Stoelen, veiligheidssystemen47Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het afgaan worden de airbags bin‐
nen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op ex‐plosieve wijze in werking treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Bevestig geen voorwerpen op de af‐
dekkingen van de airbags en bedek
ze niet met andere materialen.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐ tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders ver‐
valt de typegoedkeuring van de
auto.
Bij het ontplooien van de airbags kun‐
nen ontsnappende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 80.
Kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel met
airbagsystemen Waarschuwing conform ECE R94.02 :
EN: NEVER use a rear-facing child
restraint system on a seat protected
by an ACTIVE AIRBAG in front of it,
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz ver‐ wenden, der durch einen davor be‐findlichen AKTIVEN AIRBAG ge‐
schützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous
Instrumenten en bedieningsorganen819Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Airbagsysteem 3 47, gordelspanners
3 44, airbag-deactivering 3 51.
Laadsysteem
p brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de ont‐ steking en dooft vlak na het starten
van de motor.
Brandt bij een draaiende motor Stoppen, motor afzetten. Accu wordt
niet opgeladen. Motorkoeling wordt
mogelijk onderbroken. De rembekr‐
achtiger werkt eventueel niet meer.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Storingsindicatielamp
Z brandt of knippert geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
Brandt bij een draaiende motor Storing in het uitlaatgasreinigingssys‐ teem. De toegestane emissiewaar‐
den worden mogelijk overschreden.
Onmiddellijk hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert bij een draaiende
motor
Storing die schade aan de katalysator kan veroorzaken. Gas terugnemen
totdat de lamp niet meer knippert. On‐ middellijk de hulp van een werkplaats
inroepen.
Service-indicatie A brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt ingeschakeld.
De auto vergt een onderhoudsbeurt.Kan oplichten in combinatie met een
ander controlelampje of een melding
op het Driver Information Center
3 85.
Brandt als het roetfilter moet worden
gereinigd en het automatisch reinigen niet wordt geactiveerd 3 118.
Onmiddellijk hulp van een werkplaats
inroepen.
Schakel motor uit
C brandt rood.
Brandt na het inschakelen van het
contact enkele seconden.
Als C brandt (mogelijk in combinatie
met W en/of R), zet dan motor on‐
middellijk af en roep de hulp van een
werkplaats in.
Afhankelijk van het type storing kan er
ook een waarschuwingsmelding op
het Driver Information Center ver‐
schijnen 3 85.
Remsysteem
R brandt rood.
212
Technische gegevens................188
Te laag brandstofpeil ...................84
Toerenteller ................................. 76
Top-Tether-bevestigingsogen ......60
Traction Control .........................126
Trekhaak .................................... 137
Trekken....................................... 136
Trekken van een aanhanger ......137
Trekstang.................................... 136
Tripcomputer ............................... 87
Triple-Info-Display .......................86
Typeplaatje ................................ 185
U Uitlaatgassen .............................. 118
Uitrol-brandstofafsluiter .............113
Uitstapverlichting .........................95
Uittrekbare handrem ...................125
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 165
Vaste luchtroosters ....................108
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................44
Veiligheidsnet .............................. 66
Velgen en banden .....................160
Ventilatie ....................................... 97
Ventilatieopeningen ....................107Verbanddoos ............................... 67
Vergrendelingssysteem ...............28
Verlichting ..................................... 90
Verlichtingsfuncties....................... 95
Versnellingsbak ........................... 15
Versnellingsbakdisplay ........78, 120
Verstelbare luchtroosters ........... 107
Verwarmde spiegels ....................31
Verwarming ................................. 41
Verwarming achterin .................. 101
Verwarmings- en ventilatiesysteem ...................... 97
Verwerking van sloopauto .........140
Verzorging .................................. 177
Verzorging exterieur ..................177
Verzorging interieur ...................179
Voertuiggewicht .........................190
Voertuigidentificatienummer ......184
Voordat u wegrijdt ........................ 16
Voorstoelen .................................. 37
Voorverwarming .......................... 83
W
Waarschuwingslampen ................75
Werkzaamheden uitvoeren .......140
Wieldoppen ................................ 165
Wiel verwisselen ........................169
Winterbanden ............................ 160
Wis-/wasinstallatie .......................14Wis-/wasinstallatie voorruit ..........71
Wisserblad vervangen ...............147
Z Zekeringen ................................. 156
Zekeringenkast ...................157, 158
Zekeringenkast in motorruimte ..157
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............158
Zitplaatsen achterin .....................42
Zitrijen achterin ............................. 42
Zonnebrilhouder .......................... 63
Zonnekleppen .............................. 35
Zijdelings airbagsysteem .............51
Zijknipperlichten ......................... 153
Zijmarkeringslichten...................... 90