Page 73 of 145

Telefoon73Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Om het hoofdmenu Telefoon weer te
geven, drukt u op de toets PHONE.
Het volgende scherm verschijnt (als
er een mobiele telefoon verbonden
is).
Telefoongesprek initiëren
Een nummer invoeren
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie Nummer
invoeren . Er verschijnt een toetsen‐
blok.
Page 74 of 145

74Telefoon
Voer het gewenste nummer in.
Selecteer de schermtoets Del of druk
op de toets BACK om het laatst inge‐
voerde cijfer te wissen.
Selecteer de schermtoets l of k om
de cursor in het reeds ingevoerde
nummer te verplaatsen.
Selecteer de schermtoets OK om het
bellen te starten.
Let op
U hebt vanuit het toetsenblok toe‐
gang tot het telefoonboek door op de
toets Telefoonboek te drukken.
Telefoonboek
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Telefoonboek . Het menu Zoeken in
telefoonboek wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste eerste letter‐
groep om een voorselectie weer te
geven van de telefoonboekvermel‐
dingen die u wilt zien. Het telefoon‐
boek springt naar de positie van de
geselecteerde lettergroep.
Selecteer de gewenste vermelding in het telefoonboek om de nummers tetonen die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Telefoonboek sorteren
U kunt het telefoonboek op achter‐
naam of op voornaam sorteren.
Wijzig de sorteervolgorde door de
toets PHONE en daarna de menu‐
optie Telefooninstelling te selecteren.
Selecteer Sorteervolgorde om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Activeer de gewenste optie.
Page 75 of 145

Telefoon75
Gesprekslijsten
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Gesprekslijsten . Het menu
Gesprekslijsten wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste oproeplijst.
Afhankelijk van de geselecteerde lijst worden de laatste ontvangen, uit‐
gaande of gemiste oproepen weerge‐
geven.
Selecteer de gewenste vermelding in de oproeplijst om het bellen te star‐
ten.
Binnenkomend gesprek
Bij een binnenkomende oproep ver‐
schijnt er een bericht op het scherm.
Selecteer voor het aannemen van de oproep de schermtoets Aannemen.
Selecteer voor het afwijzen van de
oproep de schermtoets Weigeren.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Bij een actieve oproep verschijnt het
in-gesprekscherm.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer voor het beëindigen van de oproep de schermtoets Ophangen.
Geluid van een gesprek onderdrukken
Activeer voor het tijdelijk onderdruk‐
ken van het microfoongeluid de
schermtoets Microfoon uit.
Deactiveer de schermtoets Microfoon
uit om het microfoongeluid weer te la‐
ten klinken.
Page 76 of 145

76Telefoon
Naar handset doorschakelen
Selecteer de menuoptie
Doorverb.naar handset om het ge‐
sprek door te schakelen naar de mo‐ biele telefoon. Het menu Privé
gesprekken wordt weergegeven.
Selecteer de menuoptie Gesprek
doorverbinden in het menu Privé
gesprekken om het gesprek weer te‐
rug te schakelen naar het Infotain‐
mentsysteem.
Wisselgesprek Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
de menuoptie Nummer invoeren op
het in-gesprekscherm. Het toetsen‐
blok verschijnt. U kunt een nummer
invoeren of een nummer uit het tele‐
foonboek selecteren, zie boven‐
staand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐ tief.
Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.
Selecteer de menuoptie Gesprekken
wisselen om te schakelen tussen de
gesprekken.
Conferentiegesprek
Selecteer de schermtoets Conferen‐
tiegesprek om beide gesprekken te‐
gelijkertijd te activeren.
De schermtoets Conferentiegesprek
verandert in Gesprek vrijgeven .
Selecteer voor het beëindigen van
een conferentiegesprek de scherm‐
toets Gesprek vrijgeven .
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
de schermtoets Ophangen om beide
telefoongesprekken te beëindigen.
Tekstberichten Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
Page 77 of 145

Telefoon77
Na verbinding met het Infotainment‐
systeem kan er op uw telefoon een bericht verschijnen met het verzoek
tot toegang tot de tekstberichten op
de mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem. Bevestig het bericht.
Ga als er geen bericht verschijnt naar het Bluetooth-menu op uw mobiele
telefoon, selecteer de naam van het
Infotainmentsysteem en activeer de
bijbehorende toegangsfunctie.
Let op
Raadpleeg voor nadere informatie
over toegang op verschillende mo‐
biele telefoons onze website.
Het pictogram Berichten in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het be‐
richt.Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan de
schermtoets Luisteren.
Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐
keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het
bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden Let op
Afhankelijk van uw mobiele telefoon is de functie Antwoord wellicht niet
beschikbaar.
Selecteer voor het beantwoorden van
het bericht de schermtoets Antwoord.
Er verschijnt een lijst met voorgedefi‐ nieerde berichten.Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.
Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.
Bel
Selecteer de schermtoets Bellen om
de afzender van het tekstbericht te bellen.
Postvak IN Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Berichten om het betref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Inbox om
een lijst met alle berichten in het Post‐
vak IN weer te geven.
Page 78 of 145

78Telefoon
Let op
Afhankelijk van uw mobiele telefoon verschijnen er alleen berichten op
het Infotainmentsysteem wanneer
de mobiele telefoon verbonden is.
Selecteer het gewenste bericht. Het
bericht verschijnt op het scherm.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐
keerd is.
Selecteer desgewenst één van de op‐
ties onderaan het scherm (zie boven‐ staand).
Instellingen
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Berichten om het betref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Instellingen
om het betreffende submenu weer te geven.
Pas de instellingen naar wens aan.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en
de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
■ Vakkundig gemonteerde buitenan‐ tenne, waardoor de maximale reik‐
wijdte wordt bereikt,
■ Maximaal zendvermogen 10 watt, ■ Installatie van de telefoon op een geschikte plek, raadpleeg rele‐
vante opmerking in de gebruikers‐
handleiding, hoofdstuk
Airbagsysteem .
Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen met een zendvermogen van meer
dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan, wan‐
neer het maximale zendvermogen
van de mobiele telefoon niet hoger is
dan 2 W bij GSM 900 en niet hoger is
dan 1 W bij de andere types.
Page 79 of 145
Telefoon79
Uit veiligheidsoverwegingen wordt te‐
lefoneren tijdens het rijden afgera‐
den. Ook bij handsfree telefoneren
kan de aandacht op het verkeer ver‐ slappen.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Page 80 of 145

80Veelgestelde vragenVeelgestelde vragenVeelgestelde vragen....................80Veelgestelde vragen
Spraakherkenning? De spraakherkenningsfunctie
werkt niet erg goed. Hoe kan ik
deze beter laten werken?
! Wacht op de pieptoon en probeer
het commando op natuurlijke wijze
uit te spreken. Vermijd lange pau‐
zes, spreek met weinig accentue‐
ring en niet te luid.
Gedetailleerde beschrijving 3 61.? De gesproken aanwijzingen van
het spraakherkenningssysteem
zijn te lang. Hoe kan ik ze onder‐
breken om direct een commando
in te spreken?
! Druk op de
w-toets op het stuurwiel
om de gesproken aanwijzing van
het spraakherkenningssysteem te
onderbreken. Wacht op de piep‐
toon en spreek uw commando uit.
Gedetailleerde beschrijving 3 61.? Ik kan geen telefooncontact via
spraakherkenning selecteren. Wat doe ik verkeerd?
! Het Infotainmentsysteem vraagt
de contacten op in de indeling
waarin ze zijn opgeslagen. Als de
sorteervolgorde is ingesteld op
"achternaam, voornaam", is "Jan‐
sen, Jan" het juiste commando om
Jan Jansen te bellen.
Gedetailleerde beschrijving 3 60.? Ik kan via spraakherkenning geen
adres in een ander land invoeren.
Wat doe ik verkeerd?
! Via spraakherkenning kunt u al‐
leen adressen invoeren voor be‐
stemmingen in het land waarvan
de taal als systeemtaal is geselec‐ teerd. Als het systeem bijv. op
Duits staat, kunt u geen bestem‐
ming in Frankrijk invoeren.
Gedetailleerde beschrijving 3 60.