114Inleiding
CD-speler
Druk herhaaldelijk op de toets
MEDIA om de cd-speler te activeren.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 128.
Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐ tern apparaat te activeren (bv. USB-apparaat, iPod of smartphone).
Zoek gedetailleerde beschrijvingen
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 131.
Telefoon
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.
Selecteer de knop TEL. op het
scherm om een Bluetooth-verbinding
tussen het Infotainmentsysteem en
een mobiele telefoon tot stand te
brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐
binding verschijnt het hoofdmenu van de telefoonmodus.U vindt een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van de mobiele
telefoon via het Infotainmentsysteem
3 140.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Een gede‐
tailleerde beschrijving van het opzet‐
ten en het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding tussen het Info‐
tainmentsysteem en een mobiele te‐
lefoon 3 137.
118Basisbediening
Automatische
volumeaanpassing Het volume kan automatisch wordenafgestemd op de snelheid van de
auto.
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL.. Blader door
de lijst en selecteer Radio en vervol‐
gens Volume autom. .
Druk op de MENU-knop, blader door
de lijst en selecteer Volume autom.
om de instellingen vanuit een audio-
hoofdmenu te benaderen.
Stel Volume autom. in op een van de
beschikbare opties om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Systeeminstellingen
Er kunnen diverse instellingen en aanpassingen voor het Infotainment‐
systeem via INSTELL. worden ge‐
configureerd.
Tijd
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Selecteer het Tijd-menupunt.
Tijd instellen
Selecteer de menuoptie Tijd
instellen om het betreffende submenu
te openen.
Selecteer schermtoets AUTOSET
onder in het scherm. Activeer Aan -
RDS of Uit - handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in.
Selecteer herhaaldelijk de scherm‐
toets 12-24 u. onderin het scherm om
een tijdmodus te kiezen.
Is de 12-uursmodus geselecteerd,
dan verschijnt er een derde kolom
voor AM- en PM-keuze. Selecteer de
gewenste optie.
Klokdisplay
Selecteer de menuoptie
Klokweergave om het betreffende
submenu te openen.
Selecteer menuoptie Uit om de digi‐
tale klokdisplay in de menu's uit te
schakelen.
Taal
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Selecteer het Taal-menupunt.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Valetmodus Is de valetmodus geactiveerd, danzijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Basisbediening119
Let op
Voertuigmeldingen blijven geacti‐
veerd.
Het systeem vergrendelen
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Personeelsmodus . Er ver‐
schijnt een toetsenblok.
Voer een viercijferige code in en se‐
lecteer de schermtoets INVOEREN.
Het toetsenblok wordt opnieuw weer‐
gegeven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer de schermtoets VERGREND..
Het systeem is vergrendeld.
Het systeem ontgrendelen
Schakel het Infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de viercijferige code in en selec‐
teer de schermtoets ONTGREND..
Het systeem is ontgrendeld.
Pincode vergeten
Neem contact op met uw Opel Ser‐
vice Partner om de pincode naar de
standaardwaarde terug te zetten.
Beeldscherm
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Display.
Selecteer menuoptie Display
uitschakelen om het display uit te
schakelen.
Druk op een knop in het instrumen‐
tenpaneel om het display weer te ac‐
tiveren.
Fabrieksinstellingen
terugzetten
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Terug naar fabrieksin‐
stell. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
120Basisbediening
Selecteer de knop Hervatt. op het
scherm. De instellingen zijn terugge‐
zet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om gekoppelde Bluetooth-apparaten, telefoonlijsten of favorieten te verwij‐deren.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer de knop WISSEN op het
scherm. De gegevens zijn gewist.
Radio-instellingen herstellen
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om Infotainmentinstellin‐
gen (bv. geluidsinstellingen) te reset‐
ten.
Er verschijnt een waarschuwing. Selecteer de knop Hervatt. op het
scherm. De instellingen zijn terugge‐ zet.
Software-informatie
Druk op de knop ; en selecteer het
pictogram INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Software-informatie .Dit menu bevat specifieke informatie
over de software.
122Radio
Zenderlijsten
FM- of DAB-golfband
Draai aan de MENU-knop om een lijst
met alle momenteel ontvangbare
zenders weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste zender.
AM-frequentiebereik
Druk op de MENU-knop om het golf‐
band-menu te openen en selecteer
vervolgens lijstoptie Station van
categorie .
Selecteer Alle sterke stations om een
lijst met alle momenteel ontvangbare
zenders weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste zender.
CategorielijstTalloze RDS 3 124 en DAB 3 125
zenders zenden een PTY-code uit,
die het uitgezonden programmatype
aangeeft (bijv. nieuws). Sommige
zenders wijzigen afhankelijk van de
inhoud die op dat moment wordt uit‐
gezonden ook de PTY-code.Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Let op
De lijstoptie Categorieën is alleen
beschikbaar voor de FM- en DAB-
golfband.
Druk op de MENU-knop om het be‐
treffende golfbandmenu weer te ge‐ ven en selecteer de lijstoptie
Categorieën .
Er verschijnt een lijst met momenteel
beschikbare programmacategorieën.
Kies de gewenste categorie. Er ver‐
schijnt een lijst met zenders die een
programma van het geselecteerde
type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Bijwerken van de zenderlijst
FM- en DAB-golfband
Druk op de MENU-knop om het golf‐
band-menu te openen en selecteer
menuoptie Stationslijst bijwerken .De betreffende zenderlijst wordt bij‐
gewerkt
Let op
Bij de update van een lijst van een
station op een specifieke golfband
wordt de overeenkomstige catego‐
rielijst (indien beschikbaar) ook ge‐
updatet.
AM-frequentiebereik
Druk op de MENU-knop om het golf‐
band-menu te openen en selecteer
menuoptie Station van categorie .
Selecteer Stationslijst bijwerken .
De zenderlijst wordt bijgewerkt
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.
124Radio
Favorieten wissen
Selecteer de favoriet die u wilt wis‐
sen.
Selecteer de knop WISSEN op het
scherm. De favoriet en alle hiermee verbonden data wordt gewist.
Favorieten verplaatsen
Selecteer de favoriet die u wilt ver‐
plaatsen en selecteer vervolgens de
schermtoets VERPL..
Kies de locatie waarnaar u de betref‐
fende favoriet wilt verplaatsen en se‐
lecteer de schermtoets Ophangen.
De favoriet wordt naar de nieuwe lo‐
catie verplaatst.
Bepalen hoeveel favorieten er
worden getoond Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELL.. Selecteer
menuoptie Radio en kies vervolgens
Aant. weergeg. fav. .
Selecteer de gewenste optie.
Let op
Overschrijdt het aantal opgeslagen
favorieten het aantal favorieten dat
in het instellingenmenu is ingesteld,
dan worden extra opgeslagen favor‐ ieten niet gewist, maar worden dezeniet weergegeven. U kunt ze herac‐
tiveren door het aantal weer te ge‐
ven favorieten te verhogen.
Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk verbetert.Voordelen van RDS
■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de zender in
plaats van de frequentie.
■ Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem alleen af
op RDS-zenders.
■ Het Infotainmentsysteem stemt al‐ tijd af op de zendfrequentie van deingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het Infotainmentsysteem
radioteksten weer met bv. informa‐
tie over het actuele programma.
FM menu
Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de
RDS-instellingsopties te configure‐ ren. Druk op de knop MENU om het
FM-menu weer te geven.
Radio127
Let op
DAB-berichten kunnen alleen ont‐
vangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
DAB naar DAB koppeling
Als deze functie geactiveerd is, scha‐
kelt het systeem over op dezelfde ser‐
vice van een ander DAB-ensemble
(frequentie indien beschikbaar) als
het DAB-signaal te zwak is om door
de radio te worden opgevangen.
DAB naar DAB koppelen op Aan of
Uit zetten.
DAB naar FM koppeling
Als deze functie geactiveerd is, scha‐ kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-ser‐
vice (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Stel DAB naar FM koppeling in op
Aan of Uit.
L- Band
Is L Band geactiveerd, dan ontvangt
het Infotainmentsysteem een extra frequentiebereik (1452 - 1492 MHz).Stel L Band in op Aan of Uit.
Intellitext
Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie zoals berichten, financiële informatie, sport, nieuws, enz. ont‐
vangen.
Selecteer één van de categorieën en
kies een specifieke optie uit de lijst om gedetailleerde informatie weer te ge‐
ven.
128CD-spelerCD-spelerAlgemene aanwijzingen.............128
Gebruik ...................................... 129Algemene aanwijzingen
De CD-speler van het infotainment‐ systeem kan audio-CD's en MP3/
WMA afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd's ■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
Cd, cd-r en cd-rw.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 Level 1, Level 2, (Romeo,
Joliet).
MP3- en WMA-bestanden die zijn geschreven in een ander formaat
dan hierboven gegeven kunnen
wellicht niet of niet goed worden af‐ gespeeld en hun bestandsnamen
en mapnamen kunnen wellicht niet
goed worden weergegeven.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.