-menu te openen.
Is er een CD in de CD-speler, wordt
het afspelen van de CD gestart.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐ komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Page 117 of 185

Cd-speler117
Cd plaatsenPlaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het aanbrengen van een cd ver‐
schijnt er een cd-symbool op de bo‐
venste regel van het display.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
(alleen bij CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
of mp3-cd: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3 .
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen Druk op toets g of e om naar een
hoger of lager mapniveau te gaan.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op toets s of u .Snel vooruit of achteruit
Houd de toets s of u ingedrukt
voor snel vooruit of achteruit van het
huidige nummer.
Selecteren van tracks via het
audio-CD of MP3-menu
Tijdens het afspelen van een audio- cd
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Om een track op de audio-CD te se‐
lecteren: selecteer Trackslijst en se‐
lecteer daarna de gewenste track.
Tijdens het afspelen van mp3
Druk op de multifunctionele knop om
het mp3-gerelateerde menu te ope‐ nen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Een track uit een map of afspeellijst
selecteren: selecteer Playlists/
Mappen .
Page 118 of 185
118Cd-speler
Selecteer een map of afspeellijst en
selecteer daarna de gewenste track.
Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de MP3- CD opgeslagen gegevens.
Het zoekproces op het MP3-CD kan
enkele minuten duren. Tijdens dit pro‐
ces wordt de laatst ontvangen zender afgespeeld.
Een cd verwijderen Druk op de d-toets.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon‐ den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 119 of 185
AUX-ingang119AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............119
Gebruik ...................................... 119Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik
Druk één keer of meerdere keren op
de CD/AUX - of AUX -toets om de
AUX-modus te activeren.
Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 120 of 185
120USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............120
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 120Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de be‐ dieningselementen en menu’s van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen
De volgende apparaten kunnen wor‐
den aangesloten op de USB-poort:
■ iPod
■ Zune
■ PlaysForSure apparaten (PFD)
■ USB-opslagstation
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen