Page 93 of 157
Inleiding....................................... 94
Radio ......................................... 109
Cd-speler ................................... 121
AUX-ingang ............................... 126
USB-poort .................................. 127
Trefwoordenlijst ......................... 130CD 40 USB
Page 100 of 157

100Inleiding
■ Verkeersberichten en externe au‐diobronnen worden ingevoegd aan
een vooringesteld minimumvolume 3 107.
■ Als de respectieve bron aanstaat, kunt u het volume van de verkeers‐
berichten, de externe audiobron‐
nen en de radio en CD afzonderlijk
aanpassen.
Voor snelheid gecompenseerde
volumebediening (SDVC)
Na inschakeling van SDVC 3 107
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Externe bron
Er kan een externe bron (bijv. mobiele
telefoon, navigatiesysteem) op het In‐ fotainmentsysteem worden aange‐
sloten.
In dit geval verschijnt Extern in in de
display.
We bevelen aan dat de toestellen door een erkende Opel-partner wor‐den gemonteerd.AUX-ingang
Een externe audiobron, bijv. een
draagbare cd-speler, kan via de AUX-
ingang van uw auto worden aange‐
sloten. Via de luidsprekers van het In‐ fotainmentsysteem hoort u het ste‐
reogeluid van deze bron.
Plaats van AUX-ingangsconnector
3 126.
Zet de externe audiobron voor de best mogelijke audiokwaliteit altijd op
het maximale volume. Bij modules
met lijnuitgang is het audioniveau van het uitgangssignaal stabiel en kan
niet worden gewijzigd.
Om overstuur bij de AUX-ingang te
voorkomen moet de effectieve uit‐
gangsspanning van de externe audi‐
obron lager zijn dan 1,5 V.
Menuconcept De menustructuur van het Infotain‐
ment System bestaat uit verschil‐
lende soorten menuschermen:
■ Bladerschermen
■ Standschermen
■ InstelschermenDe diverse schermen hebben ver‐
schillende functionaliteiten:
Bladerschermen
Bladerschermen hebben een selec‐
tiemenu met een voorvertoning van
elk menu-item in de linkse marge van
het scherm. Bladerschermen leiden u
naar standschermen of instelscher‐
men.
Het Audio -menu is een voorbeeld
van een bladerscherm.
Page 103 of 157

Inleiding103
In het hoofdmenu selecteren
Doe het volgende om in het hoofd‐
menu te gaan:
Toets MAIN indrukken.
Het systeemmenu verschijnt.
of:
Draai de multifunctionele knop naar rechts tot het menu-item Main in de
voettekst verschijnt.
Druk op de multifunctionele knop.
Het systeemmenu verschijnt.
of:
Herhaal de volgende stappen tot het
hoofdmenu verschijnt:
Draai de multifunctionele knop naar
links tot menu-item Terug in de titel‐
balk verschijnt.
Druk op de multifunctionele knop.
In het radiomenu selecteren
Toets TUNER indrukken.
Het radiomenu verschijnt.
De zender waarop het laatste is afge‐ stemd, verschijnt.
U beluistert de laatst afgestemde
zender.
Het CD -menu selecteren Druk eenmaal of meerdere malen op
de toets MEDIA totdat het menu CD
verschijnt.
Als geen cd geplaatst is, verschijnt
een dienovereenkomstig bericht.
De laatst afgespeelde CD-track wordt getoond.
U beluistert de laatst afgespeelde
CD-track.
Het Audio -menu selecteren
Wissel in het menu Audio tussen de
frequentiebereiken FM, AM, DAB (in‐
dien aanwezig) en CD, USB, AUX om naar het menu Sound te gaan.
Doe het volgende om het Audio -
menu te selecteren:
In het menu Radio, Audiobron of
Sound :
Page 107 of 157

Inleiding107Volume-instellingenHet menu Volumes kan worden op‐
geroepen via het radio- of audiobron‐ menu.
Toets SETTINGS indrukken.
Selecteer menu-item Volumes.
Het Volumes -menu verschijnt.
De volgende menu-items zijn be‐
schikbaar:
■ TA-volume : volume van verkeers‐
informatie
■ SDVC : Snelheidsafhankelijke volu‐
meverhoging
■ Startvolume : maximaal volume
wanneer het infotainmentsysteem aanstaat
■ Extern in : volume van een externe
bron (bijv. bij aansluiten van een
GSM)
■ Aux volume : volume van een ex‐
terne audiobron (bv. bij aansluiten
van een cd-speler)
TA-volume
Gebruik deze functie om het volume van de verkeersberichten aan te pas‐ sen.
Selecteer menu-item TA-volume.
Draai aan de multifunctionele knop tot
de gewenste waarde is ingesteld.
Druk op de multifunctionele knop.
SDVC
Om omgevings- en rijgeluiden te
compenseren, wordt het volume van
het infotainmentsysteem aangepast
aan de snelheid van de auto. U kunt
de SDVC-functie gebruiken om het snelheidsafhankelijk volume aan te
passen.
Selecteer menu-item SDVC.
Draai aan de multifunctionele knop tot
de gewenste waarde is ingesteld.Druk op de multifunctionele knop.
Startvolume Selecteer menu-item Startvolume.
Draai aan de multifunctionele knop tot
de gewenste waarde is ingesteld.
Druk op de multifunctionele knop. ■ Wanneer het ingeschakeld wordt, start het infotainmentsysteem met
het laatst geselecteerde volume als dat volume lager was dan het maxi‐
maal volume voor inschakelen.
■ Wanneer het ingeschakeld wordt, start het infotainmentsysteem met
het maximaal volume als dat vo‐
lume lager was dan het laatst ge‐
selecteerde volume.
Extern in
Gebruik deze functie om het volume
van externe bronnen zoals een mo‐
biele telefoon in te stellen.
Selecteer menu-item Extern in.
Draai aan de multifunctionele knop tot
de gewenste waarde is ingesteld.
Druk op de multifunctionele knop.
Page 108 of 157
108Inleiding
Aux volume
Gebruik deze functie om het volume
van externe audiobronnen zoals een
cd-speler in te stellen.
Selecteer menu-item Aux volume.
Draai aan de multifunctionele knop tot
de gewenste waarde is ingesteld.
Druk op de multifunctionele knop.
Page 126 of 157
126AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............126
Gebruik ...................................... 126Algemene aanwijzingen
De aansluiting bevindt zich bij de mid‐ delste console.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Gebruik
Druk een of meerdere malen op de
MEDIA -toets om de AUX-modus in te
schakelen.
Het audiosignaal van een aangeslo‐
ten audiobron klinkt nu via de luid‐
sprekers van het infotainmentsys‐
teem.
U kunt het volume aanpassen via de
knop m en via de draaischijf o op
het stuurwiel.
Volume aanpassen aan de vereisten
van de aangesloten audiobron:
3 107.
Page 130 of 157

130TrefwoordenlijstAActiveren van de CD-speler........ 122
Afspelen van een cd starten .......122
Algemene aanwijzingen ............
.......................... 94, 121, 126, 127
AM .............................................. 109
Antidiefstalfunctie ........................95
AS ............................................... 113
Autostore-lijsten .......................... 113
AUX-ingang contactdoos ............................. 126
gebruik .................................... 126
B Balance....................................... 106
Bass............................................ 106
Bediening ..................................... 99
C
Cd extra's ................................... 122
CD, invoeren............................... 122
CD-speler gebruiken................... 122
Cd-tekst ...................................... 122
CD, uitwerpen ............................. 122
D
DAB .................................... 109, 118
DAB-menu .................................. 118
DAB-radiotekst ........................... 118
De AUX-ingang gebruiken ..........126De USB-poort gebruiken ............127
Digital Audio Broadcasting .........118
E Ensemble.................................... 118
Extern in ..................................... 107
F
Fader .......................................... 106
FM .............................................. 109
G
Gebruik ....................... 109, 122, 126
Gebruiker .................................... 106
Geluidsinstellingen .....................106
H
Handmatig zender zoeken .........109
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 99
Hoofdscherm ................................ 99
I
Infotainmentsysteem gebruiken ...99
Inschakelautomaat .......................99
K
Klankinstellingen ........................106