228Verzorging van de auto
Ruiten en ruitenwisserbladen
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en in‐
sectenverwijderaar gebruiken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
Om handmatig ijs te verwijderen, een
ijskrabber met een scherpe rand ge‐
bruiken. IJskrabber stevig tegen de
ruit drukken, zodat er geen vuil onder de krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Verwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.
IJs, verontreiniging en continu vegen
op droge ruiten beschadigen of ver‐
nietigen zelfs de wisserbladen.
Velgen en banden
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.
Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐
zelfde middelen worden behandeld
als de carrosserie.
Lakschade
Geringe lakschade voordat er roest‐ vorming optreedt met een lakstift her‐
stellen. Grotere lakschade of roest‐
vorming door een werkplaats laten
herstellen.
Onderstel Sommige delen van de bodemplaat
zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende was‐
laag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen kun‐
nen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de be‐
schermende waslaag laten controle‐
ren.
Trekhaak
Kogelstang niet met een stoom- of
hogedrukreiniger reinigen.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met zui‐
ver water en een zachte doek. Ge‐
bruik een reinigingsmiddel voor leder
als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays al‐
leen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
230Service en onderhoudService en onderhoudAlgemene informatie..................230
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐
middelen en onderdelen ............231Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐
veiligheid en voor het behoud van de waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Service-display 3 88.
Europese service-intervallen Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd wor‐ den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt wel‐
licht een korter onderhoudsinterval.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:Andorra, Oostenrijk, België,
Bosnië-Herzegovina, Bulgarije,
Kroatië, Cyprus, Tsjechische
Republiek, Denemarken, Estland,
Finland, Frankrijk, Duitsland,
Griekenland, Groenland, Hongarije,
IJsland, Ierland, Italië, Letland,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Montenegro, Nederland,
Noorwegen, Polen, Portugal,
Roemenië, Servië, Slowakije,
Slovenië, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Groot-Brittannië.
Service-display 3 88.
Internationale service-
intervallen
Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
De internationale service-intervallen
zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Service-display 3 88.
Service en onderhoud231
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Serviceboekje. De da‐ tum en afgelezen kilometerstand wor‐den bevestigd met stempel en hand‐
tekening van de uitvoerende werk‐
plaats.
Zorg ervoor dat het Serviceboekje
correct wordt ingevuld, omdat een
sluitend bewijs van service essentieel
is bij aanspraken op garantie of good‐ will en tevens een pluspunt is bij ver‐
koop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Service-display 3 88.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.Schade als gevolg van het gebruikvan producten die niet voldoen aandeze specificaties, wordt niet gedekt
door de garantie.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste motoroliekwali‐ teit die optimale bescherming biedtvoor benzine- en dieselmotoren. In‐
dien deze niet voorhanden i,s moet
motorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 235.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliekwaliteit en -vis‐
cositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
ACEA A1/B1 of alleen A5/B5-kwaliteit
is verboden, omdat deze in bepaalde
omstandigheden langdurige motor‐
schade kan veroorzaken.
249
Beslagen lampglazen ................120
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 153
Beveiliging van de auto ................26
Binnenspiegels ............................. 31
Binnenverlichting ...............121, 200
Blindehoeksysteem ....................167
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................206
Boordinformatie .........................104
Brandstof .................................... 176
Brandstofmeter ............................ 87
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 178
Brandstof voor benzinemotoren 176
Brandstof voor dieselmotoren ...176
Buitenspiegels .............................. 29
Buitentemperatuur .......................82
Buitenverlichting .........................111
C Car Pass ...................................... 20
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 14, 80
Code ........................................... 104
Conformiteitsverklaring ...............244
Contactslotstanden ....................135
Controlelampen ......................86, 89
Controle over de auto ................134
Controles .................................... 185
Cruise control ...................... 96, 153D
Dagrijlicht ................................... 115
Dagteller ...................................... 87
Diefstalalarmsysteem ..................27
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 192
Dimlicht of grootlicht ...................111
Driepuntsgordel ........................... 57
Driver Information Center .............97
E EHBO ........................................... 77
Elektrisch bediende ruiten ...........32
Elektrische aansluitingen .............85
Elektrische handrem .............93, 147
Elektrische stoelverstelling ..........52
Elektrische verstelling ..................29
Elektrisch systeem...................... 200
Elektronische rijprogramma's ....144
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....94
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) .........150
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............94
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............127
Event Data Recorders (EDR) .....246F
Frontaal airbagsysteem ...............62
Frontaanrijdingswaarschuwing ...156
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................105
Gereedschap ............................. 206
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................76
Gloeilamp vervangen ................192
Gordelverklikker ........................... 91
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display ...................102
Grootlicht ............................. 96, 112
Grootlichtassistentie .............96, 113
H
Halogeenkoplampen .................193
Handgeschakelde versnellingsbak ......................145
Handmatige dimfunctie ................31
Handmatige modus ...................143
Handrem ............................. 146, 147
Handschoenenkastje ...................70
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 148
Hoofdsteunen .............................. 46
250
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 131
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 66
Indicatie afstand tot voorligger ...159
Info-Displays ................................. 97
Inhouden ................................... 242
Inklapbare spiegels .....................30
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 122 Instrumentengroep ......................86
Instrumentenverlichting .............200
Interactief rijsysteem................... 151
Interieurverlichting ......................121
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........69
K
Katalysator ................................. 141 Kentekenverlichting ...................199
Keuzehendel ............................. 142
Kilometerteller .............................. 86
Kinderveiligheids-systemen ..........64
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................124
Klok............................................... 83
Koelvloeistof .............................. 188
Koelvloeistof en antivries ............231Koelvloeistoftemperatuurmeter ...88
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 114
Koplampverstelling ....................114
Koprolbeveiliging ..........................44
L
Laadsysteem ............................... 92
Lane Departure Warning ......94, 174
Leeslampen ............................... 122
Lekke band ................................. 217
Lichtschakelaar .......................... 111
Lichtsignaal ................................ 113
Luchtinlaat ................................. 133
Luchtroosters .............................. 132
M
Meters........................................... 86
Mistachterlicht ...................... 96, 120
Mistlamp ...................................... 96
Mistlampen ................................ 195
Mistlampen voor ........................119
Motorgegevens .......................... 238
Motor-ID...................................... 234
Motorkap .................................... 186
Motorolie .................... 186, 231, 235
Motoroliedruk ............................... 95
Motor starten ............................. 136N
Nieuwe auto inrijden ..................135
O Obstakeldetectiesystemen .........159
Olie, motor .......................... 231, 235
Ontlaadbeveiliging accu ............123
Opbergruimte................................ 70
Opbergruimte achter..................... 75
Opbergruimte voor........................ 71
Opbergvakken .............................. 70
Opbergvak middenconsole ..........72
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 93
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 159
Parkeerlichten ............................ 120
Parkeren .............................. 18, 139
Park pilot met ultrasoonsensoren 159
Partikelfilter ................................. 140
Pech ........................................... 224
Pedaal intrappen .......................... 92
Persoonlijke instellingen ............106
Pollenfilter .................................. 133
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 97
Prestaties ................................... 239
Profieldiepte ............................... 212
251
Q
Quickheat ................................... 131
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 247
Regelbare instrumentenverlichting ...........121
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 246
Remassistentie .......................... 148
Rem- en koppelingssysteem .......92
Rem- en koppelingsvloeistof ......231
Remmen ............................ 146, 189
Remvloeistof .............................. 189
Reservewiel ............................... 219
Richtingaanwijzer ........................91
Richtingaanwijzers ..................... 119
Richtingaanwijzers vooraan ......196
Roetfilter ............................... 94, 140
Rugleuning neerklappen .............51
Ruiten ........................................... 31
Rijgedrag en aanhangertips ......179
Rijhoogte .................................... 135
Rijregelsystemen ........................149
Rijverlichting .......................... 12, 96
S Service ............................... 133, 230
Service-display ............................ 88Service-informatie ...................... 230
Sjorogen ...................................... 76
Slepen ................................ 179, 224
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................213
Snelheidsbegrenzer ...................154
Snelheidsmeter ............................ 86 Softtop ......................................... 35
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................189
Startbeveiliging ......................29, 96
Starten en bedienen ...................135
Starthulp gebruiken ...................223
Stoelpositie .................................. 48
Stoelverstelling ........................7, 49
Stop/Start-systeem .....................137
Storing ....................................... 144
Storing elektrische handrem .........93
Storingsindicatielamp ..................92
Stroomonderbreking ..................144
Sturen ......................................... 134
Stuurbedieningsknoppen .............79
Stuurbekrachtiging........................ 93 Stuurbekrachtigingsvloeistof ......188
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 79
Symbolen ....................................... 4T
Tanken ....................................... 177
Te laag brandstofpeil ...................95
Toerenteller ................................. 87
Top-Tether-bevestigingsogen ......69
Traction Control .........................149
Traction Control-systeem UIT....... 94 Trekhaak............................. 179, 180
Trekstang.................................... 179
Typeplaatje ................................ 233
U Uitlaatgassen ............................. 140
Uitrol-brandstofafsluiter .............137
Uitstapverlichting .......................122
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 212
Vaste luchtroosters ....................132
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................55
Velgen en banden .....................207
Ventilatie ............................... 55, 124
Verbanddoos ............................... 77
Vergrendelingssysteem ...............26
Verkeersbordherkenning ............171
Verlichting zonneklep ................122
Versnellingsbak ........................... 16
252
Versnellingsbakdisplay ..............142
Verstelbare luchtroosters ........... 132
Vertraagde uitschakeling stroom 135
Verwarmde spiegels ....................30
Verwarmd stuurwiel .....................80
Verwarming ................................. 54
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 124
Verwerking van sloopauto .........185
Verzorging .................................. 226
Verzorging exterieur ..................226
Verzorging interieur ...................228
Vloerafdekking bagageruimte ......76
Voertuiggewicht .........................240
Voertuigidentificatienummer ......233
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd ...............96
Voorruit ......................................... 31
Voorstoelen .................................. 48
Voorverwarming .......................... 94
W
Waarschuwingslampen ................86
Werkzaamheden uitvoeren .......185
Wieldoppen ................................ 213
Wiel verwisselen ........................217
Windgeleider................................. 42 Winterbanden ............................ 207
Wis-/wasinstallatie .......................14Wis-/wasinstallatie voorruit ..........81
Wisserblad vervangen ...............192
Z
Zekeringen ................................. 200 Zekeringenkast in bagageruimte 204
Zekeringenkast in motorruimte ..201
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............203
Zonnekleppen .............................. 34
Zijdelings airbagsysteem .............62
Zijmarkeringslichten.................... 111
Zijrichtingaanwijzers ..................198