Page 97 of 145

Inleiding97
16BACK .................................... 99
Menu: een niveau terug ........99
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 99
17 MP3: mapniveau hoger .......118
18 TONE .................................. 103
Geluidsinstellingen ..............103
19 PHONE ............................... 130
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 136
Mute activeren ......................98
20 AUX ..................................... 121
Van audiobron veranderen . 121Audioknoppen op stuurwiel
1 Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 130
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 136
of actieve
spraakherkenning ...............124
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............136
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 124
2SRC (bron) ............................ 98
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 98
Bij een actieve radio:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 107
Bij een actieve CD-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-nummer te selecteren 118
Als de telefoonportal actief is en de gesprekslijst open
is (zie pos. 1): omhoog/
omlaag draaien om
volgende/vorige
vermelding in gesprekslijst
te selecteren ....................... 136
Als de telefoonportal actief
is en er gesprekken in de
wacht staan: omhoog/
omlaag draaien om tussen gesprekken te schakelen ....136
3 Volume verhogen ..................98
Page 98 of 145

98Inleiding
4Volume verlagen ...................98
5 Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........136
of gesprekslijst sluiten .........136
of mute in-/uitschakelen ........98
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 124Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen, multifunctieknoppen en op het display
weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 92
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 92
■ het spraakherkenningssysteem 3 124
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen Druk de X-knop kort in. Na het in‐
schakelen is de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met de X-knop terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het
na 30 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai aan de X-knop. De actuele in‐
stelling verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐ volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
■ het maximale inschakelvolume 3 105
■ het volume voor verkeersberichten 3 105
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 105
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Page 99 of 145

Inleiding99
Mute
Druk op de PHONE-toets (wanneer
de telefoonportal beschikbaar is: en‐ kele seconden indrukken) om het ge‐
luid van audiobronnen te
onderdrukken.
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X -knop of druk opnieuw op de
PHONE -toets (indien telefoonportaal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij zeer hoge interieurtemperaturen begrenst het Infotainmentsysteem
het maximaal instelbare volume. Het
volume wordt zonodig automatisch
verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO-toets om het ra‐
diohoofdmenu te openen of om tus‐
sen verschillende frequentiebereiken
te wisselen.Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 107.
Audiospelers
Druk op de toets CD / AUX /
CD/AUX om naar de menu's CD,
USB, iPod of AUX te gaan of om tus‐
sen deze menu's over te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties
te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties 3 118
■ AUX-ingangsfuncties 3 121
■ USB-poortfuncties 3 122
Telefoon
Druk op de PHONE-toets om het te‐
lefoonmenu op te roepen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met opties voor het in‐ voeren of selecteren van telefoon‐
nummers te openen.Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal 3 130.
Basisbediening
Multifunctionele knop
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop:
■ CD 400/CD 400plus: een menu‐ optie markeren
■ CD 300: een menuoptie weergeven
■ een numerieke waarde instellen.
Druk op de multifunctionele knop: ■ CD 400/CD 400plus: gemarkeerde optie selecteren of activeren
■ CD 300: om de getoonde optie te selecteren of te activeren
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen.
Page 100 of 145
100Inleiding
BACK-toets
Druk de BACK-toets kort in om:
■ een menu te verlaten
■ van een submenu naar het naast‐ hoger gelegen menuniveau te gaan
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen.
Houd de BACK-toets enkele secon‐
den ingedrukt om de hele invoer te
wissen.Voorbeelden van de
menubediening
CD 400 / CD 400plusEen optie selecteren
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te ver‐ plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu
met verdere opties verschijnt.Een instelling activeren
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te activeren.
Page 101 of 145
Inleiding101
Een waarde instellen
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai aan de multifunctionele knop
om de functie die u in of uit wilt scha‐
kelen te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Voor het invoeren van tekenreeksen,
zoals telefoonnummers:
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te selecteren.
Druk op de multifunctionele knop om
het geselecteerde teken te bevesti‐
gen.
Het laatste teken in de reeks kan met behulp van de BACK-toets worden
gewist.
Page 102 of 145

102Inleiding
CD 300Menuelementen en symbolen
De pijltjes omhoog en omlaag 1 ge‐
ven aan: het bovenste menuniveau is actief. Verdere opties zijn beschik‐
baar in het actieve menu.
Draai aan de multifunctionele knop
om de andere opties in het actieve
menu weer te geven.
Het gebogen pijltje 2 geeft aan: er is
een submenu met verdere opties be‐
schikbaar.
Druk op de multifunctionele knop om
de weergegeven optie te selecteren en het bijbehorende submenu te ope‐ nen.
Het pijltje naar rechts 3 geeft aan: het
eerste submenuniveau is actief (twee pijltjes = het tweede submenu is ac‐
tief).
Het pijltje omhoog 4 geeft aan: ver‐
dere opties zijn beschikbaar in het ac‐
tieve submenu.Een instelling activeren
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling weer te ge‐
ven.
Druk op de multifunctionele knop om
de instelling te activeren.Een waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om
de ingestelde waarde te bevestigen.
Page 103 of 145
Inleiding103
Een functie in- of uitschakelen
Druk op de multifunctionele knop om
het bijbehorende instellingenmenu te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling Aan of Uit te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde instelling te bevesti‐
gen.
Een tekenreeks invoeren
Druk op de multifunctionele knop om
het desbetreffende instellingenmenu
te openen.
Draai aan de multifunctionele knop
om het teken op de actuele cursorpo‐ sitie te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om
het getoonde teken te bevestigen.
Het laatste teken in de reeks kan met
behulp van de BACK-toets worden
gewist.
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler de geluidska‐
rakteristieken instellen.
Druk op de TONE-toets om het ge‐
luidsmenu te openen.
Page 104 of 145
104Inleiding
Lage, middelhoge en hoge
tonen instellen
Selecteer Bas:, Midrange: of Treble: .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader:.
Stel de gewenste waarde in.
Volumeverdeling rechts - links instellen
Selecteer Balans:.
Stel de gewenste waarde in.
Eén instelling op "0" zetten
Selecteer de gewenste optie en houd
de multifunctionele knop enkele se‐
conden ingedrukt.
Alle instellingen op "0" of "Off"
zetten
De TONE -toets enkele seconden in‐
gedrukt houden.