18Inleiding
Geluidsinstellingen
Menu AUDIO-INSTELLINGEN op‐
vragen:
■ Druk op de toets SETUP en selec‐
teer vervolgens de knop Audio op
het scherm,
of
■ als er momenteel een audiohoofd‐ menu actief is, bijv. het menu FM1
of CD , drukt u op de multifunctio‐
nele knop.
Let op
De knop Audio op het scherm in het
menu INSTELLINGEN is niet selec‐
teerbaar als u het volume geheel uit‐
schakelt.
Laag
Met deze instelling kunt u de lage fre‐ quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Hoog
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Balans
Met deze instelling kunt u de geluids‐ verdeling verdelen tussen de linkeren de rechter luidsprekers in de auto.
Fade
Met deze instelling kunt u de geluids‐ verdeling verdelen tussen de voorste
en de achterste luidsprekers in de
auto.Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd volume
aanpassen
Menu AUDIO-INSTELLINGEN op‐
vragen:
■ Druk op de toets SETUP en selec‐
teer vervolgens de knop Audio op
het scherm,
of
■ als er momenteel een audiohoofd‐ menu actief is, bijv. het menu FM1
of CD , drukt u op de multifunctio‐
nele knop.
Inleiding19
Let op
De knop Audio op het scherm in het
menu INSTELLINGEN is niet selec‐
teerbaar als u het volume geheel uit‐
schakelt.
Mate van volumeregeling aanpassen: zet Snelh.-vol. op een waarde tussen
0 en 5.
0 : geen harder volume bij een toene‐
mende snelheid.
5 : maximaal hard volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Volume van aux-ingangsbronnen
aanpassen
(zie de afbeelding van het AUDIO-
INSTELLINGEN -menu bovenstaand)
Aanpassen van het relatieve volume‐ niveau van externe audiobronnen,
bijv. een cd-speler: zet AUX Niveau
op Zacht , Midden of Hard .Volume van gesproken opdrachten
(navigatie) aanpassen
Menu NAVIGATIE-INSTELLINGEN
opvragen: druk op de toets SETUP en
selecteer vervolgens de knop
Navigatie op het scherm.
Als Spraakherkenning op Uit staat,
zet u deze op Aan.
Zet Volume op het gewenste volume‐
niveau. Elke wijziging wordt verge‐
zeld door een pieptoon.
Systeeminstellingen
Diverse instellingen en aanpassingen
voor het infotainmentsysteem kunnen in het SYSTEEMINSTELLINGEN -
menu worden geconfigureerd.
Dit menu opvragen: druk op de toets
SETUP en selecteer vervolgens de
knop Systeem op het scherm.
Display aanpassen
Het menu BEELDSCHERMINSTEL‐
LINGEN opvragen: selecteer de
menuoptie Beeldscherm .
Radio25Radio Data System (RDS)
RDS is een systeem waarbij geco‐
deerde digitale informatie bij de regu‐ liere FM-radioprogramma's wordt
meegezonden. RDS levert extra in‐
formatie, zoals de naam van de zen‐
der, verkeersberichten en radiotekst.
RDS regionaal-modus Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Het infotainmentsysteem stemt altijd
af op de best ontvangbare frequentie
van de momenteel beluisterde RDS-
zender.
Als de RDS regionaal -modus geacti‐
veerd is, zoekt het systeem alleen
naar frequenties van de momenteel
ontvangen RDS-zender met het‐
zelfde regionale programma.
Als de RDS regionaal -modus ge‐
deactiveerd is, zoekt het systeem ook naar frequenties van de momenteel
ontvangen RDS-zender met andere
regionale programma's.RDS regionaal-modus activeren of
deactiveren
Druk op de toets SETUP en selecteer
vervolgens de knop Radio-
instellingen op het scherm.
Het RADIO-INSTELLINGEN -menu
verschijnt.
Zet RDS regionaal op Aan of Uit.
Verkeersberichten (TA) De TA-functie is beschikbaar in elke
bedrijfsmodus (bijv. FM-radio-, cd- of
navigatiemodus) behalve in de AM-
radiomodus.
Als de TA-functie geactiveerd is en
het infotainmentsysteem een ver‐
keersbericht van een RDS-zender
ontvangt, wordt de momenteel ac‐
tieve audiobron onderbroken.
Er verschijnt een melding en er wordt een gesproken mededeling verzon‐
den.
Tijdens de gesproken mededeling
kunt u het volume wijzigen door aan
de m-knop te draaien.
U kunt het verkeersbericht afbreken
met de knop Annuleren op het
scherm.
Na het afronden of annuleren van het verkeersbericht gaat het volume weer automatisch terug naar de oorspron‐
kelijke stand.
26Radio
Let op
Als er een andere gebruiksmodus
dan de radiomodus geselecteerd is
(bijv. cd- of navigatiemodus), blijft de
radio op de achtergrond actief.
Als de laatst geselecteerde radio‐
zender geen verkeersberichten uit‐
zendt, stemt het infotainmentsys‐ teem automatisch af op een radio‐
zender die verkeersberichten uit‐
zendt (zelfs als AM al als golfbereik
geselecteerd was).
Zo kunt u altijd belangrijke regiospe‐ cifieke verkeersberichten ontvan‐
gen, ongeacht de geselecteerde be‐
drijfsmodus.
Verkeersberichten activeren of
deactiveren
Selecteer de knop TA op het scherm
om de ontvangst van verkeersberich‐ ten te activeren of te deactiveren.
Na het activeren van de ontvangst
van verkeersberichten staat TA in de
bovenste regel van alle hoofdmenu's.
Als er geen verkeersberichten kun‐
nen worden ontvangen, is TA door‐
gekruist.Let op
De knop TA op het scherm is be‐
schikbaar in alle audiohoofdmenu's
(bijv. menu FM1 of CD ) en in het
menu VERKEERSBERICHTEN .
In het menu VERKEERSBERICH‐
TEN is de knop TA op het scherm
niet selecteerbaar als u het volume
geheel uitschakelt.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Activeer verkeersberichten en scha‐
kel het volume van het infotainment‐
systeem geheel uit.
Cd-speler27Cd-spelerAlgemene aanwijzingen...............27
Gebruik ........................................ 28Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd's ■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
Cd, cd-r en cd-rw.
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-
bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier
met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
zie hieronder.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (met een combinatie van audio en data,
bijv. MP3) worden alleen de audio‐
tracks herkend en afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
28Cd-speler
■Berg cd's onmiddellijk na het uitne‐
men uit de audiospeler veilig op om
ze tegen beschadiging en vuil te
beschermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op eenmp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximaal aantal mappen/afspeel‐
lijsten: 200.
Maximaal aantal bestanden/songs:
800.
Ten minste 8 mappen in dieptehië‐
rarchie worden ondersteund.
Wma-bestanden met Digital Rights
Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 9, zijn aangemaakt.Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .wpl.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐
den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.
Gebruik Let op
In de menu's van de cd-speler kunt
u het aanraakscherm alleen gebrui‐ ken voor het selecteren/activeren
van de schermknoppen onderaan
de menu's.
Afspelen van een cd starten
Duw een audio- of mp3-cd met de be‐ schreven kant naar boven zo ver in de cd-sleuf dat deze naar binnen wordt
getrokken.Het afspelen van de CD start auto‐
matisch en het CD of CD MP3 -menu
wordt weergegeven.
Als de geplaatste cd al eerder in de
cd-speler afgespeeld is, klinkt de cd
vanaf de laatst afgespeelde track.
Zit er al een cd in het apparaat, maar
is het vereiste cd-menu niet actief:
Druk één of meerdere keren op de toets MEDIA voor het audiomenu
CD of CD MP3 en speel de cd af.
De cd klinkt vanaf de laatst afge‐
speelde track.
Cd-speler29
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐ komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Als de reguliere cd-afspeelmodus ac‐
tief is (geen shuffle- of herhaalmodus actief, zie onderstaand), klinkt na het
afspelen van alle tracks op de cd de
eerste track op de cd weer.
Let op
De cd-speler gaat identiek te werk bij
mappen en afspeellijsten op een
mp3 cd.
De onderstaande beschrijvingen
m.b.t. mappen op een mp3 cd gel‐
den ook voor afspeellijsten.
Afspeelpauze cd Pauze bij afspelen van geplaatste cd:volume geheel uitschakelen.
Cd afspelen hervatten: volume weer inschakelen.Een nummer selecteren
Tijdens het afspelen van een
audio-cd
Selecteer de knop Zoeken op het
scherm voor een lijst met alle tracks
op de cd.
De lijstvermelding van de momenteel afgespeelde track is rood gemar‐
keerd.
Selecteer de gewenste titel.
Tijdens het afspelen van een mp3-cd
Selecteer de knop Zoeken op het
scherm voor een lijst met alle tracks in de momenteel geselecteerde map.
De lijstvermelding van de momenteel
afgespeelde track is rood gemar‐
keerd.
Andere map selecteren (indien be‐
schikbaar): selecteer de lijstvermel‐
ding Directory omhoog (eerste ver‐
melding in lijst) of selecteer de
knop /. Er verschijnt een lijst met
alle mappen op de cd. Kies de ge‐
wenste map.
Selecteer de gewenste track in de
map.
30Cd-speler
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de l - of m-toets één of meer‐
dere malen kort in.
Snel vooruit of achteruit
Druk op de toets l of m en houd
de toets ingedrukt om het huidige
nummer snel vooruit of achteruit te
spoelen.
Let op
Het activeren van het snel vooruit of
achteruit spoelen wordt aangeduid
met een pieptoon, als de systeem‐
geluiden geactiveerd zijn 3 12.Shufflemodus
Tijdens het afspelen van een
audio-cd
Na het activeren van de shufflemodus klinken alle tracks op de audio-cd's in
willekeurige volgorde.
Selecteer de knop Mix op het scherm
om de shufflemodus te activeren of te deactiveren.
Na het activeren van de shufflemodus verschijnt Mix op het display.
Tijdens het afspelen van een mp3-cd
Na het plaatsen van een mp3-cd kun‐ nen alle tracks in de momenteel ge‐
selecteerde map of alle tracks op de
cd in willekeurige volgorde klinken.
Selecteer de knop Mix op het scherm
één of meerdere keren om de modus Mix lijst of Mix alles te activeren of om
de shufflemodus te deactiveren.
Afhankelijk van de geactiveerde mo‐
dus verschijnt Mix lijst of Mix alles op
het display.
Herhaalmodus