93
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN❒
Controleer tijdens parkeermanoeuvres
of zich geen obstakels boven of onder
de sensor bevinden.
❒
Obstakels die zich dicht bij de auto be-
vinden, worden onder bepaalde om-
standigheden niet door het systeem ge-
signaleerd en kunnen dus de auto be-
schadigen of zelf beschadigd worden.
❒
De metingen van de sensoren kunnen
beïnvloed worden/zijn door beschadi-
ging van de sensoren zelf, door vuil,
sneeuw of ijs op de sensoren of door
ultrasone systemen (bijv. luchtdruk-
remmen van vrachtwagens of pneuma-
tische hamers) die zich in de nabijheid
bevinden. Voor een juiste werking van
het systeem mag er geen mod-
der, vuil, sneeuw of ijs op de
sensoren zitten. Wees voor-
zichtig bij het reinigen van de sensoren
om krassen of beschadigingen te voor-
komen; gebruik geen droge, grove of
harde doek. De sensoren moeten wor-
den gereinigd met schoon water, waar-
aan eventueel autoshampoo is toege-
voegd.
De verantwoordelijkheid tij-
dens het parkeren en andere
gevaarlijke handelingen ligt altijd en
overal bij de bestuurder. Controleer als
u de auto parkeert of zich geen perso-
nen (in het bijzonder kinderen) of die-
ren in de buurt van de auto bevinden.
De parkeersensoren moeten als een
hulpmiddel voor de bestuurder be-
schouwd worden. De bestuurder moet
tijdens eventueel gevaarlijke parkeer-
manoeuvres altijd volledig zijn aandacht
behouden, ook als de manoeuvres met
lage snelheid worden uitgevoerd.
ATTENTIE!
WERKING MET
AANHANGER
Schakel de parkeersensoren uit als u een
aanhanger trekt.
AUTORADIO
(indien aanwezig)Raadpleeg voor de werking van de auto-
radio met CD- of MP3 CD-speler (indien
aanwezig) het supplement dat bij dit in-
structieboekje is geleverd.
INBOUWVOORBEREIDING
AUTORADIO (indien aanwezig)
Zie voor de in uw auto geïnstalleerde au-
toradio en de bijbehorende audio-instal-
latie, het supplement “Autoradio” dat bij
dit instructieboek is geleverd.
Laat de aansluiting op de in-
bouwvoorbereiding in de au-
to uitsluitend door het Fiat Service-
netwerk uitvoeren. Zo bent u verzekerd
van het beste resultaat en wordt voor-
komen dat de rijveiligheid in gevaar
wordt gebracht .
ATTENTIE!
083-096 SCUDO LUM NL 27/03/14 10:40 Pagina 93
94VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het offi-
ciële EU-keurmerk, strikt aan de instruc-
ties die door de fabrikant van de mobiele
telefoon zijn bijgeleverd.
EXTRA ACCESSOIRESAls u na aanschaf van uw auto accessoi-
res wilt monteren die constante voeding
nodig hebben (autoradio, anti-diefstalsa-
tellietbewaking, enz.), of accessoires die
de elektrische installatie zwaar belasten,
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
Deze kan u de meest geschikte installaties
aanraden uit Fiat Lineaccessori en con-
troleren of de elektrische installatie van de
auto geschikt is voor het extra stroom-
verbruik of dat het noodzakelijk is een ac-
cu met een grotere capaciteit te monte-
ren.ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die
na aankoop van de auto en binnen de af-
tersales-service worden gemonteerd,
moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat de montagewerkzaamheden
op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-
wijzingen van de fabrikant in acht moeten
worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van
systemen de kenmerken van de auto wor-
den gewijzigd, kan het kentekenbewijs
worden ingenomen door de bevoegde in-
stanties en eventueel de garantie komen
te vervallen bij defecten die veroorzaakt
zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daar-
van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijze
verantwoordelijk voor schade die het ge-
volg is van de installatie van accessoires die
niet door Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en die niet conform de gele-
verde instructies zijn geïnstalleerd.
083-096 SCUDO LUM NL 27/03/14 10:40 Pagina 94
100STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
Werkzaamheden die leiden
tot stoten, trillingen of plaat-
selijke verhitting in de zone rondom de
gordelspanners (meer dan 100°C ge-
durende ten hoogste 6 uur) kunnen de
gordelspanners beschadigen of in wer-
king doen treden.Wendt u zich tot het
Fiat Servicenetwerk voor eventuele
werkzaamheden aan deze componen-
ten.
ATTENTIE!
GORDELSPANNERSOm de doelmatigheid van de veiligheids-
gordels van de voorstoelen te verhogen,
is het voertuig uitgerust met gordelspan-
ners die de gordels in geval van een hefti-
ge frontale botsing enigszins aantrekken.
Op die manier worden de inzittenden veel
beter op hun plaats gehouden en wordt
de voorwaartse beweging beperkt.
Het blijkt dat de gordelspanners hebben
gewerkt als de gordel niet meer opgerold
wordt.
BELANGRIJK Voor een maximale be-
scherming door de gordelspanners moet
de veiligheidsgordel zo worden omgelegd
dat hij goed op borst en bekken aansluit.
Tijdens de werking van de gordelspanner
kan er wat rook ontsnappen. Deze rook
is niet schadelijk en duidt niet op brand.
De gordelspanner vereist geen onderhoud
of smering. Elke verandering van de oor-
spronkelijke conditie zal de werking ervan
benadelen. Als de gordelspanner door ex-
treme natuurlijke gebeurtenissen (bijv.
overstromingen, vloedgolven enz.) met
water en modder in contact is geweest,
dan moet hij worden vervangen.
De gordelspanner kan
slechts één maal gebruikt
worden. Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk om hem te laten
vervangen nadat hij in werking is ge-
treden.
ATTENTIE!
SBR SYSTEEMHet voertuig is uitgerust met het SBR-sys-
teem (Seat Belt Reminder), dat bestaat uit
een mechanisme dat, tegelijk met het aan-
gaan van het waarschuwingslampje, de be-
stuurder en de passagier op de voorstoel
waarschuwt dat de veiligheidsgordels niet
zijn omgelegd.
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 100
102STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
HOE DE VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE
TOESTAND HOUDEN
Volg voor het juiste onderhoud van de vei-
ligheidsgordels de volgende aanwijzingen
zorgvuldig op:❒
zorg er altijd voor dat de gordel dege-
lijk uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of de oprolautomaat
niet haperend werkt;
❒
controleer de werking van de veilig-
heidsgordel als volgt: maak de gordel
vast en trek snel aan de gordel
❒vervang de gordels na een ongeval, ook
al lijken ze niet beschadigd. Vervang de
gordels ook steeds als de gordelspanners
werden geactiveerd;
❒gebruik water en neutrale zeep om de
gordels met de hand te wassen. Spoel de
gordels af en laat ze in de schaduw dr-
ogen. Gebruik nooit agressieve, bleken-
de of kleurende middelen of andere pro-
ducten die het weefsel van de gordel
kunnen aantasten;
❒voorkom dat er vocht in de oprolauto-
maat komt: de goede werking ervan is
alleen gegarandeerd als ze droog blijven;
❒vervang de gordels als ze sporen van slij-
tage of beschadiging vertonen.
Voor maximale veiligheid
moet de rugleuning rechtop
gezet worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en moet de
gordel goed aansluiten op de borst en
het bekken. Draag altijd veiligheids-
gordels, zowel voor- als achterin! Rij-
den zonder veiligheidsgordels verhoogt
bij een ongeval het risico op ernstige
verwondingen en kan zelfs de dood tot
gevolg hebben.
ATTENZIONE
Het demonteren of aanpas-
sen van onderdelen van de
veiligheidsgordel of gordelspanner is
ten strengste verboden. Werkzaam-
heden aan deze onderdelen moeten
worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd en erkend personeel. Neem al-
tijd contact op met het Fiat Service-
netwerk.
ATTENZIONE
Nadat een gordel aan een
zware belasting is blootge-
steld (bijvoorbeeld bij een ongeval),
moet de gordel compleet met de ver-
ankeringen, bevestigingsbouten en de
gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade is,
kan de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENZIONE
Elke gordel kan slechts een
enkele persoon beschermen.
Vervoer nooit kinderen op de schoot
van inzittenden met één veiligheids-
gordel voor beiden . Steek geen enkel
voorwerp tussen de gordel en het li-
chaam van een inzittende.
ATTENZIONE
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 102
117
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEID
ALGEMENE INSTRUCTIES
Als, wanneer de sleutel in de
stand M gedraaid wordt, het
¬lampje niet gaat branden of tijdens
het rijden blijft branden, dan is er mo-
gelijk een storing in de veiligheidssys-
temen. In dat geval kunnen de airbags
of gordelspanners niet geactiveerd
worden bij een botsing of, in een zeer
beperkt aantal gevallen, per ongeluk
geactiveerd worden. Laat het systeem
controleren door het Fiat Servicenet-
werk alvorens verder te rijden.
ATTENZIONE
Voor bepaalde versies/mark-
ten, als de waarschuwings-
lampjes ¬
en
“
blijven branden,
neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem on-
middellijk te laten controleren.
ATTENTIE!
BELANGRIJK Reinig de stoelen niet met
water of stoom onder druk (met de hand
of in een automatisch wasapparaat).
BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-
airbags kunnen geactiveerd worden bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de
carrosserie (bijv. heftige botsing tegen
drempels of stoepranden, grote gaten of
verzakkingen in het wegdek etc.).
BELANGRIJK Wanneer de airbag opge-
blazen wordt, ontsnapt er een kleine hoe-
veelheid poeder. Dit poeder is niet
schadelijk en duidt niet op het begin van
een brand. Verder kan het oppervlak van
de opgeblazen airbag en het interieur van
het voertuig zijn bedekt met een fijn poe-
derlaagje: dit poeder kan irriterend zijn
voor ogen en huid. Na aanraking onmid-
dellijk wassen met water en neutrale zeep.
BELANGRIJK De controle, reparatie en
vervanging van de airbags moeten door
het Fiat Servicenetwerk worden uitge-
voerd.
BELANGRIJK Als het voertuig wordt ge-
sloopt, moet het airbagsysteem onbruik-
baar gemaakt worden door het Fiat Ser-
vicenetwerk.BELANGRIJK Gordelspanners, frontair-
bags en zijairbags aan de voorkant worden
op verschillende manieren geactiveerd, af-
hankelijk van het type botsing. Als een of
meerdere van deze voorzieningen niet in
werking treden, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
Het knipperen van het lamp-
je ¬duidt op een storing van
het
“
waarschuwingslampje: in dat
geval worden de pyrotechnische la-
dingen van de passagiersairbag gede-
activeerd (voor bepaalde versies/mark-
ten). Laat het systeem onmiddellijk
controleren door het Fiat Servicenet-
werk.
ATTENTIE!
Wanneer de contactsleutel in
de stand M gedraaid wordt,
gaat het lampje
“
(bij ingeschakelde
frontairbag aan passagierszijde) enke-
le seconden branden, om u eraan te
herinneren dat de passagiersairbag bij
een botsing geactiveerd wordt. Hierna
moet het lampje doven.
ATTENTIE!
Bedek bij voertuigen met zij-
airbags de rugleuning van de
voorstoelen niet met extra hoezen.
ATTENTIE!
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 117
118STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
Laat na diefstal of poging tot
diefstal van het voertuig,
vandalisme of overstromingen het air-
bagsysteem door het Fiat Servicenet-
werk controleren.
ATTENTIE!
Als de contactsleutel in stand
M staat of wanneer de mo-
tor is uitgezet, kunnen de airbags ook
geactiveerd worden als de auto door
een andere auto wordt aangereden.
Daarom, ook als de auto stilstaat, en
de passagiersairbag is ingeschakeld,
GEEN tegen de rijrichting in gemon-
teerd kinderzitje op de voorstoel in-
stalleren.Als bij een botsing de airbag
wordt opgeblazen, kan dit leiden tot
ernstig letsel en zelfs tot de dood van
het kind. Daarom moet de passagier-
sairbag altijd uitgeschakeld worden
als een kinderzitje tegen de rijrichting
in gemonteerd wordt op de voorste
passagiersstoel. Bovendien moet de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel
in aanraking komt met het dash-
board. Schakel de passagiersairbag
onmiddellijk weer in als het kinder-
zitje is verwijderd.Vergeet evenmin
dat, als de sleutel in de stand S staat,
bij een ongeval geen enkel veilig-
heidssysteem (airbag of gordelspan-
ners) geactiveerd wordt. In dat geval
duidt de niet-activering niet op een
storing van het systeem.
ATTENTIE!
De activeringsdrempel van
de airbag is hoger dan die
van de gordelspanners. Bij aanrijdin-
gen die tussen deze twee drempel-
waarden liggen, treden alleen de gor-
delspanners in werking.
ATTENTIE!
De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar ver-
hoogt hun doeltreffendheid Omdat
de frontairbags niet worden geacti-
veerd bij frontale botsingen bij lage
snelheden, zijdelingse botsingen, bots-
ingen achterop en over de kop slaan,
worden in deze gevallen de inzitten-
den uitsluitend door de veiligheids-
gordels beschermd, die dus altijd ge-
dragen moeten worden.
ATTENTIE!
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd niets in de mond (pijp, pen, etc.).
Dit kan ernstig letsel veroorzaken als
de airbag in werking treedt.
ATTENTIE!
097-118 SCUDO LUM NL 02/04/14 11:03 Pagina 118
121
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENLAMPJES EN
BERICHTENSTARTEN EN
RIJDEN
Als de motor bij de eerste poging niet
aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in
stand Svoordat u opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand Mhet
lampje
m
op het display blijft branden,
raden wij u aan de sleutel in stand Ste
draaien en vervolgens weer in stand M; als
het lampje nog steeds blijft branden, pro-
beer het dan met de andere geleverde
sleutels.
BELANGRIJK Laat de start-/contactsleu-
tel niet in stand Mstaan als de motor is
uitgezet.
Als het lampje
m
gedurende
60 seconden gaat knipperen
na het starten of tijdens een
langdurige startpoging, dan
duidt dat op een storing in het voor-
gloeisysteem. Als de motor aanslaat,
kunt u de auto op de gewone manier
gebruiken, maar wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
MOTOR OPWARMEN NA HET
STARTEN
Ga als volgt te werk:❒
rijd rustig weg, laat de motor niet met
hoge toerentallen draaien en trap het
gaspedaal niet bruusk in;
❒
verlang de eerste kilometers geen maxi-
male prestaties. Wij raden u aan te
wachten tot de wijzernaald van de koel-
vloeistoftemperatuurmeter begint te
bewegen.
Houd er rekening mee dat de
rem- en de stuurbekrachtiging
niet werken zolang de motor
niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening
van het rempedaal en het stuur.
Probeer auto’s nooit te star-
ten door ze aan te duwen, te
slepen of van een helling af te
laten rijden. Op die wijze kan
er onverbrande brandstof in de kata-
lysator komen, waardoor deze onher-
stelbaar wordt beschadigd.
MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel in stand Sterwijl
de motor stationair draait.
BELANGRIJK Het is beter om de motor
na een zware rit even “op adem” te laten
komen. Zet de motor niet onmiddellijk
uit, maar laat hem even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de mo-
torruimte dalen.
Gasgeven voordat u de motor
uitzet heeft geen enkel nut,
verspilt brandstof en is, voor-
al voor motoren met turbo-
compressor, schadelijk.
119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 121
122LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
HANDREM fig. 1
De handrem is aan de linkerzijde van de
bestuurdersstoel geplaatst.
Om de handrem in te schakelen, moet u
de hendel omhoog trekken zodat de auto
blokkeert. Op een vlakke ondergrond
hoort de auto geblokkeerd te zijn als de
handrem vier of vijf tanden is aangetrok-
ken. Op sterke hellingen en bij een bela-
den auto moet de handrem negen of tien
tanden worden aangetrokken.
BELANGRIJK Als dit niet het geval is, laat
dan het Fiat Servicenetwerk de handrem
afstellen.
Als de handrem is aangetrokken en de
contactsleutel in stand Mstaat, gaat op
het instrumentenpaneel het waarschu-
wingslampje
x
branden.
PARKERENGa als volgt te werk:❒
zet de motor uit en trek de handrem
aan;
❒
schakel een versnelling in (de 1e als de
weg omhoog loopt, de achteruit als de
weg omlaag loopt) en zet de voorwie-
len iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat,
blokkeer de wielen dan met stenen of wig-
gen. Laat de contactsleutel nooit in het
contactslot zitten omdat hierdoor de ac-
cu ontlaadt. Neem bovendien de sleutel
altijd uit het contactslot als u de auto ver-
laat.
Laat kinderen nooit alleen
achter in de auto. Neem de
sleutel altijd uit het contactslot als u
de auto verlaat en neem de sleutel
mee.
ATTENTIE!
fig. 1
F0P0118m
Handrem uitschakelen:❒
trek de hendel iets omhoog en druk op
ontgrendelknop A;
❒
druk op de knop Aen laat de hendel
zakken. Het lampje
x
op het instru-
mentenpaneel dooft.
Om onverwachtse bewegingen van de au-
to te voorkomen, moet bij het bedienen
van de handrem het rempedaal worden in-
getrapt.
Als de auto is uitgerust met
wielophanging met luchtve-
ring en u de auto parkeert,
moet u altijd controleren of er
voldoende ruimte is boven het dak en
rond de auto. De auto kan automatisch
worden verhoogd (of verlaagd) op ba-
sis van eventuele temperatuurwisselin-
gen of wijzigingen in de lading.
119-128 SCUDO LUM NL 27/11/13 17.02 Pagina 122