USB-poort39
■ Configureer de iPod voor gebruikals een externe schijf. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de
iPod
■ Als de configuratie is gemaakt op een Apple -computer, configureert u
deze op een Windows-pc
■ Sla de muziektracks op als audio‐ bestanden die compatibel met het
Infotainmentsysteem zijn
Deze handelingen beïnvloeden de
geluidskwaliteit of bruikbaarheid van
de iPod-tracks niet nadelig.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen
De mediaspeler registreert het aan‐
sluiten van een USB-audioapparaat op de USB-poort. Na het inschakelen van het contact wordt er een library
aangemaakt en automatisch weerge‐
geven.
De mediaspeler heeft slechts één li‐
brary. Bij het aansluiten van een
nieuw USB-apparaat wordt er in
plaats van de bestaande library een
nieuwe aangemaakt.Na het aansluiten kunt u het externe audioapparaat alleen met de stuurbe‐ dieningsknoppen, de toetsen van het
Infotainmentsysteem en gesproken
opdrachten bedienen.
Bedieningsorganen Infotainment 3 8.
Stuurbedieningsknoppen 3 8.
Stemherkenningssysteem 3 42.
Bediening van displayscherm Met de stuurbedieningsknoppen doormenuopties op het display bladerenen geselecteerde opties bevestigen:
■ Druk op R of S om door de me‐
nuopties op het display te bladeren.
■ Druk op SRC/OK om geselec‐
teerde opties te bevestigen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Weergave starten Ga als volgt te werk om de audiobron
in mediaspeler te veranderen:
■ MEDIA -toets op het infotainment‐
systeem indrukken.- of -
■ Druk meerdere malen op de knop SRC/OK van de stuurbedienings‐
knoppen.
Na het activeren van de mediaspeler
start de weergave automatisch als
Auto play ingeschakeld is.
Let op
Wij raden u aan om de automatische afspeelfunctie in te schakelen, zodat audiotracks bij het inschakelen van
het contact automatisch worden af‐
gespeeld.
Als Auto play uitgeschakeld is, kunt u
de weergave met de stemherken‐
ningsfunctie starten:
1. Druk op s en wacht op het ge‐
luidssignaal.
2. Zeg " Spelen".
Stemherkenningssysteem 3 42.
Telefoon51TelefoonAlgemene aanwijzingen...............51
Verbinding .................................... 52
Bluetooth-verbinding ....................53
Noodoproep ................................. 55
Bediening ..................................... 56
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................63Algemene aanwijzingen
Het handsfree telefoonsysteem, ge‐
baseerd op Windows Mobile techno‐
logie, is een persoonlijk telematica
systeem voor communicatie- en en‐ tertainmentapparatuur, speciaal voor
gebruik in auto's.
Met dit systeem kunt u via de micro‐
foon en de luidsprekers van de auto
mobiele-telefoongesprekken voeren
en de belangrijkste mobiele-telefoon‐
functies via de stuurbedieningsknop‐ pen of gesproken interactie met het
Infotainmentsysteem bedienen.
Om het handsfree telefoonsysteem te kunnen gebruiken, moet de mobiele
telefoon via Bluetooth 3 53 met het
systeem worden verbonden.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van een hand‐
sfreetelefoonsysteem. De mogelijke
telefoonfuncties zijn afhankelijk van
de betreffende mobiele telefoon en
de netwerkprovider.Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in het handboek van uw mobiele tele‐
foon of neem contact op met uw net‐ werkprovider.
Belangrijke informatie voor de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het gebruik van het handsfree-te‐
lefoonsysteem tijdens het rijden
kan gevaarlijk zijn omdat uw con‐
centratie afneemt tijdens het tele‐
foneren. Parkeer de auto voordat
u het handsfree-telefoonsysteem
gebruikt.
Volg de voorschriften van het land op waarin u rijdt.
Volg ook de speciale voorschriften die in sommige gebieden gelden
op en zet uw mobiele telefoon al‐
tijd uit als mobiel telefoneren ver‐ boden is, als de mobiele telefoon
storing veroorzaakt of als zich ge‐
vaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.